b. te aanvaarden het bedrag van f 15.000. aan geboden door de Onderlinge Brandwaarborgmaat schappij voor de gemeente Leeuwarden, voor de aan schaffing van de eerste twee motorbrandspuiten 222 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1919. bond reclame voor de provincie. Dit alles echter kost geld en, zal de vereeniging haar werk goed doen, dan behoeft zij den steun van de verschillende ge meenten. De heer De Vos zou nog kunnen tegen werpen, dat dan alle vereenigingen van V.V. moeten steunen, doch dat zal natuurlijk moeilijk gaan. De Vereenigingen voor Vreemdelingenverkeer gaan echter zwaar gebukt onder finaucieele zorgen en verrichten nuttig werk. De heer De Vos zal nu, als inwoner van Leeuwarden, wel overtuigd zijn. te meer, als hij weet, dat de Vereeniging alhier pas 12000. heeftgeschonken om het standaardwerk van Pier Pander hier in Leeu warden te krijgen. Hetbezit hiervan zal voor Leeuwarden zoodanig zijn, dat iedere andere gemeente daar jaloersch op is. Burgemeester en Wethouders stellen nu voor om aan de Provinciale vereeniging een contributie van 400.te geven, en niet, zooals de heer De Vos wil, 200.Spreker acht dit, plat uitgedrukt „krenterig". Wanneer men liet doel der vereeniging beaamt, moet men niet beginnen met 200.omdat het werken der vereeniging van goeden invloed zal zijn op Leeuwarden eu de vereeniging zelve te kampen heeft met financieele zorgen. En dan moet een stad als Leeuwarden, waar het bureau is gevestigd, vooraan staan. Men moet zeggen of men wil steunen of niet. Spreker zou zich kunnen voorstellen, dat de heer De Vns zei: „Ik doe er niet aan," Maar de heer De Vos zegt dat hij 400.— te veel vindt; hij zou in plaats van per inwoner 1 cent, voor eiken gemeentelijke belastingbetalende 1 cent subsidie willen geven. Maar een subsidie van 1 cent per inwoner is, het groote belang voor Leeuwarden in aanmerking genomen, zeker niet te hoog. Men moet hier voor of er tegen zijn en de gemeente behoort hier niet krenterig te wezen. De heer De Vos meent, dat alles wat de heer Schoondermark heeft gezegd, in veel minder woorden uitgedrukt had kunnen worden, en dat overigens alles wol bekend was. De financiën der gemeente Leeuwarden staan er echter niet zoo rooskleurig voor, dat mag men wel overluid uitspreken. Leeuwarden heeft be lang bij zooveel vereenigingen, moeten die dan alle in het belang van Leeuwaiden hebben een subsidie van 1 cent per inwoner Spreker wenscht enkel aan de Vereeniging een bewijs van sympathie te geven en daarvoor acht hij een bedrag van f 200 voldoende. De beraadslagingen worden gesloten, De Voorzitter deelt hierop mede dat is ingekomen een amendement van den heer De Vos, om in het voorstel de contributie te stellen in plaats van/400. op 200.— Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, hierna in stemming gebracht, wordt aangenomen met 13 tegen 10 stemmen, zoodat het amendement van den heer De Vos is vervallen. Vóór het voorstel stemmen de heeren Zandstra, Dijkstra, Terpstra, mevrouw BesuyenLindeboom, de heeren Oosterhoff, Jansen, Van Weideren baron Rengers, Tiemersma, O. F. de Vries, Schaafsma, De Boer, Schoondermark en Berghuis. Tegen stemmen de heeren Dijstra, Lautenbach, Tulp, Fransen, IJ. de Vries, De Vos, Postma, Visser, Van der Werff en mevrouw BuismanBlok Wijbrandi. 7. Agenda no. 8 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit dd. 19 Augustus 11. no. 349*1176 betreffende de garantie der gemeente, voor de terugbetaling van werkkapitaal door de woningstichting Patrimonium"bij een bankinstelling opgenomen voor woningbouw aan den weg Achter de Hoven. Dit voorstel luidt als volgt Bij besluit van Uwe vergadering van 19 Augustus 1919 werd de vroeger bij besluit van 10 September 1918 aan de Woningstichting „Patrimonium" verleende gemeentelijke garantie verhoogd tot eene som van 170500. Daarbij is echter de beperkende bepaling gemaakt, dat de gemeente slechts overneemt de ver plichtingen welke voor Patrimonium mochten voort vloeien uit de overeenkomst met de Nationale Bank- vereeniging omtrent het voorschieten van gelden voor den opbouw van 108 woningen op een terrein aan den weg Achter de Hoven. Zooals U uit een hierbij gevoegd schrijven van het Bestuur der Woningstichting van 3 October 1919 blijkt, is gemelde Bankvereeniging niet genegen aan de stichting een crediet te verleenen tot het volle bedrag, waarvoor de gemeente zich borg stelde. Dat bestuur verzoekt daarom de noodige wijziging in het besluit aan te brengen. Wij meenen daartegen geen bezwaren te moeten maken en de stichting te moeten helpen, zoodat zij bij welken persoon of instelling ook de benoodigde gelden kan opnemen. Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te besluiten: uit het raadsbesluit van 19 Augustus 1919 no. 349"/176 te laten vervallen de laatste overweging uit den considerans, in het dictum de woorden „met de Nationale Bankvereeniging" te vervangen door: „met eenige bankinstelling alhier" en in de laatste voor waarde de woorden „aan de Nationale Bankvereeniging" door „aan de Bankinstelling". De beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff heeft geen bezwaar tegen het voorstel, doch vraagt, wat Patrimonium aanleiding heeft gegeven tot het doen van dit verzoek, en waarom de Nationale Bankvereeniging weigert het volle bedrag aan Patrimonium te verstrekken. Het doet toch zeer eigenaardig aan, dat een kassierskantoor hier ter stede weigert geld te verstrekken, waar de gemeente zich borg voor heeft gesteld. Spreker vraagt of Burge meester en Wethouders bekend zijn met de reden, die de Nationale Bankvereeniging daartoe hebben geleid. De Voorzitter kan mededeelen, dat Patrimonium eerst mondeling en daarna schriftelijk is gekomen met haar verzoek. Spreker heeft ook hetzelfde gevoel gehad als de heer Oosterhoff. Het is hoogst eigenaardig, dat bij borgstelling door de gemeente men toch niet het volle bedrag wil uitbetalen. Spreker heeft gevraagd en getracht er achter te komen wat de reden is, doch is niet verder gekomen. Als eenige reden is opgegeven, dat, indien niet alle voorschotten werden gegeven, dit een prikkel zou zijn om in den Haag zoo vlug mogelijk vooischotten te verkrijgen. Hot bestuur van Patrimonium is toegezegd f 17(i.000. en het zou slechts kiijgen f 801)00.Wel is aan spreker niet bepaald gezegd, dat 't slechts 80 duizend zou worden, het kon ook wel 90 worden en zelfs het woord 100 is genoemd. Doch spreker is door zijn onderzoek niets wijzer geworden. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 8 Agenda no. 9.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders om voor den aankoop van tes mo'orbrand- spuiten Burgemeester en Wethouders een crediet toe te staan en om te aanvaarden de schenking, door de Onder linge Brandwaarborgmaatschappij voor de gemeente Leeu warden aangeboden voor de aanschaffing van de eerste twee spuiten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 October 1919. 2-3 Dit voorstel luidt als volgt In het begin van dit jaar hebben wij aan het col- lege van brandmeesters alhier de vraag voorgelegd, of het wenschelijk moest worden geacht voor deze gemeente motorbrandspuiten aan te schaffenHet college gaf daarop bij brief van 9 Januari 1919, no. 187, als zijne meening te kennen, dat aanschaffing van die spuiten niet alleen gewenscht, maar zelfs noodzakelijk was en deed voorts daarbij de mededeeling, dat de ongunstige tijdsomstandigheden het college hadden weerhouden omtrent do aanschaffing bepaalde voor- stellen te doen. De ervaring heeft geleerd, dat groote branden, zooals b.v. de turfbrand op 79 Mei 1918 op hot terrein der groentendrogerij de Voorzorg" aan de Dokkumer Ee alleen te bedwingen zijn bij aanhoudend spuiten met krachtige waterstralen. De handbrand spuiten voldoen aan dezen eisch niet en zijn door het groote aantal pompers, dat daarbij noodig is, duur in hot gebruik. Bij eventueelo branden in de vele hooge gebouwen en fabrieken der stad moet het water tot eene hoogte worden opgevoerd, als met de hand- brandspuiten niet is te bereiken. Alleen door aanwending van mechanische kracht is een krachtdadig optreden tegen uitgebreide branden in hooge gebouwen mogelijk. Op deze gronden toont het college van brandmeesters de noodzakelijkheid tot aanschaffing van motorbrand spuiten aan en de praktijk heeft ook na de ontvangst van het schrijven van het college het gemis van deze spuiten doen gevoelen. Wij denken hier aan den brand in het Paleis van Justitie en den turfbrand op een fabrieksterrein aan het Nieuwe Kanaal. Die noodzakelijkheid alzoo erkennende, hebben wij hot college van brandmeesters uitgenoodigd eene com missie te willen aanwijzen om een onderzoek in te stellen welke spuit in de praktijk het beste voldoet en waar die zou moeten worden gekocht. Onder leiding van den Burgemeester, die het voorzitterschap op zich nam, heeft de commissie zich van haar taak gekweten en het resultaat van haar onderzoek neer gelegd in een rapport, dat, met den brief van 14 Juli j.l., no. 202, van het college van brandmeesters hierbij aan Uwe Vergadering wordt aangeboden. Wij brengen uit het rapport naar voren het denk beeld van de commissie in den aanvang om een automobiel-brandspuit aan te schaffen, van welk plan zij later heeft afgezien, omdat uitvoering daarvan te groote kosten met zich zou brengen. Zoo raadt de commissie aan gewone motorspuiten te koopen en geeft op de daarvoor in het rapport ontwikkelde reden van technischen aard de voorkeur aan de brandspuiten van de fabriek van de firma J. H. W. van der Ploeg te Apeldoorn. De kosten van 6 spuiten (voor elke wijk, behalve Schilkampen, één) komen met inbegrip van straalpijpen, mondstukken, slangen enz. op ongeveer f 50 000. Tegenover deze uitgaaf staat de ontvangst van de opbrengst der oude spuiten met toebehooren, voor zoover deze gemist kunnen worden. Gezocht wordt naar den weg om deze zoo goed mogelijk van de hand te doen. Onder de afwikkeling van deze aangelegenheid werden wij aangenaam verrast door een aanbod van de Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij voor de gemeente Leeuwarden, gedaan bij brief van 25 Juli j.l om voor de aanschaffing van de eerste twee motor brandspuiten de belangrijko som van f 15.000. beschikbaar te stellen, zulks wanneer Uwe Vergadering mocht goedvinden voor den aankoop van zes dier spuiten een crediet toe te staan. Gemelde brief wordt bij de betrekkelijke stukken gevoegd. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten a. voor den aankoop van 6 motorbrandspuiten bij de firma J. H. W. van der Ploeg te Apeldoorn aan het College van brandmeesters een crediet toe toe te staan van 50.000. c. Burgemeester en Wethouders te verzoeken den dank van den Raad aan de Onderlinge Brandwaar borgmaatschappij voor de gemeente Leeuwarden voor het geschonken bedrag voor den aankoop van motorbrandspuiten over te brengen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 9. Igenda no. 10.) Voorstel van Burgemeester en Wethouders om den Regeeringscommissaris voor de Rijksgraanverzameling in Friesland te ontheffen van de huur van het perceel Raadhuisplein 30 en om hun voor de inrichting van dat pand voor den gemeentedienst een crediet te verleenen. Dit voorstel luide als volgt Het bij raadsbesluit van 24 Juli 1917 aangekocht huis Raadhuisplein no. 30, hoek Weerd, is krachtens besluit van 14 Augustus d.a.v. met ingang van 15 Augustus van jaar tot jaar verhuurd aan den Regeeringscommissaris belast met de Rijksgraan verzameling in Friesland, onder bepaling dat de huur telkens van weerszijden drie maanden vóór het einde van elk jaar kan worden opgezegd. De aankoop van het huis is destijds, gelijk uit de toelichting (Handelingen 1917 blz. 211) tot het voorstel blijkt, geschied omdat de gemeente daardoor in de gelegenheid was in de nabijheid van het Stadhuis een alleszins geschikt pand voor bureaux, genoemd werden die voor den controleur der gemeentebelastingen enden gemeenteontvanger, te verkrijgen. Tevens had men het in de hand op den duur te geraken tot vernieuwing van de uitmonding van de Weerd op hot Raadhuisplein. Uitbreiding van bureauruimte is in middels urgent geworden, niet zoozeer ten behoeve van de verplaatsing van het kantoor van den gemeente ontvanger, dan wel voor den controleur, thans tijdelijk ondergebracht in het voormalig hotel Weidema, nadat zijn bureau in de vroegere Hoofdwacht door de secre tarie in gebruik is genomen moeten worden, en voor den verificateur der gemeentefinanciën, die thans nog in zijn eigen woning kantoor houdt. Tevens kunnen in het pand dan een paar vertrekken voor spreek- en werkkamers voor de Wethouders worden ingericht, waarvoor tot heden de vertrekkamer in het Stadhuis dienst doet, die daardoor aan hare eigenlijke bestemming van leeskamer voor den Raad en wachtkamer voor den burgemeester tijdelijk moest worden onttrokken. Voor deze veranderingen in het huis Raadhuisplein no. 30 is een kleine vertimmering noodig, waarmede spoedshalve reeds begonnen is, en waarvan de Direc teur der Gemeentewerken de kosten raamt op ruim f 2100.Zij is nog slechts tijdelijk, in afwachting van een latere definitieve bebouwing, als zekerheid zal zijn verkregen over den afloop der besprekingen, die thans met het Rijk gaande zijn om ook het naast gelegen pand no. 32 in handen der gemeente te doen overgaan. Verruiming van de Weerd is dus op dit oogenblik dan ook nog niet aan de orde. M et deze behoefte aan meer kantoorruimte viel samen de inkrimping van de werkzaamheden van den Regeerings commissaris voor de graanverzameling, die verzoekt met 1 September j 1. van de huur te mogen worden ontslagen, een voorslag, waarop in verband met het voorafgaande gereedelijk kan worden ingegaan. Wij stellen U dus voor te besluiten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1919 | | pagina 4