128 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1919.
Met algemeene stemmen wordt deze verordening
vastgesteld.
14. Agenda no. 15). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verkaveling en prijsbepaling van de
bouwterreinen, liggende tusschen Groninger straatweg,
Kalverdijkje en Cambuursterpad en tot verkoop van
terreinen aldaar aan de Vereeniging voor Volkshuisvesting
en aan de Woningstichting „St. Josephbijlage 20).
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
15. Agenda no. 16). Voorstel van den heer S. Nijholt
om bij den tegenwoordigen noodaanleg van gas- en
electriciteitsleidingen belanghebbenden alleen de kosten
der binnenleidingen in rekening te brengen.
De behandeling van dit voorstel wordt aangehouden
tot na afhandeling van de andere punten der agenda.
16. Agenda no. 17). Interpellatie van den heer
Dijstra inzake het adres van de Woningstichting
Patrimonium, tot verhooging van het bij raadsbesluit van
23 Juli 1918 toegekende voorschot voor den bouw van
108 woningen aan den weg Achter ae Hoven.
De Voorzitter deelt mee, dat dit punt ten onrechte
op de agenda staat. De interpellatie is in de vorige
vergadering reeds ingetrokken. Spreker maakt zijn
excuses dat het toch op de agenda is gebracht.
Nu spreker evenwel toch deze kwestie moet aan
roeren, deelt hij mee, dat een minnelijke schikking
tusschen Burgemeester en Wethouders en het bestuur
van de woningstichting is getroffen, en dat gister weer
met den bouw is aangevangen.
De punten 18 en 19 der agenda, betreffende het
3e suppletoir kohier der plaatselijke directe belastin
gen en het rapport der commissie voor de bezwaar
schriften inzake de directe belasting naar het inkomen,
zullen na afhandeling der overige punten in besloten
zitting worden behandeld.
17. igenda no. 20). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van het Werkliedenreglement
bijlagen 6, 11, 14 en 18).
De algemeene beraadslaging wordt geopend.
De heer Terpstra wil een heel kort woord spreken,
in de eerste plaats om te zeggen, dat het wel betreurd
moet worden, dat men voor dit belangrijke ouderworp,
waarvan zooveel afhangt ten aanzien van het wel en
wee van tal van personen, jaren noodig had om iets
te bereiken. Dat was wel wat lang.
In de 2e plaats een opmerking, waarvan de schuld
niet ligt bij Burgemeester en Wethouders maar bij
den Raad. Den vorigen keer, toen dit onderwerp hier
ter sprake kwam, heeft men besloten om dit ontwerp
eerst in de sectiën te behandelen, opdat de raadsleden
eerst binnenskamers de zaak konden overwegen en
bespreken. Dat zou leiden tot bekorting van de dis
cussies in den Raad.
Nu waren de sectie-vergaderingen evenwel slechts
bezocht door 2, 3 en 4 leden. Dat was wel een heel
slecht bezoek, waaruit men wel kan constateeren de
belangstelling van de leden. Had het van ons afge
hangen, dan hadden wij, zegt spreker, wel denzelfden
dag het ontwerp kunnen behandelen. En in elk geval
had men niet het zoo lang behoeven uit te stellen.
Dan had men vlugger kunnen werken door Burge
meester en Wethouders veertien dagen tijd te geven,
om over de amendementen te besluiten. Dan had niet
deze zaak, waaraan ook de kwestie van den 8-urendag
vast zit, zoo lang behoeven te wachten.
Spreker merkt op, dat het georganiseerd overleg
door Burgemeester en Wethouders ten aanzien van
dit ontwerp flink is toegepast. Hij brengt het college
daarvoor dank. Omtrent de ingediende amendementen
zal bij de ar.tikelsgewijze behandeling nog wel een
woordje kunnen worden gesproken.
De heer Van Sloterdijck merkt op, dat de conside
rans van het voorstel een uitbreiding noodig heeft,
aangevende dat de Kamer van Arbeid over het voorstel
is gehoord.
Art. 55 van het bestaande reglement toch zegtin
dit reglement worden geen wijzigingen aangebracht,
dan nadat vooraf de Kamer van Arbeid te Leeuwarden
daarover is gehoord.
Als de Kamer van Arbeid niet over de voorstellen
is gehoord, acht spreker 't noodig, dat de behandeling
wordt aangehouden.
De Voorzitter deelt na raadpleging van het dossier
mee, dat de Kamer van Arbeid over dit voorstel niet
is gehoord.
Spreker vindt 't evenwel het beste om nu maar met
de behandeling door te gaan. Wordt de Kamer van
Arbeid hierover niet gehoord, dan gebeurt er nog
niets. Wil de Raad met de behandeling doorgaan, dan
heeft spreker daartegen geen bezwaar.
De heer Van Sloterdijck wenscht zich aan het regle
ment te houden. Deze bepaling stond in het oorspron
kelijk artikel niet, doch is er op voorstel van den heer
Burger ingekomen, om te bereiken dat de Kamer van
Arbeid eenige medezeggenschap kreeg. Dat is nu wel
minder noodig, maar daarin vindt spreker toch geen
vrijheid om de Kamer van Arbeid er buiten te laten.
Spreker vindt het dus wel gewenscht dat die Kamer
advies geeft, al is het nog zoo kort.
De heer Terpstra erkent, dat de heer Van Sloter
dijck reglementair gelijk heeft. Deze zaak is evenwel
lang genoeg aan de orde geweest. Waarom er dan
niet eerder over gesproken? De heer Van Sloterdijck
was niet in zijn sectievergadering. Toen was het tijd
geweest om er over te spreken. Om nu nog om een
juridische kwestie de zaak tegen te houden, dat vindt
sprekers afkeuring.
De heer Van Sloterdijck ziet zich genoodzaakt den
heer Terpstra te antwoorden, die een persoonlijk feit
in debat bracht, n.l. dat spreker de sectievergadering
niet bijwoonde. Spreker geeft de verzekering, dat hij
veel meer voor de gemeente doet, dan de heer Terpstra
wel weet. Op den avond van de sectievergadering
van welke vergadering spreker maar tweemaal 24
uur te voren bericht kreeg had spreker een
vergadering voor het hooren van reclamanten tegen
den Hoofdelijken Omslag. Dien dag zat spreker daar
voor van twee uur tot halfzes en van halfacht tot
halfelf. 't Is dus niet geweest uit onverschilligheid dat
spreker de sectievergadering niet bijwoonde, maar het
gemeentebelang dwong spreker uit anderen hoofde te
vergaderen. En die vergadering, waartoe de reclamanten
al lang van te voren opgeroepen waren, kon ook niet
worden uitgesteld.
De heer Schaafsma (wethouder) zegt, dat reglemen
tair de opmerking van den heer Van Sloterdijck juist
is. Spreker wil echter vragen of 't noodig is, om
hiervoor de behandeling van 't reglement aan te
houden, waardoor men de kans loopt, dat het nog
een paar maanden duurt. Spreker gelooft niet, dat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1919. 129
men hierdoor eenig gevaar kan loopen. Art. 55, het
Be lid, slaat op het inwinnen van 't advies der Kamer
van Arbeid, en die clausule wordt nu immers veran
derd, zoo, dat voortaan de werkliedenorganisaties zullen
worden gehoord. Daartegen is van geen enkele zijde
bezwaar gerezen, en ook is niet een voorstel gedaan
om de oude redactie te herstellen, waaruit de con
clusie mag worden getrokken, dat voor 't vaststellen
van de arbeidsvoorwaarden aan 't advies der Kamer
van Arbeid weinig waarde wordt gehecht. Spreker raadt
aan, om over deze formeelo kwestie heen te stappen.
De Kamer van Arbeid zal dit niet zeer kwalijk nemen.
De heer Beekhuis acht het niet noodig zich over
deze kwestie bijzonder warm te maken. Er is wel
een wijze te vinden om te handelen in overeenstem
ming met art. 55. Al worden de wijzigingen niet
aangebracht, men kan daarom wel de eventueele wij
zigingen bespreken, indien men dat doet onder de
mits, dat intusschen nog de Kamer van Arbeid wordt
gehoord. In zekeren zin is spreker het wel met den
heer Van Sloterdijck eens, maar men kan het nieuwe
reglement in beginsel vaststellen. Dan kan men in
tusschen 't advies der Kamer vragen, omdat het toch
niet aangaat om over 't bestaande reglement heen te
loopen, dat zegt, dat geen wijzigingen worden aan
gebracht, dan nadat de Kamer van Arbeid is gehoord.
De heer Van Sloterdijck: Vooraf!
De heer Beekhuis: We kunnen den tijd nu wel be
nutten met de zaak te bespreken, om dan later pas
definitief de wijzigingen vast te stellen.
De heer Dijstra vraagt of bij toepassing van het
idee-Beekhuis de wijzigingen eerst nog goedgekeurd
moeten worden door de Kamer van Arbeid, vóór men
de bepalingen van het nieuwe reglement in practijk
kan brengen.
De heer Beekhuis zegt, dat in de considerans de
Kamer van Arbeid moet kunnen worden genoemd.
De Kamer moet derhalve worden gehoord. De Raad
kan dus de wijzigingen voorloopig aannemen, en als
de Kamer van Arbeid gehoord is, dan zijn de wijzi
gingen wettelijk van kracht.
De heer Schaafsma (wethouder) vestigt de aandacht
er op, dat men hier meer dan eens over een gelijke
informaliteit is heen gestapt. De loonen bijvoorbeeld
staan in het reglement, en die zijn al dikwijls ver
hoogd, zonder dat de Kamer van Arbeid is gehoord,
en nooit heeft de Kamer van Arbeid hiertegen ge
protesteerd.
Bovendien wil het voorstel de Kamer thans geheel
uitschakelen en het advies van de werkliedenorgani
saties er voor in de plaats stellen. Spreker acht het
niet raadzaam om zich zoo sterk aan het wettelijke
vast te houden. Deze vergadering kan nu wel be
sluiten ook zonder rapport van de Kamer van Arbeid
men kan gerust met de behandeling doorgaan, zonder
van de informaliteit al t,e veel notitie te nemen.
Den heer Van Sloterdijck verwondert het, dat
iemand die den naam van wethouder draagt, hier
voorstelt om niet de wet te houden, maar ze met
voeten te treden. Als men het advies van de Kamer
van Arbeid heeft, dan zal men, meent spreker, toch
weer nieuwe discussies krijgen, zoodat men dan fei
telijk toch een nieuwe behandeling krijgt. 't Is
immers zeer wel mogelijk, dat de Kamer nieuwe
amendementen zal indienen of in overweging geven.
Om die dubbele behandeling te voorkomen stelt
spreker voor, de behandeling van dit punt aan te
houden, tot het advies van de Kamer van Arbeid er
is. Er kan bij de Kamer wel op spoed worden aan
gedrongen.
De heer Terpstra is van meening, dat het voor-
stel-Beekhuis geen zin heeft. Men moet over het
wettelijk bezwaar heen stappen, dat is iets wat de
Raad heeft te weten, maar men kan niet, al was het
voor tijdkorting, er nu over discussieeren, en er later
toch weer op terugkomen. Men zou het immers toch
enkel globaal kunnen behandelen, omdat altijd nog
weer nieuwe wijzigingen naar voren gebracht zouden
kunnen worden. Eén van beide, of men moet het
voorstel-Van Sloterdijck aannemen, of wij behandelen
het voorstel zonder 't advies van de Kamer van
Arbeid.
De Voorzittsr is van meening dat de heer Terpstra
de zaak zuiver ziet. Ook spreker gevoelt niets voor
het advies van den heer Beekhuis. De heer Van
Sloterdijck heeft volkomen gelijk, als men zich wil
houden aan sub 3 van art. 55. Het betreft hier
evenwel geen zaak waai voor de goedkeuring van een
hoogere autoriteit vereischt wordt Was het een
koninklijk goedgekeurd reglement, dan zou men het
niet met voeten kunnen treden, maar dat is niet het
geval. De Raad heeft het reglement zelfstandig ge
maakt. Hij is in dit geval souverein, en daarom zal
hij geen enorme schuld op zich laden door hierover
heen te stappen.
Het is een eigenaardig iets, deze bepaling in zoo
danige verordening. De Raad van vroeger heeft
zichzelf willen binden, maar men had evengoed in
een volgende vergadering kunnen besluiten de Kamer
van Arbeid weer uit te schakelen.
Wil men de Kamer van Arbeid hooren, dan is
er geen reden om met de behandeling verder te
gaan. Doch spreker acht het geen geweldig bezwaar
om met de behandeling door te gaan.
De heer Dijstra vraagt of het reglement ingevoerd
kan worden, zonder dat de Kamer van Arbeid ge
hoord is.
De Voorzitter. De Raad begaat dan een informa
liteit, maar als hij het doet, dan gebeurt er verder
niets. Er is geen macht ter wereld, die er iets aan
kan doen.
De heer Koopmans meent dat men dan een gevaar
lijk precedent gaat scheppen. Dan zou men later
de bepaling, dan slaande op de organisaties van werk
lieden, ook niet behoeven toe te passen.
In dit geval acht spreker het werkelijk beter,
dat de behandeling veertien dagen wordt uitgesteld.
De heer Beekhuis U, mijnheer de voorzitter, stelt
wel voor met de behandeling door te gaan
De Voorzitter Ik stel niets voor. Ik voel er 't meest
voor om 't niet uit te stellen.
De heer Beekhuis En dan de Kamer van Arbeid
niet hooren
De VoorzitterJa, dan moet men de consequenties
aanvaarden, en de Kamer negeeren.
De heer Beekhuis kan dit niet juist vinden.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.