Versla# van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917
iwte ktmrjaren tegen een huurprys van 3278.—
's jaars oi' 80.lager dan eerst door den des
kundige genoemd. Deze vermindering is nader bil
lijk geoordeeld, omdat de vervoerkosten van de
mest, welke de huurder moet betalen, tegenwoor
dig veel hooger zijn dan vroeger. Verder is
Hotsma bereid boven de huursom een rente van
0 's jaars te voldoen van de kosten, welke het
maken van een gierkolk en een varkenshok vor
deren (m door den directeur der gemeentewerken
aanvankelijk geraamd1 zyn op rond 1200.
Wij vinden derhalve vrijheid fT voor te stellen
te besluiten:
aan Lammert Hendrik Hotsma, veehouder, te
Leeuwarden, met ingang van 5 Maart/12 Mei 1917
tot gelijke data in 1920, met stilzwijgende verlen
ging van twee jaren, alzoo tot, 5 Maart/12 Mei
1922, tenzij door hem of idoor de gemeente vóór
1 September 1919 bij eenvoudigen brief is te ken
nen gegeven dat daarvan geen gebruik zal worden
gemaakt ondershands te verhuren de zathe en
landen op Wijlaarderburen, ter gezamenlijke
grootte van 26.87.85 H.A., tegen de som van drie
duizend twee honderd acht en zeventig gulden
3278.'s jaars, benevens een vergoeding van
6 's jaars van de kosten van een te maken gier
kolk, groot 40 M3., en een varkenshok, en onder
de geldende voorwaarden, behoudens de door Bur
gemeester en Wethouders noodig geachte verande
ringen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dijkstra weuseht eene kleine opmerking
te maken. Spreker kan zich in hoofdzaak hij Bur
gemeester en Wethouders aansluiten. Hij juicht
deze 'manier van verhuren wel toe, want als
de huurder zijne verplichtingen goed nakomt, is
wel iets voor onderhandsche verhuring te zeggen.
Dan behoeft de gemeente niet het onderste uit de
kan. De voorgestelde huurprijs van 46,is
echter zijns inziens laag. Spreker wil er aan her
inneren, dat de plaats 5 jaar geleden is verhuurd
voor 35,per pondemaat, een prijs, dien spreker
nergens kent. Het is spreker opgevallen dat Hotsma
den eerstgenoemdem prijs idet met beide handen
heeft aangegrepen, doch heeft getracht er 80,—
af te krijgen met liet argument, dat het vervoer van
de mest zooveel duurder is. Daarmee is echter ook
geen rekening gehouden bij de verhuring van de
andere plaatsen en de gardenierslanden.
Spreker noemt het, waar de gemeente de plaats
voor een zoo civielen prijs aanbiedt, klein van
den heer Hotsma om te trachten die 80,er af
te krijgen. Het slechtste buitland doet ƒ100,— a
120, huur per pondemaat. Spreker zal er zich
tegen verzetten dat die 80,er wordt afgetrok
ken. Het is meer te doen om het spel dan om de
knikkers.
De Voorzitter deelt mede dat de heer Dijkstra
voorstelt de plaats te verhuren voor 3358,- in
plaats van voor 3278,
Spreker doet opmerken dat het voorste! om de
huursom met 80,te verminderen niet is geschied
op verzoek van Hotsma, maar op voorstel van den
deskundige der gemeete. Hotsma had bezwaar
gemaakt tegen de verhooging van de buur.
Spreker beeft met den deskundige gesproken,
maar deze meende dat de door hem gestelde huur
prijs te verdedigen was. Hotsma heeft wel, door
ziekte onder de schapen, een paar slechte jaren
gehad, maar het eenige wat de deskundige meende
dat te billijken was, is de vermindering voor de
boogere kosten van mestvervoer.
Den huurder wordt de plicht opgelegd de lan
derijen te bemesten en die bepaling bestaat niet
voor de gardenierslanden. Daarom beeft de des
kundige de vermindering met 80,voorgesteld.
Wat den huurprijs betreft, hiervoor geldt het
zelfde als bij de plaats van Tijsma. De gemeen
te heeft een deskundige en daar houden
Burgemeester en Wethouders zich aan. Spreker
weet wel dat de plaats hij openbare verhuring
meer zal opbrengen, maar dit acht de heer Dijkstra
deze heeft zulks zelf verklaard ook niet
wenschelijk.
De heer Djjkstra: „het treft mij dat de deskun
dige bezwaar heeft tegen de verhooging van :de
huursom."
De Voorzitter: „Burgemeester en Wethouders
hebben het voorstel van den deskundige gevolgd."
De heer Dykstra: „de heer Palsma stelt toch
een huursom voor van 46, per pondemaat."
De Voorzitter: „later beeft hij voorgesteld de
80,— er af te nemen."
De heer Dijkstra: „het is voor mij zoo lang als
het breed is." Spreker gaat met bet voorstel van
Burgemeester en Wethouders mee, want het is hein
sympathiek. Het moet echter niet de spuigaten
uitloopen. Als de plaats publiek wordt verhuurd
brengt zij, spreker is daarvan overtuigd, 60,-
per pondemaat op. Het is kras van den huurder
om over zulke kleinigheden te vallen. Spreker be
grypt daar niets van.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 12 tegen 11 stemmen wordt het voorstel van
den heer Dijkstra verworpen.
Vóór stemmen de lieeren: Hiemstra, Tulo,
Schaafsma, Terpstra, Dijkstra, de Vos, H. P. de
Haan, Tiemersma, Zanclstra, P. A. de Haan en
Attema.
Tegen de heeren: Peletier, Cohen, van Weideren
baron Rengers, Fransen, Menalda, Oosterhoff,
Binnerts, Vonck, Berghuis, van Sloterdijck, Haver-
schmidt en Schoonderinark.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wel
houders:
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun
een crediet. te verleenen van 221.870, voor den houw
van een honderdtal woningen op het onlangs uoor dit
doel aangekochte weiland ten zuiden van de spoorlijn
naar Heerenveen, achter den HolIandersdijk.
Dit voorstel luidt als volgt:
By de groo'te Sehaarschte aan arbeiderswoningen
komt het ons noodzakelijk voor dat ook de gemeente
de hand aan den ploeg slaat en tot den bouw daar
van overgaat. De berichten toch die ons bereiken,
doen de naaste toekomst, met name de grooto
woning-verwisseling in Mei, niet zonder zorg tege
moet zien. Onder deze omstandigheden behoort
alle theoretische voorliefde voor particulieren
woningbouw te wijken voor de noodzakelijkheid
van spoedigen aanbouw.
De Directeur der Gemeentewerken heeft een
plan ontworpen voor den bouw van een honderdtal
woningen op een deel van het onlangs voor dit
doel aangekochte weiland ten zuiden van de spoor
lijn naar Heerenveen, achter den Hollanderdijk.
Onder verwijzing naar de teekeningen, zij opgc
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917 5
merkt dat het plan een soort hofjesbouw te zien
Leeft, vaartoe de ligging van het land zich goed
leent. Van de vroeger tegen deze bouwwijze wel
vernomen bedenkingen is in den laatsten tijd in
deskundige kringen teruggekomen, getuige o.a. het
verslag van de Kotterdamsche Commissie voor de
volkshuisvesting, die met betrekking tot dit punt
den 22en Juni i913 schreef:
„Dat de bouw van hofjes, ingericht naar de
^tegenwoordige opvattingen, mede tot verminde
ring van de kosten van straataanleg kan bijdra-
„gen, zal wel geen betoog behoeven en zij zou dan
„ook een meer ruime toepassing daarvan, mits een
„behoorlijk onderhoud van de daarbij behoorende
„gemeenschappelijke binnenruimte verzekerd zij,
„alleszins willen aanbevelen."
De vereischte spoed, alsmede de wenschelykheid
om bij de buitensporige duurte van de meeste
grondstoffen onnoodige kosten te vermijden, plei
ten thans in het bijzonder voor deze wijze van
bouwen.
Dezelfde beweegredenen hebben invloed gehad
op de bepaling van de soort woning. Ofschoon vol
doende aan cle eischen der bouwverordening, zijn
de woningen bescheiden, en zullen voor zeer groote
gezinnen slechts een tiental geschikt zijn te achten.
oor de indeeling en verdere bijzonderheden zij
mede naar de teekeningen verwezen.
De kosten zijn door den Directeur geraamd op
221.87U,wat met den grond, die 18.660,
gekost heeft, een bedrag vormt van 240.530,
Dat deze ramingen by de sterk schommelende
prijzen van sommige grondstoffen kunnen mee- en
tegenvallen, spreekt vanzelf.
Het geraamde bedrag van gemiddeld 2405,30
per woning is onder de tegenwoordige tijdsomstan
digheden zeker niet hoog te noemen.
Omtrent het plan is overleg gepleegd met clen
betrokken Inspecteur der Volksgezondheid, daar
het in de bedoeling ligt Rijks-voorschot en een
-bijdrage te vragen. Alweder ter bespoediging
tiieenen wij echter de uitvoering van het plan niet
te moeten opschorten, totdat op de daartoe in te
dienen aanvragen zal zijn beslist. Aan dit laatste
moet voorafgaan de vaststelling' van een plan van
exploitatie, waarmede de onlangs opgerichte
woningvereeniging haar werkzaamheden zou kun
nen aanvangen en waaromtrent wy U een nader
voorstel hopen te doen.
Voor liet oogenblik is het voornaamste dat zoo
Bpoedig mogelijk met den bouw een aanvang kan
worden gemaakt, in welk geval de gereedkoming
van het geheele bouwplan vóór Mei a s. door den
Di reeteur niet buitengesloten wordt geacht.
Mitsdien hebben wij de eer, in overeenstemming
toet de Commissie voor de Openbare Werken, de
Gezondheidscommissie, en de Schoonheidscommis
sie, U voor te stellen, in afwachting van nadere
voorstellen met betrekking tot de exploitatie, aan
het hierbij overgelegde plan Uw goedkeuring te
hechten en tot de uitvoering daarvan, tot een be
drag van 221.870,ons Uwe machtiging te ver
leenen.
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter deelt mede dat de Directeur der
Gemeentewerken zich, in overleg met Burgemeester
en Wethouders, in verbinding heeft gesteld met
den aannemer van der Zee. Hij heeft dezen ge
vraagd voor hoeveel hjj den bouw wilde uitvoeren.
Dit is daarom geschied om spoediger en goedkooper
gereed te komen. Als er eerst een bestek moet
worden gemaakt en eene aanbesteding moet wor
den gehouden, gaat er minstens 14 dagen verloren.
Van der Zee wil cle huizen zetten voor de som van
217.800,of 3000,beneden de begrooting.
Burgemeester en Wethouders stellen hierbij nu
tevens voor den heer van der Zee den bouw te
gunnen.
De heer Peletier meent dat na het door den Voor
zitter gesprokene, de opmerking die hij wilde ma
ken, min of meer overbodig is geworden. Hij heeft
echter in het prae-advies iets gemist, n 1. dit, dat
er er niet uit te lezen is of de woningen in eigen
beheer zullen worden gebouwd of dat zij zullen
worden aanbesteed. Door de mededeeling van den
Voorzitter vervalt deze opmerking. Het ligt buiten
sprekers gezichtskring of onderhandsche aanbeste
ding in het voordeel der gemeente is en of daardoor
de uitvoering vlugger kan geschieden. Hij is ge
neigd mee te gaan met het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
De heer Fransen wyst erop dat, toen deze zaak in
de Commissie voor openbare werken is besproken,
den Directeur der Gemeentewerken gevraagd is
of hij kans zag de woningen in eigen beheer gereed
te krijgen vóór Mei. Nu heeft hij een aannemer ge
vraagd om het uit te rekenen. Spreker kan niet
meegaan met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders. Hij wil, waar het gaat om ruim twee
ton, de gunning niet doen zonder concurrentie.
De heer Hiemstra is geen voorstander van onder
handsche aanbesteding. De nood dringt echter en
de tijd is kort. Elke 14 dagen vroeger gereed is
winst. Daar komt bij dat spreker overtuigd is dat
elke week uitstel verhooging van prijs beteekent.
Spreker heeft op dit gebied eenige ervaring. Als
men voor twee maanden bouwde of nu, scheelt be
duidend. Deze beide omstandigheden pleiten voor
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Spreker durft dan ook niet tegen stemmen. Waar
er gebrek is aan woningen, moet cle Raad over
kleine bezwaren heenstappen.
De Voorzitter gelooft dat de heer Fransen zich
vergist. Het plan heeft nooit bestaan om den bouw
in eigen beheer te nemen. Wel was liet twijfel
achtig of het werk ondershands dan openbaar zou
worden aanbesteed. Het bedrag, waarvoor is in
geschreven, is tamelijk laag.
Aan van der Zee is gevraagd eene begrooting
te maken en hem is toegezegd dat hij het werk zou
kunnen uitvoeren als hij binnen de grenzen bleef.
Anders zou het werk in het openbaar worden aan
besteed. De man wist niet dat hij buiten concur
rentie bleef. Spreker meent dat er alles voor te
zeggen is om het op deze wyze te doen. Hijj
wil nog doen opmerken dat er nog voor een paar
duizend gulden materieel van het Pand werk komt.
De heer Fransen mag zich wel beroepen op zijne
medeleden der Commissie voor cle Openbare Wer
ken. Er is over gesproken dat de directeur zou
trachten een aannemer te vinden om het werk voor
de gemeente uit te voeren.
De Voorzitter herhaalt dat er geen sprake van
eigen beheer is geweest-
De heer Fransen herhaalt dat er geen sprake is
geweest van aanbesteding, omdat er onmiddellijk
met den bouw moest worden begonnen. De zaak is,
meent spreker, van te groot belang om aan één
aannemer te vragen: kun je wel bij de begrooting
komen. Spreker is het overigens met Burgemeester
en Wethouders eens, maar kan zijn stem niet geven
aan de onderhandsche aanbesteding. Hij blijft er