Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Februari 1918. 53
toeslag op de werkloozenuitkeering te verleenen,
zoodat deze met den toeslag niet hooger komt dan
10.— per week en ook aan de zoogenaamde „uit-
getrokkenen" een uitkeering tot ten hoogste 10.
wekelijks is gewaarborgd, kwam onder dagkeke-
ning van den 18den dier maand in en werd in onze
handen om prae-advies gesteld een adres der plaat
selijke afdeel ing van het werkliedenverbond „Pa
trimonium" waarbij een soortgelijke beschikking
wordt verlangd voor ongeorganiseerde werklieden,
losse arbeiders en kleine neringdoenden, omdat
het Steuncomité dezen niet altijd kan helpen en er
toch bij hen meestal eenig verband bestaat tus-
sehen de benarde omstandigheden, waarin zij ver-
i keeren en den oorlogstoestand; en het raadsbesluit
van 8 Januari voor de georganiseerden aan het
Steuncomité ook meer de vrije hand heeft gelaten.
Wij hebben ons, mede in verband met dit adres,
gewend tot liet Koninklijk Nationaal Steuncomité
met de vraag in hoeverre de gemeente voor tege
moetkoming door dat Comité in aanmerking zou
kunnen komen indien zij steun verleent ter zake
met den oorlogstoestand samenhangende werkloos
heid.
Daaronder zou dan ook begrepen kunnen wor
den die werkloosheid, waarop het onderwerpelijk
adres het oog heeft.
Het Koninklijk Nationaal Steuncomité gaf te
kennen dat nu de crisistoestand zich reeds gedu
rende ruim 5 jaren in toenemende mate verscherpt
heeft, zijn tot dusver gebruikte maatstaf (uitslui
tend financieele hulp tot het lenigen van nood, ont
staan tengevolge van de tegenwoordige oorlogstoe
standen niet meer steeds kan worden aangelegd
en dat, terwijl al dadelijk zijn uitgesloten zij die in
normalen tijd reeds op hulp van armbesturen of
andere philantropisehe colleges zijn aangewezen, er
rekening mee dient te worden gehouden dat zij die
m normale omstandigheden wel geacht konden
worden door een korten duur van seizoenswerkloos-
iieid met eigen middelen heen te komen, daartoe
inder de huidige omstandigheden niet langer in de
gelegenheid zullen zijn, al zijn de grenslijnen uit
eraard op dit gebied moeilijk aan te geven. Het is
dus bereid in de geldelijke tegemoetkoming tot ten
hoogste 10.per week aan verzekerden, uitge-
trokkenen en anderen, die daarvoor naar het oor
deel van het plaatselijk steuncomité in aanmerking
komen, voor 50 °/o bij te dragen. Dit laatste heeft
zich bereid verklaard ook van niet onder het raads
besluit van 8 Januari vallende niet-georganiseer-
den de steunaanvragen te behandelen, met inacht
neming der bepalingen door het Koninklijk Natio
naal Steuncomité gesteld.
In die omstandigheden komt het ons gewenseht
voor dat de gemeente medehelpend optreedt ten
aanzien van die personen, die het ter tafel liggend
adres op het oog heeft, zoodat wij de eer hebben
1' voor te stellen te besluiten:
lo. onder het raadsbesluit van 8 Januari 1918,
no. 20R/15 en de daarbij gestelde bepalingen, voor
zoover toepasselijk, ook te begrijpen anderen dan
tegen werkloosheid verzekerden, die daarvoor in
verband met de brieven van het Koninklijk Natio
naal Steuncomité van 18 en 29 Januari 1918, nos.
35231A en 35795A in aanmerking komen, eveneens
met dien verstande dat ook hier de steun zich niet
verder uitstrekt dan tot een maximum van 10.
per week;
2o. te aanvaarden de in de uit het aldus aange
vulde raadsbesluit van 8 Januari 1.1. voornoemd
voortvloeiende kosten door het Koninklijk Natio
naal Steuncomité toegezegde bijdrage van 50
3o. aan de plaatselijke afdeeling van het werk-
liedenverbond „Patrimonium" te doen weten dat
op zijn adres van .18 Januari 1.1. is gelet.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
3 (agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verlenging van den termijn van ontrui
ming van onbewoonbaar verklaarde woningen.
Dit voorstel luidt als volgt:
De woningen Zuidvliét, Hellingbuurt no. 234,
Dijkshoek no. 385, Cambuursterpad no. 22, Bonte-
papesteeg no. lOboven en 12 beneden, Noordvliet
nos. 295, 297 en 299, Ritsumastraatje no. 18, Achter
de Wideband no. 20, Nieuwcburen no. 80, le étage
en 2e étage, Schoppershof nos. 40 en 44, Zuidvliet
Haven no. 194 en Achter Dijkshoek nos. 401, 403,
405, 407 en 409 zijn bij raadsbesluit van 8 Februari
1916 no. 62R 13 onbewoonbaar verklaard.
De termijn van ontruiming dezer woningen is
verlengd bij raadsbesluiten van 5 Sept. 1916 no.
391R/189, 10 October 1916 no. 3354 239, 14 Novem
ber 1916 no. 51ÖR/247, 27 Februari 1917 no. 670/54
en 4 September 1917 no. 363R 190, tot 8 Maart 1918.
Blijkens mededeeling van den Gemeentelijken
Inspecteur voor het Woningtoezicht bij schrijven
van 7 Februari 1918 no. 31, is de woning Achter
de Wittehand 110. 20 ontruimd en wordt het niet
raadzaam geacht, met het oog op het nog steeds
bestaand gebrek aan woningen, op ontruiming der
overige woningen tegen 8 Maart a.s. aan te drin-
gen.
Verlenging van den termijn van ontruiming is
dus opnieuw noodzakelijk.
De Gezondheidscommissie voor de gemeente
Leeuwarden heeft zich blijkens haar advies, gege
ven bij schrijven van 14 Februari 1918, hiermede
kunnen vereenigen, weshalve wij de vrijheid nemen
U in overweging te geven het hierbij aangeboden
ontwerp tot een besluit Uwer vergadering te ver
heffen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
4 (agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders omtrent de nadere bestemming van het
kadastrale perceel G. no. 3646, weilandonlangs met
andere door de gemeente aangekocht.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
6 (agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van verordeningen, ex-art.
114bis der gemeentewet, inzake de inkomsten en uitga
ven ten behoeve van de uitvoering der distributiewet,
enz. en van de centrale keuken.
Dit voorstel luidt als volgt:
Het is gewenseht de inkomsten en uitgaven ten
behoeve van de uitvoering der distributiewet en die
ten behoeve van de door ons College nader aan te
wijzen maatregelen in verband met den oorlogs
toestand af te scheiden van de overige inkomsten
en uitgaven der gemeente.
Langzamerhand toch betreft het hier belangrijke
sommen die moeilijk op de gewone wijze kunnen
worden beheerd daar door de verschillende, van re-
geeringswege ingestelde bureaux, geen rekening
wordt gehouden met de bepaling der Gemeentewet
dat niet anders dan op bevelschrift mag worden be
taald.
Aangezien steeds aan eene tijdelijke toestand ge
dacht is, werd een tusschenweg gevonden door de