218 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Juni 1920. voeren, dan de bestaande, zal de Burgerwacht in 't geweer komen, anders niet. De heer Collet zal, na de lange redevoeringen, die zijn gehouden, trachten het kort te maken, maar hij wil toch zijn meening zeggen. Spreker staat zeer principieel tegenover de Burger wacht en is het met den heer Schaafsma eens, dat de Burgerwacht in het leven is geroepen om de arbeidersklassen te knechten De heer De VosOm de leiders De heer Collet en om de leiders van de S. D. A. P. zeer vermoedelijk achter slot en grendel te zetten. Als men spreker even laat uitspreken, kan men hooren, hoe hij over het instituut Burgerwacht denktde heer De Vos zal zeer waarschijnlijk straks het woord wel kunnen krijgen. Het is toch wel een beetje dwaas, aldus spreker, dat gij U allen zoo voordoet als tegenstanders der revolutie, gij die weet dat ge ook allemaal kinderen der revolutie zijt. Gij, die nu heel eigenmachtig poogt om de bestaande orde in de maatschappij in stand te houden, gij zoudt willen zeggen, dat wij ons daar tegen niet mogen verzetten? Gij moest U eigenlijk schamen, want wat hebben Uw eigen gees verwanten en partijgenooten in de laatste 4 jaren niet gedaan. Is nu de oorlog al vergeten met al zijn jammer en ellende, met het gevolg dat geheel Europa is ver woest Durft gij nog spreken van orde, gij, wier eigen geestverwanten den oorlog hebben doen uit breken De sociaal-democraten hebben aan den oorlog geen deel gehad. Aan den vooravond van den oorlog heb ben de sociaal-demoraten over den geheelen aardbol protest vergaderingen gehouden. Geen enkele andere partij, die daaraan heeft deelgenomen, die ook heeft getracht den oorlog te keeren. Het is enkel de S. D. A. P. geweest, die heeft getracht, den oorlog te keeren en nu, achter onzen rug, durft gij spreken over orde in de maatschappij, gij, die zooveel achter den rug hebt De heer Tulp: Wa's dat nou? De heer Col iet Uw eigen geestverwanten, dan zal ik het anders uitspreken. Persoonlijk hebt gij er niets aan kunnen doen, natuurlijk, dat weet ik ook heel goed. Maar wat gebeurt er heden, om te trachten zoo'n oorlog niet weer te krijgen? Daarvoor gebeurt niets in het parlement. Spreker zal er een staaltje van opnoemen, wat op 't oogenblik weer de uitgaven zijn voor oorlog: In 1909 is er voor oorlog in ons land uitgegeven 27 millioen, in 1920 komen we al op 58 millioen en het zal misschien worden 62 mil lioen. Voor marine waren in 1909 de uitgaven 19 millioen, in 1920 zijn ze 45 millioen. Zoodat hier dit jaar aan oorlog en marine weer een 100 millioen ten koste wordt gelegd trots die 4 jaren van ellende, die we gehad hebben. In plaats dat men tracht van het leger af te komen, gaat men zich weer wapenen, weer reuzen kapitalen daarvoor uit geven. De heer Tulp: 't Was beter, dat ge Uw speech vandaag in Den Haag hadt gehouden. De Voorzitter verzoekt den heer Collet zich tot de Burgerwacht te bepalen. De heer Collet zal beginnen met de Burgerwacht zelve. In de statuten dier vereeniging heeft spreker gelezen „Art. 2. Zij stelt zich ten doel het wettig gezag na daartoe door dat gezag te zijn opgeroepen in het bestrijden van revolutionnaire aanrandingen en bedreigingen van de openbare of de maatschappelijke orde daadwerkelijk te steunen en tegen gewelddadig verzet te verdedigen. Art. 3. Zij tracht dit doel te bereiken door bij aanrandingen of verzet, zooals in art. 2 bedoeld: a. tegen de bedrijvers gewapenderhand op te treden; b. burgerlijke diensten te verrichten." De heer Schaafsma heeft dus zeer terecht opgemerkt, dat men de Burgerwacht ook gaat gebruiken bij economische conflicten. De heer Dijstra zegt wel van „neen", maar wanneer er burgelijke diensten kunnen worden verricht, kan dit toch niets anders zijn, dan bij eventueele stakingen. Dus is het voor spreker ook zeker niet onmogelijk, dat men de Burgerwacht ook daarvoor gaat gebruiken en daarom kan hij in zooverre met het prae-advies mee gaan, dat hij aan de Burger wacht geen cent zou willen gevenniet op grond van 't geen door den Wethouder van Financiën is naar voren gebracht, maar omdat hij zeer onsympathiek staat tegenover de Burgerwacht. De heer Dijkstra wil zeer zeker de gelegenheid waarnemen om, nu dit voorstel inzake subsidie aan de Burgerwacht op de agenda staat, ook hierover zijn oordeel te zeggen. Hij wil dan beginnen met te zeggen, dat hij geen grein respect heeft voor de Burgerwacht, niet in de eerste plaats, omdat hij anti-militarist is, maar omdat hij meer walgt van het moorden dan de christenen van den tegenwoordigen tijd en daarom heeft hij ook een walging van de Burgerwacht. Waar hij de circulaire van het gemeentebestuur gelezen heeft, ziet hij daarin ook aangegeven de mannen die het dagelijksch bestuur vormen van de Burgerwacht. Van die menschen als zoodanig wil spreker geen woord kwaad zeggen, daar heeft hij niet de minste reden voor. Alleen heeft hij opgemerkt, dat die heeren uitstekend passen bij het geheele wezen van de Burgerwachtde eene is toch een schatrijke handelaar in bouwmaterialen, de tweede een handelaar in edele metalen en de derde de kleer maker der bourgeoisie. Zoodat de Burgerwacht geen beter bestuur had kunnen kiezen, wat de maatschap pelijke positie betreft. De arbeiders moesten wel groote ezels zijn als zij als paladijnen wilden dienst doen voor de schatkist van deze mijnheeren. Spreker moet zich tegenwoordig soms wel eens wat ergeren, 't is misschien niet gezond, maar 't komt voor. Het treft hem toch zeer speciaal, dat het juist ons christelijk volksdeel is, dat zich in het bijzonder voor wapengeweld en broedermoord interresseert. Spreker is geen man, die in de kerk komt en misschien ook om deze reden niet, omdat hij een veel mooier op vatting heeft van het christendom dan de practijk, die door de leeraren wordt verkondigd. Als men de predikanten hoort spreken over de breedte en diepte van het christendom, maar de kerkgebouwen worden in de eerste plaats gebruikt om tot moordorganisaties, het initiatief te nemen, dan behoeft spreker daar niet veel meer van te zeggen. Den 14en Februari is in de Noorderkerk een vergade ring gehouden van de Buitengewoon Vrijwillige Landstorm waar verschillende leden, predikanten en aalmoezeniers hun rede uitgesproken hebben. Spreker citeert „De heer P. van Rees, le luitenant, secretaris der „Nationale Landstormcommissie te 's Gravenhage, „verkreeg eerst het woord. Hij wees op den nood- „zakelijken eisch ernstig te zijn, vooral in een tijd „als deze, waarin dikwijls het „Geen God, geen meester" „als evangelie van het ongeloof wordt gepredikt. „Volgde een geestdriftige, opwekkende speech van „den majoor-aalmoezelier H. E. Elberssen te Sneek". Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Juni 1920. 219 en, aldus spreker, die kraamt daar dan dezen onzin uit tegen De Vos „Dat is net iets voor jou" „Zoolang „ons Wilhelmientje" nog schitterend kan „wedijveren met een David Wijnkoop", 't is eigenlijk, zegt spreker, een beleediging voor onze Koningin om Haar daarbij aan te halen, „zoolang ook zal er een breede Friesche zonenschaar „op 't eerste signaal gereed staan, haar troon met „goed en bloed te steunen. De Novemberdagen van „'18 vergeten wij Friezen immers nooit, toen een „handjevol dappere stoere Friesche jongelingen, pracht kerels, de stemming in Den Haag omzetten en „Troelstra deden tuimelen". Dat is dan zeker, aldus spreker, het escorte geweest, dat de wagen der Koningin trok, dat spreekt vanzelf. Spreker wil daar nu niet veel meer van zeggen, omdat het vervelend wordt, maar nu hij in de gelegenheid is, het principe te verdedigen, wil hij toch zijn mee ning zeggen over deze instelling. En dan onderschrijft hij, wat zijn partijgenooten daarvan hebben gezegd n.l. dat de Burgerwacht absoluut en alleen bestemd is, om de moderne arbeidersbeweging neer te slaan, om dat stukje cultuur, dat de S. D. A. P. heeft ge bracht, te negeeren. Het is een zuiver kapitalistisch instituut. Een stukje uit de Jouster Courant „Het Tolhuis was tot berstens toe vol. De voor zitter, dominee Kiehl, schreed onder geestdriftig „applaus binnen. „De voornaamste steunpilaren van het Gezag zijn „het Gebed en de Burgerwacht. Wij leven „in den tijd, waarin familiebanden worden verbroken „en de bange vloek van socialisme, communisme en „anarchisme de slagschaduw van den antichrist ver toont, den tijd, waarin zelfs de vrouw mevrouw Buisman „naast den man in den Raad optreedt. „De lijn der zondige ontwikkeling, loopende over „Kaïn, Strauss, Kant en Nietszsche, en eindigende „nadat de klanken van anti-militarisme, pacifisme en „kosmopolitisme weggestorven waren, in den oorlog „van 1914 en de Revolutie van 1918. „Indien Pieter Jelles Troelstra, helaas 'n schandvlek „onder Frieslands trouwe zonen, met Wijnkoop den „mantel zou willen beroeren van onze Landsvorstinne, „dan zult gij als leeuwen welpen op de treden van „den troon staan en de klauwen slaan naar den vijand" De Voorzitter: Houd U toch aan de Burgerwacht! De heer Dijkstra: Dat is zuiver Burgerwacht, het is een verdediging van de Burgerwacht. Nu 't voor naamste „Het is heilige Christenplicht U aan te sluiten bij „den Yrijwilligen Landstorm, èn 't geeft U groote „voordeelen Er is onbeperkt geld van de Regeering „en bovendien is er door industrieelen en groot-kapi talisten een fonds bijeen gebracht. „Als ik me aansluit bij den Vrijwilligen Landstorm, „wie zal dan, als ik opgeroepen word, mijn stal uit- „mesten en mijn koeien melken Dat is de taak der Burgerwacht „Ook dominee Dijkstra stelde zich beschikbaar voor „dit laatste. „Dominee Kiehl voelde er wel wat voor, in tijd „van nood voor postbode te fungeeren". Spreker zal er nu maar niet meer van zeggen; hij heeft nu voldoende aangetoond, wat het wezen der Burgerwacht is. Nu de revolutionnaire woelingen. Men wacht altijd op revolutionnaire woelingen van de arbeidersklassen, maar is men dan absoluut vergeten wat de bezittende klassen hebben gedaan Als men er niet op aanstuurt, dan komt er geen revolutie. Maar er is -straks zoo al terloops opgemerkt, dat men de melk in het IJ heeft gesmeten, toen men ze in Amsterdam zoo noodig had. Spreker wil er aan herinneren, dat men het instituut Burgerwacht dan wel noodig heeft bij andere kwesties. Dat de geheele maatschappelijke ontwikkeling in een richting gaat, die absoluut spaak loopt, in dat opzicht is spreker het met den heer Visser eens De heer Tulp: Doordat er niet gewerkt wordt! De heer Dijkstra: Door de nietsnutters, juist! De Voorzitter verzoekt den heer Dijkstra bij de Burgerwacht te blijven. De heer Dijkstra is juist aan het betoogen wat voor een instelling het is en tracht zijn stelsel te verdedi gen. De heer Tulp komt met een interruptie, dat er gewerkt moet worden, zeker, maar dan moet het werk ook goed betaald worden. Wat is echter de kwestie? Dat de maatschappelijke ontwikkeling zich beweegt in die richting, dat schatten worden gewonnen, waar weinig nuttige arbeid wordt gepresteerd, terwijl de arbeidersklassen op de grenzen van de honger leven. De loonsverhoogingen worden geneutraliseerd door het steeds stijgende levensonderhoud, voorbeeld: de vleeschprijzen zijn in 4 weken tijds met 20 cents per pond verhoogd. Hoe werkt de maatschappij thans Men behoeft slechts de verschillende cijfers der uitgekeerde divi denden, cijfers, waaraan een burgerblad als de „Leeu warder Courant" zich zelfs ergert, na te zien. De Philips gloeilampenfabriek De Voorzitter: Houd U toch aan de Burgerwacht! De heer Dijkstra: U is in den regel nog al breed in Uw leiding, maar de kwestie is deze, dat men heeft geprobeerd de noodzakelijkheid van de Burger wacht aan te toonen. Voor de niet-weldenkenden be hoeft men echter niet altijd naar Duitschland te gaan. Dus moet spreker betoogen en bewijzen hoewel het, wat het stemmen-aantal betreft niets geeft dat de Burgerwacht, in tegenstelling met wat de heer Dijstra zegt, niet is een particuliere liefhebberij die redactie is dan misschien niet juist wel is een machtsmiddel der bezittende klasse. Laat men dan deze redactie nemen, het andere doet er minder toe. De lieer Dijstra heeft ook gesproken over de wel denkende leden van den Raad. Hooren wij, vraagt spreker, daar ook bij Er staat ook telkens zoo hate lijk in de advertenties: „De goedgezinde burgers worden opgeroepen enz". Nu hooren wij wel bij de burgers, maar wie zijn dan dat goedgezinde ge deelte? Zijn dat dan die heeren van de groote stoom vaartmaatschappijen en van de Philips-gloeilampen- fabriek, de heeren van maatschappijen, die tot 350 °/0 dividend maken en waarvoor een hoop arme jon gens de brandkast belangen moeten verdedigen? Spreker wil hier verder nu direct niet meer van zeggen. Maar hij wil hiermee besluiten. Hij weet dat het subsidie aan de Burgerwacht zal worden aan genomen. Die instelling op zichzelf laat hem Siberisch koud, omdat de arbeiders, als het moet, het wei zullen redden met de Burgerwacht. Maar spreker wenscht er den nadruk op te leggen, dat, als ooit op een schandelijke manier het geld der gemeente wordt besteed, het dan op deze manier zal zijn. De Vereeniging Burgerwacht heeft 9000.in kas. De arme arbeiders organisaties moeten zich maar zien te redden. Het bewijst de brutaliteit van het kapitaal om van het geld der gemeenschap patronen te koopen en dan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 9