42 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Februari 1919. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Februari 1919. 43 midden van andere eigendommen, zonder dat de ge meente daarvan eenig nut heeft. Het wordt thans, voor zoover zijn noordelijk gelegen eigendom strekt (nu no. 9965 in sectie G), in koop aangevraagd door IJ. de Vries, hotelhouder alhier, eveneens tegen den prijs van 2.per c.A. Er bestaat o. i. geen be zwaar tegen deze strook, voor zoover zij in koop is aangevraagd, met intrekking van het vorige besluit, aan de Vries in koop af te staan, zoodat wij U voor stellen te besluiten 1°. in te trekken het raadsbesluit van 11 Juli 1916 no. 295«/158 sub 6°; 2°. aan IJsbrand de Vries, hotelhouder alhier, volgens den prijs van 2.per M2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster op te maken, in koop af te staan het aandeel der gemeente in het kadastrale perceel sectie G no. 9191 als sloot, groot 0.02.54 H.A., van de oostgrens van het perceel tot aan het zuidelijk verlengde van de westgrens van het noordelijk gelegen kadastrale perceel no. 9965, gelijk op de bijgevoegde teekening in roode kleur is aangegeven. De beraadslagingen worden geopend. De heer Beekhuis vraagt, of de heer H. Visser hiermede bekend is. Dat blijkt niet uit het voorstel. Anders is 't wel mogelijk, dat er moeilijkheden uit voortkomen. Wel is gebleken dat Visser er niet veel prijs op stelt, maar het kan zijn als 't raadsbesluit genomen is, dat Visser er toch wel waarde aan hecht. Daarom zou spreker gaarne vooraf willen hooien hoe Visser er over denkt. De heer Schaafsma (wethouder) antwoordt dat wol een raadsbesluit is genomen om het aan Visser te verkoopen, maar dat de overdracht nooit heeft plaats gehad. Als nu dus besloten wordt om 't eerste be sluit te niet te doen, dan heeft Visser in 't geheel geen recht op den grond. De heer Beekhuis. Dat gaat toch niet goed zoo. Hij heeft het toch zeker eerst te koop gevraagd, en naar aanleiding van die aanvraag heeft de Raad be sloten het stukje grond te verkoopen. De heer Schaafsma (wethouder). Het was een der voorwaarden bij den straataanleg. De heer Beekhuis. Dus 't was niet op zijn verzoek, dat het besluit genomen werd De heer Schaafsma (wethouder). Neen De heer Beekhuis. Dan verandert de zaak. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13. (agenda no. 14). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een perceeltje grond aan de Jacob Binckesstraat. Dit voorstel luidt als volgt De openbare straten, aangelegd op het terrein aan het Cambuursterpad, dat door de Woningvereeniging Leeuwarden van de gemeente is aangekocht enthans wordt bebouwd, zijn alle het eigendom van de ge meente, met uitzondering van de oostelijke helft van de Jacob Binckesstraat, voor zoover deze straat loopt langs het ten Oosten daarvan gelegen weiland, destijds toebehoorende aan de familie de Bordes. Dit ge deelte, waarop de helft der straat werd aangelegd werd door de Woningvereeniging van genoemde familie aangekocht. Het is van bovenbedoeld weiland door een hek afgescheiden. Het is noodig ook dat gedeelte der straat in eigen dom te bezitten en daar de Woningvereeniging ge negen is het perceel aan de gemeente over te doen, stellen wij U dus voor te besluiten van de woningvereeniging Leeuwarden in eigendom over te nemen het oostelijk gedeelte van de Jacob Binckesstraat te Leeuwarden, kadastraal aldaar be kend sectie G no. 10251, groot 780 cA. en voorzoover grenzende ten westen aan het perceel sectie G. no. 10252, voor de som van 1,onder bepaling dat de kosten door de vereeniging ter verkrijging van bedoeld gedeelte gemaakt, door de gemeente worden gedragen, en verder op voorwaarden, welke Burge meester en Wethouders noodig oordeelen. Dit voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. Besloten wordt de volgende twee punten der agenda om te wisselen en eerst aan de orde te stellen 14. Agenda no. 16). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het werkliedenreglement en in verband daarmede tot intrekking van de verordening voor het Scheidsgerecht. Bijlage no. 6.) De heer Zandstra stelt voor, om met oog op moge lijk in te dienen amendementen, die men niet direct kan overzien, dit stuk eerst in de afdeelingen te behandelen. De heer Terpstra ondersteunt dit voorstel, en dient een aantal amendementen in, met het verzoek om deze amendementen, vóór de sectievergadering, gedrukt aan de leden te doen toekomen. De Voorzitter merkt op, dat de amendementen van den heer Terpstra mede een punt van beraadslaging uitmaken. Spreker zal ze maar niet voorlezen, omdat ze toch gedrukt worden. Nog zijn, zoo deelt de voorzitter mee, ingekomen twee amendementen van den heer Dijstra, op de artikelen 17 en 27. De heer OosterhofF (wethouder) vraagt, indien op op het denkbeeld Zandstra wordt ingegaan, aan de andere heeren om ten aanzien van eventueele amen- dementen hetzelfde voorbeeld te volgen. Hoe minder amendementen onverwacht in behandeling worden genomen, hoe beter. De heer De Haan vraagt tot welk tijdstip men amendementen zal kunnen indienen. Het voorstel—Zandstra wordt met algemeene stem men aangenomen. De heer Beekhuis dringt er op aan dat een termijn zal worden bepaald, waar binnen amendementen zullen kunnen worden ingediend. De Voorzitter merkt op, dat hij Woensdag en Don derdag eventueele amendementen zal verwachten. Daarna worden ze gedrukt. VII. De Voorzitter geeft thans het woord aan den heer Tiemersma voor het houden van zijn interpellatie. De heer Tiemersma dankt den Raad voor het toe gestane verlof. De vragen zijn zijns inziens zoo duidelijk gesteld, dat hij wel van nadere toelichting kan afzien. Zijn doel is enkel de bevordering van het totstand komen van de woningen. De heer Schaafsma (wethouder) leest in de eerste vraag Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat de bouw van woningen door de Woningstichting Patrimonium is stop gezet, en dat, zooals het gerucht gaat, deze stopzetting een gevolg is van financieole moeilijkheden. 't Antwoord kan luiden: Ja, dat is inderdaad het geval. De Woningvereeniging Patrimonium heeft be doelden bouw bijna geheel stop gezet, en de reden daarvan is te zoeken in financieele moeilijkheden. De kwestie zit zoo. Patrimonium had een voorschot verkregen voor den bouw van 108 woningen, en Bur gemeester en Wethouders hadden te haren behoeve een crediet bij de Bank geopend groot200.000. Nu i kwam voor eenigen tijd Patrimonium met het ver zoek om dit bankvoorschot te verhoogen, en in een daarop gehouden conferentie met den toenmaligen wethouder van Openbare Werken werd meegedeeld, dat het bedrag, hetwelk bij raadsbesluit voor den bouw van deze woningen was toegestaan, aanmerkelijk zou worden overschreden, om het geheele complex af te bouwen. Burgemeester en Wethouders hebben toen aan den Directeur van Gemeentewerken opdracht ge geven, om het werk eens in oogenschouw te nemen, en aan hen rapport uit te brengen in hoever de toegestane bankgarantie was verwerkt. Het gevolg van dit onderzoek is geweest, dat men tot de weten schap kwam, dat toen Patrimonium verhooging van bankgarantie vroeg, het voorschot reeds met 26000 was overschreden. Later werd het in een onderhoud met den wethouder ook door het bestuur van de Woningstichting bevestigd, dat het woningplan zoo niet kon worden afgebouwd, maar dat de begrooting zou worden overschreden met een bedrag van, naar schatting, 91000. Burgemeester en Wethouders hebben toen aan de woningvereeniging bericht, dat zij niet bereid waren de bankgarantie te verhoogen, alvorens Patrimonium had voldaan aan het verzoek om de materialen en den bouw te laten opnemen, en het nog resteerende gedeelte niet in eigen beheer, maar bij openbare aanbesteding te doen uitvoeren. Patrimonium is daarop niet ingegaan, de vereeniging schreef dat zij 'tresteerende niet in openbare of onderhandsche aanbesteding kon laten uitvoeren, maar zij wenschte het complex af te bouwen op de wijze welke tot nu toe werd gevolgd. Burgemeester en Wethouders berichtten dat zij persisteerden bij hun verzoek ten opzichte van een openbare aanbesteding, maar dat de gemeente ook bereid was het onafgedane gedeelte van het bouwplan in gemeentelijk beheer over te nemen. Op de tweede vraag kan dus het antwoord luiden, dat Burgemeester en Wethouders maatregelen hebben genomen, en, met het oog op het feit dat de woning bouw in deze gemeente krachtig moet worden door gezet, alle mogelijke moeite doen om den woningbouw zoo spoedig mogelijk te bevorderen. De heer Fransen was er ook mee bekend, dat de woningbouw voor Patrimonium is stop gezet. Hij meent te weten dat getracht wordt om 54 woningen zoo spoedig mogelijk kant en klaar te krijgen. De eisch van Burgemeester en Wethouders om de rest bij aanbesteding te doen uitvoeren, was evenwel voor Patrimonium onmogelijk om na te komen, om dat, waar thans nog in eigen beheer wordt gebouwd, de materialen natuurlijk alle zijn gekocht, waarvan contracten zijn afgesloten, benevens contracten afge sloten met schilder, loodgieter, stucadoor enz. waar men zoo maar niet af kan. Patrimonium zit thans dus met al die contracten van de onderaannemers en die moeten worden nagekomen. De reden van het tekort is niet moeilijk te gissen, en spreker verwacht dat dit tekort wel niet alleen zal blijven bij Patrimonium, maar dat de andere woningvereenigingen ook wel zullen komen met een verzoek om hooger voorschot. Patrimonium was, dat moet men niet uit het oog verliezen, juist een jaar geleden met haar plannen gereed, maar met de goedkeuring daarvan is vreese- lijk getraineerd. De teekeningen bijvoorbeeld zijn viermaal afgekeurd. Ook waren, toen men de plannen ontwierp, de straten nog niet aangelegd, en nu heeft men voor het leggen der straten zeer veel grond uit gegraven, zoodat de woningvereeniging genoodzaakt was veel meer geld dan geraamd was uit te geven voor het omhoog brengen van het terrein. Eindelijk is er achter elke woning een werkloodsje of werkplaats gebouwd op verlangen van den inspecteur, wat per woning 200 kost. Voor de 108 woningen beteekent dit een stijging van 21000. Allemaal redenen om aan Patrimonium een hooger crediet toe te zeggen. De eisch van aanbesteding kon door haar absoluut niet worden ingewilligd. De heer Dijkstra heeft bij geruchte ook 't een en ander omtrent deze zaak vernomen. De cijfers, die hij hoorde, stemden met die van den wethouder wel aardig overeen. De wethouder spreekt van 91000. Spreker hoorde fluisteren van een tekort van één ton. Dat ontloopt elkaar niet zooveel. Spreker acht het noodzakelijk, dat de Raad precies weet hoe de zaak in elkaar zit. Van den bouw van de 100 woningen is geen sprake, 't gaat zoo ongeveer om de helft. Het tekort moet dus niet worden om geslagen over 108 woningen, maar over 50 a 60, en als men 't zoo ziet, dan wordt de zaak toch wel zeer bedenkelijk, daar men op de helft van de woningen nu reeds een tekort heeft van een halve ton. De zaak moet ernstig onder de oogen worden gezien. En als men spreekt van bouw onder eigen beheer, dan maakt dat een eenigszins eigenaardigen indruk. De vraag mag gesteld, of er nog beheer is, waar er zoo'n tekort is op zoo'n complex woningen. Spreker vindt in deze zaak zooveel duisters, dat hij graag, nu of later, meer inlichtingen zal ontvangen. De heer Tiemersma had met zijn vragen niet in de eerste plaats de bedoeling om achter duistere zaken te komen, maar om den woningbouw te bevorderen. Bovendien waren de geruchten, die door de plaats gingen, niet vleiend voor Burgemeester en Wethouders. Dat gerucht zei n.l. dat de stopzetting van het werk de schuld was van Burgemeester en Wethouders. Daarom heeft spreker de vragen gemeend te moeten stellen. Vast staat nu, dat toen het crediet van twee ton verbruikt was, het voorschot reeds met 26000. was overschreden, en dat het totale tekort ƒ91000. is. Dit geld zal wel niet gebruikt zijn voor de 54 woningen, want men heeft er natuurlijk materialen voor gekocht voor alle woningen, en bovendien heb ben de bijgebouwtjes 20,000.gekost. Er blijft evenwel nog al wat te vragen over, en als de ver eeniging nu niet tot aanbesteding kan overgaan, zooals gezegd wordt, alhoewel Burgemeester en Wethouders dit aan de woningvereeniging voorstelden, dan zou het toch goed zijn, dat zij de heele zaak aan Burge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 4