158 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 April 1920. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 April 1920. 159 De heer Visser beaamt, dat zooals de heer Terpstra reeds opmerkte het geven van een voor schot in de salariscommissie is ter sprake geweest. Doch daar is besloten om er niet op in te gaan, omdat men bijna klaar was met het rapport. Men heeft daarna nog één a twee vergaderingen gehouden, en toen is het voorstel naar Burgemeester en Wethouders gegaan. Ging men nu spreken over een voorschot, dan zouden de discussies daarover allicht belemmerend werken op een spoedige afdoening van 't rapport. Spreker is daar dan ook niet voor, vooral om hetgeen door den heer Berghuis is gezegd. Spreker zou willen een zoo spoedig mogelijke afhandeling van de zaak. 't Is nu al een paar maanden geleden, dat 't rap port bij Burgemeester en Wethouders inkwam. Gaarne zal spreker spoedig voorstellen aan den Raad tegemoet zien, om dan definitief de salarissen vast te stellen. De heer Berghuis (wethouder) begrijpt niet de woorden van den heer Terpstra. Spreker zou niet weten, hoe men een leening hiervoor zou kunnen sluiten. De heer Terpstra is misschien tot die mee ning gekomen, door dat men van Gedeputeerde Staten heeft gedaan gekregen, dat voor de crisisuitgaven geleend mocht worden. Ook heeft spreker in de commissie-vergadering gesproken over splitsing van de totale loonsverhooging in een gedeelte als loon en een gedeelte als toeslag, maar dat heeft niets te maken met een leening voor dit doel. De heer Terpstra heeft dat zeker niet begrepen. De heer Terpstra is ook vooruit geloopen op het feit dat de organisaties nog niet over het voorstel zijn gehoord. Spreker merkt daartegen op, dat er nog geen besluit genomen is, dat het voorstel nog naar de organisaties moet. De heer Terpstra hoopt er op, dat het nog bij de organisaties zal komen, en dat hoopt spreker ook, maar het zal straks van het col lege van Burgemeester en Wethouders afhangen hoe het verder onderzoek zal geschieden, nadat het bij de looncommissie is geweest. Spreker hoopt dat de heer Terpstra niet verder zal ingaan op de besprekingen die in de commissie gehouden zijn, want anders zou spreker behandeling met gesloten deuren willen aan vragen. De heer Terpstra merkt op, dat hij veronderstelt, dat overleg met de organisaties zal worden gepleegd, niet om wat in de looncommissie is besproken, maar omdat wij hier nu eenmaal het stelsel van georgani seerd overleg hebben. Daaraan hebben Burgemeester en Wethouders ook meegewerkt, en het college volgt dus enkel den regel, door de zaak alsnog met de organisaties te bespreken. De looncommissie had ten slotte maar adviseerende stem, de organisaties hebben dus feitelijk nog meer belang bij een bespreking met Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter merkt op, dat als men mocht be sluiten om een voorschot van f 150.toe te kennen men eigenlijk al vooruit loopt op wat de verhoogingen zullen zijn. Reken dat met 1 Juli de loonsherziening gereed is, dan zou 't voorschot dus over 25 weken verleend zijn. En dus zou men thans vooruit loopen op een verhooging van 6.per week, tenzij men 't later mocht willen verrekenen, en dan krijgt men weer de misère van het terugbetalen dat men vroeger ook heeft gehad. Spreker wil wel uit de school klappen, dat er ook personen in de salarisverordening voor komen, wier salaris volgens 't advies van de salaris commissie in 't geheel niet verhoogd wordt, en dat Burgemeester en Wethouders enkelen hiervan hebben overgenomen. De Raad heeft natuurlijk te beslissen, maar uit een en ander blijkt wel, dat men in groote moeilijkheden zal komen, door het toekennen van een voorschot. De heer Dijkstra is van meening, dat de moeilijk heid gemakkelijk overwonnen kon worden, als 't I college kon toezeggen, om grooten spoed te maken, i met het voorstel. Als na 2 a 4 weken de voorstellen behandeld kunnen worden, dan zijn zijns inziens de moeilijkheden verbonden aan het geven van toeslag te groot. Daar zit het 'm eigenlijk. De Voorzitter antwoordt in overleg met de wet- f houders, dat men moeilijk op dit oogenblik kan zeggen wanneer Burgemeester en Wethouders met concrete I voorstellen zullen kunnen komen. De voorstellen zijn I naar de verschillende hoofden van dienst gezonden I en 't advies van dazen is op één na binnen. Als I Burgemeester en Wethouders beslissen om de orga- nisaties te hooren, dan kan zeker ook over 14 dagen I 't advies van deze binnen zijn. En dan zal zekers met een vier weken de zaak zijn beslag kunnen I krijgen. Er is natuurlijk geen positieve toezegging! te doen, maar drie leden van 't college hadden toch I denzelfden termijn in 't hoofd. De heer Terpstra trekt na deze verklaring zijn I voorstel in. De beraadslagingen worden gesloten. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en I Wethouders wordt met algemeene stemmen besloten het adres voor kennisgeving aan te nemen. 12. dat het verslag van den toestand der gemeente over 1919 gereed is en eerlang in druk zal verschijnen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 13. lijst van de dagen, waarop aan de gemeente scholen nos. 1, 5 t/m 11 en 13 en aan de scholen 4 en 12 de openbare uitreiking van getuigschriften zal plaats hebben. Tot bijwoning worden uitgenoodigd de heeren Voor de scholen 4 en 12: Collet, Dijstra, Nijholt. Voor de overige scholenTiemersma, Rengers, De Vos. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra merkt op, dat deze uitnoodiging van raadsleden tot de openbare lessen aan de scholen eigenlijk geen beteekenis heeft. Telken jare worden er eenige heeren uitgenoodigd, en spreker zal, omdat de wethouder van onderwijs er niet is, geen voorstel doen, maar hij is toch wel van meening, dat die openbare lessen aan de openbare lagere scholen niets meer beteekenen, voor zoover betreft het officieel be zoek van de raadsleden, voor de ouders natuurlijk wel. Spreker is 't vorig jaar ook mee geweest, en men hoort dan een woord van het hoofd der school, maar verder niets. Als men nu nog kennis kon nemen van de werkzaamheden van de kinderen, dan zou 't misschien nog wat anders zijn, dat kan spreker niet recht beoordeelen, maar zoo 't nu gaat beteekent het niets. Dat blijkt trouwens wel uit de regeling, want de heeren voor 't bezoek aangewezen moeten haast op 't zelfde tijdstip in verschillende scholen zijn, zoodat zij op een loopje van de eene school naar de andere zouden moeten vliegen. Spreker doet geen voorstel, maar wil slechts de aandacht van Burgemeester en Wethouders hierop vestigen. De Voorzitter zal de opmerking aan het college overbrengen. De beraadslaging wordt gesloten. De mededeeling wordt voor kennisgeving aange nomen. 14. adres van G. Franssen alhier om een muur, behoorende bij zijn perceel Achter de Hoven no. 71, hoek Kanaalstraat, welke muur de straat aldaar ontsiert, volgens een vroeger van gemeentewege gedaan aanbod te verwijderen en op kosten der gemeente door een ijzeren hek te vervangen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. De heer De Boer merkt op, dat als men onverhoopt mocht besluiten om dien muur weg te breken, men vooral dient te zorgen, dat het hek dat er voor in de plaats komt, aan de eischen van schoonheid voldoet. 15. schrijven van het bestuur der vereeniging van onderwijzers en artsen, werkzaam aan inrichtingen voor onderwijs aan achterlijke en zenuwzwakke kin deren, waarbij wordt aanbevolen het aantal leerlingen aan die scholen te bepalen op gemiddeld 16 per klas met dien verstande, dat het mogelijk wordt in de onderscheidene klassen meer of minder kinderen te plaatsen al naar hun aanleg. Wordt gevoegd bij de stukken, die onder punt 10 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 16. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare inschrijving hebben verpacht onderscheidene perceelen grasgewas als perceel 1 aan S. Namminga alhier voor 15. perceel 2 en 3 aan P. Poelsma alhier voor 905.25 en 385.25 perceel 5 aan B. Wiebenga alhier voor 10.— perceel 6 aan W. I. Iedema alhier voor 2.50 perceel 7 aan J. Hiemstra alhier voor 50.— terwijl perceel 4 niet werd gegund. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebracht. 1. Voordrachten voor de benoeming van onder wijzend personeel aan de gemeentescholen nos. 3, 5 en 11. De voordrachten luiden als volgt a. school 3, vacature mej. C. L. C. Spandaw 1. R. Winters te Stiens. 2. A. E. Woudstra te Boskoop. 3. R. Terhenne te Bolsward. vacature mej. H. E. Hillinga 1. A. E. Woudstra te Boskoop. 2. R. Winters te Stiens. 3. A. Greidanus te Oude Leije. b. school 5, vacature mej. E. Adama 1. A. Kleiterp te Arum. 2. T. Douma te Leeuwarden. 3. A. Greidanus te Oude Leije. c. school 11, vacature mej. T. M. A. Deinema 1. P van der Veen te Drachten. 2. J. Berghaeuser te Leeuwarden. 3. H. Minnema te Leeuwarden, vacature mej. R. de Vos 1. A. Sijtstra te Beetgum. 2. Tj. Lachniet te Laren (Geld.). 3. J. van der Sluis te Leeuwarden, vacature W. S. Annema: 1. A. Algra te Franeker. 2. C. E. Postma te Steenwijk. 3. H. de Boer te Wapserveen. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanwijzing van stemlokalen voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leeuwarden is verdeeld voor de verkiezing van a. leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal b. leden der Provinciale Staten (bijlage no. 52 van 1919). 3. Alsvoren tot verhuring van landerijen nabij de Tijnje aan P. A. Anema en H. Halbertsma. 4. Alsvoren tot het aangaan van eene leening, groot 2,000,000.bij de Rijks-Verzekeringsbank. 5. Het tweede suppletoir kohier van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1919. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mej. M. G. M. Prins en D. Bakker op hun ver zoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres onderscheidenlijk onderwijzer aan gemeentescholen nos. 10 en 6. De punten genoemd onder 16 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 7. Alsvoren om van B. M. Mozes, handelende onder den naam van B. M. Nijveen, over te nemen een strookje grond, deel uitmakende van het terrein voor zijn perceel sectie D no. 1583 aan den Harlinger singel. 8. Alsvoren tot herziening van het raadsbesluit van den 10/24 Februari 1.1. no. 74R/101R/37, inzake ruiling van grond met de Woningvereeniging „Leeu warden" en dat van 9 Maart 1.1. no. 130R/55 tot verhuring van landerijen nabij den Westersingel. 9. Alsvoren om voor de, nabij den Groninger straatweg te bouwen, gemeenteschool no. 14 het ver- eischte crediet toe te staan, enz. 10. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres der afd. Leeuwarden van den Centraal Ned. Ambtenaarsbond betreffende toepassing der be paling van art. 42 van het Werkliedenreglement op de gemeente-ambtenaren. 11. Alsvoren op het voorstel van het raadslid L. Dijkstra, inzake het instellen van een onderzoek naar de mogelijkheid van een drankvrije kermis in 1920. 12. Alsvoren op het voorstel van het raadslid, den heer J. Jansen, om ter bestrijding van de willekeurige duurte der noodzakelijke levensbehoeften een gemeente winkel op te richten. De punten 712 zullen in een volgende vergade ring worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. (Agenda no. 2). Benoeming van onderwijzend personeel aan de gemeentescholen nos. 3, 5 en 11. Benoemd worden aan school 3, mej. R. Winters te Stiens, met 23 stemmen (op mej. R. Terhenne, te Bolsward is 1 stem uitgebracht) en mej. A. E. Woudstra, te Boskoop, met 23 stemmen (1 briefje is in blanco ingeleverd) aan school 5, mej. T. Douma, te Leeuwarden, met 17 stemmen (op mej. A. Kleiterp, te Arum, zijn 7 stemmen uitgebracht) aan school 11mej. P. van der Veen, te Drachten, met 24 stemmen, mej. A. Sijtstra te Beetgum, met 16 stemmen (op mej. Tj. Lachniet, te' Laren (Geld.) zijn 8 stemmen, op mej. J. van der Sluis, te Leeu warden is 1 stem uitgebracht) en A. Algra, te Franeker, met 17 stemmen, (op C. E. Postma, te Steenwijk zijn 6 stemmen, op H. de Boer, te Wapserveen is 1 stem uitgebracht). 2. (Agenda no. 3). Benoeming van een lid van het bestuur der woningvereeniging Leeuwarden"als daarin vertegenwoordigende de gemeente. Benoemd wordt met 24 stemmen D. Blanson Henkemans.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 2