iijjaÉriög van Mig 22 Januari 1920,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Donderdag 22 Januari 1920. 21
's avonds 8l/2 uur.
Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Dijstra,
Terpstra, Van der Werff, Visser, Lautenbach, De Vos,
Berghuis, Van Weideren baron Rengers, Tulp, Postma,
Nijholt, O. F. de Vries, Tiemersma, Oosterhoff,
mevrouw BesuijenLindeboom, de heeren Zandstra,
8 Collet, mevrouw BuismanBlok Wij brandi, de heeren
IJ. de Vries, Jansen, Schoondermark, Schaafsma en
Dijkstra.
Afwezig 2 leden, de heeren Fransen en De Boer,
de eerste met kennisgeving.
Voorzitter: de heer Jhr. mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Aan de orde wordt gesteld
Voorstel van de heeren L. Dijkstra en J. Jansen
betreffende verbod tot verkoop van sterken drank in de
gemeente van Zaterdagsmiddags 12 uur tot den daaraan
volgenden Maandag voormiddags 8 uur en op alle
Christelijke feestdagen.
De beraadslagingen worden geopend.
De Voorzitter herinnert den Raad er aan, dat
door de heeren Dijkstra en Jansen het volgende
voorstel is ingediend
Ondergeteekenden stellen voor den verkoop van
sterken drank in de Gemeente te verbieden van
Zaterdagsmiddags 12 uur tot den daarop volgenden
Maandag voormiddags 8 uur en op alle Christelijke
feestdagen.
Dit voorstel zou in de vergadering van a.s. Dinsdag
worden behandeld.
Spreker kan den Raad mededeelen, dat is ingekomen
een adres met memorie van toelichting van het bestuur
der vereeniging „Plaatselijk Belang voor de hotel-
en koffiehuisbedrijven te Leeuwarden", houdende
verzoek om niet over te gaan tot het uitvaardigen
van een verbod tot verkoop van sterken drank als
in het voorstel van de heeren Dijkstra en Jansen
bedoeld.
De reden, waarom spreker deze spoedeischende
vergadering heeft bijeengeroepen, is de volgende
Reeds bij geruchte had spreker gister iets gehoord
van de kwestie, dat als de behandeling van het
evengenoemde voorstel doorging, de verschillende
hotels, café's en dergelijke inrichtingen gedurende
eenige dagen zouden worden gesloten, doch heden
ochtend ontving spreker de officieele mededeeling,
dat de café-, restaurant- en hotelhouders hebben be
sloten, indien er geen verandering komt in den stand
van zaken, hunne inrichtingen te sluiten van Vrijdag
morgen 6 uur tot Maandagmorgen. Niet alleen bij de
café's en restaurants, maar ook bij de hotels gaat
dan op bedoelde dagen de zaak dicht, zoodat in de
laatste ook niet de gasten zullen worden toegelaten.
Spreker moet eerlijk zeggen, dat bij hem op het
moment, dat hij de mededeeling ontving en ook
gister, toen hij er bij geruchte van hoorde, onwille
keurig opkwam het gevoel„laten zij hun gang maar
gaan, wij gaan niet uit den weg voor dreigementen".
Doch toen spreker nader over de zaak nadacht, meende
hij het niet op zijn verantwoording alleen te moeten
nemen om dezen toestand in Leeuwarden te doen
ontstaan. Bij dieper nadenken gelooft spreker, dat
hot hier zeker zou worden een zeer eigenaardige
toestand, die zeer slecht voor de stad zou zijn. De
heeren hebben volkomen het recht hunne inrichtin
gen te sluitenzij zijn niet verplicht hun deuren
open te zetten en menschen te ontvangen die bij
hen iets gebruiken of vertoeven willen er is een-
voudig niets aan te doen. Willen zij vrijwillig hun
deuren dicht doen, dan gebeurt dat en er is geen
macht ter wereld die kan zeggen zij moeten open
Iemand, die goed in Leeuwarden bekend is, zal
weten, dat juist het sluiten dier inrichtingen op
Vrijdag en ook op Zaterdag en Zondag verschillenden
menschen zeer te onpas zal komen en niet alleen den
Leeuwarders zelf, maar ook den menschen van buiten.
Dezen zullen ook wel van het gerucht hebben ge
hoord zij zullen morgen wel komen, maar spreker
vreest, dat ze het niet zoo bijzonder aangenaam
zullen vinden. En als het dezen keer zoo gebeurt,
is het best mogelijk, dat men het een volgenden
keer weer van plan is en dat zal in ieder geval voor
onze stad niet best zijn.
Daarom heeft spreker niet alleen de verantwoording
op zich willen nemen het college van Burgemeester
en W ethouders heeft hierover een vergadering gehad
en ook daarin was men van meening, dat de verant
woording vrij zwaar is als het gebeurt. Waarom dan
ook deze vergadering is uitgeschreven.
Het punt staat op de agenda, omdat er althans
een punt op moet staan en daarom heeft spreker er
het voorstel zelf maar op gezet.
Het is echter sprekers bedoeling, nu van den Raad
te hooren, nadat hij heeft kennis genomen vaneven-
genoemde feiten, wat er, nu er misschien een groote
wanorde staat te gebeuren, in dezen valt te doen.
De geheele kwestie is, dat spreker daarvoor niet do
persoonlijke verantwoordelijkheid wensc.hte te dragen
wanneer achteraf blijkt, dat het een janboel wordt,
zal men misschien later zeggenhad de burgemeester
nog maar een spoedeischende vergadering opgeroepen,
dan was misschien de zaak voorkomen of op een
andere manier geregeld.
Spreker zou dus nu gaarne de opinie van de
raadsleden weten.
De heer Tulp is den Voorzitter dankbaar, dat hij
in deze de verantwoording niet alleen heeft willen
nemen en ook den wethouders zij hiervoor dank ge
bracht, omdat de zaak, waar het hier om gaat, van
te veel ingrijpend belang is, dan dat één of een paar
personen de verantwoording daarvan alleen op het
hoofd zal of zullen nemen.
Spreker heeft het betreurd, dat de heeren vergun
ninghouders den Raad voor een dreigement hebben
gesteld, doch spreker is van meening, dat voor een
dreigement de Raad niet moet bezwijken, ook in
dezen niet.
Overigens staat spreker geheel aan den kant der
café- en hotelhouders, overtuigd als hij is van de
groote belangen van die menschen, die hier in 't
gedrang komen. En waarom, terwijl de wereld tegen
woordig al zoo vol strijd is, nu op 't oogenblik dezen
twistappel weer in 't midden geworpen, waarom niet
gewacht daarmee tot er over de kwestie omtrent
„plaatselijke keuze" een uitspraak is gedaan Daarom
stelt spreker voor, dat de Raad zijn houding over
het voorstel niet hedenavond zal bepalen, doch de
beslissing zal uitstellen tot over de kwestie „plaatse
lijke keuze" een beslissende uitspraak is gedaan.
De heer Collet heeft tot zijn bevreemding een
agenda thuis gekregen en dat wel, omdat de plaatse
lijke vereeniging van hotel- en koffiehuishouders van
plan zijn, te gaan staken, omdat op de agenda van
a s. Dinsdag het welbekende punt van de heeren
Dijkstra en Jansen voorkomt.
Spreker zou echter willen vragenwaarom staken
ze nu reeds, laten ze afwachten tot het voorstel
behandeld wordt.
Nu komt inmiddels het voorstel van den heer
Tulp om de zaak uit te stellen tot over „plaatselijke
keuze" is beslist, doch spreker zegt, dat de Raad