Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 September 1917. 241 Vergadering van Dinsdag 25 September 1917. Tegenwoordig 20 leden, te weten de lieeren: Dijk stra, Zandstra, Kransen, de Vos, Peletier, van Wei deren baron Rengdrs, Tiemersma, Dijstra, Hiem- stra, Nyholt, H. Jt\ de Haan, Cohen, Collet, van .Sloterdijck, Oosterhoff, Menalda, Haverschmidt, Berghuis, Beekhuis en Schoondermark. Afwezig 5 leden, waarvan met kennisgeving de iieeren Koopmans en Terpstra. Zonder kennisgeving de heeren P. A. de Haan, Attema en Sehaafsma. Voorzitter: de lieer mr. J. A. N. Patjjn, Burge meester. I. Het verslag der op Dinsdag 14 Augusus gehouden vergadering wordt vastgesteld. II. De Voorzitter deelt mede dat de heeren Schoondermark en Haverschmidt hebben verzocht een oogenblik het woord te mogen voeren. Met algemeene stemmen wordt het gevraagde verlof verleend. De heer Schoondermark (wethouder) zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter! Daar U in de vorige vergadering, toen mededee- ling werd gedaan van Uwe herbenoeming als bur gemeester dezer gemeente, niet tegenwoordig waart, zij het mij vergund U thans een enkel woord toe te spreken. Toen U voor zes jaar het voorzitterschap aan vaardde, zei U aan het slot van Uw rede: „Vanaf dit oogenblik heb ik mij voorgenomen mij „geheel te geven aan mijn nieuwe taak, beschouw „ik het als mijn levensdoel met alle krachten en „gaven, waarover ik beschik, te werken aan den „bloei en de toekomst der gemeente Leeuwarden." Ken voornemen, mijnheer de Voorzitter, dat ge makkelijker geuit dan volvoerd kan worden, doch gij hebt woord gehouden; gij hebt in die zes jaar al Uw krachten en gaven, en die zijn groot, voor den bloei en de toekomst van Leeuwarden besteed. Een zware taak is door U vervuld, vooral vanaf 1 Au gustus .1914, toen de zoo noodlottige oorlog uitbrak. Ik behoef slechts te wijzen op de levensmiddelen- voorziening, de provinciale melkcommissie, de pro vinciale broodcommissie en de komst der Belgen. Doch welk een groot en veelomvatend werk werd niet door U verricht bij de overeenkomst der elec- triciteitslevering aan Menalderadeel, de Kabel maatschappij en de overeenkomst met de provin cie. De stadhuisbouw werd door U ter hand genomen en uitgevoerd. Door Uw toedoen werd de bouwver ordening gewijzigd, zoodat beerputten met over- storting mogelijk werden. Gij riept de Schoonheids commissie in het leven. De tramovereenkomsten waren bij U in uitstekende handen, evenals het bouwplan Cambuursterpad. Noch steeds besteedt gij Uw tijd aan verkeersverbeteringen in de binnen stad, terwijl uitbreidingsplan', grenswijziging, ont eigening bij Oldehove en Wissesdwinger, begraaf plaats en slachthuis Uw aandacht niet ontgaan en telkens bezighoudt. Tijdens uw voorzitterschap zijn vele zaken met meer of mindere krachtige medewerking tot stand gekomen, als: winkelsluiting, levensmiddelenkeu ring, ontsmettingsovereenkomst met het Groene Kruis, bouwplannen Achter de Hoven, Wester- vijver, grondaankoopen Sneekertrekweg en bij de Tynje, Rijkslandbouwwinterschool, afrekenlokaal Waag en niet te vergeten het Princessehof, sloot- dempingen, rioleeringen, rioolbelasting enz. Gij moogt dus, mijnheer de Voorzitter, met te vredenheid een blik werpen in het verleden. En wijWij zijn U dankbaar voor al hetgeen gij voor Leeuwarden deedt. Wij wenschen U, wij wenschen ons geluk met uwe herbenoeming. Gij hebt woord gehouden. De heer Haverschmidt wenscht namens den Raad aan het gesprokene iets toe te voegen. Spreker brengt in herinnering hoe bij de installa tie van een der voorgangers van den burgemeester de toenmalige oudste wethouder zeide: „we kun nen niet bij voorbaai juichen over- uwe benoeming, we kennen u niet en moeten wachten op uw daden Deze woorden klonken meer oprecht dan vrien delijk en toch lag er in het gesprokene veel waars. Marineer de Raad zich in Uwe herbenoeming ver heugt en u daarmee gelukwenscht, dan is het omdat aan de belofte, zes jaren geleden door U afgelegd, om te werken voor den bloei en de toekomst van Leeuwarden, door U in ruime mate is voldaan. De onbekendheid met plaatselijke toestanden, waarvoor V indertijd vreesde, heeft maar zeer kort geduurd en spreker trof meermalen de groote be langstelling voor zuiver plaatselijke aangelegen heden, waarvoor hij meende dat alleen geboren Leeuwarders zich warm konden maken. Spreker wenscht namens den Raad den burge meester en de gemeente geluk niet de herbenoeming en hoopt dat het Leeuwarden in deze tweede periode onder dezelfde beproefde leiding wel moge gaan. De Voorzitter is zeer gevoelig voor de waardee- rende woorden, welke door de heeren Schoonder mark en Haverschmidt zijn gesproken. Hij stelt die op lioogeu prijs. Niemand toch its onverschillig voor waardeering van de zijde van lien, die zijn werk het best kunnen beoordeelen, omdat zij met hem samenwerken. Het is volkomen waar wat de heer Schoondermark heeft gezegd, dat spreker met tevredenheid kan terugzien op de zes jaar ge durende welke hij hier heeft gewerkt. Hij bedoelt dit echter in een eenigszins anderen zin dan de heer Schoondermark. Spreker heeft reden om voor veel dankbaar te zijn. Hy heeft hier veel bewijzen van vriendschap en veel medewerking ondervonden en is daarvoor zeer erkentelijk. Dat heeft zijn taak in veel opzichten tot eene aangename gemaakt. Het is wel goed, vervolgt spreker, even bij de herinne ring daaraan stil te staan, omdat de taak van den burgemeester er in den loop der tijden niet gemak kelijker en aangenamer op is geworden. De heer Schoondermark heeft gesproken over de groote gebeurtenis, die sprekers diensttijd als het ware in tweeën heeft geknipt. De uitvoering van verschil lende oorlogsmaatregelen bracht moeilijkheden, de Centralisatie, de Rijksbureaux, die voor hun zware taak slechts ten deele berekend zijn, die alle maat regelen tot zich trekken, zoodat de afstand tot het administratieve middelpunt den Haag duidelijk merkbaar is, en verder alle mogelijke omstandig heden, hebben gemaakt dat het vervullen van het ambt van burgemeester niet altijd met onverdeelde vreugde kan geschieden. Spreker stelt, het daarom te meer op prijs, de verzekering te krijgen dat hij kan rekenen op steun. Hij meent de woorden van de heeren Schoondermark en Haverschmidt te mo gen opvatten als waarborg, dat hij op medewerking zal kunnen rekenen in de jaren, waarin spreker het burgermeestersambt hier nog zal vervullen, van de zijden van welke hij die tot dusver ontving. Hij dankt, de sprekers nogmaals voor hunne vriende lijke woorden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 1