218 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1919. den arbeidsduur en den loonstandaard als daarbij wordt aangegeven bij de uitvoering van werken in eigen beheer of in de bestekken van gemeentelijke werken. Dit schrijven luidt als volgt In Uwe vergadering van den 25 Maart 1.1. werd om prae-advies in onze handen gesteld een adres van den Algemeenen Nederlandschen Timmerliedenbond en andere vakvereenigingen, op het bouwvak en aan verwante bedrijven betrekking hebbende, waarbij een regeling gevraagd wordt omtrent den arbeidsduur en den loonstandaard als daarbij wordt aangegeven, bij de uitvoering van werken in eigen beheer of in de bestekken van gemeentelijke werken. Wij hebben den Directeur der Gemeentewerken opgedragen ons hierbij van advies te dienen. Hij ontwierp een regeling, waarbij voor de uurloonen het 1Aè deel is genomen van de miniumweekloonen der gemeentewerklieden, overeenkomende met de loonklasson waarin de verschillende werklieden kunnen worden ondergebracht. Met het oog op de aan het eind van het jaar toch weer te herziene regeling van deze uurloonen zijn de werkgevers in de gemeente thans niet gehoord. De thans herziene loonen en arbeidsduur zijn op genomen in het hierbij overgelegd exemplaar van het gemeenteblad no. 37, waarmede wij meenen aan Uw verlangen te hebben voldaan. Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 21. dat Burgemeester en Wethouders a. den heer Berghuis hebben aangewezen als voor zitter van de salaris-commissie b. Mr. P. van Delden Szn. en J. C. Pabon, thans tijdelijk werkzaam ter secretarie onderscheidenlijk als commies en adjunct-commies 2e klasse, als zoodanig eene vaste aanstelling hebben verleend c. bij openbare inschrijving hebben aanbesteed het bezorgen van de benoodigde wagenvrachten ten dienste der gemeentewerken van 1 October 1919 tot 1 Januari 1920 aan P. Poelsma te Leeuwarden voor de door hem ingeschreven eenheidsprijzen; de uitvoering van verfwerken aan gemeentegebouwen alsperceel 1 aan W. J. de Jong voor f 55. perceelen 2 en 3 aan P. Biesma voor ƒ715.en ƒ163. beiden alhier d. hebben verpacht de opkomsten van de navolgende bruggen voor het tijdvak van 1 October 1919 tot 1 Januari 1921 de Oosterbrug aan C. Split alhier voor 125.per jaar, de Vlietster- en Boomsbruggen met daarbij behoorende dienstwoning aan L. v. d. Wal alhier voor 140.per jaar de Blauwe Brug aan B. v. d. Meer alhier voor 2.per jaar met een wekelijksche toelage uit de gemeentekas van 7. de Witte brug en het gebruik van de daarbij bo- hoorende dienstwoning aan H. Renses alhier voor 5.per jaar met een wekelijksche toelage uit de gemeentekas van 5. de Poppebrug aan G. v. d. Veer alhier voor ƒ2. per jaar met een wekelijksche toeslag uit de ge meentekas van 7. De punten 20 en 21 worden voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit dd. 19 Augustus 11. no. 349"/176 betreffende de garantie der gemeente voor de terugbetaling van werkkapitaal, door de woningstichting „Patrimonium" bij een bankinstelling opgenomen voor woningbouw aan den weg Achter de Hoven. 2. Alsvoren om den Regeeringscommissaris voor de Rijksgraanverzameling in Friesland te ontheffen van de huur van het perceel Raadhuisplein no 30 en om hun voor de inrichting van dat pand voor den ge meentedienst een crediet te verleenen. 3. Alsvoren tot vaststelling van verordeningen op de heffing en de invordering van 18 opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantième belasting in de gemeente Leeuwarden (bijlage 38). 4. Alsvoren, zulks als prae-advies op het betrek kelijk gedeelte van adressen van onderscheidene organisaties, om over te gaan tot uitkeering van een toelage ineens aan gemeenteambtenaren en werklieden met wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1919. 5. Aanbeveling voor de benoeming van leeraren aan de Burgeravondschool voor den cursus 1919/1920. De aanbevelingen luiden als volgt I. a. in de wiskundeH. Valkema, onderwijzer aan gem. school no. 4 alhier. b. in het rechtlijnig en vakteekenen voor metaalbe werkers H. J. Bleeksma, leeraar aan de Ambachts school, alhier. c. in de Nederlandsche taal en de natuurkunde 1. G. de Vries, onderwijzer school 6, alhier. 2. IJ. P. Brouwers, idem school 7, alhier. d. in het boekhouden Th. Kuperus, leeraar boek houden M. O. alhier. e. in het lijn- en vakteekenen voor smeden, enz, F. J. Wijma, leeraar aan de Midd. Technische school, alhier. II. a. Nederlandsche taalP. v. d. Molen. b. lijn- en vakteekenen: B. J. v. d. Wal. c. wiskunde: G. de Boer. d. wiskunde: A. Aardema, allen reeds als zoodanig tijdelijk werkzaam en wonende te Leeuwarden. De punten 15 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de balans en de winst- en verlies rekening van de gasfabriek en het gem. electriciteit- bedrijf, dienst 1918. 7. Alsvoren om aan R. Adama op zijn verzoek met ingang van een nader door hem te bepalen datum eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gem. school no. 5. 8. Alsvoren tot wijziging van de begrooting van het Nieuwe Stads-Weeshuis en tot goedkeuring van de rekening dier instelling, beide dienst 1918. 9. Alsvoren tot goedkeuring van de suppletoirs begrooting der inkomsten en uitgaven van de Stads Armenkamer, dienst 1919 en van de begrooting van die instelling, dienst 1920. 10. Alsvoren tot goedkeuring van de rekening der Stads Armenkamer, dienst 1918. 11. Alsvoren tot vaststelling van de begrooting van den Armenraad, dienst 1920. 12. Alsvoren tot goedkeuring van de begrooting voor het Stads-Ziekenhuis, dienst 1920. 13. Alsvoren van de begrooting der Stads Bank van Leening, dienst 1920. 14. Voordrachten yoor de benoeming van a. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 9 (vacature mej. V. M. Breitsma). 1. mej. K. E. Steenhouwer, tijdelijk onderwijzeres te Leeuwarden. 2. mej K. C-M. Plantinga, volontaire te Leeuwarden. 3. mej A. G. M. Draaisma, volontaire, te Leeuwarden. b. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 13 wegens uitbreiding van personeel 1. mej. M. G. Rosier, onderwijzeres, te Tzum. 2. mej. P. v. d. Veen, onderwijzeres, te Drachten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1919. 219 3. mej. M. Vondeling, onderwijzeres, te Elsloo. c. een onderwijzer aan gemeenteschool no. 12, wegens uitbreiding van personeel: 1. M. Steunebrink, onderwijzer aan gemeenteschool no. 10, te Leeuwarden. 2. G. Douma, onderwijzer, te Veendam. 3. A. W. Berger, onderwijzer aan gemeenteschool no. 9 te Leeuwarden. d. twee onderwijzeressen aan gemeenteschool no. 4 wegens uitbreiding van personeel a. 1. T. M. A. Deinema, onderwijzeres aan gemeente school no. 11 alhier. 2. R. de Vos, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11 alhier. 3. J. Berghaeuser, tijdelijke onderwijzeres aan ge meenteschool no. 7 alhier. b. 1. R. de Vos, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11 alhier. 2. M. Buikstra, onderwijzeres te Broek (Donia- werstal). 3. J. Zelle, onderwijzeres te Oldeboorn. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van de raadsbesluiten waarbij uit de ge meentekas toeslagen op den prijs van het gas en voor do cokes worden verstrekt. 16. Prae-advies van Burgemeester en Wethoudeis op het adres van het bestuur der vereeniging „Kinder speeltuin Rengerspark" om toekenning van een ver hoogd subsidie over 1919 uit de gemeentekas enz. De punten 616 zullen in een volgende vergadering worden behandeld. De Voorzitter brengt nog mondeling aan een voorstel van Burgemeester en Wethouders om goed te keuren, dat N. Dijkema, leeraar aan de Burgeravondschool alhier, gedurende het cursusjaar 1912/1913 als leeraar aan de Burgeravondschool alhier verbonden is geweest tegen een belooning van 266.in totaal. Spreker zegt, dat Dijkema destijds door verzuim voor dat cursusjaar geen aanstelling is uitgereikt en dat het thans, zal dat tijdvak mede kunnen tellen voor zijn pensioen, nog noodzakelijk is dat de Raad deze benoeming goedkeurt. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig dit voorstel. De Voorzitter doet thans nog mededeeling, dat zijn ingekomen a. een verzoek van den heer Jansen om een vraag te mogen stellen omtrent het zoogenaamde tehuis voor dakloozen in de Poststraat. b. een verzoek van den heer Lautenbach om de vraag te mogen stellen of de crisisbepaling op het gebruik van leidingwater thans wordt opgeheven en of men thans voor willekeurige afsluiting gevrijwaard zal wezen. Spreker stelt voor, dat, indien de Raad verlof verleent tot het stellen der vragen, deze na afhandeling der agenda aan de orde gesteld zullen worden. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. (Agenda no. 2) Benoeming van leeraren aan de Burgeravondschool voor den cursus 19191920. Op voorstel van den heer Zandstra geschiedt de benoeming door een stemming ineens op één biljet. De Voorzitter maakt er den Raad nog op attent, dat voor Nederlandsche taal en natuurkunde twee personen worden aanbevolen, voor de andere plaatsen slechts één sollicitant. Worden benoemd: I. met algemeene stemmen a. in de wiskunde: H. Valkema; b. in het rechtlijnig en vakteekenen voor metaal bewerkers II. J. Bleeksma met 22 stemmen c. in de Nederlandsche taal en de natuurkunde G. de Vries; d. in het boekhouden Th. Kuperus. met algemeene stemmen e. in het lijn- en vakteekenen voor smeden F. J. Wijma. II. met algemeene stemmen a. in de Nederlandsche taal P. van der Molen b. in het lijn- en vakteekenen: B. J. van der Wal c. in de wiskunde: Q. de Boer; d. in de wiskunde A. Aardema. 2. (Agenda no. 3Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan .4. Roders op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 9. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3. (Agenda no. 4.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan O. Jellema vergunning te verleenen tot het hebben van een meteorologische zuil op het Wuugs- plein alhier. Dit voorstel luidt als volgt Van den heer G. Jellema alhier bereikte U een adres om hem vergunning te verleenen de bestaande z g. meteorologische zuil op het Waagsplein, door hem van den heer S. Nauta overgenomen, daar gedurende een vijftal jaren te mogen behouden. De vergunning, laatstelijk gewijzigd bij Uw besluit van 8 December 1914 no. 424R/235, aan den laatste en zijne rechtver krijgenden verleend, loopt den 1 Januari 1920 af. U van het gevraagde prae-advies dienende, deelen wij U mede dat tegen het verlengen der vergunning bij ons geen bezwaar bestaat. Met den Directeur der gemeentewerken, wiens advies hierbij wordt over gelegd, zijn wij echter van oordeel, dat in verband met de verbreeding van de Peperstaat de gemeente de bevoegdheid dient te hebben de vergunning op korten termijn iu te trekken. Bij het raadsbesluit van 8 December 1914 trouwens werd de vergunning tot wederopzeggens verleend, zoodat die met eiken wille- keurigen datum kan worden opgezegd. Het verdient echter aanbeveling, reeds dadelijk een termijn te noemen, opdat de concessionaris eventueel daarmede rekening kan houden. Bovendien achten wij de be taling van eene recognitie, waar toch voortdurend eene in het oog loopende reclame wordt gemaakt voor de zaak van den adressant, alleszins te verdedigen een bedrag van ƒ25per jaar komt ons voldoende voor. Overigens kunnen o.i. de bestaande voorwaarden onveranderd worden gehandhaafd. Wij hebben daarom de eer U voor te stellen te besluiten aan G. Jellema, koopman alhier en zijne rechtver krijgenden vergunning te verleenen met ingang van 1 Januari 1920 tot wederopzeggens, uiterlijk tot 1 Januari

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 2