238 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 September 1918.
Cambuursterpad—Tjerk Hiddesstraat, omdat de ge
meente den grond langs de Bleeklaan en de Tjerk
Hiddesstraat voor haar eigen exploitatie wilde re
serveeren (zie Handelingen 8 Februari 1916, blz.
31). el zijn d!ie gedeelten met Uw goedvinden
ook in de plannen voor den bouw der woningen
opgenomen. Het voornoemde raadsbesluit van 15
Augustus 1916 moet dus nog een aanvulling onder
gaan in dien zin, dat daarin ook de bedoelde hoek-
pereeelen worden opgenomen en wel voor den
prijs van 8.per M.2, de waarde, waartegen
deze grond bij de verkaveling is geprijsd bij Uw
besluit van 26 Juni 1917.
Tevens kan nu aan dezelfde vereeniging ver
kocht worden de grond, begrepen in liet nieuwe
bouwplan, waarvoor 9 Juli 1.1. Uw steun is ver
kregen. Ook daar is gerekend op een grondwaarde
van 3.25 per M.2 Het te verkoopen gedeelte be
draagt 11960 M.2
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten:
a. alsnog aan de Woningvereeniging Leeuwar
den te verkoopen een gedeelte terrein aan de oost
en een aan de westzijde van de Tjerk Hiddesstraat
en gelegen op den hoek van die straat en liet Cam
buursterpad, onderscheidenlijk groot 360 en =t
340 M.2, de juiste grootte nader door een landmeter
van het kadaster op te meten, deel uitmakende
van de kadastrale perceelen sectie G nos. 10227
en 10232, bouwterrein, nel ijk zij op bijgaande tec-
kening met zwart-roode areu re zijn aangeduid, voor
den prijs van 8.per M2.
b. aan genoemde vereeniging te verkoopen de
gedeelten terrein aan de Auke Stellingwerfstraat
en de Jacob Binckesstraat, ter gezamenlijke grootte
van 11960 M.2, de juiste grootte voor zoover nog
noodig nader door een landmeter van het .kadaster
op te meten, en wel de kadastrale perceelen sectie
G nos. 10227 (ged.), 10228, 10238 (ged.), 10221,
10224, 10226 (ged.) en 0 '223. alle bouwterrein, ge
lijk zij op bijgaande teeken-ing met groene kleur
zijn aangeduid, voor den prijs van 3.25 per M.2
Wet algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
22 (agenda no. 23). Voortzetting der beraadslaging
over liet voorstel van Burgemeester en Wethouders om
te besluiten voortaan de uitkeeringen welke op grond
van vroegere raadsbesluiten aan slachtoffers der mobi
lisatie of aan crisis-werkloozen geschieden, van gemeen
tewege te doen plaats hebben, (zie verslag 13 Augustus
pag. 205j.
De beraadslaging wordt heropend.
De 'heer de Haan zegt dat hij vier weken geleden
heeft gevraagd overlegging van de schriftelijke ge-
daciitenwisseling, welke is gevoerd tusschen Burge
meester en Wethouders en het steuncomité. Aan dat
verzoek is voldaan; hij heeft die stukken gisteren
gezien. Zaterdag waren ze er nog niet. Hij bedoelt
n.l. de kaarten der verschillende wijken. Daaruit
heeft hij absoluut niets kunnen nagaan omtrent de
grieven van Burgemeester en Wethouders tegen
over het steuncomité! Spreker is daarom zeer be
langstellend om te vernemen wat de reden is, dat
Burgemeester en Wethouders met een praeadvies
bij den Raad zijn gekomen van den inhoud, als dat,
hetwelk de Raad vier weken geleden onder de oogen
kreeg. Hij zal er in eerste instantie niet veel van
zeggen. Hij wil erop wijzen, dat Burgemeester en
Wethouders betoogenin hun praeadvies, „dater veel
voor is te zeggen alle uitkeeringen in een hand te
brengen". En dan zeggen zij: „op grond van de op
gedane ervaring mag die eene hand niet zijn die van
het plaatselijk Steuncomité."
Verder deelen Burgemeester en Wethouders
mede, dat dit comité niet het lichaam is om op den
duur een dergelijke taak op zich te nemen. Met deze
bewering is spreker het volkomen eens. Vier jaar
geleden kon niemand veronderstellen dat. de oorlog
zóó lang zou duren. Op d e n du u r kan het comité
de taak niet op zich nemen en die is ook vervallen
als de vrede zal zijn gekomen. In het praeadvies
wordt nu gesproken over de totstandkoming van
het steuncomité door de samenwerking van vijf
kiesvereenigingen. Toen het initiatief van een paar
heeren is uitgegaan om een andere wijze van samen
stelling in te voeren, als tot dusverre gebruikelijk
was, en de kiesvereenigingen eene uitnoodiging
hebben gericht tot personen van verschillende rich
ting, is eene commissie van 24 personen gevormd.
De burgemeester zou als voorzitter optreden en die
heeft van de hem verleende vrijheid gebruik ge
maakt om 12 leden aan het comité toe te voegen,
zoodat V3 deel van het comité nu bestaat uit door
den burgemeester daartoe uitgenoodigde personen.
Deze heeft daarvan mededeeling gedaan in de
raadszitting van 11 Augustus 1914. De burgemeester
zal zich herinneren dat hij, na ruim 1 jaar voorzit
ter te zijn geweest, gedurende welken tijd spreker
onder zijne hoofdleiding met genoegen heeft samen
gewerkt, het comité plotseling deed opschrikken
door de mededeeling, dat hij, wegens drukke bezig
heden, voor liet Voorzitterschap moest 'bedanken.
De groote fout is nu geweest, dat er toen niet onmid
dellijk een der wethouders in zijne plaats is geko
men. Er zijn pogingen aangewend om den toenma-
ligen wethouder voor de financiën, den heer Ooster-
hoff, daarna om den wethouder van wien de gedach
te was uitgegaan de steunuitkeering voor rekening
der gemeente -te nemen, den heer Schoonder-
marlc tot Voorzitter te krijgen. Toen die pogingen
faalden is de aandacht op spreker gevallen, omdat
men meende dat de hand met de gemeente sterker
zou zijn dan wanneer iemand buiten den Raad tot
Voorzitter werd benoemd. Van grieven weet spre
ker niets en hem is ook niet bekend waarin het co
mité heeft gefaudeerd. Hij wil dan ook gaarne om
trent een en ander worden ingelicht.
De heer Collet zegt dat, toen de oorlog uitbrak, in
vele plaatsen comité's werden opgericht. Zij stelden
zich ten doel om de mensehen, die tengevolge van de
mobilisatie buiten werk werden gesteld, tegemoet te
komen. Er vielen toen alleen onder, de meuschen,
die direct door den oorlog of de mobilisatie werden
benadeeld. Hoe langer de oorlog duurde, hoe meer
werkloozen er kwamen, en hoe moeilijker het voor
de comité's werd uit te maken of iemand tengevolge
van den oorlog dan wel tengevolge van andere om
standigheden werkloos was geworden. Zoodoende is
er een andere groep bijgekomen, n.l. de z.-g.n, crisis-
werkloozen. Aan 'het comité werd opgedragen ook
deze werkloozen te steunen. Het is nu reeds vier
jaar'bezig en heeft naar sprekers1 meening heel goed
werk verricht. Spreker heeft de verschillende stuk
ken, die ter lezing lagen, ingezien en hij heeft niets
kunnen vinden waaruit bleek dat de commissie geen
goed werk heeft gedaan. Noch uit de kaarten, noch
uit iets andera In het voorstel van Burgemeester en
Wethouders komen dan ook over het comité com-
promitteerende woorden voor en dat tegen een co
mité, dat reeds- vier jaar zijn uiterste best doet.
Spreker bedoelt deze woorden: „uit het hooge be
drag der uitkeeringen op zich zelf mag niet de ge
volgtrekking worden afgeleid, dat zij in ruimer
mate werden uitgekeerd dan verdedigbaar is. Wel
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 10 September 1918. 239
gaf dit bedrag Burgemeester en Wethouders aanlei
ding opnieuw na te gaan of inderdaad bij de uitkee
ringen maat gehouden wordt, of zij alleen worden
toegekend volgens de regelen aangegeven door liet
Koninklijk Nationaal Steuncomité. Tot hun leed
wezen leidde het onderzoek tot een beslist ontken
nend antwoord op die vraag."
Spreker heeft gezocht om iets te vinden dat zulk
een antwoord aan het comité wettigt. Noch de
bedragen, noch de regelen van het Koninklijk Steun
comité geven daartoe aanleiding. Hij licoft wel iets
gevonden dat het tegendeel bewijst.
In Januari hebben Burgemeester en Wethouders
aan het Koninklijk Nationaal Steuncomité geschre
ven dat het zoo moeilijk is te beoordeelen of een ge
val is een crisis- of een oorlogsgeval. Zij hebben toen
o.m. geschreven: de schifting is meestal
niet t e m a k e n.
Het Koninklijk Nationaal Steuncomité heeft
daarop geantwoord
„Als regel blijft onze hulp dan ook uitsluitend be
perkt behalve tot de zoogenaamde oorlogsslachtof
fers, tot de crisiswerkloozen, zijnde zij die werkzaam
zijn in een tak van bedrijf, waarin op dit oogenblik
in vergelijking met den toestand van voor den oor-
lag, een abnormale werkschaarschte hecrscht.
Waar de crisistoestand echter reeds gedurende
ïuim drie jaren zich steeds in toenemende mate ver
scherpt heeft, kan het aangenomen stelsel op dit
oogenblik bezwaarlijk ongewijzigd intact blijven, en
dient er rekening mede te women gehouden met het
feit, dat zij, die in normale omstandigheden wel ge
acht konden worden door een korten duur van sei
zoenwerkloosheid met eigen middelen heen te ko
men, daartoe onder de huidige tijdsomstandigheden
niet langer in de gelegenheid zullen zijn.
De grenslijnen zijn uiteraard op dit gebied moei
lijk aan te geven, doch in geen geval kunnen onder
de bemoeiingssfeer van de steunbeweging begrepen
worden zij, die in normalen tijd steeds op hulp van
Armbesturen of andere philantropische colleges
waren aangewezen."
Spreker heeft nu gemerkt dat het comité enkel
crisisge vallen heeft gesteund ten minste dat het
zich er zooveel mogelijk aan heeft gehouden. Er zal
wel eens een fout zijn gemaakt en wie doet dat
niet wel eens en er zal wel eens iemand zijn ge
steund die gewoonlijk door het armbestuur ge
steund werd, maar spreker is bij informatie geble
ken dat er dikwijls menschen, door liet comité naar
liet armbestuur verwezen, werden teruggezonden
met de boodschap: jullie hoort bij het steuncomité
thuis. Het comité is dan ook in vele gevallen zeer
voorzichtig geweest en het heeft niet te ruim met
het geld omgegaan.
Uit andere stukken is gebleken er zijn lastige
gevallen en lastige menschen, en spreker ziet de
arbeiders niet voor heilige boontjes aan, dat het
comité veel last is veroorzaakt door menschen, die
er zoo zoo tusschen door konden. Het comité heeft
getracht die groep menschen te dwingen een zeke
ren arbeid te verrichten en bij weigering steun te
onthouden. Het heeft vergaderd met een bestuurslid
van de werkverschaffing en het resultaat van die
besprekingen in een brief aan Burgemeester en
wethouders medegedeeld, In het schrijven van het
comité aan Burgemeester en Wethouders van
24 Mei staat:
„Door de groote werkloosheid en stopzetting van
verschillende bedrijven is het aantal werkloozen in
de laatste maand zeer gestegen. A an degenen, die
zich bij het Leeuwarder steuncomité aanmelden,
wordt vooraf steeds onderzocht, of zij bij de Armen-
kamer bekend zijn, omdat deze, met uitzondering
van degenen, die alleen geneeskundige hulp kregen,
in het algemeen niet gesteund worden.
Nu bevinden zich onder de werkloozen van de
laatste maand velen, die eenerzijds bij de Armenka-
mer niet als vroeger ondersteunden bekend waren,
terwijl ons comité anderzijds bezwaar had om deze
personen gedurende geruimen tijd te steunen, zon
der dat daartegenover een arbeidsprestatie stond.
Bedoeld wordt die categorie van ongeschoolde arbei
ders, die in goede tijden een zeer ruim weekloon ver
dienen, niets daarvan besparen en die onmiddellijk
bij een crisis zonder eenige middelen zijn.
Hel is in het oijzonder met het oog op deze onge
schoolde arbeiders, dat ons Comité 17 Mei j.l. een
vergadering heeft gehad met een lid van het Be
stuur der Werkverschaffing, den heer W. C. de
Groot, en met oen secretaris der Armenkamer.
De heer de uroot deelde mede, dat de „werkver
schaffing" bereid was haar werkzaamheden, die
einde April eindigen, en die voorloopig tot einde
Mei zijn gecontinueerd, voort te zetten, op gew ijzig-
den voet, indien uaartoe medewerking wordt verkre-
gen.
Het ligt dan in de bedoeling om hout in bepaalde
maten te maken, en met de brandstoffenhandelaren
een overeenkomst te- treffen om dit hout over te
nemen.
Zoo mogelijk zou een maximum van 100 men
schen aan het werk worden gezet. Het loon bedraagt
thans voor hen, die de geheele week werken, 6.72
met 1 toeslag. Dit loon zou dan moeten worden
gebracht op 10.40, althans voor de gehuwden, daar
het geen toelichting 'behoeft, dat geen gezin van
7.72 per week kan bestaan.
Diegenen der werkloozen, die door het Steun
comité in overleg met de Armenkamer naar de werk
verschaffing worden verwezen en die dit mochten
weigeren, worden van iederen steun uitgesloten.
De Vereeniging „Werkverschaffing" is zelve be
reid in de kosten te dragen en ook om een hernieuwd
beroep te doen op hen, die haar werk steunen, doch
het tekort zal door liet steuncomité moeten worden
gedragen. Een exploitatierekening zal worden opge
zet, zoodra ATan Uw College is vernomen, dat het in
principe met het plan aceoord gaat.
Het zou natuurlijk verre de voorkeur verdienen,
wanneer door de gemeente gelegenheid werd gege
ven tot arbeid, zooals is geschied met liet aanleggen
der begraafplaats, waar een gedeelte der gesteun-
den aan den arbeid heeft kunnen gaan, Maar zoo
lang nat niet geschiedt, schijnt ons comité bovenbe
doelde oplossing doelmatig".
Het comité is dus bezig geweest een zekere groep
tot arbeid te dwingen. Dat is nu geen geld weg
gooien. Burgemeester en Wethouders nu hebben
niet spoedig op bovenstaanden brief geantwoord.
De werkverschaffing zou de maand Mei uit duren
en liet bestuur was genegen door te gaan als liet be
richt kreeg. Maar dat kon het comité" niet op eigen
houtje doen. In plaats van direct te antwoorden,
antwoordden Burgemeester en Wethouders pas
op 2 Juli.
Eerst zeggen Burgemeester en Wethouders in dat
schrijven, dat zij alle uitkeeringen in geld zelf ter
hand zullen nemen en ten slotte zeggen zij:
„Wat uw schrijven van 24 Mei 1.1. betreft, op dat
oogenblik had de vereeniging voor Werkverschaf
fing nog werkloozen aan den arbeid en zou zij zoo
lang mogelijk met hare werkzaamheden -doorgaan.
Met de bovenbedoelde verandering heeft 1 w voor
stel trouwens zijn belang verloren".
Ja, zegt spreker, dat is nog al glad. De A\ erkver-,