ij. K. Venema, onderwijzer aan gemeenteschool
no. 9, alhier;
b. .1. Bolman, goudsmid, alhier.
26 Verslag van de handelingen van den gemeentera
xad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 1917
4. Alsvoren om aan te gaan twee onderhand
sehe geldleeuingen, groot f 100.000,— a 41/, en
725.000,a 4
De stukken 1—4 hebhen ter visie gelegen om nog
lieden te worden behandeld.
5. Alsvoren om aan de sub-commissie voor
Friesland der Kaasvereeniging nevens liet haal
bij raadsbesluit van.28 November 1.1. in gebruik
gegeven gedeelte der waag alsnog met wijziging-
der voorwaarden een grooter gedeelte in gebruik
af te staan voor liet ontvangen, verzenden en ver
doelen van kaas.
Alsvoren om toe te treden tot de Rijks-
werkloosheid verze ke rii ïg.
Wordt gedrukt als bijlagb tot het raadsverslag
en bij de leden rondgezonden.
7. Alsvoren om hun ten behoeve van het leggen
van een riool in den Harlingerstraatweg een ere-
diet Ie verleenen.
S. ('rae-advies van Burgemeester en Wethou
ders op het adres van H. Visser om verlenging van
den termijn van voltooiing van den straataanleg
op een terrein tusschen de Rembrandtstraat en de
leverdwarsstraat.
9, Aanbeveling voor de benoeming van twee
leden der Commissie tot wering van schoolverzuim,
wegens periodieke aftreding van de hoeren .1. Bran
denburg en J. Feitsma:
1. Vacature-,). Brandenburg (uit de meerder
jarige onderwijzers die aan een openbare lagere
school in de gemeente werkzaam zijn: art. 22, 2e lid,
2 der Leerplichtwet):
(i. ,1. Brandenburg, aftredend lid;
2. Vacature-J. Feitsma (uit de in de gemeente
wonende ouders, voogden en andere verzorgers dei-
in de gemeente op een lagere school ingeschreven
kinderen; art. 22, 2e lid, i der Leerplichtwet):
a. ,1. Feitsma, aftredend lid;
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onteigening van een gedeelte van den Sneeker-
t rek weg.
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag
en bij de leden rondgezonden.
De stukken 510 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
IV. Wordt, overgegaan tot behandeling der
voor heden op den oproepingsbrief vermelde
punten.
(Punt 2 der agenda). Benoeming van een secretaris
boekhouder der Stads Armenkamer wegens het afloopen
van den termijn waarvoor de heer D. Andier als zoodanig
is benoemd..
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij Uw besluit van den 14 December 1915, no.
472R/243, werd voorloopig voor den tijd van één
jaar benoemd tot secretaris-boekhouder bij de
Stads Armenkamer op een jaarwedde van .1500,
Dirk Audier, toenmaals armbezoeker bij den Ar
menraad te 's-Gravenhage. Als datum van infunc
tietreding werd door ons bepaald 1 Februari 1916,
op welken datum hij zijne betrekking heeft aan
vaard, zoodat het eenjarig tijdvak 1 Februari e.k.
zal zijn verstreken.
De Voogden der Stads Armenkamer geven thans
in overweging hem met ingang van dien dag een
vaste aanstelling te verleenen, welk verzoek wij
kunnen ondersteunen. Gaat Uwe Vergadering met
dit voorstel mee, dan zal tevens de pensioens
grondslag van den heer Audier voorloopig dienen
te worden geregeld.
Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer 1:
1. met ingang van 1 Februari 1917 ter benoe
ming tot secretaris-boekhouder der Stads Armen
kamer alhier aan te bevelen Dirk Audier,
thans sedert 1 Februari 1916 als zoodanig tijdelijk
werkzaam, op een jaarwedde van vijftien honderd
gulden 1500,
11. voor te stellen den pensioensgrondslag van
den benoemde voorloopig ie regelen op het bedrag
der jaarwedde van 1500,
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer
1). Audier.
2. (Punt der agenda.) Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit van
den 24 October IJ. tot ruiling van grond aan het Cam
buursterpad in verband met den straataanleg aldaar.
Dit voorstel luidt als volgt:
in Uwe vergadering van 24 October 1916 (raads-
handelingen blz. 247) werd besloten met D. W. van
der Meiden, winkelier e.a., alhier, eene ruiling van
grond, groot ongeveer 5.77 M2., gelegen nabij het
Cambuursterpad aan te gaan, in verband met den
straataanleg aldaar. Op de overgelegde teekening,
welke weder hierbij is gevoegd, was het door de
gemeente te ontvangen strookje grond in zwarte en
liet door haar af te staan gedeelte in roodo arcee
ring aangegeven.
Bij de dezer dagen door een landmeter van het
kadaster gedane uitmeting bleek, dat de grens
scheiding van het eigendom der gemeente op de
kadastrale kaart niet juist was aangeduid en dus
op de evenbedoelde teekening eveneens verkeerd
was overgenomen. De grens loopt een weinig ooste
lijker, zooals bij vergelijking tusschen deze en de
mede hierbijgaande nieuwe teekening kan blijken.
Het bovenaangehaalde raadsbesluit zal dan ook
verandering dienen te ondergaan, te meer waar de
te ruilen stukjes grond nu ieder een grootte van
ongeveer 8 M2. hebben.
Wij geven 1' daarom in overweging te besluiten:
onder intrekking van het raadsbesluit van 24 Oc
tober 1916, no. 471 B/239, van D. W. van der Meiden,
winkelier, alhier, tevens handelende voor en uil
naam van Jan Wielinga, Harmen Wielinga, Silt
hele Namminga, An toon Eggelaar, Felke Visser,
Luitzen Kooi, Weduwe Johannes Weijer en kin
deren en Johannes Hoeben, zonder eenrge bijbe
taling wederzijds, in vollen en vrijen eigendom
over te nemen:
een gedeelte, groot ongeveer 8 M2., de juiste
grootte nader door een landmeter van het kadaster
uit te meten, op de overgelegde nieuwe teekening
in zwarte arceering aangegeven, van hef perceel,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G,
no. 4482, als bleek, in het geheel groot 2 A. 42 e.A.,
met aanvaarding voor zooveel noodig van de mach
tiging tot wegruiming van het op de teekening
onder letter a in rood aangeduid privaat, dat staat
op gemeentegrond, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie G, no. 8309, even ten oosten
van het perceel, kadastraal bekend alsvoren no.
3877,
in ruil tegen:
een gedeelte, groot ongeveer 8 M2., in ieder geval
even groot als het vorenbedoelde stukje grond, de
juiste grootte nader door een landmeter van liet
kadaster uit te meten, op de overgelegde nieuwe
teekening in roode arceering aangegeyen, van het
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 191 i 27
perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G, nu. 8309, als moestuin, in het geheel groot
1.64.20 H.A., eigendom van de gemeente Leeu
warden,
een en ander onder de volgende voorwaarden:
a. het privaat, op de teekening aangeduid met
de letter a in rood, wordt vanwege en op kosten
van de gemeente verplaatst, eventueel met bijleve
ring van de ontbrekende materialen, naar het ge
deelte, dat op de meerbedoelde teekening is aange
duid met de letter b in rood, van het perceel ka
dastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G,
no. 4482, onmiddellijk ten zuiden van het kadastrale
perceel sectie G, no. 3874, en dadelijk ten westen
van dat in sectie G, no. 3878, een en ander behou
dens eventueelc vergunning krachtens de bouw
verordening;
b. door voormelden Van der Meulen wordt de
verplichting aangenomen om de op gemeentegrond
staande afrastering dadelijk na de totstandkoming
der ruiling weg te nemen en verder zorg te dragon
voor de plaatsing en het onderhoud van eventueel
tusschen zijn terrein en dat der gemeente ge-
wenschte afkeeringen
r. alle kosten, op deze ruiling vallende, zoomede
die van de kadastrale uitmeting en overschrijving,
benevens de levering van een afschrift der nota-
rieele akte of eventueel van een dubbel der onder-
handsehe akte ten behoeve van het gemeente
archief, worden door beide partijen ieder voor de
helft gedragen,
en de eventueel nog nader door Burgemeester en
Wethouders met Van der Meulen voornoemd over
een te komen voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt, besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders.
11. (Puv.t 4 der ogcrda.) Voorstel van Burgemeest
en Wethouders tot aankoop langs minnelijken weg van
eenige eigendommen, vallende in het plan tot verbetering
der woningtoestanden aan den Wissesdwinger.
Hierbij komt in behandeling het adres-Kleisma.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij raadsbesluit van 27 Juni 1916 zijn wij door
Uwe Vergadering gemachtigd om de voor een ont
eigening in het belang der volkshuisvesting van
eigendommen aan den Wissesdwinger vereischte
stappen te doen, bestaande in het in overleg met
de eigenaars door deskundigen doen schatten hun
ner pereeelen.
Dit overleg heeft ten gevolge gehad dat overeen
stemming is verkregen over den koopprijs van de
navolgende in het raadsbesluit genoemde eigen
dommen: sectie A, nos. 1185, 1181, 45, 46. 49,'53, 54,
,58 voor de helft, 1426, 1127. 12, 1431, 9, 1354. 1355,
1356, 1357 en 1358.
Met betrekking tot liet perceel sectie A, no. 1127,
wordt opgemerkt, dat hieromtrent geen schatting
van de deskundigen heeft plaats gehad, omdat
door belanghebbenden geen opgaaf van den taxa-
tenr is gedaan en dat de gevraagde koopsom van
5000.in de gegeven omstandigheden niet te
ihoog wordt geacht, liet betreft hier een pand, dat
voor de eigenaren van bijzondere waarde is, omdat
het dient als stalling en bergplaats voor hun stoom
bootonderneming, terwijl het bovengedeelte door
den voerman wordt bewoond, waardoor toezicht
I mogelijk is. Door den aankoop worden zij zeer ont-
riefd, terwijl in de nabijheid moeilijk een even
goede gelegenheid voor hun bedrijf te vinden is.
No. 58. De eene helft behoort aan Jelle Klam-
stra, alhier, die bereid is deze aan de gemeente
te verknopen naar een prijs van 350. voor het
geheel; de andere helft is eigendom van Dirk
Kleisma, alhier, die, ofschoon hij beloofd had nog
te zullen mededeelen of hij tot verkoop id dan niet
bereid was, niets van zich laat hooren. Zijn aandeel
in het perceel moet derhalve worden onteigend.
Over de in het raadsbesluit van 27 Juni 1916
wèl, doch hierboven niet genoemde pereeelen liet
navolgende:
Nos. 59, 60, 61. Wij hebben nader geoordeeld
dat deze buiten het plan konden blijven, omdat ze
toebehooren aan den eigenaar van het achterlig
gend, aan de Nieuweburen uitkomende perceel no.
1625. Zij verkeeren dus in dezelfde omstandigheid
als meer andere pereeelen aan de Wissesstraat, en
zijn daarom buiten het plan gelaten.
No. 1600. De eigenaar van dit pand, W. Fran
sen Jss., is niet ingegaan op den voorslag, om tot
het aanwijzen zijnerzijds van een deskundige, die
een schatting van dit perceel zou kunnen opmaken,
zooals het voorschrift eischt, over te gaan. Boven
dien werd de reeds genoemde prijs, waarvooi dc-
eigendom voor de gemeente verkrijgbaar was,
slechts tot 30 September 1916 gestand gedaan.
Hier zal dus onteigening moeten plaats hebben.
No. 11. H. Horensma te 's-Gravenhage, eige
naar van dit perceel, vroeg eerst een koopsom van
866.-, later van 750.de deskundigen gaven
ieder aan het perceel een verschillende waarde,
namelijk onderscheidenlijk 300.600.en
900.— Overeenstemming kon niet worden ver
kregen, zoodat ook hier tot onteigening de toe
vlucht moet worden genomen.
De voorstellen, om tot de onteigening te geraken,
zullen U worden aangeboden nadat de voorschrif
ten van de artt. 80 e.v. der Onteigeningswet zijn
nageleefd.
Wij hebben de eer I thans voor ie stellen te be
sluiten:
tot aankoop van de navolgende pereeelen in
sectie A aan de Wissesstraat en den Wissesdwinger
van de na te noemen eigenaren tegen de achter elk
perceel vermelde prijzen en op de door de eige
naren aangegeven voorwaarden, als:
No. 1185, huis. groot 21 c.A., van weduwe 1'. G.
Hoekstra, Nieuweburen 97, alhier, voor de som van
vijf honderd gulden 500.
no. 1181, huis, groot 18 c.A., en 12, huis, groot
30 e.A., van A. H. Rencker, weduwe N. J. Lamer,
te Rijswijk, voor de som van onderscheidenlijk zes
honderd gulden 600.en negen honderd gul
den 900.
nos. 45, pakhuis met bovenwoning, groot 24 e.A.,
46, huis, groot 10 c.A., en 49, huis, groot 16 c.A.,
van W. van der Meulen, Wissesdwinger 56, alhier,
voor de som van een duizend' vijftig gulden
1050.alle kosten, ook die van taxatie, voor
rekening van de gemeente; aanvaarding en beta
ling 12 Mei 1917; de grondbelasting van 1 Januari
1917 af voor gemeenterekening;
no. 53, pakhuis, groot 20 c.A., van Gerrit Post,
Achter Landbuurt 26, alhier, voor de som van vier
honderd tien gulden 410.aanvaarding niet
eerder dan wanneer afbraak in verband met de
verbeteringsplannen aan den Wissesdwinger nood
zakelijk is, doch in geen geval vóór 12 Mei 1917;
no. 54, pakhuis, groot 20 c.A., van Hans Rinse-
ma, Schoenmakersperk 5, alhier, voor de som van
vier honderd tachtig gulden 480.-—); te aan
vaarden en te betalen zoodra met liet afbreken een
begin moet worden gemaakt, doch niet eerder dan
12 Mei 1917;
van no. 58, huis, groot 24 c.Ade helft, van Jelle
Klamstra, Prinsentuin, alhier, naar de som van