174 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1919. staan, doordat er zich mee bemoeiden het Rijk, de Provincie, de Gemeente, eenige architecten en de Vereeniging Vreemdelingenverkeer. De eigenaar heeft gedacht voor het behoud van de mooie gevel van alle kanten wat te trekken. Burgemeester en Wet houders zijn echter tot de conclusie gekomen dat er maar eens een einde aan moest komen en hebben den eigenaar gevraagd: „wat wil je?" Het perceel was echter intusschen bovendien nog weer in andere handen gekomen en op deze wijze heeft een en ander aanleiding er toe gegeven, dat de steiger zoo lang is blijven staan. De heer Fransen zegt, dat dit de bedoeling van zijn vraag niet is geweest, dit gaat de subsidie aan. Vanwege de bouwpolitie is echter zelf tegen den eigenaar gezegd, dat de gevel bouwvallig was, nu verklaart de bouwpolitie dat de gevel niet bouwvallig is, dit acht spreker niet in den haak. De heer Schaafsma (wethouder) zegt, dat wat de heer Fransen zegt waar kan zijn, n.l. dat het gezegd is, doch in de stukken staat er nergen iets van, dat de gevel bouwvallig is. Wat tusschen den vorigen eigenaar en de bouwpolitie gezegd en gesproken is, daar kan spreker geen antwoord op geven, hij weet enkel dat geen enkel stuk er van spreekt, dat de gevel bouwvallig is. Niet omdat hij bouwvallig was, maar om te zien hoe de gevel er uitzag is de steiger gebouwd. Er vielen stukjes af en toen heeft men den gevel onderzocht. Nadat het onderzoek was afgeloo- pen, werd besloten tot restauratie naar de teekening zooals die vroeger was. De eigenaar heeft getracht allerlei subsidies te krijgen en de steiger stond er maar tot last van ieder en het heele college. Twee maal is de eigenaar aangeschreven den steiger te verwijderen, doch ondertusschen is het perceel weer van eigenaar veranderd Eerst is verzocht den gevel te verbouwen, toen is om subsidie gevraagd, daarna om den gevel te doen opknappen en zoo hebben al die dingen er toe meegewerkt, dat de steiger zoo lang is blijven staan. De heer Fransen zou dan wel graag willen, dat men ging onderzoeken wat er ivel gezegd is, omdat het een eigenaardigen indruk geeft in do bouwwereld. De Voorzitter vraagt of de heer Fransen dan soms wou hebben dat dit onderzoek werd geëndosseerd aan Burgemeester en Wethouders. De heer Fransen wil het verzoek doen aan Burge meester en Wethouders te onderzoeken wat er van deze kwestie aan is, opdat, indien de geruchten maar praatjes zijn, dit officieel kan worden tegengesproken. De Voorzitter geeft hierop te kennen, dat het college van Burgemeester en Wethouders en de Raad te hoog staan om praatjes te onderzoeken en te weerleggen. De heer Fransen: „Dan is 't mij best, ik heb het verzoek dan gedaan". Het bericht onder punt 25 wordt hierna voor ken nisgeving aangenomen. 26. Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting op het inkomen, dienst 1918. Heeft ter visie gelegen om heden te worden be handeld. 27. dat Burgemeester en Wethouders provisioneel in erfpacht hebben uitgegeven van bouwblok N en O der terreinen tusschen Groninger straatweg, Kalver- dijkje en Cambuursterpad aan L. H. E. van Hylckama Vlieg ongeveer 380 M2., waarde plm. 3030.—, jaarlijksche erfpachtssom plm. 151.50. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van onderscheidene panden aan de Klanderij- dwarsstraat en tot stichting op de na amotie dier panden vrijkomenden grond van eene bewaarschool der tweede klasse (bijlage no. 30). 2. Alsvoren, tot vaststelling van een algemeens salarisverordening voor het personeel in dienst der gemeente en in verband daarmede tot wijziging van verschillende verordeningen (bijlage 27). 3. Alsvoren. tot het door de gemeente doen ga randeeren van de terugbetaling door de woning stichting ..Patrimonium" van bij een bankinstelling opgenomen werkkapitaal voor den woningbouw aan den weg Achter de Hoven. 4. Alsvoren, tot vaststelling van eene lijst als be doeld bij art. 2, 1ste lid, van het Werkliedenreglement. De voorstellen onder de punten 1—4 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 5. Alsvoren. tot onderhandsche verhuring van de bovenwoning Kanaalstraat 2, voor den tijd van 3 jaren, aan G. du Bois, alhier. Zal in een volgende vergadering worden behandeld. 6. Alsvoren, tot oprichting van een „Buitengewone school voor lager onderwijs". Is gedrukt als bijlage 28 en bij de leden rondge zonden om te zijner tijd te worden behandeld. 7. Alsvoren, om aan N. v. d. Woude, op zijn ver zoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 4. Zal in een volgende vergadering worden behandeld. 8. Nader voorstel van Burgemeester en Wethou ders in verband met de ingediende amendementen op en afhandeling van het voorstel tot vaststelling der verordening tot regeling van de jaarwedden der vak onderwijzers in gymnastiek. Is gedrukt als bijlage 29 en bij de leden rondge zonden om nog heden te worden behandeld. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening, betreffende den prijs en de levering van het gas en de electriciteit. 10. Schrijven van Burgemeester en Wethouders in verband met de aanhouding der behandeling van hun voorstel tot wijziging der verordening tot hef fing en op de invordering van rechten aan de Waag (gemeenteblad no. 5 van 1915). 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het besluit regelende de bezoldiging van de wegers en werkers aan de Waag (gemeente blad no. 28 van 1909). De punten 9—11 zullen in een volgende vergade ring worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Agenda no. 2). Rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aanleg te gen aanslagen in de plaatselijke directe belasting op het inkomen, dienst 1918. Ter behandeling van dit punt wordt in geheime zitting overgegaan. Na heropening der openbare zitting wordt aan de orde gesteld Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Augustus 1919. 175 2. (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een verordening tot re geling van de jaarwedden der vakonderwijzers in de gymnastiek (bijlagen nos. 23 en 29). Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 3. Agenda no. 4). Benoeming van een onderwijzeres in de gymnastiek aan scholen voor openbaar lager onder wijs wegens uitbreiding van personal). Met algemeene (18) stemmen wordt benoemd mej. F. J. Pleging, alhier. 4. (Agenda no. 5). Benoeming van een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 4 wegens uitbreiding van per soneel). Benoemd wordt met 17 stemmen mej. C. Maurer, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 4 alhiermej. C. M. Rivière te Middelburg verkrijgt 1 stem. 5. (Agenda no 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan L. by de Ley op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als hoofd van gemeenteschool no. 11. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 6. (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche verhur ing van het gebouw der voormalige vischmarkt aan de Coöperatieve Veiling en Inkoopcommissie der Friesche Tuinbouwvereeniging. Dit voorstel luidt als volgt Bij Uw besluit van 27 Mei 1919 werden in onze handen gesteld ten fine van prae-advies de aan den Raad gerichte adressen van do Coöp. Veiling en In koopcommissie der Friesche Tuinbouwvereeniging en van het Rijkskantoor voor Groenten en Fruit, beide d.d. 23 Mei te voren. Ter voldoening daaraan diene het volgende Bij Uw besluit d.d. 28 December 1916 no. 625"/313, later vernieuwd en gewijzigd bij besluit van 24 April 1917 no. 166"/91, werd aan de Vereeniging Groenten Centrale te 's Gravenhage, thans overgegaan in het Rijkskantoor voor Groenten en Fruit, in huur afge staan het gebouw der voormalige vischmarkt, uitge zonderd het zich daarin bevindende kantoortje, aan de Oosterkade, kad. bekend gem. Leeuwarden sectie B no. 1843, onder andere op voorwaarde, dat opzeg ging door een der partijen ten minste drie maanden te voren moet geschieden en dat op den dag, waarop de huur eindigt, het gebouw moet zijn ontruimd, de daarin aangebrachte betimmering moet zijn wegge nomen en in het gebouw geplaatste voorwerpen in behoorlijken staat moeten worden opgeleverd. Bij het adres van 23 Mei j.l. wordt door het Rijks kantoor voor Groenten en Fruit de huurovereenkomst tegen 1 Juni 1919 opgezegd, wordt ontheffing ver zocht van de verplichting de tafels in den ouden toe stand terug te brengen en wordt verzocht met het wegnemen der betimmering te mogen wachten, tot een besluit betreffende een nieuwe verhuring van het gebouw is genomen. In het in den aanhef genoemde, tegelijkertijd in gekomen adres van de Coöp. Veiling en Inkoopcom missie der Friesche Tuinbouwvereeniging wordt ver zocht het gebouw der voormalige vischmarkt op de zelfde voorwaarden als het Rijkskantoor van de ge meente in huur te mogen ontvangen en de aange brachte betimmering in denzelfden toestand te mogen houden. Waar een opzeggingstermijn van drie maanden be staat, kan met de nu gedane opzegging van 23 Mei tegen 1 .Juni geen genoegen worden genomen, doch kan, nu de Coöp. Veiling- en Inkoopcommissie het verzoek doet het gebouw in huur te ontvangen, het Rijkskantoor van zijn verplichting worden ontslagen zoodra de huurovereenkomst met de nieuwe huurster is tot stand gekomen. De thans opgeruimde tafels zullen ook door de nieuwe gegadigden niet worden gebruiktvoor de gemeente bestaat daarom geen reden den huurder te houden aan zijn verplichting de voorwerpen in den vroegeren toestand te herstellen. Zoo de Coöp. Vei ling en Inkoopcommissie bereid is de aangebrachte betimmering over te nemen, is er geen bezwaar het Rijkskantoor van de verplichting tot wegneming dezer betimmering te ontheffen. Bij schrijven van 8 Juli j 1. werd door de Coöp. Veiling- en Inkoopcommissie der Friesche Tuinbouw vereeniging verklaard, dat zij met do voorwaarden, welke voor het Rijkskantoor gelden, voor een even tueel met haar aan te gane huur genoegen kon nemen. Wij hebben daarom de eer U voor te stellen te besluiten I. aan de Coöp. Veiling- en Inkoopcommissie der Friesche Tuinbouwvereeniging met ingang van 1 Augustus of zoo mogelijk eerder het gebouw der voormalige vischmarkt aan de Oosterkade met uit zondering van het zich daarin bevindend kantoortje uiterlijk tot 1 Juli 1920 te verhuren voor den prijs van een honderd en vijftig gulden per jaar en verder onder de voorwaarden, welke thans voor het Rijks kantoor van Groenten en Fruit gelden. II. de huurovereenkomst met het Rijkskantoor voor Groenten en Fruit ontbonden te achten, zoodra do nieuwe huurovereenkomst haar beslag heeft ge kregen, het Rijkskantoor te ontslaan van zijn ver plichting de in het gebouw aanwezige tafels weer in den ouden toestand terug te brengen en het te ver gunnen de aangebrachte betimmering niet weg te nemen, zoo de nieuwe huurster genegen is deze over te nemen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 7. (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het Rijk te verhuren eenige terreinen aan- en nabij de Harlingerstraatweg ten behoeve van het aldaar ingerichte tijdelijke Rijksopvoedingsgesticht. Dit voorstel luidt als volgt Bij schrijven van 17 Februari j.l. richtte de Minister van Justitie zich tot ons college met verzoek in huur te mogen erlangen den grond aan den Harlinger straatweg, waarop de Engelsche barakken zijn ge bouwd en die door de gemeente ten vorige jare van de N.V. Nationaal Grondbezit te 's Gravenhage is aangekocht. De bedoeling zat nl. bij den minister voor om, ter voorziening in den achterstand in de opneming van ter beschikking der Regeering ge stelde minderjarigen, de barakken-gebouwen, waarover hij de zeggenschap gekregen heeft, in te richten voor tijdelijk Rijksopvoedingsgesticht. Aangezien dit ter rein, het kad. perceel no. 1024, alleen niet voldoende was, werd nader nog medegedeeld dat het gebruik van ten zuiden en ten westen gelegen grond, alzoo de perceelen, die tegelijkertijd met het ovengenoemde stuk werden aangekocht, evenzeer gewenscht was met het oog op het verkrijgen van ruimte voor recreatie en voor den bouw van beambten-woningen. Na be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 3