188 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juli 1917.
onderwijzeres aan gemeenteschool no. 4, voor het
geven van onderwijs in het Fransch aan die school
van 14 Augustus tot 31 December 1916 eene gratifi
catie toe te kennen.
4. Alsvoren om aan A. Last en de N. V. Beton-
fabriek Drechterland kwijtschelding van boete te
verleenen wegens het te laat leveren van rioolbui
zen.
5. Alsvoren om aan F. M. Bos op zijn verzoek
eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan ge
meenteschool no. 8.
6. Alsvoren tot wijziging der verordening, re
gelende het getal en de bezoldiging van het on
derwijzend personeel aan de middelbare avondhan
delsschool (gemeenteblad 1915 no. 16).
7. Alsvoren inzake het verleenen van een duur-
tetoeslag aan de gemeente-ambtenaren.
De punten 6 en 7 worden als bijlagen tot het
Raadsverslag gedrukt en bij de leden rondgezon
den en zullen met de punten 15 in eene volgende
vergadering' worden behandeld.
8. Alsvoren om den ontruimingstermijn' van
eenige onbewoonbaar verklaarde woningen te ver
lengen.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en
Wethouders dit voorstel gaarne heden zagen be
handeld. Dat het voorstel zoo laat wordt aange
boden, is mede een gevolg hiervan dat het langen
tijd, 1 maand en 2 dagen, bij de Gezondsheidscom-
missie is geweest, 't Spreekt evenwel vanzelf, dat
het nu geen tijd is om tot ontruiming over te gaan.
Dit voorstel luidt als volgt:
De woningen Wissestraat no. 22 beneden en bo
ven, no. 30 linksboven, no. 32 en 40 en, Blokhuis-
steeg no. 31 zijn bij raadsbesluit van 8 December
1912 no. 428R/232 onbewoonbaar verklaard. De ter
mijn van ontruiming dezer woningen is verlengd
bij raadsbesluit van 17 Augustus 1915 no. 301R/
145, 28 December 1915 no. 498R/251, 15 Augustus
1916 no. 365R/175 en 28 December 1916 no. 4123/299,
onderscheidenlijk tot 8 Januari 1916, 8 Juli 1916,
8 Januari 1917 en 8 Juli 1917.
Blijkens inededeeling van dien Gemeentel. Inspec
teur voor het Woningtoezicht alhier dd. 7 Juni 1917
zijn deze woningen ook thans nog niet ontruimd..
Daar het echter met het oog op de nog steeds be
staande woningschaanschte niet raadzaam is op
ontruiming dezer woningen aan te dringen, is ver
lenging van den termijn van ontruiming met, zes
maanden opnieuw noodzakelijk. De Gezondheids-
oommissie voor de gemeente Leeuwarden heeft
zich blijkens haar advies', gegeven, bij schrijven van
9 Juli 1917, hiermede kunnen vereenigen, weshalve
wij de vrijheid nemen LT in overweging te geven,
liet hierbij aangeboden) ontwerp tot een besluit
Uwer vergadering te verheffen.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende (lat de bewoners van de bij raads
besluit van 8 December .1914 mo. 428R/234 onbe
woonbaar verklaarde woningen Wissestraat no. 22
beneden en boven, no. 30 linksboven, no. 32 en no.
40 en Blokhuissteeg no. 31 tengevolge het steeds
voortdurend gebrek aan geschikte woningen, in, de
onmogelijkheid verkeeren een andere woning te be
komen
dat, de termijn van ontruiming dezer woningen
reeds werd verlengd bij raadsbesluiten van 17 Au
gustus 1915 no. 301R/145, ,28 December .1915 no.
498R/251, 15 Augustus 1916 no. 365R/175 en 28
December 1916 no. 4123/299 onderscheidenlijk tot
8 Januari 1916, 8 Juli 1916, 8 Januari 1917 en 8
Juli 1917;
dat liet niet raadzaam is thans tot de ontruiming
over te gaan, doch op grond van bovenvermelde
omstandigheid den termijn, van ontruiming op
nieuw te verlengen;
gehoord het mondeling voorstel van Burge
meester en Wethouders;
gelet op het advies van de Gezondheidscommis
sie voor de gemeente Leeuwarden, gegeven bii
schrijven van 9 Juli 1917;
alsmede op de bepalingen der Woningwet'
Besluit:
den termijn van ontruiming van de navolgende
woningen, alle onbewoonbaar verklaard bij raads
besluit van 8 December 1914 no. 428R/234, opnieuw
te verlengen en nader te bepalen op 8 December
1917, te weten issesstraat no. 22 beneden en bo
ven, no. 30 linksboven, no. 32 en no. 40 en Blokhuis-
steeg no. 31, kadastraal bekend gemeente Leeuwar
den, onderscheidenlijk sectie A nes, 1185, 46, 49 en
58 en sectie B no. 2333.
Met algemeeme stemmen wordt overeenkomstig
het voorstel besloten.
IV. Rapporten.
De heer Vonck rapporteert dat de commissie, be
last geweest met het onderzoek van de door Voog
den van de Stadsarmenkamer gevraagde wijziging
in de begrooting dier instelling, dienst 1917, geen
aanleiding heeft gevonden tot het maken van op-
of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor de gevraag
de wijziging goed te keuren.
De heer Haverschniidt brengt rapport uit, na
mens de commissie die daarvoor was aangewezen,
van liet onderzoek der rekening eii verantwoor
ding van het Gemeentelijk Werkloozenfonds over
1916. Dit onderzoek gaf geen aanleiding tot op- of
aanmerkingen, waarom voorgesteld wordt de be
grooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf tot
een bedrag van 1922.495.
De heer Menalda rapporteert dat de commissie
voor onderzoek van de begrooting van den Armen
raad, dienst 1918, geen aanleiding vond tot bet ma
ken van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve
voor, de begrooting goed te keuren tot een bedrag
in ontvang en uitgaaf beide van 776.
De Voorzitter stelt voor de rapporten in eene
volgende vergadering in behandeling te nemen, on
der dankbetuiging aan de betrokken commissies
voor den door haar verrichten arbeid1.
Dienovereenkomstig wordt beslotem
V. De Voorzitter doet nog een inededeeling om
trent de distributiemaatregelen.
Voortaan zal goedkoope melk verkrijgbaar wor
den gesteld voor zuigelingen en zieken. De prijs
van 13 cent per liter achtten Burgemeester en Wet
houders zoo hoog, dat er reden was om voor zui
gelingen en zieken goedkooper melk, a 10 cent per
liter, verkrijgbaar te stellen. Voor zieken wordt ver
krijgbaar gesteld zooveel als de dokters in hun ver
klaring aangeven, voor zuigelingen in de eerste vijf
maanden een halve liter, en voor de volgende vijf
maanden een heele liter per dag.
VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. agenda no. 2). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders om aan mej. H. A. Smits op haar verzoek eer
vol ontslag te verleenen als leerares in het teekenen aan
de school van M.O. voor meisjes.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 .Tuü 1917. 189
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig
dit. voorstel besloten.
2. agenda no. 3). Benoeming van een leerares in het
teekenen aan de school van M.O. voor meisjes.
De aanbeveling luidt als volgt:
1. mej. J. M. Korthals, te Dordrecht,
2. J. E. Westenberg, te 's-Gravenhage,
3. J. J. Kroeze, te 's-Gravenhage.
Met algemeene (22) stemmen wordt mej. Kort
hals benoemd.
3. (agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om Th. Hoen toe te laten tot afkoop van
de grondpacht, rustende op perceel Weaze no. 46.
Dit voorstel luidt als volgt:
In 1910 werden met Uw voorkennis door ons po
gingen aangewend om te geraken tot den afkoop
door de schuldplichtigen van grondrenten, welke
ten bate van de gemeente op hun eigendom rusten.
De afkoopsom werd met Uw goedvinden bepaald
tegen den penning 20.
Slechts enkelen gaven aan de tot hen gerichte
uitnoodiging gehoor (zie raadshandelingen 1910,
blz. 296). Dit was niet het geval met Th. Hoen al
hier, die onder meer schuldplichtig is voor een
grondrente, gevestigd vóór de invoering van het
Burgerlijk wetboek en rustende op het tegenwoor
dig perceel Weaze no. 46, kadastraal bekend sectie
3 no. 1475, tot een bedrag van ƒ1.20, zuiver ƒ0.96
's jaars.
Bij heeft ons thans verzocht tot den alKoop daar
van te mogen worden toegelaten.
Waar de beweegreden van het raadsbesluit van
j December 1910, om moeilijkheden bij de inning,
welke te duchten zijn bij den overgang van met
grondrente bezwaarde pereeelen, te voorkomen, ook
nu nog geldt, brengt het gemeentebelang mede aan
den wensch van verzoeker tegemoet te komen.
Ons voorstel strekt dus U te doen besluiten:
Theunis Hoen te Leeuwarden toe te laten tot den
afkoop van de grondrente van ƒ0.96 zuiver 's jaars,
rustende op het perceel Weaze no. 46, kadastraal
oekend gemeente Leeuwarden sectie B no. 1475,
tegen een afkoopsom berekend naar den penning
twintig en onder bepaling, dat de kosten op den
afkoop vallende voor rekening van den sehuldplich-
tige zijn.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
4. (agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders om hun een crediet te verleenen tot verbreeding
van de Verversbrug.
Dit voorstel luidt als volgt:
De Verversbrug, op welker verbetering en ver
vanging reeds meermalen in Uwe A ergadering de
aandacht werd gevestigd, vordert noodzakelijk her
stelling. De kosten daarvan worden^door den di
recteur der gemeentewerken op 375.begroot.
Deze zou van de gelegenheid gebruik willen maken
de brug, welke slechts 1.22 M. breed is, te verbree1-
den tot 2.20 M. door het aanbrengen van consoles,
zooals op de overgelegde teekening plan A is aan
gegeven. Dit zal een uitgaaf, met inbegrip van de
herstellingskosten, van ƒ3100.vorderen.
Hieraan geeft de directeur de voorkeur boven de
verwezenlijking van een vroeger bestaand voorne
men, nl. om de Oosterbrug, welke 2.30 M. breed is, bij
hare vervanging door een nieuwe, te verleggen
naar de plaats van de tegenwoordige A erversbrug.
Dit zou aanzienlijk meer kosten clan de thans ge
dachte verbetering, terwijl hij bovendien vreest,
dat de brug bij verplaatsing niet in goeden staat
zal blyken te zijn.
De meerderheid der commissie voor de openbare
werken kan zich evenals wij met hot advies van den
directeur vereenigen, zoodat wij de eer hebben U
voor te stellen te besluiten:
in afwachting van de nadere voorstellen van
Burgemeester en AVethouders tot regeling van de
uitgaaf op de gemeentebegrooting, hun een crediet
van ƒ3100.te verleenen tot herstelling en ver
breeding tot 2.20 M. van de ATrversbrug volgens
de teekening plan A, overgelegd door den direc
teur der gemeentewerken bij brief van 12 Mei 1917,
No. 513/13.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tiemersma merkt op, dat hij met het
voorstel van Burgemeester en AVethouders, dat fei
telijk den bestaanden toestand niet afdoende verbe
tert, moeilijk kan meegaan. De Verversbrug is
eigenlijk geen brug, maar een draaibare vonder,
waarvan beide kanten beveiligd zijn, meer niet.
Een draai hoort daar ter plaatse niet, ook al omdat
het zoo'n last voor de schippers is. Jaren geleden,
toen de buurt „de Oldtegalieën" niet was wat ze nu
is, was misschien de brug ook voor het passagiers-
verkeer voldoende, maar nu niet meer. Geen won
der dan ook, dat bij verschillende begrootingen er
op is aangedrongen om de passage belangrijk te
verbeteren.
Bij de behandeling der jongste begrooting heeft
spreker er op aangedrongen, om die Verversbrug
niet door de Oosterbrug te vervangen, maar een
geheel nieuwe brug te bouwen, mede omdat we
anders daar toch weer een draaibrug kregen, en de
plaats daarvoor niet geschikt is. De directeur van
gemeentewerken acht trouwens de verplaatsing
ook niet gewenscht.
Wanneer we nu overgaan tot verbreeding, zegt
spreker, dan krijgen wij een bestendiging in den
zin als de brug nu is. De toestand wordt daar niet
afdoende verbeterd. Liever zou spreker nu 375
uitgeven om de brug eeniger mate op te knappen,
zoodat ze voorloopig veilig is, dan nu 3100 uit te
geven voor een eenigszins breedere „Kippeloop",
waarmee de feitelijke toestand nog maar eenigszins
verbeterd is. Later zou men dan daar een meer doel
matiger brug kunnen bouwen.
De Voorzitter kan den heer Tiemersma niet toe
geven, dat de Verversbrug, wat scheepvaartverkeer
en verkeer door voetgangers betreft, van zoo groo-
te beteekenis is. Daar is op één na de minste door
vaart. van alle stadsbruggen. In 1915 b.v. werd aan
de Verversbrug 457 bruggeld ontvangen, aan de
Kanaalbrug 3561 en aan de Verlaatsbrug 4120.
Uit het oogpunt van scheepvaart is de brug dus
van weinig belang.
En wat het verkeer over de brug betreft, met een
heele kleinen omweg bereikt men d'e rijksbrug, die
ingericht is voor ryverkeer. Dat is de aangewezen
verkeersweg naar de stad. Het aanbrengen van een
rijbrug ter plaatse van de Verversbrug zou dan ook
geen zin hebben. In 't algemeen zijn Burgemeester
en Wethouders van meening, dat. een dergelijke
brug als cle Verversbrug is, ter plaatse de beste
brug is. Afoor ruim 3000 wordt de brug nu onge
veer 1 Meter breeder. Burgemeester en Wethou
ders vinden dat voldoende.
Spreker heeft niet begrepen of de heer Tiemer
sma het oude plan (verplaatsing van de Ooster
brug) aanbeval.