54 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Februari 1918. betalingen bij voorschot te doen buiten de gemeen tekas en daarvoor later bevelschriften op te ma ken, doch waar niet te voorzien is hoe lang die toestand nog zal voortduren, wordt het beter ge acht de ontvangsten en uitgaven langs wettigen weg te doen geschieden door, met gebruikmaking van het bepaalde bij art. lidbis der Gemeentewet, de inkomsten en uitgaven af te scheiden van de overige inkomsten en uitgaven der gemeente. Wenschelijk is het tevens ook de inkomsten en uitgaven van de Centrale keuken afzonderlijk te beheeren. Wij hebben de eer U voor te stellen daartoe over te gaan en vast te stellen de in ontwerp bijgevoegde besluiten. De Raad der gemeente Leeuwarden; Overwegende dat het gewenscht is de inkomsten en uitgaven ten behoeve van de uitvoering der dis- tributiewet en die ten behoeve van de door Burge meester en Wethouders nader aan te wijzen maat regelen in verband met den oorlogstoestand af te scheiden van de overige inkomsten en uitgaven der gemeente; Gelet op het bepaalde bij artikel lllbis der Ge meentewet; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders Besluit: vast te stellen de volgende Verordening betreffende de inkomsten en uit gaven ten behoeve van de uitvoering der distribu- tiewet en die betreffende maatregelen in verband met den oorlogstoestand. Artikel 1. De inkomsten en uitgaven ten behoeve van de uitvoering der distributiewet en die ten behoeve van de door Burgemeester en Wethouders nader aan te wijzen maatregelen in verband met den oor logstoestand, zooals zij in 1918 zijn omschreven in de gemeentebegrooting van dat jaar, onder volgnos- 93, 351a en 352, worden afgescheiden van de overi ge inkomsten en uitgaven der gemeente. Art. 2. Het ontvangen en uitbetalen van gelden zal ge schieden door een of meer te dezer stede gevestig de, door Burgemeester en Wethouders aan te wij zen, bankinstellingen, die van de aan te houden rekening-courant iedere maand een afschrift zen den aan hun college. Art. 3. De door gemelde bankinstellingen te ontvangen gelden worden alleen aangenomen tegen door den ambtenaar van het levensmiddelenbureau, die hier voor door Burgemeester en Wethouders wordt aan gewezen, geteekende kwijtingsbewijzen. Aan het levensmiddelenbureau mogen geene gelden worden ontvangen. Geene betalingen geschieden zonder het fiat van dien ambtenaar. Art. 4. Voor door de gemeente te dragen kosten welke door de bankinstellingen betaald zijn worden maan delijks bevelschriften van betaling opgemaakt. Art. 5. Voor 1 Mei van elk jaar wordt aan den Baad overgelegd eene rekening over het afgeloopen ka lenderjaar. Het besluit van den Raad tot vaststelling dier rekening strekt aan Burgemeester en Wethouders en aan den in art. 3 bedoelden ambtenaar tot ont lasting, behoudens later in rechten gebleken valsch- heid in bewijsstukken. Art. 6. Deze verordening treedt in werking den De Baad enz. Verordening betreffende de inkomsten en uitga ven van de Centrale keuken. Artikel L De inkomsten en uitgaven van de Centrale keu ken worden afgescheiden van de overige inkomsten en uitgaven der gemeente. Art. 2. Het ontvangen en uitbetalen van gelden zal ge schieden door een te dezer stede gevestigde, door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, bank instelling', die van de aan te houden rekening-cou rant iedere maand een afschrift zendt aan hun college. Art. 3. De door gemelde bankinstelling te ontvangen gelden worden alleen aangenomen tegen door den Directeur der Centrale keuken geteekende kwij tingsbewijzen, terwijl de aan de distributielokalen ontvangen gelden iederen dag aan de bankinstel ling worden afgedragen. Geene betalingen geschieden zonder het fiat van den Directeur. Art. 4. Voor 1 Mei van elk jaar wordt aan den Baad overgelegd eene rekening over het afgeloopen ka lenderjaar. Het besluit van*den Raad tot vaststelling dier rekening strekt aan Burgemeester en Wethouders en aan den Directeur tot ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valschheid in bewijsstuk ken. Art. 5. Deze verordening treedt in werking den De beraadslaging wordt geopend. De heer Nijholt doet opmerken, dat dit voorstel hem niet voldoet, omdat hij er anders niets van weet dan hetgeen sedert Zaterdag ter visie heeft gelegen. Het is spreker dan ook niet mogelijk thans precies te weten wat Burgemeester en Wet houders voorstellen. Het betreft wel eenvoudige verordeningen, maar toch verordeningen, die in grijpen in den finaneiëelen toestand van het distri butiebedrijf en de Centrale keuken. Het spijt spre ker dat de Voorzitter straks heeft gezegd dat de behandeling niet kan worden aangehouden. Hij toch wil voorstellen zulks Avel te doen en meent dat het idet zoo erg is 14 dagen te wachten. De raads leden moeten de zaken beter voorbereid thuis heb ben. Spreker stelt voor het voorstel van de agenda af te voeren, het te laten drukken en bij de leden rond te zenden. De Voorzitter is van oordeel dat de heer Nijholt de beteekenis van het voorstel overschat. Het is geen ingrijpend voorstel. De zaak zit eenvoudig zoo. De eene gemeente heeft een distributiebedrijf, de andere niet. Nu is er praktisch geen verschil maar de nu voorgestelde regeling komt eenvoudig hierom neer, dat de inkomsten .en uitgaven niet Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Februari 1918. 55 meer loopen over den ontvanger, maar over een specialen dienst. Als de Gemeentewet hieromtrent geen voorschrift bevatte, zou de Baad er niets van hebben gemerkt. De regeling komt hierop neer dat de uitbetalingen, welke tot nu toe op de afdeeling financiën geschiedden in het vervolg door den kas sier- zullen worden gedaan. En waarom wil de af deeling financiën er gaarne af Omdat de uitbeta ling daar in hooge mate hinderlijk is, daar het lokaal daarvoor niet is berekend. Als de toestand nog 14 dagen blijft zooals die thans is, zal er een groot ongerief ontstaan en zal de dienst hokken. Als dit voorstel nu is aangenomen dan zullen de menschen voor de uitbetaling worden verwezen naar den kassier. Een van de ambtenaren van het levensmiddelenbureau moet de betrekkelijke stuk ken teekenen en deze teekent ze niet, als ze niet zijn voorzien van de handteekening van den chef de bureau. Zonder die handteekeningen betaalt den bankier niet uit. Zoo zijn er altijd twee perso nen verantwoordelijk. De verordening bedoelt ver der dat een accountant met het toezicht wordt be last en dat er op het bureau zelf geen geld mag zijn. Waar het hoofddoel is om groote opstoppingen aan de afdeeling financiën te voorkomen, acht spreker behandeling op heden wenschelijk. De heer Nijholt begrijpt het niet. De distributie werkt al zoo lang. De Baad heeft echter nooit veel inzicht daarin gehad. Er werd alleen een glo bale som op de begrooting gebracht. Waarschijnlijk was er nu gelegenheid in de verordening op te ne men, dat de Baacl geregelde overzichten krijgt of iets dergelijks. Bij een behandeling als thans is daarvoor geen gelegenheid. Spreker blijft erbij dat het beter is de behandeling 14 dagen aan te houden. De Voorzitter zegt wel dat de zaak heel eenvoudig, is, maar spreker kan daarover zoo niet oordeelen. De zaken kunnen door den Raad niet voldoende worden besproken als de stukken enkel ter visie liggen. De Voorzitter wijst erop dat het slechts eene for- meele regeling geldt, welke door de wet wordt geëiseht. Bovendien willen Burgemeester en Wet houders meer controle invoeren. Hij blijft het wen schelijk vinden deze zaak nu af te doen. De heer Koopmans vraagt of er bij de distributie eene coimnercieele rekening wordt gehouden of al leen een kasrekening. De Voorzitter: „alleen een kasrekening". De heer Koopmans zou in overweging willen ge ven eene coimnercieele rekening in te voeren. Dat is veel overzichtelijker .en er kan, evenals bij de brandstoffeneommissie een balans worden overge legd. De Voorzitter: „dat is heel iets anders". De heer Koopmans: eene commercieele bedrijfs- rekening is beter te begrijpen. De Voorzitter wil deze kwestie wel bespreken. De zaak is evenwel eenvoudiger dan de heer Koop mans denkt, De heer Berghuis (Wethouder) ontraadt de aan neming van het voorstel van den heer Nijholt om de behandeling van dit punt aan te houden. De kassier betaalt bij aanneming even in plaats van den ontvanger. Dat is het geheele verschil met wTat nu gebeurt. De controle blijft gelijk. Indien er overigens nog iets moet worden gewijzigd dan kan dat altijd nog gebeuren. De heer Nyholt kan zich, als het mogelijk is om de zaak in eene volgende vergadering opnieuw aan de orde te stellen wel met onmiddellijke behande ling vereenigen. Hij heeft zijn voorstel tot uitstel ingediend niet alleen voor dit punt, maar om in het algemeen uit te spreken, dat hij het niet wensche lijk acht dergelijke voorstellen zoo onvoorbereid te behandelen en gaarne zal zien dat de leden in het vervolg de voorstellen met de stukken tijdig thuis krijgen. De Voorzitter: „handhaaft de heer Nijholt zijn voorstel!" De heer Njjholt: „ik trek het in". De beraadslaging wordt gesloten. Aan de orde is ontwerp I. De artikelen 16 worden met algemeene stem men vastgesteld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. Aan de orde is ontwerp II. De artikelen 16 worden met algemeene stem men vastgesteld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. De Voorzitter deelt mede dat er wordt voorge steld: 5 adjunct-commiezen le klasse en 11 adjunct commiezen 2e klasse en klerken, dat moet zijn: 6 adjunct-commiezen le klasse en 10 adjunct commiezen 2e klasse en klerken. De heer Peletier wil in overweging geven nog eene wijziging in de agenda aan te brengen. Dit punt toch houdt direct verband met het volgende. Indien toch mocht worden besloten geen duurte- bijslag, maar eene loonsverhooging te geven, dan is dat ook van invloed op deze zaak. Spreker zou dan ook liever eerst het volgende punt behandelen. De Voorzitter is het met den heer Peletier eens. Hij vei zoekt den Raad Burgemeester en Wethou ders te machtigen cle noodige oproeping te doen. De gevraagde machtiging wordt verleend. De Voorzitter stelt thans aan de orcle: 7 (agenda no. 14). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de regeling van den duurte- bijslag, tevens prae-advies op liet voorstel der heeren Schaafsma en Terpstra en op onderscheidene verzoeken tot herziening van de jaariceddenregelingen van ambte naren en werklieden (bijlage no. 8). De Voorzitter deelt mede, dat op het voorstel der heeren Schaafsma en Terpstra een amende ment is ingekomen van den heer Collet, luidende Ondergeteekende stelt voor: IA aldus te lezen: de salarissen van de in vasten dienst der gemeen te zijnde ambtenaren en werklieden, met uitzonde ring van hen, wier salaris minder dan 500 en meer dan 2800.per jaar bedraagt, te verhoo- gen respectievelijk met 200.per jaar en 4. per week en van hen wier salaris minder bedraagt, dan 500.per jaar respectievelijk met 150. per jaar en 3.per week. II. B. en C te laten vervallen. III. In E het cijfer 30 te vervangen door 25. IV. De overgangsbepalingen te laten vervallen. Spreker wijst erop, dat er een principieel verschil ONTWERF ONTWERP II. 6 (agenda no. 13). Voorstel can Burgemeester en Wethouders tot wijziging der regeling van de jaarwed den der ambtenaren ter secretarie. i!

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 8