240 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Juni 1920.
en de grootste liefde aan het werk gaven. Als men
gedacht had te helpen, bleek later, dat er zeer groote
fouten en onbillijkheden waren gemaakt. Op die
manier is er niet alleen veel geld van het comité
zoek geraakt, maar er zijn ook dingen gebeurd, die
in plaats van goed verkeerd waren. Dit is dan ook
voor spreekster een reden om er op aan te dringen
het armbezoek te laten doen door bepaald gerouti
neerde menschen. Doet men het met vrijwillige be
zoekers dan zullen deze toch met den besten wil be
paald verkeerd uitkomen.
Spreekster kan zich daarom volkomen aansluiten
bij dengedachtengang van de Voogden der Stads-Armen-
kamer en zou dus het armenbezoek werkelijk niet
durven over te laten aan menschen, die zich daar
voor vrijwillig beschikbaar stellen.
De heer Lautenbach wil naar aanleiding van de
woorden van mevrouw Buisman opmerken, dat gene
raliseeren gevaarlijk is. Spreker heeft op dit terrein
ook een 25-jarige ervaring achter den rug en zijn
bevinding in dezen is, dat particuliere bezoeken veel
beter werkten dan die van bezoldigde bezoekers. Deze
laatsten staan en dat is de schaduwzijde dik
wijls tegenover de armen, zooals de officier van justitie
staat tegenover den beklaagde, die altijd de minste
en altijd schuldig is. Zooiets wordt slechts over
wonnen door toewijding en spreker wenscht slechts
één dame, die thans reeds in 't graf ligt, te noemen,
n.l. mevrouw Stellingwerff, die de meest schitterende
blijken van toewijding heeft gegeven, die ieders be
wondering afdwingen. Spreker zou meer van deze
personen kunnen noemen, hij noemt nu echter alleen
mevrouw Stellingwerff, omdat zij niet meer in leven
is. Hij zou de bedoelde clausule niet in het regle
ment willen schrappen.
Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi biedt, als zij te
veel gegeneraliseerd heeft, daarvoor hare verontschul
digingen aan. Hare bedoeling is niet, dat zij alle
vrijwillige bezoekers heelemaal onbekwaam acht, maar
er zullen er vrij veel gezocht moeten worden en dan
is het heel moeilijk allemaal geschikte krachten te
vinden.
De heer Borghuis (wethouder) wil ook een enkel
woord zeggen over deze facultatieve bepaling, door
hem in deze verordening gekomen. Hij kan zich
aansluiten bij hetgeen door mevrouw Buisman is ge
zegd, dat het hem, waar hij ook zeer na aan het
steuncomité verbonden is geweest, gebleken is, dat
in het algemeen de vrijwillige zorg daarbij geheel
uit den booze is. Ten zeerste is hem daarbij geble
ken, dat er maar zeer enkele personen zijn, die de
noodige tact en lust en het gevoel hebben om op de
goede manier met de menschen om te gaan. Die per
sonen, die hun volle toewijding willen geven, zijn
met een lantaarntje te zoeken.
De heer Dijkstra zegt, dat het vanzelf spreekt, dat
onder de crisis-toestanden, waaronder het steuncomité
werken moest, dergelijke dingen gebeurden. Maar dat
waren abnormale toestanden. Toen zijn er heel wat
dingen gebeurd, die niet door den beugel konden,
spreker geeft dit toe, maar dat mag men hier niet
mee vergelijken, dat is heel wat anders als dat men
een flinke regeling van de armenverzorging krijgt,
zooals nu.
Als de armbezoekers de noodige capaciteit en tijd
en tact moeten bezitten, die er voor hun werk noodig
is, dan spreekt het vanzelf, dat men niet over ijs
van één nacht kan gaan, dan moet men aan het
kiezen van deze personen alle aandacht schenken.
Doch men moet niet te veel de dingen verwarren,
die zijn gebeurd in een abnormalen tijd met een
gemeentelijke regeling in een meer normale tijd als nu.
Spreker staat zeer sympathiek tegenover het voor
stel van den heer Oosterhoff. Hij gelooft zeer zeker,
dat men met vrijwillige bezoekers meer zal bereiken
dan alleen met betaalde krachten. Die zie je toch
ook van verre aankomen.
De heer Tulp meent, als fungeerend voorzitter van
het Leeuwarder steuncomité, ook van eenige onder
vinding in dezen te kunnen getuigen. En hij heeft
zeer treurige ondervinding opgedaan. De groote
kwestie is, dat vele der buurtbezoekers, waaronder
overigens zeer geschikte menschen zijn, over 't alge
meen te goed en te weekhartig zijn. Men gelooft
alles wat er wordt verteld en getroost zich niet den
tijd om alles te onderzoeken. Het comité heeft daar
al heel wat schade van ondervonden, men schenkt
eenvoudig te veel vertrouwen en dan kan het bestuur
het later maar weer opknappen. Als men goed be
taalde buurtbezoekers heeft, dan gaat dat er ten
slotte nog mee.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt verworpen met 15 tegen 9 stemmen.
Vóór stemmen de heeren O. F. de Vries, Tulp,
Visser, Fransen, Schaafsma, Collet, Berghuis, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi en de heer Schoondermark.
Tegen stemmen de heeren Van der Werff, Lau
tenbach, Terpstra, mevrouw BesuijenLindeboom,
de heeren Oosterhoff, N ij holt, Zandstra, Tiemersma,
De Vos, Van Weideren baron Rengers, Jansen, De
Boer, Dijkstra, Dijstra en Postma.
VII. De Voorzitter stelt aan de orde de vraag
van den heer Nijholt, luidende
„Kunnen Burgemeester en Wethouders mededeelen
wat de oorzaak was van de stagnatie in de water
voorziening enkele dagen geleden, en of mag worden
aangenomen, dat de waterlevering in het vervolg goed
zal zijn
Kunnen Burgemeester en Wethouders mededeelen,
waarom niet tijdig door publicatie kennis is gegeven
van deze stagnatie
Van mevrouw Buisman is ook een vraag met be
trekking tot dit punt ingekomen.
De beraadslagingen worden geopend.
De Voorzitter deelt mee, dat de oorzaak van be
doelde stagnatie aan het college volkomen bekend is,
n.l. dat de watervoorziening op is. Er is geen capa
citeit genoeg, de kwestie is dus zeer eenvoudig. En
nu zal men er waarschijnlijk dezen zomer mee
blijven voortsukkelen.
De heer Dijkstra Het is dan toch een overtreding
van de concessie-voorwaarden.
De Voorzitter merkt op, dat waar er nu bij publi
catie geen kennis is gegeven, er destijds wel is ge
publiceerd, dat er op warme dagen wel eenige
stagnatie kon plaats hebben. Spreker wil echter dit
vooraf zeggen, dat een dergelijke toestand van de
waterlevering niet bestendigd mag blijven. Hij heeft
indertijd aan den directeur der waterleiding-maat
schappij gevraagd of deze nog bezwaren had tegen
straatschrobben enz. met leidingwater en toen heeft
deze geantwoord, dat wanneer b.v. een Zaterdag
samentrof met een zeer warmen dag, het dan wel
kon gebeuren dat er minder druk was. Maar nu
heeft spreker o. a. Zondagavond 20 Juli, toen er toch
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Juni 1920. 241
dien dag geen straten geschrobd zullen zijn, gecon
stateerd, dat er 's avonds van negen uur tot kwart
over tien a half elf geen water was.
De geheele kwestie is dezede waterleiding
maatschappij wil wel, maar zij kan niet meer. En
verder kan spreker meedeelen dat Burgemeester en
Wethouders bezig zijn om voor de gemeente een zoo
goed mogelijke oplossing te vinden, want deze
toestand is onhoudbaar.
De heer Tulp Wanneer de brand, die de vorige
week op de Nieuwestad is geweest, had plaats gehad
in de Kerkstraat of een andere wijk, niet dicht bij
bij 't water, dan was men er nog niet zoo gemak
kelijk afgekomen.
De Voorzitter zegt, dat men in de meeste gevallen
de brandspuiten kan aansluiten op de brandputten.
Bij den brand van het Paleis van Justitie heeft men
ook het water gepompt uit de brandputten en niet
uit de grachten.
De heer Nijholt dankt den Voorzitter voor diens
inlichtingen en zal er niet veel meer aan toevoegen.
Hij hoopt wel, dat Burgemeester en Wethouders den
noodigen spoed zullen betrachten en met den noodigen
aandrang de kwestie zullen behandelen. Er is hier
werkelijk een groot belang van de gemeente mee ge
moeid men heeft geen water, als men het noodig
heeft en het is gebleken, dat men zelfs geen brand
kan blusschen. Leeuwarden loopt „droog" op die
manier. De Voorzitter zegt, dat er geen voldoende
capaciteit is, maar als de maatschappij niet in staat
is om voldoende water te leveren, dan moet het middel
worden gebruikt dat in de concessie-voorwaarden staat
genoemd voor een dergelijk geval. Spreker hoopt dan
ook dat Burgemeester en Wethouders niet zullen af
schrikken, om een voldoende waterlevering te eischen.
Blijft de maatschappij nalatig om voldoende water te
leveren, dan kan de gemeente volgens de concessie
voorwaarden het bedrijf overnemen, daarop zal ten
spoedigste moeten worden aangestuurd.
De heer Terpstra wenscht nog te constateeren, dat
bij den brand, die er Zaterdag op de Nieuwestad is
geweest, de eigenaar spreker persoonlijk in het bijzijn
van de brandweer heeft verklaard, dat, als er leiding
water geweest was, de brand in het begin met een
paar emmers water gebluscht had kunnen worden.
De beraadslagingen worden gesloten.
VIII. De Voorzitter stelt aan de orde de vraag
van den heer Oosterhoff
„Ondergeteekende vraagt vergunning tot het stellen
„van een paar vragen aan Burgemeester en Wethouders
„inzake het vervoer met vracht-automobielen."
De interpellatie wordt geopend.
De heer Oosterhoff zegt, dat zooals bekend is, in
de vergadering van 23 Maart een voorstel van Burge
meester en Wethouders is aangenomen,'t welk wijziging
zou brengen in enkele bepalingen der algemeene
politieverordening. Een van deze bepalingen is deze,
dat in art. 89 is ingevoegd, dat het in de bebouwde
kom der gemeente voor die motorrijtuigen op meer
dan twee wielen motorrijtuigen met minder dan
negen zitplaatsen, uitsluitend voor het vervoer van
personen bestemd uitgezonderd welke een door
Burgemeester en Wethouders in verband met samen
stelling en inrichting te bepalen gewicht te boven
gaan, verboden is, te rijden in strijd met de bepalingen
van eenig besluit van Burgemeester en Wethouders
enz., In de toelichting wordt gezegd dat„Burge
meester en Wethouders gerechtigd worden wegen ge
sloten te verklaren voor motorrijtuigen boven een
zeker gewicht, personen-motorrijtuigen met minder
dan 9 zitplaatsen echter uitgezonderd. Burgemeester
en Wethouders kunnen dan de geheele bebouwde
gemeentekom voor verkeer met motorrijtuigen boven
1000 KG. eigen gewicht b.v. gesloten verklaren, doch
aan ieder gebruiker van een vrachtautomobiel ont
heffing van het verbod verleenen onder door hen te
stellen voorwaarden, enz.
Dit besluit is door de burgerij met groote instem
ming begroet vooral door hen, die aan hunne bezittingen
schade hebben ondervonden, door de vracht-automo
bielen veroorzaakt. Over dat besluit zijn nu echter 3
maanden verloopen en nog heeft men er verder niets
van gehoord. Intusschen wordt de vernielende werking
op gemeente- en particuliere eigendommen door de
vrachtauto's maar voortgezet. Spreker heeft hier een
lijstje voor zich, hem door een welwillende hand ver
strekt, waarin allerlei ongelukken en schade aan par
ticuliere eigendommen worden opgesomd. Hij stelt
zich voor, dat er behalve dit nog allerlei schade wordt
aangericht, die niet direct zichtbaar is b.v. scheuren
in de muren achter 't behang enz. En bovendien wordt
aan de gemeente-eigendommen zelf ook veel schade
aangerichtde bruggen en straten zien er hier en
daar erbarmelijk uit. Van de nieuwe brug over de
Potmarge zijn de klinkers aan gruis gereden, bij de
le Kanaalbrug is een bruggehoofd afgereden en bij
de Wirdumerpoortsbrug is een stuk beslag losgereden.
Het lijkt spreker dan ook gewenscht, nu er reeds
3 maanden zijn verloopen zonder dat men verder iets
van het toen genomen besluit heeft gehoord, schoon
spreker niet wil beweren, dat er door het college
niets is gedaan, omdat hij wel weet, dat het heel
moeilijk is een goede regeling te treffen dat ter
geruststelling van de burgerij Burgemeester en Wet
houders mededeeling doen van de stappen, die zij in
deze richting reeds hebben gedaan. Er werden spreker
ook verschillende wenken aan de hand gedaan hij
weet niet of deze practisch zullen zijn en zal ze niet
aan de hand doen, maar wel zou hij gaarne van het
college hooren wat Burgemeester en Wethouders
hebben gedaan.
De Voorzitter kan mededeelen, dat Burgemeester en
Wethouders overtuigd zijn van de schade en de
nadoelen, die worden aangericht. Zij zijn er geheel mee
op de hoogte particulieren hebben wel gezorgd, dat
het college alle inlichtingen heeft. De kwestie is echter
deze: Er zullen overal over de stad, wil de verorde
ning doorgevoerd kunnen worden, borden moeten
komen te staan en nu was men het er in het college
eerst niet over eens of deze gegoten, dan wel ge
schilderd zouden worden. Er is nu echter tot dit
laatste besloten, omdat dit aanmerkelij k met het eerste
in prijs scheelde. Spreker hoopt, dat de borden deze
week klaar komenze moeten in ieder geval zoover
zijn, dat ze in 't eind van de volgende week geplaatst
kunnen worden. De gevolgen daarvan zullen zijn, dat
het verboden zal zijn in de geheele bebouwde kom
der gemeente te rijden met motorrijtuigen zwaarder
dan 1000 kilo eigen gewicht, van welk verbod Burge
meester en Wethouders ontheffing kunnen verleenen.
Aan een ieder, die het vraagt zal die ontheffing ver
moedelijk worden gegeven, echter onder bepaalde
voorwaarden. Een van de eerste voorwaarden is een
bepaling over breedte en dikte der banden. Er zullen
niet anders dan gummibanden worden toegelaten, 't zij
luchtbanden, 't zij massieve banden van minstens
5 cM. dikte. Vervolgens handelen de bepalingen voor
namelijk over de maximum snelheid. Naar het oordeel
van deskundigen doen zelfs ijzeren banden geen