350 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1918. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1918. 351
richting het verkeer zal leiden naar het Bonkehout en
Lekkum. De breedte van de drie hoofdverkeerswegen
worden respectievelijk 17.50 M. 11 M. en 11 M. De
overige straten tusschen deze breede wegen gelegen
worden in het algemeen 5 M. breed. Bij het ontwerpen
van deze straten is getracht zooveel mogelijk te zorgen
dat deze afgesloten zijn. Verder zijn verschillende
pleinen ontworpen, welke op de teekening eveneers
nader aangegeven zijn.
Plan no. 2 verschilt in zooverre van no. 1 dat een
gedeelte van het stratenplan als tuindorp is aange
geven. De ligging hiervan is zoover mogelijk uit de
stad gezocht, omdat daardoor bereikt wordt, dat de
omgeving met hare landerijen en natuur zich het beste
aan het tuindorp zal aanpassen. Het nut van tuin
dorpen zoowel uit een hygiënisch als uit een artistiek
oogpunt behoef ik U niet te beschrijven deze spreken
indien men zo in andere steden aanschouwt, voor
zichzelf."
Wat het gedeelte betreft, dat als tuindorp door den
Directeur is gedacht, doen wij in overleg met de
commissie voor de openbare werken thans nog geen
voorstel, doch wel komt het wenschelijk voor op het
niet aan de gemeente overgegane terrein, dat op de
teekening wit is gelaten en dat gelegen is aan den
straatweg tusschen do Bleeklaan en het plein bij den
aanvang van het Kalverdijkje, met bouwverbod te
bezwaren de strook waarover een straat is ontworpen,
die op den straatweg uitkomt. Aldus zal met het plan
strijdige bouw aan den Groningerstraatweg kunnen
worden voorkomen.
Nader stellen wij ons voor Uwe goedkeuring op de
prijsbepaling der bouwblokken te vragen. Deze zal
gemiddeld op 5.per M2. moeten worden gesteld
voor de 83000 M2. die beschikbaar komt. De kosten
van den straataanleg beloopen volgens raming van
den Directeur 235000.—.
Wij geven U voor het tegenwoordige alzoo in over
weging te besluiten
1°. Burgemeester en Wethouders een crediet te
verleenen van 235000.voor straatlaanleg op de
kadastrale perceelen sectie F nos. 2933, 1287, 1286,
1285, 1284-, 1283, 2589, 2590, 2932 en 1291, volgens
plan 2 (behoudens het gedeelte dat als tuindorp is
ontworpen) aan Burgemeester en Wethouders inge
zonden door den Directeur der gemeentewerken bij
brief van 29 November 1918 no. 1645/85 a
2°. ten einde te komen tot een bouwverbod op de
strook gemerkt A B en het driehoekig terreintje C
D E, te verklaren dat deze in de naaste toekomst
voor den aanleg als straat en plein bestemd zijn en
daartoe te nemen het in ontwerp volgend besluit.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat het noodig is, met het oog op
de eventueele bebouwing van de aan de gemeente
behoorende perceelen, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie F nos. 2933 en 1283 tot en met
1287. de zekerheid te hebben, dat te zijner tijd de
straten, ontworpen op het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie F no. 2714, thans bij
verkoop in eigendom overgegaan aan verschillende
eigenaars, zullen worden aangelegd ter plaatse, als op
bijgevoegde teekening gemerkt A is aangeduid.
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders, op art, 27 der Woningwet en op het advies
der Gezondheidscommissie, gegeven bij schrijven van
21 December 1918
Besluit
te verklaren, dat in de naaste toekomst voor den
aanleg van een straat en een plein bestemd zijn de
gedeelten grond van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie F no. 2714, op bijge
voegde teekening, gemerkt B, onderscheidenlijk aan
geduid A B en C D E.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Vries wil niet over het voorstel zelf
spreken. Het is echter een onderdeel van het uit
breidingsplan. En Spreker zou er nu op willen aan
dringen dat het uitbreidingsplan ter kennis van den
Raad komt. Ieder weet er nu officieus iets van,
officieel niets. Spreker meent dat het tijd wordt dat
de Raad het kent. -?
De Voorzitter antwoordt dat het uitbreidingsplan
al op de agenda van Burgemeester en Wethouders
heeft gestaan. Wegens onvolledigheid van het college
is het er weer afgevoerd. De adviezen der Com-
missiën zijn reeds ingekomen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
11. ('igencla no. 12.) Praeadvies van Burgemeester I
en Wethouders op het adres tot verhooging der salarissen
van het personeel der Middelbare Avondhandelsschool.
Dit prae-advies luidt als volgt
Het is niet te verwonderen, dat, nadat door de
aanneming van het amendement-de Boer in Uwe ver
gadering van 12 November 1.1., waarbij de bezoldi
ging van de leeraren nan de Burgeravondschool van
50 per wekelijksch lesuur 's jaars op 70 was ge- a
bracht en niet op 60, gelijk dezerzijds was voorge
steld, de verhouding was verbroken tusschen de sala-
rieering van dit personeel en dat aan de Middelbare
Avondhandelsschool, dit laatste zich tot den Raad
heeft gericht om het te zijnen nadeele verbroken
evenwicht te herstellen. Dit is geschied bij adres
van 19 November 1.1. wat in onze handen om prae
advies is gesteld.
Naar aanleiding hiervan doen wij opmerken dat
aan de Burgeravondschool de lessen gegegeven wor
den van October tot en met Maart, dat is 6 maanden,
terwijl die aan de Handelsschool, voorbehoudens een
groote vacantie van 3*/2 maand, 't geheele jaar door
gaan. De verhouding van den werktijd is dus die
vau 12 17 en daarnaar gerekend, al kan, gelijk van
zelf spreekt, dit niet de eenige maatstaf zijn, is een
verhooging der bezoldiging van de leeraren aan de
Handelsschool, zooals geschied is van 70 (ƒ90 voor
de bevoegden) per wekelijksch lesuur tot ƒ80 (ƒ100)
niet te verdedigen. Die cijfers dienen o-i. thans te
worden 100 en 120. Wij hebben de eer U voor te
stellen te besluiten:
le. Uw besluit van 12 November 1.1. no. 514R/217
in dien zin te wijzigen
2e. adressanten te doen weten, dat op hun verzoek
is gelet.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Boer zegt dat het stuk, 't welk op deze
zaak betrekking heeft, begint met„het is niet te
verwonderen dat, nadat door de aanneming van het
amendement-de Boer enz."
Daarna wordt gezegd dat spreker de oorzaak is
van de verbreking van het evenwicht tusschen de
salarissen van het personeel van de Burgeravondschool
en dat van de Middelbare Avondhandelschool. Als
echter de Raad was ingegaan op het voorstel van
den heer de Haan om het salaris van de al- en niet
bevoegden gelijk te maken, zouden Burgemeester en
Wethouders thans zeker niet met dit voorstel zijn
gekomen.
Spreker staat nog op hetzelfde standpunt. Als aan
een inrichting van onderwijs, waar middelbare be
voegdheid wordt gevraagd, enkele leerkrachten zijn,
die deze bevoegdheid niet hebben, dan moeten ook
deze gelijk worden gesalarieerd als de bevoegden.
De verhouding van de werktijden zeggen Burge
meester en Wethouders is als 12 17. Nu is 17/l2 X
60 85. En dat is door Burgemeester en Wethou
ders niet voorgesteld. Het evenwicht was dus reeds
verbroken en komt dus niet alleen omdat spreker
bij amendement het voorgestelde bedrag van ƒ60.
heeft gebracht op 70.En dat amendement zou
het evenwicht niet hebben verbroken, indien de Raad
was ingegaan op het voorstel-de Haan.
Spreker aanvaardt de consequentie van het feit,
dat men, middelbare bevoegdheid vragende, die ook
neemt. Zijn die bevoegde krachten er niet te krijgen
en neemt men andere, niet bevoegde, dan moeten
ze toch gelijk gesalarieerd worden. Spreker wil
daarom voorstellen de beide salarissen te brengen op
120.Dan is de verhouding hersteld.
De Voorzitter deelt mede dat de heer de Boer
voorstelt de salaiissen gelijk te maken en te bepalen
op 120.per wekelijksch lesuur.
De heer Schoondermark (wethouder) zegt, dat de
heer de Boer de salarieering gelijk wil hebben. Dat
is niet te verwonderen als het voorstel komt van de
zijde van den heer de Boer. Deze wil alles gelijk
betalen. Maar dat is niet het standpunt, dat door
den Raad is ingenomen. De kwestie is deze. Het
salaris is 100.—, als iemand heeft middelbaar A.
Als iemand die bevoegdheid niet heeft, moet aan den
minister worden gevraagd of hij les mag geven. En
dan krijgt zoo iemand, hoewel niet bevoegd, ook
ƒ100.Heeft men evenwel een leerkracht met een
hoogere bevoegdheid dan geëischt wordt, n.l. de be
voegdheid om les te geven aan een Middelbare school
met 5-jarigen cursus, dan ontvangt die 120.
Hetzelfde systeem bestaat bij het Lager, Middelbaar
en Hooger onderwijs. Spreker gelooft dat de Raad
nu wel het verschil in opvatting tusschen den heer
de Boer en spreker zal begrijpen.
De heer de Boer komt op tegen de dwaze conclusie
van den heer Schoondermark, alsof spreker beweerd
zou hebben, dat plotseling alle salarissen gelijk moeten
worden. De verhoudingen in deze maatschappij ver
zetten zich daartegen maar al te zeer. Spreker wenscht
echter in geen geval verder te gaan, dan strikt nood
zakelijk schijnt en wit er dus niet aan meewerken,
dat aan eenzelfde inrichting van onderwijs deze onge
lijkheid onnoodig in de hand wordt gewerkt. En
dit is 't geval, wanneer wordt ingegaan op 't voor
stel van Burgemeester en Wethoudeis.
Verder valt 't spreker op, dat de heer Schoonder
mark nu onderscheid gaat maken tusschen een middel
bare bevoegdheid A en die, welke recht geeft om les
te geven aan een Hoogere Burgerschool met vijf
jarigen cursus. De discussie in de vorige vergadering
hierover heeft steeds in het teeken gestaan van 't
verschil in salarieering tusschen bevoegden en onbe
voegden.
Of spreker hierop verder zal ingaan, hangt af van
het lot, dat zijn voorstel zal ondergaan. Hij wil alleen
nog opmerken, dat zijn voorstel op dezelfde gronden
berust als dat van den heer de Haan in de vorige
vergadering.
De heer Schoondermark (wethouder) waarschuwt
den Raad om heel voorzichtig te zijn. Spreker is
bang dat de Raad hem niet heeft begrepen. Wij
hebben al- en niet bevoegden, die gelijk, d. i. met
100.worden betaald. Zij die bevoegd zijn les te
geven aan een Hoogere Burgerschool met3-jarigencursus
ontvangen niets meer dan de collega's van de handels
school, die de bevoegdheid niet hebben. Iemand, die
eene hoogere bevoegdheid heeft n.l. om les te mogen
geven aan een Hoogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus, krijgt f 20.meer. Spreker begrijpt niet
dat de heer de Boer dit niet inziet. Als men, gelijk
de heer de Boer wil, de salarissen op die manier om
hoog wil brengen weet spreker niet waar het einde
is. Dat is de heele kwestie.
De heer Nijholt hoort den heer Schoondermark
zeggen dat de Raad hem niet begrijpt. Nu, spreker-
begrijpt hem ook niet. Uit de woorden van den heer
Schoondermark meent spreker te moeten opmaken,
dat het prae-advies niet duidelijk is. En dat is de
aanleiding tot een misverstand. Uit wat in het prae-
advies staat leest spreker dat de al- en niet bevoeg
den verschillend worden gesalarieerd. De heer Schoon
dermark zegt dat dit niet zoo is en dat alleen de
meerdere bevoegden hooger zullen worden betaald.
Spreker kan er niet heelemaal bij.
De heer de Boer zegt, dat 't juist is wat de heer
Nijholt opmerkt. De onduidelijkheid van het prae-
advies is oorzaak, dat het niet wordt begrepen. Ook
in de couranten kan men gister nog lezen, dat werd
voorgesteld, om 100.te geven aan onbevoegden
en 120.aan bevoegden. Dien indruk heeft spreker
trouwens den vorigen keer ook gekregen. En nu laat
de heer Schoondermark het voorkomen, alsof 100.
wordt gegeven aan bevoegden zoowel als aan onbe
voegden, terwijl aan lien, die les mogen geven aan
een Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus 120.—
wordt uitbetaald. De wethouder heeft in het prae-
advies scheiding gemaakt tusschen bevoegden en on
bevoegden en spreker heeft dan ook alleen begrepen,
dat aan de onbevoegden minder salaris zal worden
opgegeven. Zooals bekend, is spreker daar tegen op
de reeds eerder ontwikkelde gronden.
Wat nu echter de nieuwe scheiding betreft, daar
tegen moet spreker met alle kracht opkomen. Zoo
zal dus bijvoorbeeld de toevalligheid, dat de Middel
baar acte boekhouden recht geeft les te geven aan
een Hoogere Burgerschool 5-jarige cursus en een mid
delbare acte A Engelsch slechts aan een Hoogere
Burgerschool 3-jarige cursus, 20.- per wekelijksch
lesuur verschil in salaris geven. Dat is toch te dwaas
om los te loopen. Trouwens, zoo heeft spreker het
de vorige maal ook niet begrepen en zoo is 't ook
niet door den wethouder voorgesteld. Was dit wel
het geval geweest, dan zou spreker hiertegen toen
reeds toen zijn opgekomen.
De heer de Haan heeft het toegejuicht dat de leer
aren der middelbare avondhandelsschool een adres
hebben ingezonden om te wijzen op de ongelijkheid.
Spreker betreurt het, hoewel hij er prijs op stelt do
zaak te behandelen, dat zulks heden geschiedt. Spreker
meent, dat de behandeling had kunnen worden uit
gesteld totdat de handelingen van den 12 November
in het bezit zouden zijn van de leden van den Raad.
Ieder kan nu niet op de hoogte zijn. Den vorigen keer
heeft de heer Schoondermark het niet tegengesproken
toen er gezegd is, dat er alleen verschil bestond tus
schen de heeren Siersema en Deinema en de heeren
Andriessen en Steegstra. Spreker heeft toen voorge
steld wat nu door den heer de Boer is opgemerkt.
Zijne bedoeling was ook om allen op 100.te
brengen. Spreker wil er nu niet meer van zeggen.
Hij vindt het beter, dat de behandeling wordt aan
gehouden totdat de handelingen van 12 November
in het bezit zijn van de raadsleden.
De heer Schoondermark (wethouder) heeft daar per
soonlijk niets tegen. Het doet hem pleizier, dat Burge-