204 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Vrijdag 13 Juli 1917.
schade en die verstoring van allerlei plannen, als op
het laatste oogenblik tot het niet doorgaan zou
worden besloten. De belasting bedroeg het vorig
jaar pl.m. 4500, naar welken maatstaf een schade
post kan worden aangenomen van 90.000. De
rechtstreeksche schade voor de gemeente bedraagt
15.500.Bovendien vreest spreker dat de ge
meente genoodzaakt zou zijn een belangrijk bedrag-
als schadevergoeding uit te koeren. Hoeveel dat
zou bedragen, weet spreker niet, maar, waar het
tegelijk met hier, ook te Delft kermis is, en velen
daarheen zouden zijn gegaan als zij hadden gewe
ten dat de kermis hier overging, zou dit wellicht
een belangrijk bedrag worden.
Ook de caféhouders zullen tengevolge van liet
overgaan der kermis veel schade lijden. Waar nu
het meerdere gasgebruik zoo gering is, zijn Bur
gemeester en Wethouders tot de conclusie geko
men, dat de kermis wel moet doorgaan. Zij wen-
schen evenwel de beslissing aan den Raad over te
laten.
Spreker deelt mede dat de heer de Vos een voor
stel heeft ingediend om met het oog op de nood
zakelijk grootere beperking van hef gasverbruik
de kermis dit jaar niet te laten doorgaan. Spreker
opent de beraadslaging.
De heer Hiemstra zegt dat dit weer eene bespre
king is uit den nood geboren. Hij meent dat daar
om niet aan de orde is de vraag of men vóór of
tegen de kermis is en, dat de Raad verstandig zal
doen met dit beginsel uit te schakelen. Hy meent
dat het van geen ruime opvatting getuigt op dit
beginsel door te drijven.
Men heeft alleen met de praktijk te doen en te
vragen: wat zijn de voordeeien van doorgaan en
de nadeelen van niet doorgaan. Ten opzichte van
de nadeelen van liet doorgaan der kermis is spreker
door de rede van den Voorzitter gerustgesteld. In
het ongunstigste geval toch bedraagt het meerdere
gasverbruik slechts 1 M3. per aansluiting en nu is
het. van zeer weinig beteekenis of men 31 dan wel
32 M3. gas mag gebruiken. Volgens de andere be
rekening van den directeur der gasfabriek be
draagt het meerdere verbruik nog minder. En
waar nu beperking van gasverbruik door eene ver
vroegde sluiting nog mogelijk is, is het mogelijk het
meerdere verbruik tot een minimum terug te bren
gen. Spreker kan zich dan ook wel vereenigen met
het denkbeeld van Burgemeester en Wethouders.
De lieer de Vos stemt toe dat het vóór of tegen
de kermis buiten bespreking kan worden gelaten.
Hij heeft dan ook zijn voorstel niet gedaan met de
gedachte aan vóór of tegen, maar is alleen geleid
door de bespreking van 8 Mei j.l. Toen is de vraag
aan de orde geweest, of de kermis dit jaar al dan
niet zou doorgaan en toen reeds heeft spreker ge
zegd, dat men in Juli voor lieel andere omstandig
heden zou kunnen komen, maar dat het dan niet
zoo gemakkelijk zou zijn de kermis niet meer te
laten doorgaan. Spreker begrijpt niet, dat Burge
meester en Wethouders, omdat zij de verantwoor
delijkheid niet willen dragen, den Raad bijeenroe
pen. Zij kunnen zich" toch beroepen op het besluit
van 8 Mei j.l.
De Voorzitter: „onder andere omstandigheden".
De heer de Vos vervolgt en wyst erop, dat juist
om die omstandigheden de kermis niet moet door
gaan. Er zal ongetwijfeld veel kracht en licht wor
den verbruikt. Nu mag men zeggen dat dit maar
IV2 en 1 meer is, maar niet die hoeveelheid zal
menig burger 11a September een uur langer kunnen
stoken. Spreker heeft zijn voorstel alleen inge
diend, omdat hij de verantwoordelijkheid ook niet
wil dragen. Hij gelooft wel dat Burgemeester
en Wethouders vele menschen aan hunne zijde zul
len heboen, die „hosannah" zullen roepen, maar als
ze in den winter geen licht krijgen en dan genood
zaakt zijn om om 7 uur op bed te gaan, zullen die
zelfde menschem het „kruist hen" uitschreeuwen.
Toen spreker op 8 Mei j.l. de zaak besprak, heeft
hij met opzet over de verlichting gezwegen omdat
hij, hoewel bekend niet de benoodigde hoeveelheid
kolen en het aangevoerde kwantum, meende, dat
Burgemeester en Wethouders daarop een veel be
teren' kijk hadden. De heer H. P. de Haan evenwel
heeft die snaar aangeroerd en gevraagd of in de
kermis ook de bepalingen voor de beperkte verlich
ting zouden gelden. Dat raadslid heeft toen op die
vraag geen bepaald antwoord ontvangen. Toen is
besloten de kermis toch te laten doorgaan. Spreker
heeft zijn voorstel gedaan, hij herhaalt het, omdat
hij geen verantwoordelijkheid wil dragen als een
maal het verwijt zal worden gehoord: dan hadden
Burgemeester en Wethouders en de Raad maar
wijzer moeten zijn en in de kermis niet zooveel licht
moeten laten, gebruiken.
Mocht ondanks alles toch tot het laten doorgaan
der kermis worden besloten, dan zou spreker den
oorzitter willen verzoeken het sluitingsuur te
willen vaststellen op 11 uur. Voor besparing van
gas en electriciteit is dit zeer gewenseht.
De heer H. P. de Haan herinnert eraan dat hij op
8 Mei j.l. tot de weinigen behoorde, die de kermis
dit jaar niet wilden laten doorgaan. Nu evenwel
de kermis binnen een paar dagen kan worden ge
opend, wil spreker er zich niet tegen verzetten. Zij,
die uit de kermis voordeel moeten trekken, zijn ook
menschen. Het is hun bedrijf. En om thans een
storing in dat bedrijf te brengen, gaat niet aan.
Spreker weet niet iru hoeverre de gemeente wette
lijk verplicht zoude zijn dien menschen schadeloos
te stellen', moreel is zij er wel toe verplicht. Met
groote vreugde heeft spreker gezien, dat de Bur
gemeester beperkende bepalingen heeft vastge
steld voor den duur van eiken kermisdag en daar
mee is spreker tevreden, al zou het misschien moge
lijk zijn geweest nog een uur verder te gaan. Onder
ernstige omstandigheden, bijv. als een epidemie was
uitgebroken, dan zou spreker wel bereid zijn voor
niet doorgaan te stemmen. Nu, onder deze omstan
digheden moet de kermis wel voortgang hebben, en
zou sluiting niet gerechtvaardigd zijn.
De heer Fransen meende, toen hij de oproeping
kreeg en punt 2 zag, dat Burgemeester en Wet
houders in verband met de kolendistributie pessi
mistisch gestemd waren. Uit de woorden door den
Voorzitter gesproken, blijkt dat gelukkig niet en
tevens, dat het gasverbruik betrekkelijk gering is.
De heer Beekhuis sprak van een paniek. Als' de
kermis niet doorgaat, staan wij zekér nog lieden
voor een paniek. Vele ingezetenen zullen de dupe
worden en het bedrag dat de gemeente aan schade
loosstelling zal hebben uit te betalen zal niet on
beduidend zijn. Het is gebleken dat het gasverbruik
pl.m. 1 M3. per aansluiting bedraagt. De heer de
Vos behoeft dan ook niet bevreesd te zijn dat de ge
meentenaren daardoor dezen1 winter bij donker
moeten zitten. Als men toch aan 31 M3. niet, vol
doende heeft, heeft men ook niet, genoeg aan 32 M3.
Er wordt veel meer bespaard door een vervroegd
sluitingsuur. Velen gaan bovendien de stad uit en
de ingezetenen', die de kermis opgaan, branden
thuis geen licht. Spreker zal tegen het voorstel
de Vos stemmen.
De lieer Peletier kan zich aansluiten bij den heer
H. P. de Haan. Ook hij was in de vergadering van
8 Mei voor het niet doorgaan der kermis van 1917
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Vrijdag 13 Juli 191 o 205
op ethische gronden. Thans stemt hij op praktische
gronden tegen het voorstel-de Vos.
De heer Tulp sluit zich bij den heer Peletier aan.
Was hij op 8 Mei j.l. een voorstander van afschaf
fing, thans zal hij tegen liet voorstel-de Vos stem
men. Hij acht het toch onpraktisch en onbillijk, als
Leeuwarden te veel gas beeft gebruikt en daarom
minder kolen krijgt, de niet-Leeuwarders te straf
fen met het niet. doorgaan van de kermis.
De lieer Dijkstra staat wat de kermiskwestie be
treft, geheel aan de zijde van Burgemeester en
Wethouders. Bij het niet doorgaan toch zal de ge
meente een belangrijke schadepost hebben te boe
ken. Met belangstelling heeft hij naar liet betoog
van den heer de Vos geluisterd). De heer de Vos
heeft nu den Burgemeester verzocht liet sluitings
uur te vervroegen. Spreker moet er den lieer de
Vos op wijzen, dat hij zeer inconsequent is met
dat verzoek, want, toen indertijd een voorstel is
gedaan 0111 aan de Commissie voor de strafveror
deningen te verzoeken te willen nagaan op welke
\iren de drankgelegenheden het gesehikst gesloten
kunnen worden, heeft de lieer da \o« tegen ge
stemd.
De heer Hiemstra moet protesteeren tegen de
manier waarop de heer de Vos de zaak behandelt.
Hij zegt dat, als de menschen dezen winter geen
licht kunnen krijgen, de Raad daarvan de schuld
draagt. Bij voorbaat laadt hij dus de schuld daar
van reeds op de schouders van Burgemeester en
Wethouders en den Raad. die de kermis willen laten
doorgaan. Spreker meent deze wijze van handelen
lichtvaardig te moeten noemen, te meer omdat den
beer de Vos uit de mededeelingen van den Voor
zitter duidelijk is geworden, dat het meerdere gas
verbruik gedurende de kermis zeer gering is. Hij
meent dat het niet te pas komt om van de men
schen, die misschien den Raad zullen verwijten dat
zij geen brandstof hebben," vasten voet te geven.
De heer de Vos vraagt den heer Dijkstra over
welke inrichtingen hij spreker heeft gespro
ken, Hij heeft niet over bepaalde inrichtingen, ge
sproken en geeft den beer Dijkstra in overweging
voortaan zijne ooren beter open te houden. De heer
Hiemstra is voorbarig geweest, laat hem eerst eens
den winter afwachten. Dan zal men kunnen zien
hoe de toestand is en hooren wat de1 menschen zeg-
gen.
De heer Hiemstra: „U moet dat dan tegenspre
ken; wat u gezegd hebt is onjuist."
De heer de Vos is overtuigd dat wij veel erger in
cle misère zitten. Burgemeester en Wethouders wil
len de verantwoordelijkheid! niet dragen. Spreker
ook niet.
De Voorzitter wijst erop, dat er zoowel voor het
standpunt van den heer de Vos als dat van den lieer
Hiemstra iets te zeggen valt. De 3000 M3. die 1111
verbrand worden, zijn weg en kunnen dezen winter
niet worden gebruikt. Er is straks door den lieer
de Vos beweerd dat spreker op 8 Mei den heer
H. P. die Haan geen bepaald antwoord heeft ge
geven op diens vraag omtrent lichtbesparing. Spre
ker heeft, naar hij meent, gezegd dat er zooveel
mogelijk met de lichtbesparing rekening zal wor
den gehouden in de kermis. Hij wil nog doen op
merken, dat liet kwantum van 1 M3. per aansluiting
niet strikt juist is. Wel is liet waar dat het geheele
kwantum is uitgespaard als ieder 1 M3. minder ge
bruikt, maar per aansluiting wordt dit minder om
dat de verdeeling zich uitstrekt over grootgebruik
en industrie.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het, voorstel-de Vos wordt met 18 stemmen tegen
1 stem verworpen.
Vóór stemt de heer de Vos.
Tegen de heeren: Tiemersma, Attema, Dijkstra,
Schaafsma, Hiemstra, Peletier, Fransen, Terpstra,
Zandstra, Cohen, H. P. de Haan, Tulp. Beekhuis,
P. A. de Haan, Haverschmidt, Menalda, Ooster
hof f en Schoondermark.
3. De Voorzitter stelt 1111 aan de orde het voor
stel van Burgemeester en Wethouders om voor de
winkels die open blijven, het verbod van verlichting
door gas of electriciteit te handhaven.
Dit voorstel luidt als volgt:
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der verordening, houdende verbod' van
het verlichten van winkels.
Artikel 1.
Het is behalve op de dagen van 29 November
tot en met 6 December en van 17 tot en met 24
December verboden:
a. enz.
De heer Attema vindt dit niet billijk. Er zijn op
de kermis menschen die sigaren, galanterieën enz.
verkoopen. Hij vindt het onbillijk, dat die door
kunnen gaan met den verkoop, terwijl ingezetenen
door hei verbod van verlichting daarmee moeten
ophouden als het donker wordt.
De heer Hiemstra is dit met den heer Attema
eens.
De lieer H. P de Haan is het ook eens met den
heer Attema.
De heer Tulp is het eveneens met den heer Atte
ma eens.
De Voorzitter acht de door den heer Attema ge
opperde bezwaren volkomen juist. Bij de winkel
sluiting gold sterk liet eomeurren/tiebezwaar. Spre
ker meent dat dit hier niet zoo sterk kan gelden.
Het is alleen de bedoeling van Burgemeester en
Wethouders om licht te besparen. Spreker geeft
echter toe dat, er veel tegen is aan te voeren.
Den lieer Hiemstra komt het verschrikkelijk on
billijk voor.
De Voorzitter: „het is maar voor een week. De
meeste menschen doen hunne inkoopen niet op de
kermis."
De lieer Fransen: „op de Nieuwestad is bijv. een
winkel en vlak daarover staat een kraam, die de
zelfde artikelen verkoopt. Nu is het toch onbil
lijk dat de winkelier geen licht mag branden en de
eigenaar van cle kraam wel."
De Voorzitter: „bij de meerderheid van het col
lege bestaat een sterke neiging 0111 het voorstel in
te trekken".
De heer Beekhuis: „doet u niet een voorstel om
het branden van één licht toé te staan?"
De Voorzitter: „dat js eene gevaarlijke bepaling.
Het is beter dat dit niet, gebeurt." Spreker trekt
namens Burgemeester en Wethouders het- voorstel
in.
4. De Voorzitter wil nog gaarne van den Raad
de goedkeuring erlangen tot de verhuring van liet
perceel Prins Hendrikstraat 13. De hoogste in
schrijver is de lieer A. A. J. Canters voor een be-