aOS-j?" ~"v v.1 v*' v- sr~ -1 x "J 24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Februari 1919. moesten zich op alle mogelijke wijze trachten er door te helpen. Vast staat dat het slagersvak ontzettond heeft ge loden. Spreker meende dat in 't midden te moeten brengen, tegen wat omtrent de slagers is gesproken. De Voorzitter antwoordt, dat als 't gebeurd is dat een particulier een slachtvergunning kreeg, dat een vergissing was, en dat 't zeker niet weer zal gebeuren. Ondertusschen is er niet uit te komen, hoe die slacht- vergunningen moeten worden verdeeld. Van de 60 slagers in de stad zijn er zeker wel 20 of 25 bij spreker geweest om te klagen dat zij in verhouding te min krijgen. Fir is evenwel een lijst opgemaakt, met medewerking van den districtsveearts, een z.g. puntenlijst, en daaraan zal spreker zich voortaan houden, gelijk dat trouwens tot nu is geschied. Er is anders niet uit te komen. Wat de heer de Haan opmerkte is juist, maar moet dat, vraagt spreker, voor mij een reden zijn om meer slachtvergunningen te geven De heer de Haan Neen De Voorzitter. Bovendien, do slechte jaren voor de slagers zijn pas van den lateren tijd. De laatste oorlogsjaren waren slecht, maar de eerste oorlogsjaren waren dat niet. Toen is er reusachtig veel geslacht. Voor spreker, doch dit is een geheel persoonlijke meening, en men moest eigenlijk boter van de zaak op de hoogte zijn om er over to kunnen oordeelen, staat het vast, dat juist dat reusachtige slachten in de eerste oorlogsjaren oorzaak is van den slechten tijd, die volgde. In elk geval kan het gemeentebestuur daar niets aan veranderen. Zij kan enkel het beschikbare vee zoo eerlijk mogelijk verdoelen onder de zestig slagers. De betere tijden zullen niet weer komen voor de slagers, vóór er weer voldoende vee is, en de prijzen gezakt zijn. De heer de Vos bedoelde geen verwijt aan 't adres van den burgemeester. Spreker veronderstelt dat de slachtvergunningen gegeven worden op advies van de slagersvereenigingdit neemt evenwel niet weg dat zoo iets niet meer moet kunnen voorkomen. De Voorzitter heeft indertijd van de slagers zeiven een lijstje ontvangen, waarop stond, dat aan die en die slachtvergunningen konden worden gegeven. Dat is toen gedaan. De heer de Vos 't Was zijn eerste koe die hij hier slachtte. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten het adres om prae-advies te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 7. dat Burgemeester en Wethouders a. bij openbare inschrijving ten behoeve van de verbinding van de Jacob Binckesstraat met het Noord- vliet op afbraak hebben verkocht vier woningen, plaatselijk gekwoteerd Noordvliet nos. 191, 193, 195 en 189, aan S. Schuitmaker te Leeuwarden voor485. b. aan Mr. L. J. van Apeldoorn op zijn verzoek met ingang van 1 Maart e.k. eervol ontslag hebben verleend als directeur der levensmiddelenvoorziening alhier. 8. Dat het lid van hun college, de heer M. Schaafsma, is belast met de voorbereiding der zaken betreffende openbare werken, arbeidsbeurs, werkloos heidsverzekering, het stedelijk muziekkorps en de ijsbanen. 9. dat sinds de vorige opgaaf door onderscheidene belastingschuldigen op verschillende tijdstippen aan te weinig betaalde plaatselijke directe belasting naar het inkomen is bijbetaald eene som van 1651.92. De mededeelingen 79 worden voor kennisgeving aangenomen. II. Wordt ter tafel gebracht: 1. Aanbeveling voor de benoeming in de commis sie voor de gemeentelijke arbeidsbeurs I. van een plaatsvervangend lid-werknemer, wegens periodieke aftreding van M. Rozema, terwijl K. Dijkstra zijne benoeming in die plaats niet heeft aan vaard. II. wegens uitbreiding van het getal leden van a. een lid-werkgever b. een plaatsvervangend lid-werkgever c. een lid-werknemer d. een plaatsvervangend lid-werknemer. De aanbevelingen luiden als volgt sub I: 1. W. van der Molen, Cambuurstr. 44 2. J. van Dijk, Tichelstraat 48 sub II a. 1. P. F. J. Westra, Naauw 151 2. H. D. M. Hofstede, St. Jacobstraat 23 b. 1. N. Siebesma, Noordersingel 96 2. H. J. Peletier, Grachtswal 187 c. 1. Jac. B. de Vries, v. Sijtzamastraat 11 2. W. H. L. Nauta, Anjelierstraat 4 d. 1. J. Kuipers, Zaailand 88 2. W. Jorritsma, Rembrandtstraat. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 2. Alsvoren voor de benoeming van a. een voorzitter in elk der hoofdstembureaux in de kieskringen II en III en van leden en plaatsver vangende leden in elk der hoofdstembureaux in de kieskringen I, II en III voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad. b. leden en plaatsvervangende leden in de stem- bureaux voor de stemmingen ter verkiezing van leden der Provinciale Staten en van den Gemeenteraad. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om bij minnelijke schikking over te nemen onderscheidene eigendommen, gelegen aan de Peperstraat, vallende in het plan tot verbreeding van die straat. Wordt gedrukt als bijlage en bij de leden rond gezonden om te zijner tijd te worden behandeld. III. Rapporten. De heer van Weldaren baron Rengers rapporteert, dat de commissie, belast geweest met het onderzoek van een door de commissie van administratie der Stads Bank van Leening gevraagde machtiging tot het doen van af- en overschrijving van en op de begrooting dier instelling over het dienstjaar 1918, geen aanleiding vond tot het maken van op- of aan merkingen. Zij stelt derhalve voor de gevraagde machtiging te verleenen. De heer Haverschmidt rapporteert namens de be treffende commissie, dat het nazien van de rekening en verantwoording van het gemeentelijk werkloozen- fonds over 1918 haar geen aanleiding gaf tot het doen van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor, de rekening goed te keuren met een ontvangst en uitgaaf van 529.13. De Voorzitter stelt voor, deze rapporten in een volgende vergadering in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissiën voor den door hen verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. IV. De Voorzitter wenscht nog enkele mededee lingen te doen. Ingekomen is een schrijven van de Algemeene Winkeliers-, Industrie- en Handelsvereeniging, Leeu warden, waarin de leden van den Raad worden uit- genoodigd tot bijwoning van een vergadering, te houden in de Klanderij op 18 Februari a.s., 's avonds 8 uur, en waar als spreker zal optreden de heer D. Manassen, van Amsterdam, met het onderwerp „Gemeentewinkels". Spreker neemt aan dat de uitnoodiging hiermee aan de leden is overgebracht Voorts deelt hij mede, dat de heer Beekhuis verlof gevraagd heeft de volgende vragen tot Burgemeester en Wethouders te mogen richten le. Hebben Burgemeester en Wethouders reeds van het college van brandmeesters een rapport ontvangen omtrent den brand in het Paleis van Justitie 2e. zoo ja, blijkt dan uit dat rapport, dat de brand weer te Leeuwarden onvoldoende is georganiseerd, of dat het blusschings- of reddingsmateriaal ontoerei kend is 3e. zoo neen, zullen Burgemeester en Wethouders en Wethouders alsdan zoo spoedig mogelijk een rap port willen verzoeken van het college van brandmeesters, speciaal ter gemotiveerde beantwoording van de vraag of de organisatie van de brandweer al dan niet vol doende is en of het blusschings- en reddingsmateriaal al dan niet toereikend is Spreker stelt voor, het gevraagde verlof te ver leenen, na afhandeling der agenda. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. De Voorzitter deelt voorts mede, dat de heer Nijholt verlof heeft gevraagd tot het stellen van de volgende vragen aan Burgemeester en Wethouders Is door Burgemeester en Wethouders reeds de aandacht geschonken aan de bestrijding van vlek- typhus, indien zich eventueel in deze gemeente geval len van deze ziekte mochten voordoen Zoo ja, kunnen Burgemeester en Wethouders mede- deelen, welke maatregelen getroffen zijn, in het bijzonder voor afzondering van hen, die besmetting kunnen overbrengen en ter ontsmetting van woningen, bedden en lijfgoed. Spreker stelt voor, ook dit gevraagde verlof te verleenen, na afhandeling van de agenda. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. V, De Voorzitter geeft nu 't woord aan den heer Schoondermark voor het aanbrengen van een voorstel, dat niet op de agenda staat. De heer Schoondermark, wethouder, deelt mee dat bij het college van Burgemeester en Wethouders een vraag is ingekomen, of de leerlingen van een bijzon dere school ook van het bioscopisch onderwijs mogen profiteeren. Bij Burgemeester en Wethouders bestaat geen bezwaar daartegen, maar zij zouden gaarne van den Raad vernemen hoe die er over denkt, en of die misschien ook bezwaar heeft. De heer Beekhuis Zijn er geen kosten aan ver bonden De heer Schoondermark Dat is zoo niet te zeggen. Burgemeester en Wethouders stellen voor de kinderen toe te laten als het gevraagd wordt. De Raad heeft een crediet van 700.voor de bioscopische lessen toe gestaan en de gemeente heeft een contract voor drie jaar. Elke voorstelling kost 15.en bij elke voorstelling komen verschillende klassen tegelijk. Hoe meer kinderen er nu komen, hoe minder lessen gegeven kunnen worden, of het subsidie zou moeten worden verhoogd. Als men b.v. voor 2000 kinderen 10 keer per jaar een voorstelling kan geven, dan zou men voor 3000 kinderen maar een keer of acht een voorstelling kunnen geven, tenzij het subsidie verhoogd werd. Eerst zal men hebben af te wachten, of er aanvraag komt van de besturen van bijzondere scholen, en zoo ja, dan moet men eerst zien, of Burgemeester en Wethouders met het geld toe kunnen, of dat men de lessen zal moeten verminderen. Van 't laatste is spreker geen voorstander. De heer De Haan is zeer verheugd dat het denkbeeld van den wethouder is uitgegaan, om ook de leerlingen van de bijzondere scholen te laten profiteeren van het leermiddel der bioscoop. Bij de behandeling der gemeentebegrooting in een der vorige jaren heeft spreker reeds zijn teleurstelling er over geuit dat deze gelijkstelling afstuitte op art. 3 van de wet op het L. O. Inmiddels is gebleken, dat in andere ge meenten wel de kinderen van de bijzondere scholen de bioscoop-lessen van de gemeente konden volgen. Daarom doet het hem veel genoegen, dat nu dit voorstel van Burgemeester en Wethouders komt. Worden daardoor de kosten verhoogd, dan is daaraan wel tegemoet te komen. Door middel van particu liere bijdragen zou b.v. wel een middel te vinden zijn, om aan art. 3 waarvan spreker hoopt dat het spoe dig zal verdwijnen geen geweld aan te doen. Het heeft spreker altijd gespeten, ja pijn gedaan, dat de kinderen van de bijzondere scholen ten achter gesteld werden, wat betreft de hulpmiddelen van het onderwijs. Dat men thans ook in dezen gelijkstelling zoekt, waardeert spreker. De heer De Boer is van meening dat hier niet de eerste schrede op een nieuwen weg wordt gezet. Als hij zich goed herinnert is bij de behandeling der laatste begrooting beslist, dat op eventueele aanvragen om geldelijken steun voor schoolreisjes de bijzondere school gelijk zal worden behandeld als de openbare. Daarmee heeft toen de Raad zich vereenigd, en het ligt dus geheel in dezelfde lijn om nu ook deze tweede schrede te doen. Spreker kan zich dan ook volkomen met het voorstel vereenigen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. agenda no. 2.) Benoeming in de commissie voor de gemeentelijke arbeidsbeurs I. van een plaatsvervangend lid-iverhnemer wegens periodieke aftreding van M. Rozematerwijl K. Dijkstra zijne benoeming in die plaats niet heeft aanvaard II. wegens uitbreiding van het getal leden van a. een lid-werkgever b. een plaatsvervangend lid-werkgever c. een lid-werknemer d. een plaatsvervangend lid-werknemer.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 2