Vergadering van Dinsdag 27 M 1919.
118 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Mei 1919.
Staan Burgemeester en Wethouders afwijzend tegen
over de zaak, ook dan meenden wij, hadden we dit
in de vergadering moeten hooren,
te meer omdat Leeuwarden wel degelijk belang
heeft bij de overgangsbepaling van dit ontwerp.
Wordt onze salarisregeling van het onderwijzend
personeel er niet door bedreigd
Hoe 't ook zij, 't is te betreuren dat we heden
geen prae-advies te behandelen hebben. Waar een
gemeenteraad als van Maastricht zoo scherp tegen
over de plannen van minister De Visser staat, doet
het wat vreemd aan, dat onze Raad niets van zich
laat hooren.
De heer Schoondermark (wethouder), antwoordt den
heer Zandstra, dat Burgemeester en Wethouders zich
niet konden vereenigen met den inhoud van het adres.
Wanneer Burgemeester en Wethouders dus prae-
advies hadden uitgebracht, zou dit hebben geluid in
negatieven zin. Het college wilde liever met een
positief voorstel komen, maar daarvoor moesten ver
schillende onderzoekingen worden gedaan, en daar
mee is men nu bezig.
Den heer Zandstra doet het genoegen dit van den
wethouder te hooren, alleen 't wordt tijd dat het adres
verzonden wordt. De Kamer begint deze week met
de behandeling van 't ontwerp. Wordt het dan niet
wat laat. 't Kon wel eens zijn dat dan de vogels
over 't net gevlogen waren. Daar er nu niets meer
aan te veranderen is, is afwachten de boodschap.
De Voorzitter zegt dat de heer Zandstra met het
stellen van deze vraag niet den juisten weg heeft
bewandeld. Wanneer de vraag zelf gister of vandaag
schriftelijk was ingediend, dan hadden Burgemeester
en Wethouders de zaak even kunnen nazien. Spreker
had nu niet kunnen antwoorden, en de secretaris wist
ook niet precies hoe 't zat. De heer Schoondermark
herinnerde zich nog hoe de zaak zich heeft toegedragen.
Het gaat niet aan, dat enkel gevraagd wordt om
een vraag te mogen stellen, de vraag zelf moet ook
worden genoemd. Hier is nu nog een antwoord op
gegeven, maar in 't vervolg zal, als de vragen niet
van te voren worden ingeleverd, het antwoord pas
in de volgende vergadering worden gegeven. Dat is
anders in eenvoudige zaken niet noodig, maar dan
moeten Burgemeester en Wethouders den inhoud der
vragen ook spoediger weten.
De heer Zandstra zal daar in 't vervolg voor zorgen.
De interpellatie wordt gesloten.
X. Voor de behandeling van 't laatste punt der
agenda
Agenda no. 14.) Het le gedeelte van het primitief
kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen
dienst 1919
gaat de Raad over in besloten zitting.
Na heropening wordt het eerste gedeelte van het
kohier vastgesteld op een totaal der cijfers van aanslag
ad 8.443.354 en met een totaal van aanslagen ten
bedrage van 506,601.24.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1919. 119
Tegenwoordig, bij de opening, 19 leden, te weten
de heeren: Terpstra, Dijstra, De Boer, Collet, Dijkstra,
Zandstra, De Haan, Fransen, Van Weideren baron
Rengers, De Vos, De Vries, Koopmans, Van Sloterdijck,
Tiemersma, Nijholt, Oosterhoff, Schaafsma, Cohen en
Beekhuis. Later de heer Berghuis.
Afwezig 5 leden, waarvan met kennisgeving de
heeren Schoondermark, Haverschmidt en Tulp.
Zonder kennisgeving de heer Attema.
Een vacature.
Voorzitter: de heer Jhr. mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
I. De notulen van de Raadsvergaderingen van 25
Maart en 15 April 1.1 worden zooals ze zijn gedrukt
onveranderd vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd
de Raadsbesluiten d.d. 30 April 1.1. tot aankoop van
11 woningen in de Weerklank en d.d. 13 Mei 1.1. tot
het aangaan eener onderhandsche geldleening ad
1.000.000 en tot wijziging der gemeentebegrooting,
dienst 1919.
Wordt aangenomen voor kennisgeving.
2. schrijven van Gedeputeerde Staten waarbij wordt
medegedeeld, dat door den Minister van Waterstaat
met ingang van 1 Juni 1919 is ingetrokken diens be
schikking van 30 November 1917 betreffende tijdelijk
toestaan van afwijkingen van bepalingen van het
Motor- en Rijwielieglement.
De Voorzitter merkt op, dat hiermede het raadsbe
sluit van 27 Augustus 1918 van rechtswege is ver
vallen, zoodat met 1 Juni de verplichting herleeft tot
het bij avond verlichten van rijwielen, motorrijtuigen
en voertuigen.
De mededeeling sub 2 wordt aangenomen voor
kennisgeving.
3. verslag van hetgeen met betrekking tot ver
betering der volkshuisvesting over 1918 is verricht.
4. rapporten omtrent de samenstelling van het gas
van de gemeentelijke gasfabriek, ingevolge de toe
zegging, gedaan in de raadsvergadering van 29 Mei 1916.
De punten 3 en 4 worden aangenomen voor kennis
geving.
5. adres van mr. T. Binnerts e.a., houdende verzoek
wijziging te brengen in de indeeling van de lesuren
aan de scholen voor openbaar lager-, middelbaar- en
hooger onderwijs.
Wordt voorgesteld dit adres te zenden aan Burge
meester en Wethouders om prae-advies.
De heer De Boer stelt het op prijs dat het adres
aan Burgemeester en Wethouders zal worden gezonden
om prae-advies, doch wil daarbij de hoop uitspreken,
dat Burgemeester en Wethouders ook het advies zullen
inwinnen van de verschillende organisaties, welke dat
kan wel aan Burgemeester en Wethouders worden
overgelaten ter beslissing, naar spreker vertrouwt.
Als men omtrent deze betrekkelijk belangrijke kwestie
zooveel mogelijk 't advies van de betreffende organi
saties en personen inwint, zal men beter beslagen ten
ijs komen.
De Voorzitter zal het verzoek van den heer De Boer
bij Burgemeester en Wethouders overbrengen.
Overeenkomstig het voorstel wordt met algemeene
stemmen besloten.
6. adres van het Rijkskantoor voor groenten en
fruit, waai bij wordt opgezegd de huur van het gebouw
der Vischmarkt tegen 1 Juni 1919 en een schikking
wordt voorgesteld betreffende het naleven der voor
waarden, met een
adres van de Coöperatieve Veiling- en Inkoopcom
missie der Friesche Tuinbouw-Vereeniging, houdende
verzoek haar met ingang van 1 Juni a.s. in huur af
te staan het gebouw der Vischmarkt op dezelfde
voorwaarden als het Rijkskantoor voor groenten en
fruit.
Deze adressen worden gesteld in handen van Burge
meester en Wethonders om prae-advies.
7. adres van G. Faber, tonnenbezorger, houdende
verzoek om uitbetaling van ziekengeld naar de ruimere
en mildere bepalingen van het ontwerp-wijziging
werklieden-reglement.
Wordt bij het werkliedenreglement behandeld.
8. adres van de afdeeling Leeuwarden van den
Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond, houdende
verzoek om voor de ambtenaren in dienst der ge
meente, in afwachting van de invoering van een
ambtenaren-reglement, reeds thans den vrijen Zaterdag
middag in te voeren.
Wordt, omdat dit tot de bevoegdheid van Burge
meester en Wethouders behoort, aan dat college ge
zonden ter afdoening.
9. adres van F. Pranger, houdende verzoek het
bod voor het perceel Peperstraat 14 voor meerdere
schadeloosstelling met 4000.te verhoogen en te
brengen op 30 000.
Burgemeester en Wethouders stellen voor te persi-
steeren bij het gedaan aanbod (raadsbesluit van 15 April
1.1), en dus te blijven bij het bod van f 26.000.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
10. adres van het Bestuur der Leeuwarder Kaats-
club, houdende verzoek tot het toekennen van een
subsidie voor den op 9 Juni te houden bondswedstrijd.
De Voorzitter stelt, nadat van dit adres lecture is
gegeven, voor, om direct hieromtrent een beslissing
te nemen. Blijft het adres liggen tot een volgende
vergadering dan is het te laat.
Burgemeester en Wethouders stellen voor om even
als in 1910, 9 jaar geleden, toen hier ter stede ook
de Bondskaatswedstrijd is gehouden, een subsidie van
100.toe te kennen, en wel op dezelfde motieven
welke toen hebben gegolden.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig dit
voorstel besloten.
11. adres van het Bestuur der Vereeniging voor
volkshuisvesting, houdende verzoek haar voor een
100-tal te bouwen arbeiderswoningen een voorschot
te verleenen van 542.400.— en een bijdrage in het
tekort der exploitatie ad 17.000.
Wordt gezonden aan Burgemeester en Wethouders
om prae-advies.
12. rapport der Commissie voor de bezwaarschriften
inzake bezwaarschriften in beroep tegen aanslagen in
de plaatselijke directe belasting naar het inkomen,
dienst 1918.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
13. dat Burgemeester en Wethouders behoudens
's Raads goedkeuring aan de Provinciale Commissie