44 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Februari 1919. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Februari 1919. 45
meester en Wethouders overlegde, opdat die een
overzicht kunnen krijgen, hoe de zaken staan.
Spreker kan zich geheel met de zienswijze van
Burgemeester en Wethouders vereenigen, hij hoopt
echter dat de onderhandelingen een zoodanig verloop
hebben dat voorstellen hunnerzijds den Raad spoedig
zullen bereiken, en de bouw der woningen voortgang
kan hebben, wat zoo noodig is.
De heer Schaafsma (wethouder), noemt het volkomen
juist wat de heer Tiemersma opmerkte. Er gaan
vreemde geruchten door de stad. En dat niet alleen,
er staan ook op papier vreemde dingen ten opzichte
van de verhouding tusschen Patrimonium en het col
lege van Burgemeester en Wethouders.
Zoo is aan de werklieden per briefkaart medege
deeld, dat door do tegenwerking van Burgemeester
en Wethouders de directie genoodzaakt was hen te
ontslaan. Spreker stelt vast, dat er van de zijde van
Burgemeester en Wethouders geen tegenwerking is
geweest. De stagnatie was een gevolg van de be
langrijke overschrijding van het crediet, welke ten deele
door Burgemeester en Wethouders wordt begrepen,
ten deele niet wordt begrepen.
De vereeniging veroorloofde zich een afwijking
van het bouwplan, wat ongeveer 23000 kostte.
Dat, het bijbouwen van de loodsjes, geschiedde zonder
machtiging van Burgemeester en Wethouders en van
den Raad. Bovendien kostte het ophoogen van het
terrein f 20,000.meer dan wat geraamd was, en
had men tegenslag doordat electrisch licht moest
worden aangelegd, waarop men niet had gerekend.
Maar dan rest toch nog een bedrag van ƒ50,000.
dat er tekort zal zijn als alle woniningen zullen zijn
voltooid.
Spreker geeft lecture van den aanhef van een
brief, waaruit blijkt dat Patrimonium den eindstand
van den bouw liever eenigszins nauwkeuriger zou
willen overzien, voor men met voorstellen kwam om
het voorschot te verhoogen. Hieruit blijkt, dat men
plan had het complex af te bouwen zonder het
college of den Raad er in te kennen, en zonder aan
hen mede te deelen dat het crediet belangrijk over
schreden was. Als niet toevalligerwijze de zaak onder
de aandacht van Burgemeester en Wethouders ge
komen was, hadden het college en de Raad voor een
fait accompli gezeten.
Burgemeester en Wethouders staan op het stand
punt dat het crediet niet wordt verhoogd, als tusschen
het College en Patrimonium geen overeenstemming
wordt verkregen. Anders zou in handen van een groep
ingezetenen de macht gelegd zijn om woningen in
eigen beheer te bouwen, zonder dat er voldoende
toezicht op de besteding dier gelden werd uitgeoefend.
Burgemeester en Wethouders meenen, dat dit niet
mag geschieden.
De Voorzitter merkt op dat de zaak aanhangig is
geworden, zooals door den heer Schaafsma zeer dui
delijk is gezegd, doordat het door de gemeente goed
gekeurde crediet van 200,000.niet voldoende
bleek. Het bouwvoorschot was veel grooter, maar dit
crediet was noodig om contanten om handen te hebben,
ten einde met den bouw te kunnen beginnen. Tijdens
de vacature van wethouder van Openbare Werken,
toen spreker deze portefeuille waarnam, kwam er
iemand die vroeg om dit bankcrediet te verhoogen.
Spreker heeft die vraag bij Burgemeester en Wet
houders gebracht, en toen is gevraagdhoe zou 't
eigenlijk wel staan met dien bouwmen hoort er
niets van, zouden wij niet eens een kijkje nemen
Er is een onderzoek ingesteld, en Burgemeester en
Wethouders hebben de hand op de beurs gehouden
voor ze niet iets meer wisten. Het bleek, dat ook
het toegezegde voorschot op den duur niet toereikend
zijn zou, dat er naar berekening een som van f 92,000.—
tekort zal zijn.
De aanleg van electrisch licht, waarvan de heer
Schaafsma reeds sprak, zal ongeveer 6000.kosten.
Dat is niet aan Patrimonium te wijten. Nu er geen
muntgas te krijgen was, wat men voor niets had ge-
had, moest men f 6000 voor verlichting uitgeven. I
Dat was een tegenslag, die ieder ander bestuur ook I
had kunnen overkomen.
Maar van het eerste oogenblik af aan dat Patri
monium is gaan bouwen, was het duidelijk dat men
meer geld noodig had dan waarop men gerekend had. I
En nu heeft zij toch maar gekocht ondanks de
wetenschap dat zij met het voorschot niet uit kon. I
De vereeniging had beter gedaan, met eens naar I
Burgemeester en Wethouders of naar den wethouder
van openbare werken te gaan, en te zeggenKijk f
eens, wij kunnen niet uitvindt de gemeente het
goed, dat het voorschot wordt verhoogd Maar dat
heeft men nagelaten.
Burgemeester en Wethouders staan nu op dit stand
punt, dat, waar Patrimonium van het eerste oogen
blik af aan wist waar het op toe zou loopen, en toch
doorging, zij had moeten vragen wat zal ons in de
toekomst te wachten staan. Daarvoor moet men
zekerheid hebben.
Die hokken achter de woningen, daar had de ver
eeniging eerst ook wel eens overleg over kunnen
plegen, inplaats van Burgemeester en Wethouders er
onbekend mede te laten. De vereeniging heeft Burge
meester en Wethouders er kalm buiten gelaten en is j
haar eigen weg gegaan, maar het college wil nu wel j
eens weten hoe 't gaat, en in de toekomst ook eenigen
invloed hebben.
Een openbare aanbesteding gaat niet, zegt men, j
maar Burgemeester en Wethouders hebben ook een
anderen weg aangewezen. Ze hebben gezegd: geef
ons de contracten over, dan zullen wij bouwen.
Door overleg is 't misschien nog mogelijk den bouw
te laten doorgaan, maar de gemeente moet eenigszins I
toezicht hebben, opdat men niet weer voor verras-
singen komt te staan, zooals thans is voorgekomen.
Nu het gebleken is, dat van dien kant verrassingen
kunnen komen, nu moeten voor de toekomst waar
borgen worden gegeven.
Misschien dat nog een weg wordt gevonden om
zoo spoedig mogelijk de woningen te bouwen.
De heer Dijkstra vraagt, waarom de vereeniging
niet ingegaan is op het voorstel van Burgemeester
en Wethouders om van gemeentewege 't werk over
te nemen. En waarom heeft men ook niet de finan-
ciëele bescheiden overgelegd
Als dit geweigerd is, maakt het een zeer eigenaar-
digen indruk.
De Voorzitter merkt op dat het antwoord op het 1
laatste voorstel nog niet is ingekomen.
De heer Tulp vraagt wie dat tekort: per 100
woningen ÏOUOOO.dat is f 1000.per woning,
betalen zal, dat is ongeveer f 1.huur per week.
VoorzitterAls 't niet uit de huizen gevonden kan
worden, dan zal de gemeente 't wel moeten betalen. I
De heer Tulp vindt het een zeer onverantwoordelijke
manier waarop Patrimonium heeft gehandeld en het
gemeentegeld uitgeeft.
De heer Van Weideren baron Rengers is van meening,
dat de zaak op 't eerste gezicht erger lijkt dan zij is. I
De Woningvereeniging Leeuwarden zal ook binnen
zeer kort tot de gemeente moeten komen met een
verzoek om verhooging van het voorschot. Het heeft
bij die vereeniging bijna drie kwart jaar geduurd voor
de plannen tot uitvoering konden komen en daardoor
is een tekort te wachten van vermoedelijk ƒ50000.
Al de prijzen van de materialen zijn n.l. duurder
geworden.
Daar Patrimonium nog langer heeft moeten wachten,
zooals spreker hoort, ligt het voor de hand dat bij
haar het tekort gestegen is.
De Voorzitter kan zich zeer goed voorstellen dat
de begrooting wordt overschreden, maar dan komt
de betreffende vereeniging tot den Raad met een
verzoek om het voorschot te verhoogen. Dat heeft
Patrimonium niet gedaan. Daar zit hom juist de kneep
Het woningbouwplan van Patrimonium was juist
van April tot September oud.
De heer Van Welderon baron Rengers is 't wel met
den voorzitter eens. Hij had echter de bedoeling om
te antwoorden op de opmerking van don heer Tulp.
De heer Tulp vraagt hoe het zoo lang moet duren
ongeveer s/4 jaar voor de plannen goedkeuring
vinden. Wie maakt dan die begrootingen en wat heeft
men dan ten slotte daaraan
De interpellatie wordt gesloten.
VIII. De Raad gaat over in comité-generaal ter
behandeling van
punt 15 der agenda. Het tweede suppletoir-kohier van
de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst
1918.
Na heropening der zitting wordt het kohier vast
gesteld met een opbrengst van f 31674.89 en een
cijfer van aanslag van 1.153.583,
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter
de vergadering.