144 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juni 1919. De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en Wet houders hun voorstel intrekken, omdat dit thans over bodig is geworden. Wordt overgegaan tot benoeming der onderwijze ressen. Benoemd wordt aan gemeenteschool no. 5 F. A. de Vries, onderwijzeres te Marssum met 11 stemmen, (op T. Douma, tijdelijk onderwijzeres te Leeuwarden zijn 10 stemmen uitgebracht); aan gemeenteschool no. 6 T. de Vries, onderwijzeres te Britsum, met algemeene (21) stemmen. De heer De Boer stelt voor naar aanleiding van den uitslag dezer benoeming, in geheime zitting over tegaan. De Voorzitter merkt op, dat dit voorstel vreemd is aan de orde van den dag, en ingevolge de Gemeente wet schriftelijk door één vijfde van de aanwezige leden moet worden ingediend. 4. Agenda no. 5). Herstemming over het amendement Beekhuis waarover in de vorige vergadering de stemmen hebben gestaakt) betreffende de wijziging van art. 5 en voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanvulling der overgangsbepalingen van het Werkliedenreglement. De heer Schoondermark (wethouder) verzoekt, daar hij in de vorige vergadering niet aanwezig was, te mogen vernemen den inhoud van het amendement- Beekhuis. Spreker weet niet of bij een herstemming nog over een voorstel mag worden gesproken. De Voorzitter antwoordt den heer Schoondermark dat de heer Beekhuis voorsteltuit artikel 5 te lichten de woorden „den namiddag van den verjaardag van H.M. de Koningin." Het amendement-Beekhuis, in stemming gebracht, wordt verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de hoeren De Boer, Nijholt, Schaaf- sma, Dijkstra, De Vries, Beekhuis, Tiemersma, Collet, en Terpstra. Tegen stemmen de hoeren Cohen, Dijstra, De Haan, Tulp, Berghuis, De Vos, Van Weideren baron Rengers, Fransen, Oosterhoff, Van Sloterdijck, Haverschmidt en Schoondermark. Artikel 5 van het Werkliedenreglement wordt met algemeene stemmen vastgesteld. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt In verband met een bij U ingekomen adres van een vasten werkman der gemeente, wiens ziekengeld krachtens de bestaande bepalingen is afgeloopen en die thans verzoekt, dat bij het vaststellen van over gangsbepalingen ten aanzien van het ziekengeld ook met zijne belangen rekening wordt gehouden, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten alsnog onder B III van Uw besluit van de vorige vergadering tot wijziging van het Werkliedenreglement de volgende overgangsbepaling toe te voegen III. dat voor vaste werklieden, wier ziekengeld alsdan volgens de bestaande bepalingen is opgehouden, doch die sinds 1 Januari 1919 ten minste acht achtereen volgende weken in het genot daarvan zijn geweest, het ziekengeld van dien datum af wordt berekend volgens dit besluit onder A XXV, zonder dat bijbe taling over het reeds verstreken tijdvak zal plaats hebben. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het voorstel tot wijziging van het Werklieden- reglement wordt in zijn geheel met algemeene stemmen aangenomen. V. De Voorzitter deelt mee dat is ingekomen een schriftelijk voorstel van de heerenDe Boer, Tie mersma, Collet, Dijstra en De Haan, om in een be sloten vergadering over te gaan. Spreker stelt voor deze te houden na afhandeling van de punten dei- agenda. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. VI. Wordt voortgegaan met de behandeling van de punten der agenda. 5. Agenda no. 6). Frae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Vereeniging Plaat selijk Belang" voor de Hotel- en Koffiehuisbedrijvenom den tappers en slijters het recht te geven hunne zaken des Zaterdagsavonds tot 11 uur open te houden. Dit prae-advies luidt als volgt Bij adres van 24 Februari 1.1., in onze handen om prae-advies gesteld, verzoekt het bestuur van de ver eeniging „Plaatselijk Belang voor de Hotel- en Koffiehuis-bedrijven alhier", den tappers en slijters het recht te geven Zaterdagsavonds hunne zaken open te houden tot 11 uur, evenals dit het geval is met de drankwinkeliers. Dit verzoek hangt samen met de onderscheiding, die bij raadsbesluit van 12 Maart 1918 (gemeenteblad no. 27 van 1918) gemaakt is tusschen plaatsen van vereeniging eenerzijds en die inrichtingen waar gebruik van alcoholhoudende dranken hoofdzaak is (kroegen en tapperijen), anderzijds. Laatstgenoemde inrichtingen hebben bij dat raadsbesluit een vervroegd sluitingsuur van 8 uur gekregen, dat ook voor den Zaterdag geldt, terwijl juist voor de winkels het krachtens de verordening op de winkelsluiting be paalde uur van sluiting voor dien avond op 11 uur is gesteld. Hieronder vallen ook drankwinkels, die, naar adressant vreest, op dien avond dan aan de tapperijen enz. concurrentie aandoen. Het adres ver onderstelt, dat dit niet de bedoeling van den Raad kan zijn geweest. Het is mogelijkbij de discussiën, die bij de behandeling der voorstellen, om de ver vroegde sluiting van sommige drankgelegenheden in onze politiebepalingen op te nemen, zijn gehouden, is dit punt ook niet nadrukkelijk op den voorgrond getreden. De geest dier aanvulling brengt evenwel mede, dat het vervroegd sluitingsuur voor kroegen en tapperijen ook, misschien ware beter te zeggen vooral, voor den Zaterdag gehandhaafd blijft. De drankwinkels, dat zijn dus inrichtingen, waar als regel per gesloten flesch of kruik voor gebruik niet ter plaatse verkocht wordt, behoeven hieronder niet te vallen, omdat daar gebruik ter plaatse, hoewel vol gens de wet in de meeste gevallen toegelaten, niet voorkomt of uitzondering is. Ware dit anders, de inrichting zou, door haar als kroeg of tapperij te rangschikken, onder de verplichte 8 uur-sluiting zijn te brengen, omdat bij die onderscheiding alleen met de praktijk rekening wordt gehouden. Inwilliging van het verzoek is daarom niet noodig en ten onrechte schadelijk voor de bona fide-drank- winkels. Ons voorstel strekt dus tot afwijzing van het gedaan verzoek. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Juni 1919. 145 Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6. (Agenda no. 7.) Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres der afd. Leeuwarden van den Ned. Bond voor Lichamelijke opvoeding om toeken ning van een subsidie over 1919 voor haar sportterrein. Dit prae-advies luidt als volgt Bij Uw Vergadering zijn twee adressen ingekomen van de afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding. Het eene van 14 Maart 1.1. verzoekt voor 1919 een som van 600. beschikbaar te willen stellen, gelijk aan de huur, die voor het terrein aan de Bleekerstraat moet worden besteed, om daaruit een tekort op de exploitatie van het terrein te kunnen bestrijden. Bij het andere, van 81 Maart, wordt een bedrag van 350.gevraagd tot dekking van het tekort van den kindercursus in het openluchtspel over 1919. Over beide adressen is ons prae-advies gevraagd. Wij merken ten aanzien van het eerste adres op, dat gelijk besluit als daarbij van U gevraagd wordt ook in 1914, 1916, 1917 en laatstelijk den 23 April 1918 is genomen. Evenals over 1917 is ook het vorige jaar het crediet echter niet noodig geweest, daar de ont vangsten de uitgaven hebben overtroffen. Thans is echter do begrooting hooger, doordat de terreinhuur in plaats van op 400.zooals vorige jaren, op 600.is gesteld, zoodat ditmaal een tekort, dat niet uit eigen middelen kan worden gedekt, niet is uitgesloten. Ten opzichte van het tweede adres zij verwezen naar Uw besluit van 28 Mei des vorigen jaars (Han delingen blz. 151). Ook toen is, evenals in 1916, voor gelijk doel als waarvoor het subsidie thans wordt gevraagd, een som van 350.beschikbaar gesteld, welk bedrag in 1916 niet en in 1918 voor een zeer klein gedeelte is aangesproken. Ook thans worden wederom kinderen van het 5e leerjaar der verschil lende scholen in 10 groepen, elk van 25 leerlingen, geoefend. Er is dit jaar eenige meerdere kans dat een grooter bedrag van het beschikbaar gestelde gemeen telijk subsidie zal worden opgevraagd, omdat de bijdrage van het hoofdbestuur, vroeger steeds 350.nu op 250.is gesteld, in verband met den aan sommige andere afdeelingen gegeven steun, geen laag bedrag. Ons voorstel strekt, dat door U worde besloten op de gebruikelijke, nader door Burgemeester en Wethouders te stellen, voorwaarden de gedane ver zoeken in te willigen en voor het beoogde doel voor 1919 bedragen van 600.en 350.— beschikbaar te stellen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 7. (Agenda no. 8.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring der exploitatierekening van de Woningvereeniging Leeuwarden, betreffende woningen aan het Mariahof diensten 1917 en 1918. Dit voorstel luidt als volgt Bij ons college zijn ingekomen, ingevolge art. 3 van het Raadsbesluit d.d. 8 Juni 1915, opgenomen in Gemeenteblad no. 11 van 1915, de exploitatierekenin gen over de jaren 1917 en 1918 van de Woningver- eeniging Leeuwarden, betreffende de exploitatie van woningen der gemeente aan het Mariahof. Genoemde rekeningen met bijlagen zijn onderzocht door de Financieele Commissie en waar dit onderzoek geen aanleiding heeft gegeven tot het doen van op- of aanmerkingen hehben wij de eer Uwen Raad voor te stellen a. 1. de exploitatierekening over 1917 overanderd goed te keuren met een nadeelig slot van f 807.69. 2. de rekening van het fonds voor onderhoud en herstel bedoeld bij art. 4b der verordening, Ge meenteblad no. 11 van 1915, goed te keuren, bedra gende de waarde van genoemd fonds op 31 December 1917 2894.06. b. 1. de exploitatierekening over het jaar 1918 onveranderd goed te keuren met een nadeeling saldo van f 1029.13. 2. de rekening van het fonds voor onderhoud en her stel, bedoeld bij art. 4b. der Verordening, Gemeente blad no. 11 van 1915, goed te keuren, bedragendede waarde van genoemd fonds op 31 December 1918 f 3243.55. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Van Weideren baron Rengers is buiten stemming gebleven. 8. Agenda no. 9.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring der exploitatierekening van de Woningver eeniging Leeuwarden betreffende gemeente woningen over de jaren 1917 en 1918. Dit voorstel luidt als volgt Bij ons College zijn ingekomen ingevolge het be paalde bij het Raadsbesluit d'd 28 December 1915no. 499R/249 de exploitatie-rekeningen over de jaren 1917 en 1918 van de Woningvereeniging Leeuwarden, be treffende de huurexploitatie van woningen der gemeente. Genoemde rekeningen met bijlagen zijn onderzocht door de Financieele Commissie en waar dit onderzoek geen aanleiding heeft gegeven tot het doen van op- of aanmerkingen hebben wij de eer Uwen raad voor te stellen a. de exploitatie-rekening over 1917 onveranderd goed te keuren met een bedrag aan ontvangsten van f 4920.50, aan uitgaven van f 3007.36 en een saldo van 1913.14, van welk saldo in de gemeentekas is gestort 1853.66, terwijl het restant ad. f 59.48 uit makende het bedrag der nog niet terugbetaalde waar borgsommen in de exploitatie-rekening over 1918 moet worden opgenomen. b. de exploitatierekening over 1918 onveranderd goed te keuren met een bedrag aan ontvangsten van 8149.81, aan uitgaven van f 4997.28B en een saldo van 3152.52® van welk saldo in de gemeentekas is gestort f 3037.54®, terwijl het restant ad f 114.98; uitmakende het bedrag der nog niet terugbetaalde waarborgsommen in de exploitatie-rekening over 1919 moet worden opgenomen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester on Wethou ders. De heer Van Weideren baron Rengers is buiten stemming gebleven. 9. (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan G. H. Hofmeester vergunning te ver- leenen tot het hebben van recht van uitzicht opgemeen te terrein ten behoeve van een gestichte fabriek aan de Emmakade N.Z. nabij de 2e Kanaalsbrug. Dit voorstel luidt als volgt Bij ons is ingekomen een verzoek van den heer G. H. Hofmeester alhier, om vergunning tot het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 2