Vergadering van Dinsdag 23 April 1918. inkomen j 950.of minder bedraagt, welke bijslag den 27 d.a.v. tot 20 cent werd verhoogd. Daarop volgde den llen December het defini tieve prae-advies op het voorstel-Collet, waarbij werd voorgesteld te blijven doorgaan met den turf- bijslag' op den voet van het besluit van 27 Novem ber en voorts om aan uiet-aangeslageuen of aan hen die tot een inkomen van 950.zijn aangeslagen, voor de 8e en 9e brandstofeenheid, wanneer die in cokes bestaat, een bijslag te verstrekken van 40 cent per H.L. cokes. In den loop der beraadslaging wijzigde de Voor zitter namens Burgemeester en Wethouders dit voorstel in dien zin dat in plaats van „voor de 8e en 9e brandstofeenheid, wanneer die in cokes hei- staat" werd gelezen: „over de drie volgende eenr heden die in cokes en turf kunnen bestaan". Dat die wijziging echter alleen op een toeslag voor cokes betrekking kou hebben, bleek duidelijk uit het eer ste gedeelte van het voorstel, waarin reeds gespro ken werd van voortzetting van den turfbijslag tot 950.inkomen, wat niet behoefde te worden her haald. Ook de heer Nijholt kwam tot die slotsom, omdat hij, blijkens het verslag der vergadering van 11 De cember, in verband met het amendement-Collet, om de inkomensgrens op 1200.— te stellen, een sub amendement aankondigde om in de regeling (n.l. de bijslag voor de 3 volgende brandstofeenheden) ook turf te betrekken. Daar dit amendement niet werd ingediend, werd het besluit na aanneming van het amendement-Collet aldus geformuleerd dat zou worden voortgegaan met den turfbijslag op den voet van het besluit van 27 November en dat aan hen, die niet of tot een zuiver inkomen van 1200. of minder zijn aangeslagen, voor de volgende 3 brandstofeenheden, voor zoovdr die in cokes be staan, uit de gemeentekas een toeslag van 40 cent per 1 H.L. cokes werd verleend. Bovenstaande toelichting hebben' wij gemeend den Raad schuldig te zjjn in verband met het den 20 Maart 1.1. ingediend voorstel van den heer Nijholt, luidende: De Raad spreekt uit dat het zijne bedoeling was bij het raadsbesluit van 11 December 1917 ook voor turf een toeslag te geven tot een inkomen van 1200.—. De beraadslaging wordt geopend. De heer Njjholt zou gaarne de meening willen weten van Burgemeester en Wethouders. Die staat in hunne nota niet weergegeven. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Wet houders hun standpunt niet in het prae-advies heb ben uiteengezet. Het geldt de interpretatie van een raadsbesluit. Burgemeester en Wethouders heb ben alleen de gelegenheid aangegrepen, om toe te lichten, waarom zij het besluit hebben uitgevoerd zooals zij dat hebben gedaan. De lie er N\jholt kan zich voorstellen, dat Burge meester en Wethouders door het niet indienen van het sub-amendement tot de conclusie zijn gekomen, dat voor de turf slechts een toeslag werd gegeven tot inkomens van 950.Als men echter de han delingen leest en rekening houdt met de verschil lende interrupties, dan kan men zien wat spreker deed besluiten het sub-amendement niet in te die nen. Hij was toch overtuigd dat de turf erin was begrepen. Ook met de handelingen in de hand meent spreker dit wel te kunnen bewijzen. Hij zal er niet veel meer van zeggen. Hij is overtuigd dat de Raad in zijn geheel heeft bedoeld voor turf ook een toeslag op den prijs te geven tot een inko men van 1200.Hij zal dan ook met moed den uitslag afwachten en vertrouwt dat Burgemeester en Wethouders, als de Raad sprekers voorstel aan neemt, de uitvoering van het besluit in dien geest zullen wijzigen. De heer Beekhuis zegt dat de heer Nijholt dien® voorstel niet goed heeft geformuleerd. Als men zich op liet standpunt stelt dat de Raad zich heeft uitgesproken zooals Burgemeester en Wethouders hebben gedacht, kan men nu niet zeggen dat de be doeling anders is geweest. Laat de heer Nijholt het voorstel zoo formuleeren, dat de Raad uitspreekt, dat het zijne bedoeling is ook voor turf een toeslag te geven tot een inkomen van 1200. De Voorzitter geeft den heer Nijholt in overwe ging diens voorstel aldus te lezen. De heer Nijholt gaat daarmee accoord. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van den lieer Nijholt. De Raad gaat in comité-generaal. Na heropening wordt de vergadering, daar niets meer te behandelen is, door den Voorzitter gesloten. Tegenwoordig 24 leden, te weten de heeren: Dijstra, Dijkstra, Terpstra, Tiemersma, de Vos, de Haan, Cohen, Zandstra, Nijholt, Collet, Oosterhoff, Hiemstra, Schaafsma, Tulp, Fransen, Beekhuis, Attema, Peletier, van Weideren baron Rengers, Koopmans, Berghuis, van Sloterdijck, Haver- schmidt en Schoondermark. Afwezig met kennisgeving de heer Menalda. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patjjn, Burge meester. I. De verslagen der vergadering van 26 Fe bruari en 12 Maart j.l. worden vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dankbetuiging van Z. K. H. den Prins der Nederlanden voor den gelukwensch, hem namens het gemeentebestuur aangeboden ter gelegenheid van zijn verjaardag op 19 April 1.1. 2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedge keurd: a. het raadsbesluit van 26 Februari 1.1. tot wij ziging der verordening op de marktpolitie; b. het raadsbesluit van 12 Maart j.l., houdende uitgifte in erfpacht van bouwterreinen) aan den weg Achter de Hoven c. de raadsbesluiten van 26 Maart 1.1., waarbij aan het bestuur der vereeniging „de Leeuwarder Padvinders" tot wederopzeggens in gebruik is af gestaan het gebouw der voormalige schippersschool aan den Wissesdwinger, tot verhuring aan T. de Groot, alhier, van het perceel Berlikumermarkt no. 15 en. aan A. Boschma, alhier, van het perceel Wis- sesdwi rigor no. 31; tot verlenging van het contract van aanneming der benoodigde wagenvrachten voor de gemeentewerken; en tot verkoop aan- en koop van grond van S. van der Kaars; 3. schrijven van Gedeputeerde Staten, waarbij wordt toegezonden het Koninklijk Besluit, houden de goedkeuring van de verordening tot het heffen van een plaatselijke directe belasting naar het in komen; 4. rapporten naar aanleiding van de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916. omtrent het onderzoek van het gas der gemeente gasfabriek; 5. schrijven van den Minister van Binnenland sehe Zaken, houdende mededeeling dat aan deze ge meente bij Koninklijk Besluit van 8 Februari 1918 ten behoeve van de middelbare avondhandelsschool over het jaar 1918 een Rijkssubsidie van 1500. is verleend; 6. schrijven van O. Plantenga, alhier, waarbij, onder dankbetuiging voor het in. hem gestelde ver trouwen, wordt bericht dat hij de benoeming tot lid der commissie van administratie der Stads Bank van Leening niet aanneemt; 7. schrijven van J. Hendrikse, houdende niet- aanneming van zijne benoeming tot directeur van het gemeentelijke dakloozen-tehuis; 8. mededeeiing van mej. A. C. Oostmeyer, on derwijzeres aan gemeenteschool no. 10, dat zij haar verzoek om ontslag uit die betrekking intrekt; De mededeelingen 18 worden voor kennisge ving aangenomen; 9. schrijven van de Commissie van administra tie der Stads Bank van Leening, waarbij wordt ingezonden de rekening en verantwoording dier administratie over het jaar 1917; Wordt in handen gesteld van de heeren: Koop mans, Fransen en Schaafsma om onderzoek en. rap port; 10. schrijven van D. Blanson Henkemans, al hier, houdende aanneming van zijne benoeming tot lid van het bestuur der Woningvereeniging Leeu warden Wordt voor kennisgeving aangenomen. 11. schrijven van den Raad der gemeente Krom menie om adhaesie te betuigen aan een door hem aan H. M. de Koningin gericht adres om maatrege len te doen nemen ten einde het beschikbare brood graan uit de overzeesche havens af te halen; De Voorzitter geeft den Raad in overweging zich van inmenging in deze uiterst moeilijke zaak te onthouden. Dienovereenkomstig wordt besloten. 12. schrijven van I). Sixma te Wormerveer, hou dende aanneming van zijne benoeming tot onder wijzer aan gemeenteschool no. 13; 13. schrijven van J. Riemersma, waarbij hij, mede namens zijn collega's dank betuigt voor de verhoogde belooning als gaarders, enz. aan de vee markt; De mededeelingen .1213 worden voor kennis geving aangenomen.. 14. voorstel van curatoren van het gymnasium tot wijziging der verordening tot vaststelling van het getal en de jaarwedden der leeraren enz. aan het gymnasium te Leeuwarden (Gemeenteblad 1916 no. 24) 15. adres van het bestuur der afdeeling Leeu warden van de Federatie van provinciale bonden van vergunninghouders in Nederland, houdende verzoek de verordening omtrent den aanslag in het vergunningsrecht, in verband met de buitengewone tijdsomstandigheden, te wijzigen in den zin als daarbij aangewezen; De stukken onder 14 en 15 worden in 'handen ge steld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. 16. adres van het bestuur van. den Leeuwarder Bestuurders Bond, waarbij wordt, verzocht met den toeslag op de uitkeeringen der werkloozenfondsen, welke met 1 Mei a.s. eindigt, te blijven doorgaan en tot wijziging van de bestaande regeling; Wordt bij de stukken gevoegd, die onder punt 5 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 17. adres van het bestuur van de afdeeling Leeu warden van den Ned. Bond voor lichamelijke opvoe ding, houdende verzoek voor den kinder-cursus in het openluchtspel van die afdeeling voor het jaar 1918 een bedrag van 350.beschikbaar te stellen; Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. 18. adres van vertegenwoordigers van den Prot. Christeljjken Bond van Spoor- en Tramwegperso neel, het Ned. R.-K. Secretariaat van Spoor- en Tramwegpersoneel en het Neutraal Verbond van Spoorwegpersoneel, houdende verzoek de verleen de restitutie op de brandstoffen ook aan het spoor wegpersoneel toe te kennen; Burgemeester en Wethouders stellen voor, aan gezien alleen toeslag voor turf en cokes is ver leend en uit het adres blijkt dat adressanten van wege de maatschappijen anithraciet en steenkool is verschaft, hun te berichten dat het verzoek niet kan worden ingewilligd. De Voorzitter is van oordeel, dat de Raad niet aan het verzoek kan voldoen. Aan de adressanten toch is alleen anthraciet en steenkool verstrekt en niet door de brandstoffencommissie, maar door de spoorwegmaatschappijen. Ware dit turf en cokes geweest, dan zou men kunnen zeggen: het zijn Leeu warder ingezetenen, zij hebben even goed recht op toeslag als de anderem Waar zij echter alleen 118 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 April 1918. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 April 1918. 119

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 1