Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 September 1918. 248 De Voorzitter kan dat niet toegeven. De wet, zegt spreker, heeft het onderwerp tot zich getrokken en de uitvoering opgedragen aan Burgemeester en Wethouders. Daardoor is het onderwerp onttrokken aan de bevoegdheid van den Baad. Alleen als Bur gemeester en Wethouders een crediet noodig heb ben, moeten zij zich tot den Raad wenden. De heer Zandstra vraagt of het niet mogelijk is om Burgemeester en Wethouders te verzoeken na mens den Baad bij de regeering aan te dringen op verlaging van den prijs der kleiaardappelen. De Voorzitter antwoordt dat de Baad clat wel kan doen, daar zulks tot zijne bevoegdheden behoort. Het gaat daar echter nu niet over Het gaat er over om van gemeentewege een toeslag te geven. De heer Zandstra zal er voor zorgen, dat er de volgende vergadering een voorstel in dien geest komt. De heer Dykstra zegt dat het, als er een adres naar de regeering gaat, zoo lang duurt, dat wij wel den nieuwen oogst kunnen halen. Waar nu de voor zitter zegt, dat het een zaak is van Burgemeester en Wethouders, hangt het er van af of zij er iets voor voelen of zij toeslag zullen geven of niet. Spre ker vraagt daarom of Burgemeester en Wethouders ook kunnen mededeelen welke gedachte hieromtrent bij hen bestaat. De Voorzitter kan dat niet zeggen. De zaak is nog niet door Burgemeester en Wethouders besproken. Het komt spreker voor, dat de door den heer Zand stra aan de hand gedane oplossing de beste is. Een voorstel daartoe moet dan in een volgende vergade ring ter tafel komen. Dit adres behoort aan Burge meester en Wethouders. De lieer Beekhuis kan zich vereenigen met de ge dachte van den voorzitter. Spreker vraagt of Bur gemeester en Wethouders deze zaak direct in studie willen nemen, opdat zij in de volgende vergadering hun oordeel kunnen mededeelen. De Voorzitter kan die toezegging wel doen. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt thans besloten. 13. adres van P. de Vries om verhooging van de tarieven voor het pontveer over de gracht achter den Prinsentuin, of tegemoetkoming wegens hooge kosten der treklijn of verlaging der pachtsom. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van praeadvies. 14. schrijven van het bestuur der Woningver- een iging „Leeuwarden" om gelden beschikbaar te stellen voor den aankoop van materialen ten be hoeve van den woningbouw aan het Cambuurster- pad. Hiertoe wordt met algemeene stemmen besloten. 15. adres van mej. A. K. van der Wonde, hoofd der bewaarschool te Grootebroek, tot 3 Augustus 1918 onderwijzeres aan gein. bewaarschool no. 5, om toekenning van het bedrag, waarmee hare jaar wedde op 1 Januari 1.1. is verhoogd, tot den datum van haar ontslag. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ten fine van praeadvies. 16. adres van mej. S. Wouters-Meijer en andere schoonmaaksters van schoolgebouwen dezer ge meente om belangrijke verhooging van. hare beloo ning. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 17. adres van. de Evangelische vereeniging „De Bijbel", om over te gaan tot afschaffing van de ker mis. Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd. 18. de rekening van het gemeentelijk werkloo- zenfonds, dienst 1917. Wordt in handen gesteld van de heeren Menalda, Fransen, Collet, om onderzoek en rapport. 19. de begrooting van inkomsten en uitgaven der Stads Bank van Leening, dienst 1919. Wordt in handen gesteld van de heeren: Beek huis, De Haan, Terpstra, om onderzoek en rapport. 20. voorstel met toelichting van de heeren S. is ij- holt, L. Dijkstra en T. Terpstra, om een gemeente lijk land- en tuinbouwbedrijf in te stellen, omvat tende a. de exploitatie van daarvoor beschikbare, ge schikte gemeentegronden voor den verbouw van land- en tuinbouwgewassen b. den verkoop van de verkregen producten direct aan den consument. Wordt besloten dit voorstel in overweging te ne men en in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om praeadvies. De heer Dijkstra vraagt of dit voorstel ook kan worden gedrukt. Het is een vrij omvangrijk voor stel. De Voorzitter antwoordt dat dit geen bezwaar zal opleveren. Het kan tegelijk met liet prae-advies worden gedrukt. De heer Dijkstra had het graag eerder. De Voorzitter: „Voor dien tijd komt het toch niet in behandeling". Het lijkt spreker praktischer het voorstel tegelijk met het prae-advics te doen druk ken. De heer Dijkstra: „Dan kunnen de leden er slechts flauw kennis van nemen". Als 't Dinsdags vergade ring is en de leden krijgen de stukken pas des Zater dags, dan hebben zij geen tijd tot studie. Het ver dient overweging dat de leden de stukken eerder krijgen. De Voorzitter zegt toe dat er voldoende tijd zal worden, gegeven tussc'hen de rondzending der stuk ken en de behandeling. Naar aanleiding der Ainster- damsche kwestie kunnen de leden zich van het denk beeld wel op de hoogte stellen vóór het voorstel ge drukt is. De lieer Dijkstra zegt dat diens bezwaar onder vangen is door de toezegging dat het voorstel niet direct na de rondzending zal worden behandeld. 21. dat Burgemeester en Wethouders hebben aangewezen de navolgende leden van hun college voor de na te noemen raadscommissie, als: tot voorzitter der oommissie voor de openbare werken en het Stedelijk muziekkorps den heer P. Hiemstra; tot voorzitter der commissie-voor de gemeente lijke lichtfabrieken den heer Oosterhoff; tot voorzitter der commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen den heer Sehoondermark. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: Aanbeveling voor de: benoeming van een leeraar in het boekhouden aan de Burgeravondschool voor den cursus 19181919: W. Hoogland te Arum, benoemd leeraar in het boekhouden en handeJsrekenen aan den 3-jarigen handelscursus te Heerenveen. 2. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders omtrent bezwaarschriften tegen aanslagen in 'het vergunningsrecht, dienst 1918/1919. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 September 1918. 249 De stukken 1 en 2 hebben ter visie gelegen om nog beden te worden behandeld. 3. Alsvoren op het adres van de bakkerspa- troonsvereenigiug alhier, om aan hare leden voor het opplakken van de bons der Rijksbroodkaarten eene vergoeding toe te kennen. 4. Alsvoren op het adres van B. Klein Wassink e.a. om te 'besluiten alhier voortaan geen kermis te houden. 3. Alsvoren op het adres van A. J. Oostergetel om eervol ontslag als 'boekhouder der gem. gas fabriek. 6. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het nader adres van G. du Bois Pz. om hem als aannemer van betonbruggen in den Dokkumer- trekweg alsnog een verhoogde tegemoetkoming in de cementprijzen toe te kennen. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming in eigendom, onderhoud en beheer, van liet Schapendijkje. 8. Alsvoren om S. Krol met ingang van 1 No vember e.k. op zijn verzoek te ontheffen van de pacht der Vlietster- en Boomsbruggen. 9. Alsvoren om de vergoeding, toegekend aan den opzichter der stadsreiniging D. Bottinga, voor de waarneming der betrekking van directeur van dien dienst, in plaats van op 300 op 600 per jaar te bepalen. 10. Aanbeveling voor de benoeming van een scholarts in deze gemeente, vacature-dr. J. Hingst en P. B. Westerhuis, arts: 1. P. de Vries Jz„ arts te Oosterend. 2. Dr. E. J. Hamburger, gemeentearts te Gouda. 3. Dr. A. J. Hovy, arts te Utrecht. De stukken 3—10'zullen in een volgende verga dering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1 (agenda no. 2). Benoeming van een leeraar in het boekhonden aan de burgeravondschool voor den cursus 19181919. De Voorzitter deelt mede, dat de eenig aanbe volen? zijne sollicitatie heeft ingetrokken. Spreker stelt voor dit punt van de agenda af te voeren. De beer Zandstra: „Er is nog een op het tal' De Voorzitter: „Niet aanbevolen". Spreker ge looft dat het heter is de benoeming aan te houden. De lieer Zandstra zal zicili niet verzetten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 2. DeVoorzitter wenselit nog 'n punt mondeling af te doen n.l.het verzoek om aan de gemeentewerklie den een uitkeering in eens te doen van 100. De vorige maal is dit punt niet behandeld in verband met de vacantie. De vergadering van Burgemeester en ethou- ders was onvoltallig. En men was van meening, dat het beter was een dergelijk punt in voltallige ver gadering te behandelen. Inmiddels is met het oog op den spoed die gevraagd is de zaak door Burge meester en Wethouders besproken. De meerderheid van het college stelt nu voor 73 te geven, maar niet alleen aan gemeentewerklieden, maar aan alle gehuwde personen in gemeentedienst, die duurte- bfjslag genieten, met de bepaling deze toeslag, komt neer op eene loonsverhooging van per week dat als de commissie, die in onderzoek heeft de herziening der salarissen, mocht besluiten tot ver hooging van de looneu, die loonsverhooging dan niet ingaat voor 1 Juli 1019. De heer Schaafsma kan zich gedeeltelijk met het voorstel vereenigen. Hij is blij, dat'het college heeft besloten om niet alleen aan de werklieden, maar ook aan de ambtenaren 75 te geven. De bepaling even wel, dat een eventueele loonsverhooging dan niet eerder zal ingaan dan met 1 Juli 1019, vindt spreker wat al te vreemd. Als. de Raad er toch toe overgaat 75 te geven, dan doet hij dit irr de overtuiging dat de betrokkenen met wat zij aan. loon en toeslag ont vangen niet rond kunnen komen, gedurende dit jaar. En waar nu de duurtetoeslag ook loopt tot 1 Januari .1919, moet die zaak dan weer onder de oogen worden gezien. Spreker stelt voor aan het voorstel van Bur gemeester en Wethouders te ontnemen de bepaling van 1 .Juli 1019 en daarvoor in de plaats te zetten 1 Januari 1910. Met zijn medecommissieleden heeft spreker er niet breedvoerig over gesproken, maar hij gelooft niet dat er, als de commissie mocht besluiten tot loonsverhooging, een voorstel zou komen, dat terug werkende kracht bezit. Spreker vindt het ook ft> gisch om een voorstel tot loonsverhooging in wer king te doen treden met 1 Januari, den datum, waarmee de nieuwe begrooting begint te loopen. Spreker wil daarom ook lezen 1 Januari. Hij wenscht nog een opmerking te maken. Burgemeester en Wethouders spreken over ge huwden. Maar vraagt hij, is het niet verstandig ook er bij te nemen die mensehen, die met gehuwden ge lijkgesteld worden, n.l. zij die een gezin onderhouden of kostwinuaars zijn. De heer Terpstra had dit laatste ook te berde wil len brengen. Hij onderschrijft geheel het door den lieer Schaafsma gesprokenen. De heer Tulp vraagt wanneer de voorzitter deze toelage denkt uit te betalen. De Voorzitter: „Aanstonds". De heer Tulp kan niet meegaan met des voorzit ters berekening, dat deze toeslag neerkomt op eene loonsverhooging van 3 per week. De Vooritter: „Als de som ineens wordt uitge keerd is dit meer dan bij uitbetaling per week. Men moet er de rente bij rekenen". De heer Tulp vindt het voor 'het ontwerpen eener nieuwe regeling moeilijk om dit in het voorstel te leggen. De Voorzitter: „Het. is 2 per week". De heer Tulp merkt op, dat ook ongehuwde», hoe wel die alleen voor zich zelf hebben te zorgen, veel meer uitgaven hebben. Spreker vraagt of het niet wensehelijk is om aan de ongehuwden 25 uit te koeren. De heer Hiemstra (wethouder) heeft aan liet ge sprokene niet veel toe te voegen. Hij kan het denk beeld van den heer Schaafsma betreffende den datum van 1 Januari wel ondersteunen. Hij acht clat beter clan de datum van 1 Juli 1019. Wij leven in een abnormalen tijd en wij weten niet of in dien tijd van 9 maanden de zaak niet weer veranderd moet worden. Spreker acht het daarom niet ge- wensdht dat cle Baacl zich aan dien termijn van 1 Juli 1919 bindt. Alle mogelijke dingen kunnen er in clio'9maanden gebeuren en dan zijn wij gebonden aan liet raadsbesluit. Spreker wil dat liever niet. Bovendien is het te verwachten, clat de commissie nauwelijks niet 1 Januari gereed is. Als waarborg,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1918 | | pagina 2