166 Versla- van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juni 1918
ken opmerkt, eenige verbetering' daar wel noodig.
Vooreerst moet het haventje vergroot en verdiept
worden, kosten, zonder een daarover te maken af
dak, dat wij met de commissie voor de openbare
werken meenen dat achterwege kam worden gelaten,
hoewel de Directeur het in zijn begrooting heeft
opgenomen, 2700.Ten tweede worden een paar
nieuwe loodsen voor uitbreiding van berg- en werk
ruimte noodzakelijk geacht'. De juiste plaats en de
grootte zijn op een bij de stukken gevoegde situatie
aangeduid, terwijl detailteekeningen der loodsen
zelf roede zijn bijgevoegd. De uitgaven van dit on
derdeel zijn begroot op 4400.Eindelijk is nog
een som van 300.noodig om het nieuwe, verder
op aan de Ee gelegen terrein der houtveilingen,
voor het doel geheel gereed te maken.
Na gepleegd overleg met de commissie voor de
openbare werken hebben wij de eer U voor te stellen
te besluiten:
Burgemeester en Wethouders voor de bovenom
schreven doeleinden een crediet van 7400.te
verleenen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
Dit voorstel luidt als volgt:
De Engelsche vice-consul, de heer 11. Buisman,
alhier, verzocht ons voor liet tewerk stellen van En
gelsche krijgsgevangenen, die naar hier zullen wor
den overgebracht, een gebouw ter beschikking te
willen stellen. Voor dat doel viel ons oog op een
paar lokalen van gemeenteschool no. 9, Achter den
Prinsentuin, welke tijdelijk wel gemist zouden kun
nen worden. B\j de ingebruikgeving zal de voor
waarde gesteld moeten worden, dat van de lokalen
oj) zoodanige wijze gebruik wordt gemaakt, dat het
geven van onderwijs geen hinder ondervindt.
Wij stellen U daarom voor te besluiten 2 lokalen
van gemelde school tot wederopzegging toe voor
het aangegeven doel ter beschikking te stellen voor
de Engelsche krijgsgevangenen, op voorwaarden,
dat in de lokalen geen geraasmakende werkzaamhe
den ter beoordeeling van' Burgemeester en Wet
houders worden verricht, dat de kosten van
schoonhouden en onderhoud der lokalen alsmede een
vergoeding van 500.- per jaar komen voor reke
ning van den aanvrager, dat geen vuur en licht on
der deze vergoeding begrepen, is en dat bij het ge
bruik nauwkeurig in acht genomen worden de na
der door Burgemeester en Wethouders te stellen
bepalingen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Beekhuis wijst er op, dat er in het voor
stel gesproken wordt van een vergoeding van 500
per jaar. Spreker vindt het doelmatiger om te zeg
gen: berekend naar 500.per jaar, omdat liet
verblijf der Engelsehen wel korter dan een jaar
kan duren.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en
Wethouders dat amendement overnemen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij raadsbesluit van den Sen December 1914 no.
428R/234 zyu de woningen Blokhuissteeg no. 31.
Wissesstraat no. 22 beneden, 22 boven, 30 links
boven, 32 en 40, onbewoonbaar verklaard. De ter
mijn van ontruiming dezer woningen- is verlengd
bij raadsbesluiten van 17 Augustus 1915 no. 301K
145, 28 December 1915 no. 49811,251, 15 Augustus
1916 no. 365R/175, 28 December 1916 no. 4129/299,
10 Juli 1917 no. 152a en 27 November 1917 no. 54-6R
256 tot 8 Juni 1918.
Blijkens mededeeling van den gemeentelijken
inspecteur voor het Woningtoezicht alhier bij schrij
ven van 14 Mei 1918 no. 130, is de woning Wisses
straat no. 32 ontruimd en wordt het niet raadzaam
geacht, met het oog op het nog steeds bestaand ge
brek aan woningen, thans op ontruiming van de
overige woningen aan te dringen.
Verlenging van den termijn van ontruiming is
derhalve opnieuw noodzakelijk.
De gezondheidscommissie voor de gemeente
Leeuwarden, heeft zich blijkens haar advies, gege
ven bij schrijven van 1 Juni 1918, hiermee kunnen
vereenigen, op grond waarvan wij de vrijheid ne
men IT in overweging te geven het hierbij aange
boden ontwerp tot een besluit Uwer vergadering te
verheffen.
Het ontwerp-besluit luidt als volgt:
De Raad der gemeente Leeuwarden,
overwegende, dat tengevolge van het nog steeds
voortdurende gebrek aan geschikte woningen, de
bewoners van eenige woningen, onbewoonbaar ver
klaard bij raadsbesluit van 8 December 1914 no.
428R/234 in de onmogelijkheid verkceren eene an
dere woning te bekomen
dat de termijn van ontruiming dezer woningen
reeds werd verlengd bij raadsbesluit van 17 Augus
tus 1915 no. 301R/145, 28 December 1915 no. 498R/
251, 15 Augustus 1916 no. 365R/175, 28 December
1916 no. 4120/299, 10 Juli 1917 no. 152a en 27 No
vember 1917 no. 546R 256 tot 8 Juni 1918;
dat de eveneens bij bovengenoemd raadsbesluit
onbewoonbaar verklaarde woning Wissesstraat no.
32 intusschen is ontruimd;
dat het niet raadzaam is thans tot de ontruiming
van de overige woningen over te gaan, doch op
grond van bovenvermelde omstandigheid den ter
mijn van ontruiming opnieuw te verlengen;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
gelet op het advies van de gezondheidscommissie
voor de gemeente Leeuwarden, gegeven, bij schrij
ven van 1 Juni 1918;
alsmede op de bepalingen der Woningwet;
besluit:
den termijn van ontruiming van de navolgende
woningen, alle onbewoonbaar verklaard bjj raads
besluit van 8 December 1914 no. 428R/234, opnieuw
te verlengen en nader te bepalen op 8 December
1918, te weten. Blokhuissteeg no. 31 en Wissesstraat
no. 22 beneden, 22 boven, 30 links boven, en 40,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden onder
scheidenlijk sectie B no. 2333, en sectie A nos. 1185,
46 en. 58.
De beraadslagingen -worden geopend.
De heer Fransen merkt op dat de Raad bijna vier
jaar geleden deze woningen niet meer voor bewo
ning geschikt heeft verklaard. De ontruiming van
deze woningen wordt evenwel telkens weer met
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juni 1918 167
zes maanden uitgesteld. Spreker heeft zich inder
tijd tegen deze onbewoonbaarverklaring verzet, om
dat hjj niet de zekerheid had, dat deze memschen
werkelijk een andere woning konden vinden.. Het
blijkt dat hy destijds goed heeft gezien. Toen
heerschte er trouwens al achterstand. Spreker
dringt er op aan, dat Burgemeester en Wethouders
zooveel mogelijk aan den woningnood tegemoet ko
men, door het doen bouwen van woningen. Wel zijn
er verleden jaar een 200 woningen gebouwd, maar
dat aantal is lang niet voldoende. Ook meent spre
ker dat Burgemeester en Wethouders meer mede
werking moeten verleenen aan de commissies die
plan hebben tot het bouwen van woningen. Spre
ker heeft gehoord, dat de stichting Patrimonium nu
reeds meer dan één jaar bezig is, en dat zij vier
maal een plan moest veranderen, omdat (steeds
bezwaren rezen. Spreker vraagt of Burgemeester
en Wethouders den Raad kunnen beloven, dat zoo
spoedig mogelijk getracht zal worden met den bouw
van woningen te beginnen. Er is nu ook geld te
krijgen voor noodwoningen. Spreker is daar anders
niet zoo'n groot bewonderaar van, maar de nood
is groot en de achterstand wordt steeds grooter.
Door woningbouw moet aan de behoefte worden
tegemoet gekomen.
De lieer Tiemersma had plan om bij dit punt
eveneens den woningbouw ter sprake te brengen.
Reeds bij de behandeling der laatste begrooting
had spreker gewezen op den noodtoestand in dezen.
Later hoorde de Raad van dén voorzitter de mede-
deeling, dat binnen korten tijd de bouwplannen
van Patrimonium te verwachten waren., terwijl de
heer Rengers meedeelde, dat binnen een drietal
weken de plannen van de Woningvereeniging
Leeuwarden bij den Raad zouden zijn. Sinds dien
zijn al weer drie maanden verloopem, en nog heeft
de Raad er niets van gehoord. Dank zij de mede
werking van de Huuropzeggingswet is de datum
van 12 Mei gepasseerd, zonder veel drukte, maar
hierdoor is de noodtoestand feitelijk alleen, maar
iets verschoven en er heerscht eene bedenkelijke
achterstand. Spreker zou graag worden ingelicht,
hoe het nu staat met de plannen van Patrimonium
en. van de Woningvereeniging Leeuwarden.
Den heer Scliaafsma doet het groot genoegen dat
de aandacht weer eens gevestigd is op het noodza
kelijke van. woningverbetering. Ook spreker heeft
dit punt in den. laatsten tijd nog al eens ter sprake
gebracht. Met genoegen ook hoorde spreker, dat een
van de vroegere felste tegenstanders van woning
bouw door de gemeente, de heer Fransen, thans is
bekeerdlvan dat standpunt. Beter zou 't evenwel ge
weest zijn, als de heer Fransen een jaar of wat ge
leden reeds op dit gewijzigde standpunt had ge
staan, en zegt spreker ons toen niet had tegen
gewerkt ten opzichte van de plannen voor gemeen
telijken woningbouw.
De heer Fransen. Hoe de heer Scliaafsma zich
geroepen kan vinden om mij uit te maken voor een
vroegeren tegenstander van gemeentelijken woning
bouw is mij een raadsel. Ik heb mij nog nooit uitge
laten tegen het bouwen door de gemeente. De heer
Schaafsma is misschien in de war met de w ij z e
van. bouwen. Wel was ik tegen het bouwen in eigen
beheer, en voor aanbesteding, maar dat is heel wat
anders. De heer Schaafsma moet weten dat hij leu
gens vertelt.
De Voorzitter verzoekt den heer Fransen zich
te matigen.
Wat de bouwplannen aangaat, kan spreker mede-
deelen, dat Burgemeester en Wethouders met de
plannen van Patrimonium en. de Woningvereeni
ging bezig zijn, Burgemeester en Wethouders zijn
niet werkeloos geweest.
De heer Fransen vroeg meer medewerking van
Burgemeester en Wethouders met de commissies,
maar spreker kan meedeelen, dat hjj bij de woning
stichting Patrimonium er integendeel op heeft aan
gedrongen om toch voort te maken, om de zaak
zooveel mogelijk te bespoedigen. Aan de medewer
king van dezen kant heeft het beslist niet gehaperd.
Het verzoek van Patrimonium is ingekomen op
4 Maart .1918. De bouw betrof grootendeels het
bouwen van burgerwoningen. De meeste waren zoo
groot, dat zij niet een beetje de huurgrens (die voor
Leeuwarden is vastgesteld op 3.25) overschreden.
Het waren woningen van 6.en 7.Nu is
liet waar, dat ook liet Rijk in deze tijden wel
eenigszins de hand licht met die huurgrens, maar
dergelijke woningen, zijn toch met den besten wil
van de wereld niet onder arbeiderswoningen te
brengen. Op 30 April is een nieuw plan ingediend.
Op 3 Mei is het naar den directeur van gemeente
werken gegaan, op 17 Mei kwam het van dezen te
rug, op 25 Mei zijn diens bezwaren ter kennis van
liet bestuur van Patrimonium gebracht en op 1
I Juni is het plan van Patrimonium terugontvangen.
Nu wacht dit plan, en. dezelfde reden geldt voor
het plan van de Woningvereeniging Leeuwarden,
op een circulaire van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, welke Burgemeester en Wethou
ders wel niet officieel is meegedeeld, maar waarin
ten opzichte van de exploitatierekening voorschrif
ten worden gegeven, die afwijken van de exploita
tierekeningen, zooals ze zijn ingediend. Om te
voorkomen dat die plannen straks om deze reden
terugkomen, zijn nu inlichtingen gevraagd bij den
Inspecteur van de Volksgezondheid te Amersfoort.
Ook daar is op spoed aangedrongen. Spreker hoopt,
dat het punt in de volgende' raadsvergadering aan
de orde zal kunnen komen, want het is in hooge
mate gewenscht, dat met den bouw zal worden
voortgegaan. Al komen deze plannen tot stand, dan
zal het, naar spreker gelooft, noodig zijn dat de
gemeente zelf ook nog tot bouwen overgaat. Met
deze woningen zal men er wel niet kunnen komen.
Althans moeten de noodige voorbereidingen worden
getroffen om ook vanwege de gemeente de hand
aan den ploeg te slaan. Hieromtrent bestaat vol--
komen overeenstemming tussehen beide sprekers
en Burgemeester en Wethouders.
De heer Djjstra zit niet in de woningstichting
I Patrimonium, maar hij heeft iets gehoord omtrent
bedenkingen aangaande de huur. is dat het be
zwaar? zoo vraagt spreker.
De Voorzitter zegt dat het verschil ten slotte
loopt over de huur. Patrimonium en' de gemeente
hebben verschil over een kwartje meer of minder
huur, maar daarop laat men de zaak niet wachten.
De bedoeling is, de plannen zoo bij den Raad in te
dienen onder mededceling van het verschil. Dan
kan de Raad beslissen.
Het allereerste plan strandde door zijn afwij
king van het stratenplan. Patrimonium wilde een
ander stratenplan dan de directeur van gemeente
werken en spreker en dan het voorloopig plan van
de stadsuitbreiding gaf. Dat gaf vertraging en het
heeft toen vrij lang geduurd, voor er nieuwe plan
nen werden ingediend. Daarop doelde spreker toen
hij zei, dat hij op spoed aangedrongen had.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
11 (agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Weihouders tot het in gebruik geven van een tweetal
lokalen in gemeenteschool no. 9, ten behoeve van werk
zaamheden van Engelsche krijgsgevangenen.
12 (agenda no. 13). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verlenging van den termijn van ontrui
ming van enkele bij raadsbesluit van 8 December 1914
no. 428R 234 onbewoonbaar verk'aarde woningen.