Vergadering van Dinsdag 28 Mei 1918. 8. schrijven van den directeur van het Centraal- bureau voor verificatie en financieele adviezen der vereeniging van Nederlandsche gemeenten, houden de mededeeling van de opneming van de boeken en kas van de gemeentelijke gasfabriek; - yff 148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag-14 Mei 1918 hooren de commissie van beroep, bedoeld! in artikel 70 der Bouwverordening, in onze handen om prae- advies gesteld. De commissie heeft tegen het ontwerp zelf geen bezwaar doch meent zich zonder kennisneming van den toestand ter plaatse en in verband met de aan hangige wijziging van het Stationsplein, te moeten onthouden van een oordeel in hoeverre zich deze rijwielbergplaats aanpast of zal aanpassen aan de omgeving. Gelet op dit oordeel, op het tijdelijk karakter van het gebouwtje en op de ten slotte niet te zeer in het oog vallende plaats waar het zal worden opgericht, n.l. ter zijde van en achter den wester vleugel van het stationsgebouw en slechts voor een gedeelte achter die vleugel uitspringende, meenen wij dat er bij nadere overweging geen termen zijn om de wei gering te handhaven. Wordt door U aldus besloten dan ligt het in onze bedoeling bij het vaststellen, van de voorwaarden waaronder van enkele andere artikelen cl/er Bouwverordening onthefting mo&t worden verleend, te bepalen dat het gebouwtje tot wederopzeggens toe mag worden opgericht. Met overlegging der stukken hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: de gevraagde vergunning alsnog te verleenen onder de door Burgemeester en Wethouders op grond der overige voorschriften van de Bouwverordening na der te stellen bepalingen. De beraadslagingen worden geopend'. De heer Fransen wijst er op, dat Burgemeester en Wethouders thans voorstellen de vergunning aan de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen wel te verleenen voor het bouwen van een rij wielbergplaats aan het Stationsplein. Dit bevreemdt spreker, waar Burgemeester en Wethouders op ad vies der Schoonheidscommissie de vergunning eerst niet hebben verleend. De commissie, ingesteld voor beroepen in dezen bij den raad, adviseerde toch, dat zij geen uitspraak kon doen of het gebouw al dan niet de welstand ztfu ten goede komen èn met het oog op de plannen tot, verfraaiing van het Stations plein, èn omdat zy niet ter plaatse is geweest; zal nu dan de vergunning worden verleend in strijd met het advies der Schoonheidscommissie? Spreker ver nam gaarne de motieven, welke Burgemeester en Wethouders tot deze wijziging hebben geleid. De Voorzitter merkt op dat de heer Fransen het advies der commissie van beroep niet juist heeft we ergegeven. Tegen het ontwerp zelf heeft die com missie geen bezwaar. Zy verschilt daarin met de Schoonheidscommissie. Over de plaatselijke wel stand kan de commissie van beroep niet oordeelen, en een bezoek ter plaatse werd niet noodig geacht, omdat het een tijdelijk houten gebouwtje wordt, dat met de verandering van het Stationsplein gemas keerd wordt. De eerste commissie vond het gebouw op zichzelf niet goed, de tweede commissie had daartegen geen 'bezwaar. De heeT Fransen: De Schoonheidscommissie wordt dus in 't ongelijk gesteld? De Voorzitter: Juist! De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 10 (agenda no. 11). Bezwaarschriften tegen aansla gen in den hoofdelijken omslag, zoo in eersten aanleg (dienst 1!) Ui en 1917) als in beroep dienst 1917) en 11 (agenda no. 12). het 3e suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag, dienst 1917. Worden in besloten zitting behandeld. Na heropening der vergadering wordt het 3e suppletoir kohier vastgesteld met een belastbaar bedrag van 5724.95 en een cijfer van aanslag van 281.303. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voor zitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Mei 1918. 149 Tegenwoordig 22 leden, te weten de heeren: Zandstra, Tiemersma, Schaafsma, Collet, Tulp, Dijstra, Hiemstra, Peletier, de Haan, Dijkstra, van Weideren baron Rengers, Beekhuis, de Vos, Terp- stra, Fransen, Haverschmidt, Oosterhoff, Cohen, van Sloterdyck, Menalda, Berghuis en Schoonder- inark. Afwezig 3 leden, waarvan met kennisgeving de heeren Koopmans en Nijholt. Zonder kennisgeving- de heer Attema. Voorzitter: de lieer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. 1. Wordt medegedeeld: 1. schrijven van den heer mr. D. van Weideren baron Rengers, houdende mededeeling dat hij voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad bedankt; Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. schrijven van den heer D. Roorda, houdende verzoek hem ontslag te verleenen als lid der com missie tot wering van schoolverzuim in deze ge meente Besloten wordt aan adressant het gevraagde eer vol ontslag te verleenen. 3. schrijven van L. Poprna te Zwolle, dat hij zijne sollicitatie naar de betrekking van directeur voor het gemeentelijk dakloozentehuis intrekt; Is hij de stukken gevoegd onder punt 2 der agenda van heden. 4. schrijven van Gedeputeerde Staten, waarbij wordt toegezonden een afschrift van het Koninklijk besluit, waarbij op dezerzijdsch verzoek aan deze gemeente ten behoeve van de nieuw aan te leggen algemeene begraafplaats ontheffing is verleend van de verplichting, bedoeld bij het le lid van artikel 18 der wet betrekkelijk het begraven van lijken, op voorwaarde, dat die begraafplaats wordt afgeslo ten door slooten ter breedte van 3 M. op F. Z. P. en ter grootste diepte van 5 M. op maaiveldshoogte; 5. ontvangstbericht van Gedeputeerde Staten van het afschrift van het raadsbesluit tot wijziging der verordening, regelende de politie op de open bare vermakelijkheden en plaatsen van vereeniging; 6. dat Gedeputeerde Staten hebben goedge keurd: het raadsbesluit van 9 April j.l. tot wijziging van het reglement op het bestuur van de Stads armenkamer alhier; de gemeente-begrooting voor 1918; het 3e suppletoir kohier van den hoofdelijken om- dag, dienst 1917; 7. rapporten naar aanleiding van de toezegging, gedaan in de raadsvergadering van 2'9 Mei 1916 omtrent het onderzoek van het gas der gemeente lijke gasfabriek; De mededeeliugen 48 worden voor kennisge ving aangenomen. 9. schrijven van den Minister van Financiën, zulks naar aanleiding van het hem ter kennis ge bracht raadsbesluit, waarbij is besloten aan het ge- pensionneerde gemeente-personeel en aan hunne weduwen en weezen en op wachtgeld gestelden ge durende het dienstjaar 1918 een gratificatie van 25 van het pensioenbedrag toe te kennen, dat er zijns inziens geen termen bestaan de indiening te bevorderen van wetsontwerpen tot wijziging van de Pensioenwet en de Weduwenwet voor de gemeente ambtenaren in den' zin van bedoeld raadsbesluit, en dat, ook indien, na tot standkoming van bedoelde wetswijzigingen, duurtetoeslagen werden verleend, er, aangezien deze ten goede komen aan ambtena ren, enz., die uitsluitend1 aan deze gemeente dien sten hebben bewezen, voor het Rijk geen reden be staat het toekennen van zoodanige suppletoire pen sioenen met een bijdrage te steunen; Voorgesteld wordt het raadsbesluit van 9 April 1918, waarbij in afwachting van 's Ministers ant woord werd besloten voorloopig op de pensioenen duurtebyslag te verleenen van 25 met dien ver stande dat pensioen, gratificatie en inkomsten uit anderen hoofde te zamen liet bedrag van 1000.- niet overschrijden, thans voor het jaar 1918 van kracht verklaren. Aldus wordt besloten. 10. balans per 1 April 1918 van de brandstoffen- commissie alhier; Wordt voor kennisgeving aangenomen. 11. verslag van Curatoren van het gymnasium omtrent den toestand van die inrichting van onder wijs over het jaar 1917; Dit verslag ligt nog eenigen tijd voor de leden ter visie. 11. schrijven van G. Kalma, oud-leeraar aan de middelbaar technische school alhier, waarin de toe standen aan die school worden besproken. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 12. dat Burgemeester en Wethouders hebben benoemd tot adjunct-commies le klasse ter ge meentesecretarie G. Nieuwhuis te Alkmaar en H. Lemstra, alhier en tot klerk H. van der Veer, alhier: Wordt voor kennisgeving aangenomen. 13. schrijven van de Vereeniging Middenstand, alhier, waarbij in overweging wordt gegeven de kermis dit jaar niet te'doen doorgaan. De Voorzitter deelt in aansluiting hieraan mede, dat de heer de Vos verlof gevraagd heeft om Bur gemeester en Wethouders de volgende vraag te stel len: Is er van Burgemeester en Wethouders met het oog op de buitengewone tijdsomstandigheden in het algemeen en met het oog op het kolengebrek en als gevolg daarvan sterke gasrantsoeneering in het bij zonder, een voorstel bij den Raad te verwachten, dit jaar de kermis niet te doen doorgaan? Spreker stelt voor het gevraagde verlof te ver leenen na afhandeling der agenda, en dan tevens dit schrijven te behandelen. Dienovereenkomstig wordt gesloten. II. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. A. M. Kijlstra als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 6 2. Voordracht voor de benoeming van een onder wijzeres aan gemeenteschool no. 6 (vacature mej. A. M. Kijlstra). De voordracht luidt als volgt: 1. mej. A. C. Oostmeijer, onderwijzeres aan ge meenteschool no. 10 te Leeuwarden; 2. mej. D. Zuiderbaan, onderwijzeres te Foch- teloo; 3. mej. A. de Vries, onderwijzeres te Ooster- wolde. Behandeling dezer beide punten in de volgende vergadering. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aansluiting van de gemeente bij de opgerichte N.V. „Centrale Bouwmaterialenvoorziening". 4. Alsvoren tot nadere regeling van den prijs van het gas en den toeslag daarop (gemeenteblad 1918 no. 10). De punten 3 en 4 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 5. Alsvoren tot wyziging van de verordening op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 1