66 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1919. een dergelijk besluit. Spreker is er wel voor om het verzoek toe te staan, teneinde het groote tekort te dekken, maar hij weet niet, of er ook bezwaren zijn. De heer Tulp merkt op, dat de commissie wel met voorstellen tot loonsverhooging zal komen, maar men weet nog niet of de Raad dit aanneemt. Een andere vraag is het, of de Raad f 75.zal geven of niet, afgezien van de loonsverhooging. Maar spreker hoort van Burgemeester en Wethouders dat dit niet kan. De Voorzitter vraagt, of het voorstel van den heer Terpstra, om het verzoek dadelijk te behandelen, ook wordt gesteund. De heer De Vos ondersteunt het voorstel. De heer Terpstra vraagt of Burgemeester en Wet houders niet kunnen toezeggen, dat in de volgende vergadering het prae-advies zal worden behandeld. Dan is spreker wel genegen zijn voorstel in te trekken. De Voorzitter zegt namens Burgemeester en Wet houders toe, dat het college voor de volgende ver gadering prae-advies zal uitbrengen. Spreker is er evenwel van overtuigd, dat dit dan nog wel haken en oogen zal geven. De heer Terpstra trekt daarop zijn voorstel in. Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 7. adres van de woningstichting Patrimonium tot verhooging van de voorschotten van 48000.en 394000, toegekend bij raadsbesluit van 23 Juli 1918 no. 309R/169. Voorgesteld wordt dit punt te renvoyeeren naar Burgemeester en Wethouders om prae-advies. De heer Dijstra merkt op, dat toen in een vorige vergadering de staking van den bouw der woningen van Patrimonium aan de orde was, spreker aan die debatten geen deel genomen heeft, omdat hij niet voldoende met de kwestie op de hoogte was. Toen zijn evenwel enkele elementen in debat ge bracht en enkele dingen gezegd, die niet vleiend waren voor Patrimonium. Zoo merkte de wethouder van openbare werken op, dat er een tekort was van 41000.terwijl een der andere leden vroeg, of er nog wel van beheer gesproken kon worden. Spreker weet thans niet hoe het door Burgemees ter en Wethouders uit te brengen advies er uit zien zal, maar hij verzoekt, om die elementen dan naar voren te brengen en in het prae-advies te behandelen. Het bestuur van Patrimoniums woningstichting heeft ook een goeden naam te verliezen. Mocht aan dit verzoek geen gevolg worden gegeven, dan zou dit de debatten onnoodig rekken, want dan zouden die punten natuurlijk bij de bespreking naar voren moeten worden gebracht. De Voorzitter zegt toe, dat hij dit verzoek bij Burgemeester en Wethouders zal overbrengen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. verzoek van den Algem. Ned. Timmerliedenbond, Centralen Bond van Bouwvakarbeiders in Nederland, Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders in Neder land, Nederl. Grondwerkersbond, Nederl. Schilders- gezellenbond en Nederl. Stucadoorsbond om enkele bepaalde regelingen te laten gelden bij het uitvoeren van werken in eigen beheer. Wordt gerenvoyeerd naar Burgemeester en Wet houders om prae-advies. 9. adres van de bewoners der huizen in de Jacob Binckesstraat en Maerten Gerritszstraat, houdende mededeeling van de redenen, waarom door hen het huurcontract niet geteekend is, met verzoek deze be zwaren weg te nemen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 10. Verslag van den staat van het Lager Onder wijs over het jaar 1918. 11. Alsvoren van de Stads-Armenkamer. Deze verslagen liggen eenigen tijd ter visie voor de leden. 12. dankbetuiging vau de weduwe J. de Vries— van der Ploeg voor de deelneming, door den Raad bij het overlijden van haar echtgenoot betoond. Aangenomen voor kennisgeving. 13. nader schrijven van de Woningvereeniging Leeuwarden tot toelichting van haar verzoek d.d. 7 Maart jJ. om verhooging van het haar toegekende voorschot. Wordt gevoegd bij de betreffende stukken. II. Wordt ter tafel gebracht 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhooging voor 1919 van het subsidie van het stede lijk muziekkorps en tot verhooging van den maximum prijs der abonnementskaarten voor de concerten te geven in den Prinsentuin. 2. Alsvoren tot het aangaan van een onderhand- sche geldleening groot 1200000 en tot wijziging in verband daarmede der gemeentebegrootingen voor 1918 en 1919. Punten 1—2 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Alsvoren tot wijziging van de verordening op de heffing van een belasting onder den naam van bruggeld. Zal worden gedrukt als bijlage en bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te worden behandeld. 4. Voordracht voor de benoeming van een onder wijzer aan gemeenteschool no. 4, vacature R. Hibma. De voordracht luidt als volgt 1. H. Valkema, hoofd eener school te Wijtgaard. 2. M. Steunebrink, onderwijzer aan school no. 10. 3. T. Ridder, onderwijzer te St. Anna Parochie. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 5. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op de moties-de Vries betreffende de ontwerp-ver ordeningen op de begraafplaats aan het Schapendijkje. 6. Alsvoren op het adres van den heer J. Koop- mans in verband met het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opheffing van een deel van den Kanaalweg Zuidzijde, enz. 7. Alsvoren op het adres van J. Kuiper, c.s. tot het verleenen van een subsidie inzake de verbetering van een gedeelte van den Dokkumertrekweg. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toekennen van een crediet voor verbreeding van het vaarwater der stadsgracht bij de strafgevangenis tegenover de le Kanaalbrug. 9. Alsvoren betreffende de bezoldiging der vak onderwijzeres in de handwerken aan gem. school no. 3. Punten 59 zullen in een volgende vergadering worden behandeld. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1919. 67 Wordt overgegaan tot behandeling der voorheden op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Agenda no. 2.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een onderhandsche geldleening groot f 1.200.000 en tot wijziging in ver hand daarmede der gemeente-begrootingen voor 1918 en 1919. Dit voorstel luidt als volgt Zooals Uwen Raad wellicht bekend zal zijn werd op de 5 geldleening ad f 1.200.000, uitgeschreven ingevolge Uw besluit van den 22 October 1918, no. 5l5R/229, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 31 October d.a.v. no. 97, slechts ingeteekend tot een bedrag van 148000, zoodat aan het leeningsplan geen uitvoering kon worden gegeven en besloten werd met het sluiten van eene leening op langen termijn te wachten tot gunstiger tijdstip. Bij ons college is thans een schrijven ingekomen van den heer Hendrik A. Bultman, kassier te Heem stede, waarin deze mededeelt dat hij bereid is met de gemeente eene onderhandsche obligatieleening ad 5 °/0 per jaar aan te gaan tot het bovenvermelde bedrag van 1200000 tegen een koers van 95.65 en een provisie van 2 °/oo- De storting zou moeten plaats hebben op 14 April a.s. terwijl de aflossing van het geleende bedrag zal kunnen geschieden in dezelfde jaren en tot gelijke bedragen als in het bovenaangehaald leeningsplan zijn aangegeven (bijlage no. 37 van 1918.) Wij hebben ons met betrekking tot deze aanbieding van deskundige zijde laten voorlichten in hoeverre thans bij openbare inschrijving voordeeliger aanbie dingen zouden kunnen worden tegemoet gezien. Al gemeen was men van meening dat hiermee in geen geval eenig voordeel zou kunnen worden behaald en dat de gemeente de hier geboden kans om geld op langen termijn te krijgen niet ongebruikt moest laten voorbijgaan. De financieele commissie is van hetzelfde gevoelen en adviseert om op de aanbieding in te gaan. Waar ook ons college van meening is dat thans op geen voordeeliger voorwaarden geld op langen termijn zal zijn te krijgen en in de naaste toekomst die kans zich zeker evenmin zal voordoen, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten a. tot het aangaan met den heer H. A. Bultman, kassier te Heemstede, van een onderhandsche geld leening groot f 1.200 000 a 5 °/0 per jaar tegen een koers van 95.65 °/0 en eene provisie van 2 °/c0 en daartoe vast te stellen het hierna afgedrukte ontwerp b. in te trekken het raadsbesluit d.d. 22 October 1918 no. 515R/229, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 31 October 1918 no. 97 tot het aangaan van een geldleening groot 1.200.000. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden overwegende dat het wenschelijk is de vlottende schuld der gemeente in een leening op langen ter mijn om te zetten Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders Besluit; met den heer Hendrik A. Bultman, kassier te Heem stede, eene onderhandsche geldleening ad./1.200 000 a 5 °/0 tegen een koers van 95.65 °/0 en 2 "/00 pro visie aan te gaan op de volgende voorwaarden Art. 1. De geldleening wordt aangegaan tot een nominaal bedrag van 1.200.000. Zij is verdeeld in obligation van f 1000, gesteld aan toonder. De obligation zijn doorloopend genummerd van 1 tot 1200. Art. 2. De rente ingaande op den dag der storting, zijnde den 14 April 1919, bedraagt vijf ten honderd 's jaars. Bij elke obligatie wordt afgegeven een stel van 81 halfjaarlijksche coupons, gewaarmerkt door den secre taris der gemeente, verschijnende 14 October en 14 April. Art. 3. Het bedrag der rente en de in artikel 4 genoemde aflossing wordt jaarlijks op de begrooting der in komsten en uitgaven van de gemeente gebracht en uit de gewone inkomsten der gemeente bestreden. Art. 4. Op deze leening zal worden afgelost in 1920 tot en met 1924 16000 per jaar 1925 ft ff 1929 19000 ff ff 77 1930 ft f7 1934 23000 ff ft 77 1935 ff ff 1939 26000 ff ff 77 1940 ff ff 1944 30000 ft ff 77 1945 ff ft 1949 35000 ff ff 77 1950 ff ff 1954 43000 ft ft 77 1955 ff ff 1959 Art. 5. 49000 ft ff De Raad behoudt zich echter voor om jaarlijks meer of wel het restant der leening in eens a pari af te lossen, drie maanden na aankondiging in de in artikel 8 genoemde bladen. Art. 6. De door uitloting of op andere wijze aflosbaar ge stelde obligatiën dragen geen rente van den dag af, waarop zij aflosbaar gesteld zijn. Art. 7. De verschenen coupons en aflosbaar gestelde obli gatiën zijn betaalbaar ten kantore van den gemeente ontvanger te Leeuwarden en bij een door Burgemee ster en Wethouders aan te wijzen kantoor te Amsterdam. Art.'8. De jaarlijksche aflossing geschiedt bij uitloting. De uitloting heeft plaats in de maand Juli van ieder jaar, in eene openbare vergadering van Burge meester en Wethouders. De uitslag daarvan wordt in een in deze gemeente verschijnend nieuwsblad en in een der te Amsterdam verschijnende financieele bladen bekend gemaakt. De uitgelote obligatiën zijn a pari betaalbaar den daarop volgenden 14 October. Bij de ter aflossing aangeboden obligatiën moeten gevoegd zijn de nog niet verschenen coupons. Art. 9. De in de voorafgaande artikelen bedoelde aankon digingen kunnen naar gelang van omstandigheden achterwege blijven. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig dit voorstel. 2. 1 genda no. 3Benoeming van een voorzitter van het stembureau in het 6e stemdistrict voor de ver kiezing van leden van de Provinciale S''aten en den Gemeenteraad, wegens verhindering als zoodanig van den heer Mr. L. R van Sloterdijck. Benoemd wordt met algemeene (22) stemmen de heer L Zandstra. Eén briefje is in blanco ingeleverd. 3. Agenda no. 4 Benoeming van een lid der com missie voor het dahloozentehuis uit de leden van den Raad, wegens periodieke aftreding van den heer H. de Boer. Benoemd wordt de heer H de Boer met 22 stem men. Op den heer L. Dijkstra is 1 stem uitgebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 2