206 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 September 1919.
6. Adres van de afdeeling Leeuwarden van den
Centralen Nederlandschen Ambenaarsbond om toe
kenning van een toelage ineens van 200.aan- en
verhooging der salarissen van de ambtenaren der
gemeente.
7. Adres met memorie van toelichting van de
afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Christe-
lijken Bond van personen in publieken dienst en van
de afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen
Roomsch Katholieken Bond van personen in openbare
diensten en bedrijven „St. Paulus" om de loonen der
gemeentelijke werklieden te herzien als daarbij is
aangegeven, met toekenning van een permanenten
kindertoeslag enz. en uitkeering van een bedrag ineens
van 100.plus f 25.voor elk wettig kind van
gemeentewerklieden.
De adressen onder de punten 6 en 7 worden in
handen gesteld van Burgemeester en Wethouders
om prae-advies.
De Voorzitter merkt nog op dat deze adressen van
dezelfde strekking zijn als dat onder punt 5.
8. Adres van het Centraal bureau van den Neder
landschen Volkszangbond om op degemeentebegrooting
voor 1920 een bedrag van 300.uit te trekken
als subsidie aan dien bond.
Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1920.
9. Adres van J. P. Weijkamp e.a. bewoners van
panden aan den Hollanderdijk om de daarlangs staande
boomen te snoeien en de gaslantaarns aldaar weder
te ontsteken.
Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd.
10. Adres van P. Schellingwou e.a. behangers
alhier om bij stichting van gemeentewoningen het
behangwerk afzonderlijk te doen aanbesteden.
Wordt ter afdoening in handen gesteld van Burge
meester en Wethouders.
11. Adres van J. L. Beerenbroek om eervol ont
slag als ambtenaar van den Burgerlijken Stand dezer
gemeente.
Wordt verleend onder dankbetuiging voor de in
die betrekking aan de gemeente bewezen diensten.
12. Adres van P. A. van der Meer, alhier, om
inhuring van een huizinge met landerijen aan de
Potmarge, thans bewoond door J. Veenje.
Is bereids door Burgemeester en Wethouders om
prae-advies tot zich genomen.
13. Schrijven van G. J. Veenstra, architect, alhier,
betreffende de aanvrage om subsidie voor het herstel
van den gevel van het perceel Nieuwestad 103, dat
met alle op deze zaak betrekking hebbende stukken
ter visie heeft gelegen.
Wordt voorgesteld het schrijven van den Heer
Veenstra voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Fransen zegt, dat beide mappen, die bij
de stukken lagen, welke ter visie van den Raad waren
gelegd op een verzoek in de vorige Raadsvergadering
door spreker gedaan, enkel betreffen de restauratie
van den gevel. Dit is nooit de vraag geweest, daar
gaat 't niet over, 't gaat alleen over 't optreden van Bur
gemeester en Wethouders tegenover den eigenaar. Zij
hebben deze eerst geforceerd om een steiger voor
zijn huis te plaatsen, omdat de gevel bouwvallig
was en een jaar later bleek dit laatste niet het geval
te zijn. Dit was de bedoeling en niet de restauratie.
Spreker wil uit dit geval de conclusie trekken, dat
indertijd Burgemeester en Wethouders wel wat al te
hard van stal zijn gegaan, die steiger was toen onnoodig.
Spreker verzoekt Burgemeester en Wethouders in het
vervolg dergelijke zaken meer nuchter aan te pakken,
opdat niet een bespottelijk figuur gemaakt wordt.
De heer Schaafsma (wethouder) meent enkel te
kunnen opmerken, dat in het adres van den architect
Veenstra te veel gezegd is. De heer Fransen spreekt
telkens over bouwvalligheid van den gevel, doch spreker
heeft toch de vorige maal het telegram voorgelezen
en daarin staat uitdrukkelijk dat slechts de topbekronicg
bouwvallig was. Ook de andere stukken spreken enkel
van de topbekroning. Als er toch een stuk zandsteen
wegvalt heeft men toch het recht, dat gedeelte bouw
vallig te noemen. De gevel is toen onderzocht en
't is juist gebleken dat dat gedeelte onbetrouwbaar
was. Toen er later is gevraagd of dat gedeelte hersteld
was, is uitdrukkelijk verklaard dat het hersteld was.
Het schrijven van den heer Veenstra wordt hierna
voor kennisgeving aangenomen.
14. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen
van strafverordeningen tot vaststelling van een ver
ordening, houdende geldig verklaring van bestaande
verordeningen tegen welker overtreding straf is be
dreigd (bijlage 31).
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
15. dat Burgemeester en Wethouders hunne werk
zaamheden als volgt hebben verdeeld
de Burgemeester die betreffende Personeel-aange-
legenheden
de Wethouder Berghuis die betreffende Financiën,
Armwezen, Veemarkt, Beurs en Waag, Prinsentuin,
en de Stads Bank van Leening
de wethouder Schoondermark die betreffende het
Onderwijs
de wethouder Schaafsma die betreffende de Licht-
bedrijven, de Stadsreiniging en het Stads-Ziekenhuis;
de wethouder de Vries die betreffende Openbare
Werken, Arbeidsbeurs, Werkloosheidsverzekering, Mu
ziek en Ijsbanen
16. dat Burgemeester en Wethouders hebben aan
gewezen de navolgende leden van hun college voor
de na te noemen raadscommissie, als
tot Voorzitter der commissie voor de openbare
werken en het stedelijk muziekkorps den heer de Vries;
tot Voorzitter der commisie voor de gemeentelijke
lichtfabrieken den heer Schaafsma
tot Voorzitter der commissie voor de gemeentelijke
bewaarscholen den heer Schoondermark.
De mededeelingen onder de punten 15 en 16 worden
voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter doet nog mededeeling dat is ingekomen:
1. een verzoek van den heer K. de Boer om een
vraag te mogen stellen omtrent de suikervoorzieniDg;
2. een verzoek van den heer IJ. de Vries om de
aandacht te mogen vestigen op de openbare veiligheid
in verband met het rooien van boomen en het opbreken
van de straat.
Het gevraagde verlof voor het stellen der beide
vragen wordt mot algemeene stemmen verleend.
De Voorzitter stelt voor, deze punten na afhandeling
der agenda aan de orde te stellen.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
II. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van het perceel grond kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie D no. 1009 ten zuiden
van den Westervijver bij deu Westersingel aan de
Fonteinsloot.
2. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebe-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 September 1919. 207
grooting, dienst 1919, tot het aangaan van een tijde
lijke geldleening en tot het doen van een rechtstreeksche
uitgave uit den post voor onvoorzien, dienst 1919.
3. Alsvoren tot vaststelling van een verordening
regelende de wijze van uitbetaling der jaarwedden
van de onderwijzers aan de openbare lagere scholen
in de gemeente enz. (Bijlage 34.).
4. Alsvoren tot vaststelling van verordeningen op
de heffing en de invordering van waagrechten (Bij
lage 35.).
De punten 1—4 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
5. Alsvoren om voor den aankoop van zes motor
brandspuiten Burgemeester en Wethouders een crediet
toe te staan van 50.000.en te aanvaarden het
bedrag van 15.000.voor de aanschaffing van de
eerste twee spuiten door de Onderlinge Brandwaar
borgmaatschappij voor de gemeente Leeuwarden aan
geboden.
6. Alsvoren om aan G. Jellema alhier vergunning
te verleenen tot het hebben van een meteorologische
zuil op het Waagsplein alhier.
7. Alsvoren tot overneming van een strookje grond
aan de Speolmansstraat van J. van Althuis en T. Bijlsma.
8. Alsvoren inzake de bepaling der bezoldiging van
den directeur en den boekhouder van de lichtbedrijven
in de salarisverordening 1919, zulks naar aanleiding
van het raadsbesluit van 9 September 1.1.
9. Alsvoren om aan A. Roders overeenkomstig zijn
verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer
aan gemeenteschool no. 9.
10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van het Hoofdbestuur der Provinciale
vereeniging voor Vreemdelingenverkeer om daarvan
als lid toe te treden.
De punten 5 10 zullen in een volgende vergadering
worden behandeld.
11. De verantwoording wegens de inkomsten en
uitgaven van de gemeente over het dienstjaar 1918.
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en
zal te zijner tijd worden behandeld.
III. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten
1. (Agenda no. 2.) Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aankoop van het perceel grond kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden sectie D no. 1009 ten
zuiden van den Westervijver bij den Westersingel aan
de Fonteinsloot.
Dit voorstel luidt als volgt
De gemeente is in de gelegenheid om het perceel
weiland, gelegen ten zuiden van den Wester vijver en
ten noorden van de Wilhelminabaan, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, sectie D no. 1009, groot
2,23,40 H.A., te koopen voor de som van ƒ40.000.
buiten de kosten van overneming van hekken en
dammen tegen taxatie.
Op het bij de stukken gevoegde situatiekaartje is
het perceel in roode arcure aangegeven.
Daar wij meenen, dat met aankoop van dit perceel
het belang van de gemeente gediend is, hebben wij
de eer U voor te stellen te besluiten
van Mevr. de Wed. Atze Wassenaar te 's Graven-
hage en verdere rechthebbenden aan te koopen het
perceel weiland gelegen ten zuiden van den Wester
vijver en ten noorden van de Wilhelminabaan,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D no.
1009, groot 2,23,40 H.A., op bijbehoorend situatie
kaartje in roode arcure aangegeven, voor de som van
40.000,vermeerderd met het te taxeeren bedrag
van de kosten van overneming van de op het terrein
aanwezige hekken en dammen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Vos zou willen vragen, waarvoor dit
perceel weiland noodig zal zijn in de naaste toekomst.
In het voorstel staat eenvoudig dat met den aankoop
het belang der gemeente gediend is, doch er staat
niet bij, waarvoor het noodig is. Indien het niet
noodig is, zou spreker niet weten wat de gemeente
moet doen met een stuk grond van 40.000.
Naar het spreker voorkomt zal men er niet veel aan
hebben, doch in 't voorstel staat zoo nadrukkelijk dat
't belang van de gemeente er mede gediend is.
Spreker zou haast willen vragen rls het reeds ge
kocht
De heer Fransen ,,'t Zou de eerste keer niet zijn,
er zijn wel grooter ongelukken gebeurd."
De heer 0. F. de Vries (Wethouder) zegt, dat de
aankoop van zoo groot belang is, omdat het perceel
direct aansluit bij de gemeentegronden, die bestemd
zijn voor woningbouw. Dit perceel is ook daarvoor
bestemd, dat is het groote belang.
De heer De Vos zou dan in overweging willen
geven, den Raad voortaan op de hoogte te stellen,
waarvoor men zooiets wenscht aan te koopen. In-
tusschen zou spreker toch nog gaarne willen weten
of de grond al gekocht is of niet.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) geeft te kennen,
dat dat nog gebeuren moet.
De heer De Vos meent toch, dat Burgemeester en
Wethouders hunne voorstellen dan voortaan beter
moeten omschrijven.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
2. Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1919, tot het aangaan van een tijdelijke geldleening
en tot het doen van een rechtstreeksche uitgave uit den
post voor onvoorzien, dienst 1919.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Fransen zegt, dat toen hij de stukken
nakeek, daar niet bij lag het eerste punt. Toen spreker
het voorstel tot wijziging der gemeentebegrooting
nog even had nagezien, kwam hij tot de ontdekking,
dat de post 180a, zijnde 24.271.—, was verhoogd
tot f 64.271.
Nu is sprekers vraag deze: 5 weken geleden, 19
Augustus, is er een voorstel in den Raad geweest
omtrent het groote tekort van 90.000.bij de
Noorderbegraafplaats. Dit voorstel is toen op verzoek
van den betrokken Wethouder aangehouden, doch
houdt dit nu verband met deze wijziging in de
gemeentebegrooting en zoo niet kan men dan het
voorstel omtrent de Noorderbegraafplaats in de volgende
vergadering terug verwachten
De heer Schaafsma (wethouder), antwoordt den
heer Fransen, dat in de vergadering van 19 Augustus
1.1. het voorstel omtrent de Noorderbegraafplaats niet
is behandeld en voorloopig teruggenomen, omdat er
eerst nog nadere inlichtingen moesten worden inge
wonnen. Eerst als men precies is ingelicht kunnen
Burgemeester en Wethouders wederom met het voor-