108 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 April 1918
geven zich niet uit te spreken over de wyze van
bouwen, n.l. eigen beheer of aanbesteding.
De heer Fransen zegt dat de Voorzitter vier we
ken geleden zou informeeren of de woningen zou
den worden aanbesteed of niet. Dat is nog niet ge
beurd. Spreker vermoedt dat Burgemeester en
Wethouders niet veel voor publieke aanbesteding
voelen en zal die vraag dan ook maar niet herha
len, wijl daaraan toch geen aandacht zal worden ge
schonken; hij stelt daarom voor Burgemeester en
Wethouders op te dragen den bouw publiek aan te
besteden.
Met algemeene stemmen wordt besloten het ge
tal van 26 uit te breiden tot 50.
Het voorstel van den heer Fransen wordt niet
ondersteund en maakt derhalve geen onderwerp
van bespreking meer uit.
VI. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. C.
Rommerts, als onderwijzeres aan gemeenteschool
no. 4.
2. Alsvoren aan mej. H. Zijlstra, als onderwij
zeres aan gemeenteschool no. 10.
De stukken 1 en 2 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld.
3. Nader voorstel van Burgemeester en Wethou
ders betreffende het salaris van den aan te stel
len schoolarts.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
4. Nota van Burgemeester en Wethouders naar
aanleiding van het voorstel van den heer S. Nijholt,
betreffende den bij raadsbesluit van 11 December
1917 toegekenden toeslag op den prijs van de brand
stoffen.
Is op de agenda geplaatst om lieden te worden
behandeld.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om het getal te bouwen kleine burgerhuizen aan
de Bleeklaan uit te breiden van 26 tot 50.
Zal heden worden behandeld.
6. Prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders, inzake het adres van den Bond voor lichame
lijke opvoeding om wederom een subsidie uit de ge
meentekas beschikbaar te stellen.
Zal in eene volgende vergadering worden behan
deld.
VII. De Voorzitter wil nog voorstellen om een
stukje grond, groot 300 M2. te verhuren, om daar
op groenten te bouwen, aan L. W. de Vries voor
12.Het stukje ligt achter het gebouw van den
Leeuwarder brandstoffenhandel.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkom
stig besloten.
De Voorzitter verzoekt den leden aan het einde
der vergadering nog eenige oogenblikken in ge
heime vergadering bijeen te blijven.
Vlil. Wordt overgegaan tot behandeling der
voor heden op den oproepingsbrief vermelde pun
ten.
Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer
O, Plantenga TBzn.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij Koninklijk besluit van 18 Januari 1.1. no. 46
is goedgekeurd het raadsbesluit van 14 Augustus
1917 tot onteigening ingevolge artikel 77 lo. dei-
Onteigeningswet van het perceel aan den Wisses
dwinger, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden
sectie A no. 1600, als liuis en erf, groot 34 c.A., toe-
behoorende aan W. Fransen Jz. alhier.
Ingevolge de wet is getracht, alvorens stappen
tot de gerechtelijke onteigening te doen, het per
ceel langs minnelijken weg in handen te krijgen.
Gelyk de eigenaar ons bij brief van 4 Maart 1.1. te
kennen gaf, zou hij het voor een koopprijs van
2450.aan de gemeente willen afstaan. Een
daarop dezerzijds opgedragen taxatie had tot uit
komst 980.of 1100.al naarmate voor de
waardebepaling in aanmerking wordt genomen het
tijdvak, liggende tusschen 18 én 6 maanden vóél
de ter inzage legging van het plan van onteigening,
in casu tusschen 1 December 1915 en 1 December
1916, den maatstaf dien, volgens artikel 92 der
Onteigeningswet, de rechter, ter beoordeeling der
waarde, alleen heeft aan te leggen dan wel het
huidige oogenblik.
Op het voetspoor van wat geschied is bij de ont
eigening van de bleekjes bij de Keizersgracht en
ten einde de veroordeeling in de kosten der latere
procedure als de rechter van het aanbod der ont
eigenende partij mocht afwijken (artikel 50 Ont
eigeningswet) zooveel mogelijk te ontgaan, lykt
het ons geraden op de hoogste der beide taxatiën
aan te houden en dezen prijs nog met 100.te
verhoogen.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te be
sluiten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen aan
den eigenaar van het bovenomschreven perceel no.
1600, aan den Wissesdwinger, ingevolge het be
paalde bij artikel 17 der wet ter verkrijging van
den eigendom bij minnelijke overeenkomst een bod
van 1200.te doen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tiemersnm kan in het algemeen met het
voorstel meegaan, om op het voetspoor van de ont
eigening van de bleekjes aan de Keizersgracht
den eigendom van deze woning te krijgen.
De adviseur der gemeente komt tot een taxatie
van 1100.en nu legt de gemeente er nog 100.
op. Om welke reden gebeurt dat, vraagt spreker.
Om artikel 50 der Onteigeningswet? Bij de beoordee
ling van het pand blijkt spreker uit de stukken, dat
het lang niet op één lijn is te stellen met de bleekjes
aan de Keizersgracht. De adviseur toch zegt:
„Het muurwerk verkeert in slechten staat. Door
„verzakking vertoont het vele scheuren, door ver
watering van langdurigen aard zijn steerien uitge
vallen. Van één lichtkozijn ontbreekt de geheele
„onderdorpel; alle ramen sluiten slecht. Het dak-
dozijn is met planken dichtgespykerd. Het bestre
den dak is onvoldoende dicht. De sehoorsteenen
„roeten op ergerlijke wijze door, zoo zelfs dat het
„roetwater door de zolderplanken tot in de beneden-
„vertrekken doorlekt. De bewoners deelden mij
„mede, dat de eigenaar nimmer op eenige klacht
„hunnerzijds acht sloeg. Het ontbreken van een
„schoorsteenbord bevordert het loopen van roet-
„water in erge mate. Ik schroom niet als myne mee-
„ning uit te spreken, dat het huis schandelijk slecht
„onderhouden is en dat dit pand den naam van
„woning" niet meer waard is".
Toen spreker dit had gelezen heeft hij zieli afge
vraagd, den huurprijs kennende a 3.10 per week,
of Burgemeester en Wethouders nu den Raad voor
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 April 1918 109
stellen om een premie van 100.te geven aan
die menschen, die op uitnemende wyze hunne wo
ningen slecht onderhouden. Waarvoor is toch an
ders de 100.die boven de hoogste taxatie wordt
geboden?
Spreker ziet in het schrijven van den eigenaar,
dat deze de woning voor 2450.wil missen. Bur
gemeester .en Wethouders willen 100.boven
den hoogsten taxatieprijs geven. Zij bieden daarmee
nog geen 50 van hetgeen wordt gevraagd. Spre
ker vreest, in verband met artikel 50 der Onteige
ningswet, dat het niet tot eene minnelijke schik
king zal komen. Spreker hoopt dat de Voorzitter
hem kan inlichten, opdat hij vóór het voorstel kan
stemmen.
De Voorzitter wil er den heer Tiemersma op at
tent maken dat juist het laatste wat deze heeft
gezegd een argument is om 100 boven de hoogste
taxatie te bieden. Het is toch wel niet waarschijn
lijk, dat de eigenaar op het aanbod ingaat. En dan
is het secuurder dat de gemeente zooveel mogelijk
heeft geboden. Als toch de rechter dan een bedrag-
vaststelt gelijk aan of lager dan het bod door de
gemeente gedaan, zijn de kosten voor den eigenaar
van het pand. Al» de vraag en liet bod dicht bij
elkander waren, zou spreker denken dat het werd
aangenomen. Nu niet. De gemeente moet echter het
volle pond bieden.
De heer Tiemersma zegt dat de gemeente, om vol
komen zeker te zijn, 2350.moet bieden. Wat
hier staat is geen woning. Voor 34 M2. grond wordt
geboden 32.50 per Meter en nog 100.over
het totaal bedrag heen. Spreker is het volkomen
met den Voorzitter eens wat betreft de betaling
der kosten, maar als de gemeente er dan nog
100.oplegt, is zy nog zekerder. Hjj zal zich niet
tegen het voorstel verzetten, want hij is overtuigd
dat de beide partijen niet tot overeenstemming zul
len komen. Daarvoor is het verschil te groot.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De heer Fransen heeft aan deze stemming geen
deel genomen.
Dit voorstel luidt als volgt:
Van E. Hofstra en J. Alves, koemelkers, wo
nende aan de Dokkumer Ee onder Snakkerburen,
ontvingen wij het verzoek te bevorderen dat hun
vergunning wordt verleend tot liet berijden met
paard en wagen van den Ouden Lekkumerdijk
naar en van hunne perceelen, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie Gr nos. 2651 en 2917,
terwijl zij voorts gaarne dien dijk in huur wenschen
te bekomen of dezen iu eigendom over te nemen.
Het grasgewas hiervan is verpacht aan Gjalt
de With, landbouwer alhier, uiterlijk tot 12 No
vember 1919 voor 16.- 's jaars vooral voor den
tegenwoordigen tijd een zeer lage vergoeding. De
gemeente heeft echter volgens het huurcontract
het recht de pacht te allen tijde te doen eindigen,
zonder schadevergoeding; alleen geschiedt dan
kwijtschelding van de betaling der pacht geduren
de den nog niet verloopen pachttermijn. Verkoop
van dit gemeentelijk eigendom komt ons niet ge
raden voor. Wel is waar is thans niet te voorzien
of het behoud de gemeente te eeniger tijd te pas
kan komen, maar de nabijheid van andere gemeen
te-eigendommen maakt het o.i. niet raadzaam, tot
verkoop over te gaan.
De Directeur der Gemeentewerken, wiens ad
vies wij omtrent het verzoek inwonnen, stelt voor
op het verzoek om gebruik van den weg in te gaan
en daarvoor een jaarlijksche vergoeding van elk
der aanvragers te heffen, die o.i. in totaal op 100
per jaar kan worden gesteld.
Hiermede verklaarden adressanten genoegen te
nemen.
Oj) grond van het voorafgaande kunnen vrij U in
overweging geven:
I. het pachtcontract omtrent het grasgewas
van den ouden Lekkumerdijk van den 31 October
1914, geregistreerd den 4en November d.a.v., met
ingang van den 1 Mei 1918 op te zeggen.
II. met ingang van den 1 Mei 1918 aan Eelke
Hofstra en Jan Alves te Snakkerburen tot weder
opzegging:
h. in pacht af te staan het grasgewas van dien
dijk, in totaal voor een bedrag van 100.per
jaar, blijvende ieder voor zich hoofdelijk aanspra
kelijk voor de betaling van deze som en verder op
door Burgemeester en Wethouders te bepalen voor
waarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tulp stelt voor de behandeling aan te
houden. Het prae-advies toch is nog van zeer jon
gen datum, tengevolge waarvan het bewaarsch'ool-
onderwys-personeel niet voldoende in de gelegen
heid is geweest zijne wenschen en bezwaren ken
baar te maken. Daarom stelt spreker aanhouding
voor.
De Voorzitter is van oordeel dat er in het alge
meen wel iets is te zeggen voor aanhouding der
behandeling van een prae-advies, dat kort voor eene
vergadering is aangebracht, indien er geen speciale
redenen voor eene spoedige behandeling zijn.
Spreker deelt nog mede, dat zyn ingekomen de
volgende amendementen:
de jaarwedden genoemd in het eerste lid van Ar
tikel 12, onder a worden verhoogd met 200.die
onder b met 250.die onder c met 100.
de jaarwedden genoemd in het eerste lid van Ar
tikel 12, onder a worden verhoogd met 100.
onder b met 250.onder c met 50.
e. een amendement-Peletier, luidende:
Art. III. Te lezen in plaats van 100.200.
oO. 100.
Art. IV. 100.- 200.-.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van den heer Tulp.
1 (agenda no. 2). Benoeming van een lid der Com
missie van administratie der 'Stads-Bank van Leening,
vacature F. van Valkenburg.
2 (agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreflende den minnelijken aankooop van W.
Fransen Jzn. van het perceel aan den Wissesdwinger, ka
dastraal bekend sectie A. no. 1600, vallende in het plan
tot verbetering van de volkshuisvesting aldaar.
3 (agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders om aan E. Hofstra en J. Alves te Snakker-
buren vergunning te verleenen tot het berijden van den
Ouden Lekkumerdijk en in pacht af te staan het gras
gewas van dien dijk.
a. vergunning te verleenen tot het beryden met
paard en wagen van den Ouden Lekkumerdijk,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie F
no. 2350, als Lekkumerdijk je, groot 0.56.90 H.A.
4 (agenda no. 5). Prae-advies van Burgemeester en
Wethouders op het adres van de afdeeling Leeuwarden
van den Bond van onderwijzeressen bij het fröbelonder
wijs, om herziening van de jaarwedden van het perso
neel aan de gemeentelijke bewaarscholen (bijlage no. 18).
a. een amendement-Collet, luidende:
b. een amendement-Tulp-Cohen, luidende:
5 (agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging der verordening op het heffen en