I
Vergadering van Dinsdag 22 October 1918.
208 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 October 1918.
De heer Tieniersma zegt, dat er algemeen wordt
aangedrongen op verlaging van den prijs der klei-
aardappelen. En daarvoor is, meent spreker, alle
reden. De toestand is nu zoo, dat de prijs feitelijk
geen 9x/2 cent, maar 14 a lö cent per K.G. is. Het
derde gedeelte toch gaat er wel van verloren door
ziekte en rot. Zelf heeft spreker geconstateerd, dat
er van 9 K.G., 6 K.G. over bleef. Het is nu de vraag:
wat kan men met de zieke aardappelen doen! Kan
men ze aan den leverancier terugbrengen, of is er
een andere weg. Terugbrengen zal niet gaan, omdat
de leverancier er geen andere voor ontvangt. Hij
moet dus onwaardig voedsel koopen. Het resultaat
is, dat de mensehen er in het geheel niet mee toe
komen. Spreker hoopt dat Burgemeester en Wet
houders dit onder de oogen zullen zien.
De heer Berghuis (wethouder) kan er niet veel
van zeggen. Sedert hjj belast is met de voorberei
ding voor de distributie zijn nog maar enkele dagen
vcrloopen. Hij is het wat de aardappelen betreft
met den heer Tiemersma eens en overtuigd, dat het
met die aardappelen een toestand is, waarin ver
betering moet worden gebracht. Spreker kan mede-
deelen, dat er ieder oogenblik aardappelen worden
afgekeurd, volgens verklaring van een controleur
door hem in één week een 45-tal schepen. Dat de
aardappelen vaak slecht zijn erkent hij, doch wat er
aan gedaan moet worden, weet spreker niet. Hij
weet wel, dat er iets moet gebeuren. A.s. Donder
dag vergadert de distributie-commissie. Hij is er
voorstander van, dat voor het vervolg zooveel mo
gelijk die commissie eerst wordt geraadpleegd en
daarna de maatregelen worden genomen. E11 niet
andersom of een bloote mededeeling van gedane
zaken. Terugbrengen naar den leverancier gaat
niet.
Den heer Zandstra kon spreker mededeelen, dat
er een groot verzet is ontstaan tegen de verhoo
ging van den prijs van het wittebrood. Spreker zal
Burgemeester en Wethouders voorstellen adhaesie
aan een desbetreffend adres van Amsterdam te be
tuigen.
De heer Tulp wil dan ook protesteeren tegen ver-
'hooging van den suikerprijs.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzit
ter de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 October 1918 209
Tegenwoordig 19 leden, te weten de heeren:
Zandstra, Dijkstra, Tulp, Dijstra, Tiemersma, de
Haan, Collet, de Vos, Berghuis, N ij holt, Hiemstra,
Haverschmidt, Beekhuis, Schoondermark, Attema,
Menalda, Cohen, Kransen en van Sloterdijek.
Afwezig 6 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren: Koopmans en Oosterhoff.
Zonder kennisgeving de heeren: Terpstra, Pele-
tier, van Weideren baron Rengers en Schaafsma.
Voorzitter: de heer J. A. A. Schoondermark,
loco-burgemeester.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat bij Koninklijk besluit van 18 September
1.1. no. 57 is goedgekeurd de verordening tot het
heffen van schoolgeld voor onderwijs aan de school
van M.O. voor meisjes, vastgesteld bij raadsbesluit
van 9 April 1918;
2. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd
de raadsbesluiten d.d.: 24 September 1918 tot aan
koop van het perceel Doelestraat no 8;
8 October d.a.v. tot aankoop van 6 perceelen wei
land tusschen het Kalverdijkje en liet Cambuur-
sterpad
3. dankbetuiging van het comité van actie in
zake duurtebijslag ten behoeve van gepensionneer-
den in Friesland voor 's-Raads gunstige beschik
king hieromtrent.
De mededeelingen 1—3 worden voor kennis
geving aangenomen.
4. adhaesiebetuiging van de R.K. vereeniging
van patroons in de textielbranche met de adressen
inzake de Zondagssluiting van winkels, met ver
zoek de te ontwerpen verordening tevens uit te
strekken over de algemeen erkende Christelijke
feestdagen.
Zal bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd.
5. schrijven van 14. G. W. Sprenger, om hem niet
ingang van 1 Januari 1919 ontslag te verleenen als
lid der commissie van beheer over het Stadszieken
huis alhier.
Het gevraagd ontslag wordt verleend onder
dankbetuiging voor de bewezen diensten.
6. schrijven van voogden der Stadsarrnenkamer,
houdende aanbeveling voor de benoeming van twee
voogden dier instelling wegens periodieke aftreding
van N. Oottema, die niet voor een herbenoeming
in aanmerking wensciht te komen en van G. Dijk
stra;
a. vacature N. Ottema:
1. F. J. A. Fritzlin,
2. Th. A. Overmeer,
3. mr. J. W. Tysma,
b. vacature G. Dijkstra.
1. G. Dijkstra,
2. mr. J. A. Lucardie,
3. A. R. van der Sluis.
Zal in eene volgende vergadering worden behan
deld.
7. aanbeveling van de commissie van toezicht op
de scholen van middelbaar onderwijs voor de be
noeming Van twee leden dier commissie, wegens
uitbreiding van het getal dier leden;
a. aftreding 31 December 1922:
1. mevr. mr. Goslings-Lysen,
2. mevr. Beucker Andreae-Zeverijn,
3. mevr. Sprenger-Baart de la Faille.
b. aftreding 31 December 1921:
1. A. Limburg, districtsschoolopziener,
2. K. van Riezen, oud apotheker,
3. dr. W. A. Poort.
Zal in eene volgende vergadering worden behan
deld.
8. aanbeveling van curatoren van het gymna
sium voor de benoeming van een curator, vacature
mr. J. A. N. Patijn;
1. mr. C. B. Menalda,
2. mr. Ch. H. 's Jacob,
3. mr. C. Beekhuis.
Heeft ter visie gelegen, om nog heden te worden
behandeld.
9. schrijven van de commissie van beheer over het
Stadsziekenhuis, houdende verzoek om wijziging-
van de begrooting dier instelling, dienst 1918.
Wordt in handen gesteld van de heeren van Slo
terdijek, de Haan en Terpstra, om onderzoek en
rapport.
10. schrijven van den Raad der gemeente IJlst,
waarbij wordt verzocht bij Hare Majesteit de
Koningin, de Eerste en Tweede Kamer der Staten-
Generaal, te ondersteunen een door hem tot de
regeering en de Staten-Generaal gericht adres be
treffende de wettelijke uitwerking van art. 192 der
grondwet
Zal worden medegedeeld, dat de Raad geen vrij
heid kan vinden, om aan het verzoek te voldoen.
11. adres van IV. Zadel alhier om aan het raads
besluit van 20 Juli 1.1. betreffende het verleenen
van toeslag op den prijs der cokes enz. terugwer
kende kracht te verleenen, zoodat ook zij, die voor
genoemden datum cokes bestelden en voor den
toeslag overigens in aanmerking komen, in het ge
not daarvan worden gesteld'.
Wordt voorgesteld dit adres in handen te stellen
van Burgemeester en Wethouders ter afdoening.
De lieer Tiemersma vraagt of het stellen in han
den van Burgemeester en Wethouders ten fine van
afdoening beteekent, dat rekening zal worden ge
houden met de wenschen van adressanten. Hij wil
toch de aandacht vestigen op het volgende. In
de vergadering van 25 Juni j.l. heeft de Raad
besloten om een reductie op den eokesprijs toe te
staan, omdat de rantsoeneering voor den winter
reeds was aangevangen.
Nu heeft de brandstoffencommissie bezwaar
gemaakt om aan dat besluit terugwerkende kracht
te verleenen. De bedoeling van den Raad was dat
wel. Nu zjjn er mensehen, die voor dien datum
hebben besteld en die laat worden bediend, die geen
reductie kunnen krijgen. Anderen daarentegen, die
na dien datum hebben besteld en vlug geholpen
werpen, kregen wel reductie. Dit heeft, meent
spreker, aanleiding gegeven tot groote onbillijk
heden. Spreker zou er prijs op stellen dat Burge
meester en Wethouders daarmee rekening zullen
willen houden. Waarschijnlijk is het beter, dat de
Raad op de geheele zaak terugkomt. Dan zouden
Burgemeester en Wethouders prae-advies moeten
uitbrengen.
De Voorzitter: „Stelt u voor het stuk in handen
te stellen van Burgemeester en Wethouders om
prae-advies daarop uit te brengen!"
De heer Tiemersma: „Ik zou zeggen, dat dit het
beste is".
Den heer Beekhuis komt het voor, dat er eene
onbillijkheid wordt begaan tegenover de mensdom,
die vroeg besteld hebben, te meer, daar de bevol
king werd uitgenoodigd vroeg te bestellen. Hij
meent echter, dat het niet noodig is, dat Burgemees
ter en Wethouders prae-advies uitbrengen. Het is
voldoende, als de burgemeester zegt dat Burge
meester en Wethouders rekening zullen houden
met de gemaakte opmerkingen. Met een prae-
advies komen wij niet veel verder.