62 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari li) 17. geldt. De winkeliers zullen dan wel laten meer te gebruiken. Er hangt voor hen alles van de verlich ting der winkels af. De heer Tulp: „op onze kwitanties staat: 70 van uw normaal verbruik is enz. Voor de winke liers kan dit 50 worden. Waarom worden de win keliers achtergesteld nij andere zaken als koffie huizen. in visehwinkels b.v. is na 8 uur de meeste drukte en die mensehen lijden schade. De Voorzitter zegt, dat het wel blijkt, dat het gevaarlijk is nu een besluit te nemen. Als mocht blijken dat het mogelijk is, wil spreker den Raad wel in eene spoedvergadering bijeenroepen. De win keliers zullen zich moeten verbinden niet meer dan 00', te gebruiken. De heer Fransen meent, dat de eiseh van 50 be sparing eene onmogelijke eiseh is. De meeste kleine winkeliers zijn al niet in staat 35% te besparen. Met één of twee lichten in de winkel valt al niet veel te besparen. Spreker wil dit wel als eiseh stellen. De Voorzitter: „dan komen wij er niet." De heer Fransen: „het is niet de bedoeling de winkeliers te benadeelen, maar de gelegenheid te krijgen om hetgeen door hen meer wordt bespaard anders te gebruiken. Als de winkeliers 35 bespa ren heeft de gemeente niets te zeggen, omdat dit percentage wordt geëiseht." De heer Tulp meent, dat 'v over Februari eene enorme besparing is en dat de winkeliers daar aan krachtig hebben meegewerkt. Waar zij nu hebben getoond te willen medewer ken, waarom moeten zij, vraagt spreker, het aller zwaarst worden getroffen en het zwaarst worden belast. De Voorzitter zegt, dat het niet de bedoeling is de mensehen zwaarder te belasten. De winkeliers hebben een zeker kwantum noodig. Op winkelver lichting kan echter veel worden bespaard. Als al- gemeene regel geldt de beperkte regeling. De heer Fransen zegt nu wel: als de winkeliers 35 '-/ be sparen, heeft de gemeente niets te zeggen, maar, als die niet meer besparen, komen wij er niet. Er zijn, zooals spreker reeds mededeelde, eenige nood zakelijke nieuwe aansluitingen en voor de zieken huizen moet afwijking worden toegestaan. De cij fers bewijzen nu, dat de beperking streng moet wor den toegepast. De heer Tulp zegt, dat het bewezen is, dat de winkeliers willen meewerken. Dat moet ook wel. Bij de electriciteit wordt de bezuiniging niet bereikt. De wethouder Oosterhof 1' merkt op, zegt spre ker, dat de winkeliers niet met afsnijding worden bedreigd. Spreker herhaalt dat de winkeliers in de eerste plaats zullen worden geholpen als het blijkt dat Leeuwarden de voorgeschreven bezuiniging overschrijdt. Den heer Beekhuis komt het voor, dat men de gelegenheid om van de winkeliers de toezegging te krijgen dat zij 50 D zullen bezuinigen, niet moet laten voorbijgaan. De Voorzitter: „dat doen ze niet." De heer Beekhuis zegt, dat men hun die bezuini ging moet opleggen. Spreker is het wel met den lieer Fransen eens, dat de kleintjes niet meer kun nen besparen. Zij kunnen echter ander licht gebrui ken en zoodoende 50 besparen. Spreker wil het verzoek alleen inwilligen, mits de winkeliers toe zeggen 50 te zullen besparen. In eene verorde ning kan niet met twee maten gemeten worden, maar men kan het verzoek toestaan op voorwaarde dat er 50 8"as wordt bespaard. De heer Miemstra mecnl, dal er een misverstand bestaat. Er wordt gesproken van verzwaring van lasten. In de vorige vergadering heeft men dat la ten passeeren. Toen had men daartegen moeten op komen. Van verzwaring van lasten is nu geen sprake. Spreker acht het volkomen juist, dat men van de winkeliers een grooter besparing eiseht dan van particulieren. Er zit nu een groot gevaar in het systeem door den heer Peletier aangegeven en door den heer Beekhuis ondersteund. Het is toch geen kleinigheid om met alle winkeliers een con tinet af te sluiten dat zij niet meer gas zullen ge bruiken dan 50 'c. Iemand, die snoepgoed verkoopt, is ook een winkelier. Er zullen dan honderden con tracten moeten worden gemaakt. Als men de bepaling maakt dat de winkeliers 50', moeten besparen, worden de kleintjes getrof fen. Mensehen die slechts 1 pit branden kunnen niet besparen. De grooten kunnen dat wel. Daarom is de 8 of 0 uur sluiting wel goed, want die is uniform en drukt op allen gelijk. Geen enkele groep wordt er door benadeeld. Spreker wijst er op, dat vele winkeliers blij zijn met de 8 uur sluiting. Als ech ter de lijn te strak is aangehaald, moet er voor dep Zaterdag 1 uur bij. De Voorzitter: „wenscht u een voorstel te doen?" De heer Hiemstra wil het sluitingsuur voor den Zaterdag op 10 uur zieu bepaald. De Voorzitter: „wil u ook zien bepaald, dat er na 0 uur alleen ander licht mag worden gebrand?" De heer Hiemstra wil na 0 uur slechts één pit laten branden. Dan is er licht genoeg om te ver- koopen. Spreker stelt voor te bepalen dat de win kels des Zaterdagsavonds te 11 uur moeten sluiten, onder voorwaarde dat na 9 uur maar één lichtpunt in den winkel mag worden gebrand. Dit voorstel wordt ondersteund. De heer Peletier zou de oude verordening weer willen herstellen wat de winkelsluiting betreft en voor het lichtgebruik de nieuwe verordening willen toepassen. Daar kan niemand zich tegen verzetten. Ook de heer Hiemstra niet. De besparing gaat im mers gelijk dooi'. De heer Hiemstra: „Zeker wel." De heer Berghuis waarschuwt tegen het voorstel van den heer Hiemstra. Er wordt nu nog niet eens bespaard wat moet worden bespaard en dus gaat het niet aan nu al concessies te doen. De heer Hiemstra: „om grooter uitbreiding te voorkomen." De Voorzitter deelt mede, dat van den heer IV letier het volgende voorstel is ingekomen: de oude verordening op de winkelsluiting intact te honden met dien verstande dat, behalve des Zaterdags avonds, de winkeliers vanaf 8 uur geen gas of elec- trisch licht mogen branden en des Zaterdags vanai 9 uur, onder voorwaarde, dat de winkeliers zich ver binden minstens 50van het normale verbruik te besparen. Spreker wijst erop, dat het moeilijk is petroleum en kaarsen te krijgen en dat deze verlichting ook brandgevaar oplevert. De heer Peletier: „dat is een moeilijkheid die de winkeliers zelf moeten oplossen. De Voorzitter meent, dat het met het oog op het algemeen belang bij de gasbesparing gevaarlijk is Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1917. 63 wijziging aan 1c brengen. Spreker zal bet voorstel van den heer Hiemstra in stemming brengen. De heer Peletier meent, dat zijn voorstel eene ver dere strekking heeft. liet voorstel-Peletier wordt ondersteund en maakt tegelijk met dat van Burgemeester en Wet houders een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Scliaafsma zal tegen stemmen. Als er door de besparing' van de winkeliers een surplus komt, moet dit in de eerste plaats aan de burgerij ten goede komen, die ook tot 65 moet besparen. Spreker kan niet inzien, dat de winkeliers schade hebben van de 8 uur sluiting, die voor allen geldt. De heer Peletier doet opmerken, dat de heer Schaafsma zegt niet te begrijpen, welk belang de winkeliers er bij hebben.Spreker kan zich dit van den heer Schaafsma, die zich niet heeft vertrouwd gemaakt met de nooden en behoeften van de win keliers, best indenken. Wanneer echter, zooals hier het geval is, een 70-tal winkeliers bijeenkomen en zich spontaan uiten, dan is er geen grond voor de veronderstelling, dat er voor deze mensehen geen ernstig belang' op het spel staat. De lieer Beekhuis begrijpt de oppositie niet. Dat de winkeliers niet meer dan 50% mogen gebrui ken ligt geheel in de lijn van de gasbesparing. De heer Binnerts (wethouder) vraagt of iedere winkelier zich persoonlijk moet verbinden dat hij 50zal besparen. Als dat de bedoeling is is het onuitvoerbaar. Of is het de bedoeling de 50% in de verordening vast te leggen? De heer Tulp: „ik kan er niet aan voldoen. Vroe ger brandde ik 8 pitten, nu één. De heeren mogen besluiten wat zij willen, ik kan niet meer bespa ren. De winkels zijn bovendien met de woonhui zen gecombineerd." De Voorzitter: „uit het door den heer Tulp ge sprokene blijkt alweer hoe gevaarlijk het is de ver ordening te wijzigen." Spreker voelt het formeel bezwaar van den heer Binnerts ook. Het betreft eene strafverordening en daarin kan niet worden opgenomen: mits zij zich verbinden enz. De heer Fransen: „hoe is 't met de caféhouders?" De lieer Beekbuis: „er kan een besluit genomen worden in dien geest, dat de winkeliers 50% moe ten besparen. Het voorstel-Peletier wordt hierna met 17 tegen 5 stemmen verworpen. Vóór stemmen de heeren: Fransen, Peletier, H. P. de Haan, Beekhuis en Haverschmidt. Tegen de heeren: Hiemstra, Schaafsma, de Vos, Tulp, Oosterhoff, van Weideren baron Rengers, I'. A. de Haan, Tiemersma, Cohen, Dijkstra, Terp- stra, Zandstra, Binnerts, Sehoondermark, van Slo- terdijek, Berghuis en Menalda. Het voorstel-Hiemstra wordt met .17 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Schaafsma, de Vos, Tulp, Oosterhoff, Fransen, van Weideren baron Rengers, Peletier, H. P. de Haan, P. A. de Haan, Tiemersma, Beekhuis, Cohen, Dijkstra, Terp stra, Zandstra, Haverschmidt en Binnerts. Tegen de heeren: Oosterhoff, Sehoondermark, van Sloterclyck, Berghuis en Menalda. 17. dat Burgemeester en Wethouders a. de weekloonen van de lantaarnopstekers der gasfabriek met ingang van 1 Januari 1917 hebben gebracht van 4.20, onderscheidenlijk 8.4U, op ƒ4.90, onderscheidenlijk 9.80; b. bij openbare inschrijving hebben verhuurd voor het tijdvak van 12 Mei 1917 tot 12 Mei 1920 de woning Westerplantage no. 13 aan N. Kruize, alhier, voor ƒ106.60 per jaar. 18. dat in verband met de schaarschte van brandstoffen de leeskamer in het Raadhuis voort aan alleen zal worden verwarmd van des Zater dagsavonds tot en met Dinsdagsmorgens vóór elke raadsvergadering. De mededeelingen 1718 worden voor kennisge ving aangenomen. 111. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeentebegrootingen voor de diensten 1916 en 1917. 2. Alsvoren tot verlenging van den termijn van ontruiming van onderscheidene onbewoonbaar ver klaarde woningen. 3. Alsvoren tot wijziging der verordening op tic levering en den prijs van het gas en de electriciteit (gemeenteblad 1917 no. 16). De stukken 13 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 4. Alsvoren om aan: a. mej. J. Jansma en mej. A. Geelof als onder wijzeres en K. de Jong als onderwijzer aan gemeen teschool no. 10, h. mej. A. H. Dorenstouter, als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 9, eervol ontslag te verleenen wegens benoeming aan de te openen gemeenteschool no. 13. 5. Alsvoren om aan de vereeniging „de Leeuwar der Watersport" tot wederopzegging vergunning te verleenen tot den aanleg en het hebben van een weg op gemeentegrond nabij den omgelegden Ka- naalweg Z.z. (i. Alsvoren om de bediening van het pontvecr over de stadsgracht tusschen den Westersingel en het Zaailand ondershands te verpachten. 7. Aanbeveling voor de benoeming van een stadsarts (vacature L. Woltring). De aanbeveling- luidt als volgt: L. Woltring, arts te Leeuwarden. 8. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het adres van de afdeeling Leeuwar den van den Bond van Nederl. Onderwijzers en van het Nederl. Onderwijzers Genootschap en L. bij de Leij e.a., hoofden van openbare lagere scho len alhier, om verhooging van de jaarwedden der onderwiizers en hoofden van scholen. Zal worden gedrukt als bijlage tot het raadsver- slag en bij de leden rondgezonden. De stukken sub 48 zullen in een volgende ver gadering worden behandeld. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het raadsbesluit van den 8 Februari 1916 no. 14, waarbij aan de Leeuwarder Padvinders het gebruik van de voormalige, sehippersschool aan den Wisses- dwinger werd toegestaan, in te trekken en dat ge bouw tijdelijk en tot wederopzeggens in gebruik af te staan aan de afdeeling Leeuwarden van de ver eeniging van huisvrouwen, ten behoeve van een keuken voor eenvoudig toebereide spijzen. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkom stig besloten en liet gebouw voorloopig voor 6 maanden aan de afdeeling in gebruik afgestaan te gen een vergoeding van 25.met machtiging

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 4