140 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag '27 Mei 1919.
Burgemeester en Wethouders zijn gebonden aan de
uitspraken van het scheidsgerecht".
De Voorzitter. Men kan het wel verordenen, maar
dat geeft niets.
De heor Terpstra trekt zijn voorstel in, als de uit
spraak van het scheidsgerecht werkelijk bindend is.
De heer Oosïerhoff (wethouder) horinnert er aan, dat
h»j gezegd heeft, dat de kwestie bij artikel 50K moet
worden gevonden. De reden hiervan is, dat de uit
spraken bindend zijn, met uitzondering die in art. 50K
genoemd. Alle andere uitspraken van het scheidsge
recht zijn bindend.
Het voorstel-Terpstra, om artikel 50 K te doen ver
vallen, wordt met 16 tegen 4 stemmen verworpen.
Voor stommen de heeren Terpstra, Dijkstra, De
Vries en Nijholt.
Tegen stemmen de heeren Dijstra, De Boer, Collet,
Zandstra, De Haan, Fransen, Van Weideren baron
Rengers, De Vos, Koopmans. Van Sloterdijck, Tie-
mersma, Oosterhoff, Schaafsma, Cohen, Beekhuis en
Berghuis.
Artikel 50K wordt met algemeene stemmen aan
genomen, evenals de artikelen 50L, M, N, O, P, en
Q. en de onderdooien XXXVI, XXXVH. XXXVIH,
XXXIX en XL.
De Voorzitter wijst er op dat blijkens de memorie
van wijziging de redactie van onderdeel XXXV iets
is veranderd.
De Voorzitter stelt voor het request van Faber (zie
onder mededeelingen) aan Burgemeester en Wethou
ders te zenden om prae-advies. Burgemeester en
Wethouders zullen dan in een der volgende vergade
ringen met oen nader voorstel komen.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
De heer Da Haan merkt op, dat in het reglement
van 1910 nog overgangsbepalingen staan (artikelen 56-
6!); blijven die bestaan, of vervallen die? Dat is
in het voorstel niet opgenomen.
De Voorzitter heeft dit niet nagegaan. De bedoeling
zal wel zijn, dat ze vervallen.
Spreker stolt voor, dat tot een volgende vergadering
aan te houden. Misschien is er hier en daar in de
redactie ook nog iets te veranderen. De eindstemming
moet ook worden aangehouden, in verband met de
beslissing over het voorstel-Beekhuis.
Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen
besloten.
VI. De Voorzitter stelt voor het voorstel-Nijholt,
omtrent den prijs van de noodaansluitingen voorgas-
en electriciteit, (punt 16 der agenda), aan te houden
tot een volgende vergadering.
Overeenkomstig dit voorstel wordt met algemeene
stemmen besloten.
VII. De Voorzitter stelt aan de orde
Punt 21 der agenda: Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot voorloopige vaststelling van het uitbreidings
plan der gemeente (bijlage 19).
De Voorzitter zegt dat het niet de bedoeling is om
dit plan nu reeds te behandelen. Het wordt thans
enkel bij den Raad aangebrachtBurgemeester en
Wethouders achtten het gewenscht, dat het plan thans
publiek domein wordt. Zij stellen zich voor, dat in
een vergadering van raadsleden de ontwerper van
het uitbreidingsplan mondeling inlichtingen zal geven.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Nijholt zou er zeer prijs op stellen, eenige
meerdere inlichtingen thuis te hebben, 't Is een zaak,
die niet in een paar oogenblikken is te overzien. Zou
het niet mogelijk zijn, dat elk van de raadsleden een
teekening in lichtdruk kreeg van het plan In dit
geval acht spreker dat de moeite wel waard. Dan
kon men het plan rustig thuis bestudeeren.
Do heer BeBkhuis juicht het zeer toe, dat de be
handeling van deze kwostie wordt uitgesteld. Daar
pleiten veel verschillende redenen voor.
In de eerste plaats de benoeming van een nieuwen
directeur van gemeentewerken De nieuwe functionaris
heeft indertijd in de Nieuwe Rotterdamsche Courant
een plan van stadsuitbreiding te Rotterdam uiteengezet
en dat plan is gevolgd, niettegenstaande het plan van
Burgemeester en Wethouders reeds in vergevorderden
staat van voorbereiding was. Dit pleit wel daarvoor,
dat ook zijn oordeel over dit plan wordt gehoord,
waar hij op dit gebied blijkbaar wel thuis is.
En er zijn meer redenen, om dit plan niet nu te
behandelen. Do heer Nijholt heeft gevraagd kaarten
beschikbaar te stellen voor de raadsleden. Spreker
zou ook voor anderen ze verkrijgbaar willen stollen.
Waar het een plan betreft, waarvan voor de toekomst
voor de stad zooveel afhangt, is het gewenscht dat
deskundigen in de gemeente of daarbuiten ook hun
oordeel hierover kenbaar maken. Daarom moeten
kaarten verkrijgbaar worden gesteld, zij 't ook in een
niet heel groot aantal exemplaren.
Ook meent spreker dat de Raad, zooals die nu is
samengesteld, niet meer over zoo'n plan voor de toe
komst mag beslissen, maar dat de nieuwe Raad dit
moet doen. Er zijn verscheidene raadsleden die niet
meer het vertrouwen van de kiezers achter zich hebben,
en spreker meent, dat die niet moer het recht hebben,
om over een plan van dezen aard medezeggenschap
te hebben. Het is de taak van de nieuwe raadsleden
om deze zaak aan te pakken en er studie van te
maken. Spreker zou althans bezwaar moeten maken
dit mede te behandelen.
Een reden die tot uitstel pleit is ook, dat de zaak
alleen uitvoerbaar is, als de annexatie van Huizum door
de gemeente Leeuwarden een feit wordt. Spreker heeft
daar reeds vroeger op gewezen, dat zulks eigenlijk
moest vooraf gaan. En dit plan bewijst, dat dit inder
daad hoogst noodzakelijk is. Zonder dat kan men dit
uitbreidingsplan niet vaststellen. Als het niet tot
annexatio komt dan vervalt dit uitbreidingsplan, dat
geheel gebaseerd is op do annexatie van Huizum.
Spreker kan zich tenminste niet voorstellen dat als
de zuidkant van het plan wegvalt, er nog sprake kan
zijn van de uitvoering van dit uitbreidingsplan.
Om al deze redenen is spreker van oordeel, dat in
ieder geval de behandeling van het plan moet worden
uitgesteld tot na September.
De Voorzitter merkt op dat het doorgaans andersom
is. Thans meent men dat Burgemeester en Wethouders
te vlug gaan, meestal hoort men verwijten van het
tegendeel.
Spreker merkt op, dat Gedeputeerde Staten hebben
gezegd„eerst het uitbreidingsplan en dan zullen wij
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag '27 Mei 1919. 141
oordeelen over de de annexatie". Als de Raad nu zegt
„eerst de annexatie" dan komt men er nooit.
Wat aangaat de kwestie dat dit punt door de nieuwe
raadsleden zou moeten worden behandeld, daaromtrent
moet spreker met den heer Beekhuis van opinie ver
schillen. Dat de zittende leden niet meer het ver
trouwen der kiezers zouden hebben, acht spreker niet
liet geval. Daar kunnen heel andere reden in het spel
zijn. Als deze reden zou geldende zijn, dan had de
Raad het werkliedenreglement ook niet mogen be
handelen. Dat is ook een zaak van belang voor de
gemeente. Dan zou men er toe komen, om bij een
wisseling door een verkiezing eigenlijk niets meer te
behandelen.
Dat het niet September zal worden vóór de zaak
weer aan de orde komt, is iets anders. De kaarten
moeten eerst op een grooter schaal worden overge
bracht voor men kan verder gaan. Dat zal nog al wat
tijd kosten.
Het plan is nu publiek gemaakthoe meer kaarten
evenwel worden verkocht, en hoe meer beoordeelingen
van de zijde van deskundigen worden gehoord, hoe
meer uiteenloopend die beoordeelingen zullen zijn. De
nieuwe directeur van gemeentewerken zal eerst moeten
beginnen met goed in do stad thuis te zijn, en dat
zal wel eenige jaren duren. Door wrijving van ge
dachten wordt het goede geboren, maar spreker vreest,
dat als er zooveel deskundigen over het plan hun
oordeel zullen gaan vellen, het voor een leek wel eens
heel moeilijk kan worden om een keuze te doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten de verdere
behandeling van het plan uit te stellen tot later.
VIII. Voor de behandeling van de punten
Agenda no. 18. Het 3e suppletoire kohier der plaatse
lijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1918, en
Agenda no. 19. Rapport der commissie voor de
bezwaarschriften inzake bezwaarschriften in beroep tegen
aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het
inkomendienst 1918,
gaat de Raad over in besloten zitting.
Na heropening wordt het 3e suppletoire kohier
vastgesteld met een totaal der cijfers van aanslag
van 150.314 en een totaal bedrag der aanslagen van
2652.71.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter
de vergadering.