Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Maart 191
De Voorzitter: „ik geloof, dat dit duidelijk ge
noeg is."
De heer Attema: „als de heer Hiemstra met ver
schillende „richtingen" verschillende politieke
richtingen bedoelt, sta ik niet aan zijn zijde."
De heer Hiemstra: „ik wil het woord „richtingen"
wel vervangen door „groepen"."
De heer Schoondermark (wethouder)*: „Hoe, als
men aan de eene conditie nu wel voldoet, maar aan
de andere niet Mag b.v. een sociaal-democraat, die
drie maanden in Leeuwarden woont, op de aanbe
veling staan of niet?"
De heer Hiemstra: „het is een compromis. Ik voel
weinig voor oud of nieuw Leeuwarders, als de men-
sehen maar geschikt zijn. Spreker meent, dat zijn
voorstel zoo is gesteld, dat de geheele Raad wel
mee kan gaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
De motie-Hiemstra wordt aangenomen met 1.2 te
gen 11 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Cohen, Terpstra, At
tema, Schaafsma, Tiemersma, H. P. de Haan, Berg
huis, Zandstra, Dijkstra, Binnerts, Hiemstra en P.
A. de Haan.
Tegen de heeren: Haverschmidt, Koopmans, de
os, Peletier, Oosterhoff, Fransen, Menalda, Beek
huis, van Sloterdijck, Vonck en Schoondermark.
1 n verband hiermede wordt de benoeming tot na
der aangehouden.
2. (agenda no. 3j. Benoeming can een hoofdonder
wijzeres aan gemeentebewaarschool no. 1, vacature mej.
C. van der Sluis.
1 itgebracht zijn 2d stemmen, verdeeld als volgt:
O]» mej. E. Kaastra .20 stemmen,
H. Broers 3
Mej. E. Kaastra is alzoo benoemd.
(agenda no. 4). Benoeming van een onderwijzeres
in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. 11,
vacature mej. I. Boutsema.
Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A.
Sehuurmans.
4. (agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan de vereeniging xde Leeuwarder
Watersport" vergunning te verleenen tot den aanleg en
het hebben van een weg op gemeentegrond nabij den
Kanaaliceg Z.Z.
Dit voorstel luidt als volgt:
anwege de Vereeniging „Leeuwarder Water-
is te onzer kennis gebracht, dat zij
haar jachthaven nabij de spoor-
sport" alhier
ter bereiking van
brug over de Tijnje vergunning heeft verkregen tot
het maken van een overweg over de spoorbaan. Het
in verbinding met dien overweg gemaakte brug
getje over de noordelijk van de spoorbaan gelegen
spoorsloot reikt tot het daaraan grenzende wei
land van de gemeente. De vereeniging had nu gaar
ne aansluiting van dat bruggetje op den onlangs
omgelegden Kanaalweg Z.Z. Daartoe wenseht zij
op hare kosten op dat land een strookje grond als
weg te doen aanleggen en bestraten, waarvoor zij
ons de vereischte vergunning heeft gevraagd.
Terwijl wij dit verzoek bij dezen aan U overbren
gen, kan worden medegedeeld, dat de gewenschte
verbinding over gemeenteterrein slechts ongeveer
26 M. lang is en zal strekken langs een bestaand
kje.
Het weiland behoort bij de landen van de Zathe
op Kleijenburg en is in huur bij R. E. van der Wei
de. Met het oog op het landgebruik levert de in
williging van het verzoek geen bezwaar op, terwijl
ook geen ander gemeentebelang zich daartegen ver
zet.
De directeur der gemeentewerken raadde ons
daarom aan, onder door hem aangegeven voorwaar
den, een gunstige beschikking te nemen. Daartoe
kunnen wij Uwe Vergadering evenzeer adviseeren
onder dezelfde bedingen, zij het dan eenigszins aan
gevuld.
Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be
sluiten
aan tic vereeniging „Leeuwarder Watersport",
gevestigd te Leeuwarden, vergunning te verleenen
tot het maken en hebben van een weg van het door
haar gelegde bruggetje over de spoorsloot ten noor
tien van de spoorlijn Leeuwarden—Groningen nabij
de brug over de Tijnje over de perceelen weiland,
kadastraal bekend sectie G nos. 9905 en 5936, naar
den omgelegden Kanaalweg Z.Z., onder de volgen
de voorwaarden:
1. De vergunning wordt tot wederopzeggens toe
verleend. Opzegging door de gemeente geschiedt
ten minste een maand te voren bjj eenvoudigen
brief.
2. Het lichaam van den weg moet bestaan uit
goede, geen water doorlatende klei, zijn hoogte
overeenkomen met den bovenkant van den bestaan-
den dijk, waarlangs de weg wordt gelegd, zijn
breedte niet meer dan één meter bedragen en de
weg behoorlijk bestraat zijn.
3. Het tijdstip van den aanvang der werkzaam
heden wordt vooraf aan het bureau van gemeente
werken medegedeeld.
4. Binnen één maand, nadat de vergunning is
geëindigd, moet, zoo Burgemeester en Wethouders
het verlangen, de bestrating weggenomen, de weg
geslecht zyn en alles in behoorlijken toestand zjjn
opgeleverd.
5. Al hetgeen voor den aanleg, het onderhoud en
de wegruiming van den weg en voor de oplevering
van het terrein vereischt wordt, geschiedt op kos
ten van de vergunninghoudster en ten genoegen
van den directeur der gemeentewerken.
6. De weg mag alleen als voetpad worden ge
bruikt.
7. De huurder van het land, waarop de weg
wordt gelegd, nioet voor het gemis van het ge
huurde op aanzegging van Burgemeester en Wet
houders door de vergunninghoudster worden scha
deloos gesteld overeenkomstig de betrekkelijke be
palingen van de met hem gesloten huurovereen
komst.
8. Als erkenning van den eigendom der ge
meente op den grond, waarop de weg wordt ge
legd, moet jaarlijks vóór den eersten Mei bij voor
uitbetaling voor het eerst vóór den eersten Mei
1917 voor het loopende kalenderjaar ten kantore
van den ontvanger dezer gemeente een recognitie
van één gulden (ƒ1.worden betaald.
Bij het eindigen van de vergunning in den loop
van een jaar is de recognitie niettemin verschul
digd, terwijl, zoo zij reeds is voldaan, geheele noch
gedeeltelijke terugbetaling plaats heeft.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
(agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om hun een crediet te verleenen voor het
uitbreiden van den aanlegsteiger aan den Noordershi-
gel tegenover de Singelstraatalsmede om aan M. Dwin
ger te vergunnen daarvan gebruik te maken.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Maart 1917. 83
l)it voorstel luidt als volgt:
In 1889 werd de toenmaals bestaande barte langs
den Noordersingel tegenover de Singelstraat, in
verband met een daartoe strekkend verzoek van
Marcus Dwinger, tot een los- en ladingplaats ge
maakt door haar te verhoogen en vooruit te bren
gen. In de kosten daarvan werd door Dwinger
J 65.— bijgedragen.
Thans heeft Mozes Dwinger Mz., alhier, behee-
rend firmant der vennootschap onder de firma
Marcus Dwinger, gevestigd te Leeuwarden, ons
medegedeeld, dat die steiger voor haar bedrijf on
voldoende is, welk bezwaar vergroot wordt dooi
de omstandigheid dat de steiger door liet dichtslib
ben van de bocht der gracht ter plaatse, vaak voor
schepen onbereikbaar is. Adressant verzoekt daar
om vergunning den steiger onder nader te stellen
voorwaarden uit te breiden. Dit. zon naar zijn be
doeling door de gemeente moeten gebeuren, wat
ook ons liet meest rationeel voorkomt.
In dat geval behoorde dan ook naar ons oordeel
aan adressant de verplichting te worden opgelegd
om alle ter zake te maken kosten, ook voor het
onderhoud, te dragen. Zijn firma is tot nu toe de
eenige belanghebbende bij het behoud van die los-
en ladingsplaats, welke voor haar bedrijf onont
beerlijk is. Evenwel hebben wij gemeend bovendien
te moeten bedingen dat ook derden van den stei
ger, die eigendom der gemeente blijft, met onze
toestemming gebruik mogen maken. Op verzoek
van adressant wordt echter het voorbehoud ge
maakt, dat bedoeld gebruik het lossen en laden van
schepen der firma niet mag belemmeren. Omtrent
den tijd van uitvoering wordt, met het oog op de
duurte der materialen, uitstel tot meer normale tij
den gevraagd, te bepalen in overleg met den direc
teur der gemeentewerken.
Waar dus tussehen verzoeker en ons overeen
stemming is verkregen, hebben wij de eer U voor
te stellen te besluiten:
A. Burgemeester en Wethouders, in afwachting
van hunne nadere voorstellen tot regeling van de
uitgaaf op de gemeentebegrooting, een crediet van
ƒ400 toe te staan voor het vergrooten van de los-
en ladingsplaats langs den Noordersingel tegenover
de Singelstraat, door haar tot 1.50 M. te verlengen
en 1 M. in de gracht verder vooruit te brengen;
li. aan Mozes Dwinger Mz„ beheerend firmant
der vennootschap onder de firma Marcus Dwinger,
gevestigd te Leeuwarden, en zijne rechtverkrijgen
den vergunning te verleenen tot het gebruikma
ken van een los- en ladingsplaats, verlengd tot 1.50
M. en 1 M. in de gracht verder vooruitgebracht
dan de thans bestaande, onder de volgende voor
waarden
1. De vergrooting van den aanlegsteiger wordt
door de gemeente op zijne kosten uitgevoerd.
Hij moet binnen één week na daartoe bekomen
aanschrijving een bedrag van 400.ter gemeente
secretarie. afdeeling A, storten ter vergoeding van
die kosten. Hetgeen van die som niet noodig is,
zal hem worden teruggegeven, terwijl het even
tueel te kort komende op eerste aanzegging door
hem te zelfder plaatse moet worden bijbetaald.
2. De vergunning tot het gebruik maken van
den steiger kan te allen tijde zoowel door de ge
meente als door den vergunninghouder worden op
gezegd, mits daarvan ten minste één maand vooraf
schriftelijk wordt kennis gegeven.
3. Op den steiger of op den openbaren weg tus
sehen dien steiger en de pakhuizen van den ver
gunninghouder aan den Noordersingel mogen de
voor des vergunninghouders bedrijf bestemde wa
gens, al dan niet beladen, noch lompen, beenderen,
vellen, ander afval, papier, metaal of andere voor
werpen langer worden geplaatst of gehouden dan
voor het bedrijf van den vergunninghouder nood
zakelijk is, een en ander ter beoordeeling van Bur
gemeester en Wethouders.
4. De steiger en het met een straal van 5 M. om
liggende terrein, alsmede de openbare weg tussehen
dien steiger en de vorenbedoelde pakhuizen worden
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders
steeds iu zindelijken staat gehouden.
5. De steiger wordt van gemeentewege op kos
ten van den vergunninghouder onderhouden.
Deze moet telkens binnen een maand nadat hein
de onderhoudskosten door Burgemeester en Wet
houders zijn opgegeven, het bedrag dier kosten ten
kantore van den gemeenteontvanger betalen.
Bij gebreke van betaling vervalt de vergunning,
zonder dat vooraf gerechtelijke ingebrekestelling
behoeft plaats te hebben.
6. De geheele steiger blijft eigendom der ge
meente.
Aan derden kan vergunning worden verleend van
dien steiger gebruik te maken, doch zoodanig dat
hot lossen en laden van schepen, toebehoorende aan,
varende of bestemd voor den vergunninghouder,
niet belemmerd wordt, ter beoordeeling van Burge
meester en Wethouders.
7. Als erkenning van den eigendom der gemeen
te op dien steiger wordt jaarlijks door den ver-
gnnninghouder vóór of op den len Mei, voor het
eerst in liet jaar dat de vei'grooting is tot stand ge
komen en dan uiterlijk een maand daarna, bij voor
uitbetaling over het dan loopende kalenderjaar een
recognitie van vijf en twintig gulden 25.ten
kantore van den gemeenteontvanger betaald.
Bij gebreke van betaling vervalt de vergunning-
zonder dat vooraf gerechtelijke ingebrekestelling
behoeft plaats te hebben.
I ngeval de vergunning in den loop van een ka
lenderjaar door opzegging is geëindigd of is ver
vallen, blijft de recognitie niettemin verschuldigd
en wordt, indien zij reeds is betaald, niet terug
gegeven.
De recognitie wordt niet verminderd wanneer
van den steiger ook door derden wordt gebruik ge
maakt.
8. Nadat de vergunning door opzegging is ge
ëindigd of is vervallen, kunnen Burgemeester en
Wethouders den steiger op kosten van den laatsten
vergunninghouder van gemeentewege doen oprui
men en het openkomende terrein doen in orde
maken.
De ter zake gedane uitgaven moeten door hem
binnen een maand na daartoe ontvangen aanschrij
ving ten kantore van den gemeenteontvanger wor
den terugbetaald.
De Voorzitter deelt mede, dat naar zijne meening
in het voorstel enkele redactiewijzigingen moeten
worden aangebracht.
In voorwaarde 2 moeten vervallen de woorden:
„tot liet gebruik maken van den steiger" en
in voorwaarde 7 moet worden ingevoegd na ..re
cognitie", „over dat jaar, en moeten vervallen
de woorden:
„en wordt, indien ze reeds is betaald, niet terug
gegeven."
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het aldus gewijzigd voorstel van Burge
meester en Wethouders.
6. (agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om van de Friesche Coöperatieve Zuivel