274 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920.
Voortzetting der vergadering op Woensdag 14 Juli.
heer Collet zelf ook wel weet, een verhooging van
den kolenprijs met f 8.aanstaande is. Spreker
hoopt echter dat de Raad, gezien den finantieëlen toe
stand der gemeente, straks aan de begrooting niet ont-
vangstposten zal gaan ontnemen, daar het voor het
college dan te eenenmale onmogelijk is een goed
financieel beleid te voeren.
De Voorzitter meent het voorstel te moeten doen
om de debatten te sluiten.
De heer Terpstra zou nog een paar vragen willen
beantwoorden.
De Voorzitter wil zijn voorstel motiveeren en tevens
aan de debatten, welke hij hier gehoord heeft, zijn
opmerkingen vastknoopen. Spreker zou willen voor
stellen om, als de heeren elkaar eens weer in het
haar willen zitten op politiek gebied, dan eens een
debat-avond te houden, dan kunnen er ook meer
menschen van profiteeren dan hier in deze raadzaal.
De algemeene politiek moet men niet hierbij halen,
die heeft hier toch eigenlijk al heel weinig mee te
maken. Men kan dan zeggen ten opzichte van de
landspolitiek dat het er wel mee te maken heeft, wat
deze hier en gene daar doet, maar spreker gelooft,
dat dit ten slotte al heel weinig op de verschillende
meeningen hier invloed kan hebben. De argumenten
kunnen slechts gelden als aanvallen op elkanders
partij, om te trachten elkaar hakken te zetten en
vliegen af te vangen, om de algemeene politiek van
een bepaalde partij naar beneden te halen en daar
mee de vertegenwoordigers van die partij in deze
raadzaal.
Dan is het spreker opgevallen dat, als men lid
eener commissie is en men er gemeene zaak over
gemaakt heeft om iets zoo en zoo voor te stellen,
men achteraf niet gebonden is aan de afspraak in de
commissie. Spreker zou dan maar willen voorstellen
alle commissies over boord te gooien. Als men toch
na lang loven en bieden eindelijk komt tot een ge
meenschappelijk resultaat en ieder lid is als lid dan
nog vrij, dan geeft het in de practijk nog niets.
Spreker stond ook eenigszins perplex toen de heer
Collet zei, dat de gasprijs niet verhoogd behoefde
te worden, tenzij de kolenprijs werd verhoogd. De
heer Collet is toch zelf lid van de gascommissie,
waarin unaniem is aangenomen, dat de gasprijs dit
jaar nog met 1 cent verhoogd zal moeten worden.
Nu kan de heer Collet wel zeggen ik ben niet ge
bonden aan de besluiten dier commissie, maar dan
breekt spreker de klomp nog eens, dan weet hij niet,
waar een lid eener commissie aan toe is.
Spreker geeft toe, dat op de gemeentebegrooting
een winst van 42000.op de gasfabriek is becijferd.
Deze salarisverhooging zal aan de gasfabriek echter
39000.kosten, zoodat dit uit die f 42000.kan
worden bestreden. Dan wordt echter uit het oog ver
loren, dat op de gewone gemeentebegrooting die
42000.als ontvangst is opgenomen. Neemt men
dus de meerdere kosten uit deze winst, dan zal wat
hiervoor geraamd is op de gewone begrooting ergens
anders moeten worden gevonden, dus komt men te
recht bij den hoofdelijken omslag.
De kosten der salarisverhooging zullen moeten
worden gevonden uit de meerdere ontvangsten van
de bedrijven of uit den sluitpost der begrooting, den
hoofdelijken omslag. De gemeente heeft geen lande
rijen, de reiniging brengt nu iets meer op en zoo zijn
er nog enkele kleine postjes, maar in hoofdzaak zal
het tekort moeten worden gebonden uit de hoogere
prijzen van het product of uit den hoofdelijken omslag.
Op grond van de salarisverhooging en niet op grond
van de verhooging van den kolenprijs is de gas
commissie van meening dat moet worden voorgesteld
den gasprijs te verhoogen. Nader is gebleken dat ook
nog de kolenprijs met 6 tot 8 gulden zal worden
verhoogd en hiertegenover staan misschien alleen
eenige meerdere ontvangsten uit de cokesprijzen.
Burgemeester en Wethouders meenden nu niet de
verhooging van den gasprijs aan de orde te moeten
stellen, deze zal waarschijnlijk in Augustus aan de
orde komentevens kan dan ook bekend zijn hoe
hoog de meerdere kosten der salarissen zullen zijn.
Er is hier van zekere zijde gezegd „wat het kost
kan mij niet schelen", maar zoolang het Rijk niet
bijspringt, moeten die kosten toch worden gevonden.
Het heeft spreker dan ook sterk verwonderd, dat geen
der voorstellers van amendementen ook maar eenigs
zins bij benadering heeft opgegeven, wat zijn amen
dementen moeten kosten. Heeft men daar eenig idee
van, dat men het dan laat hooren, dan is de Raad
bevoegd om er over te oordeelen. Dat zal men toch
in het particuliere leven altijd doen. Dan kan de
Raad een vergelijking maken en den geheelenverge
lijkenden invloed laten gelden.
De heer Dijkstra wenscht een opmerking temaken
naar aanleiding
De VoorzitterU hebt reeds drie of vier maal ge
sproken.
De heer Dijkstra: Ik vraag het woord naar aan
leiding van wat U ons in de schoenen schuift.
De Voorzitter moet naar aanleiding van de kosten
der amendementen nog even terugkomen op de
kwestie van den gasprijs. Spreker vermoedt, dat wel
eenige amendementen zullen worden aangenomen
daardoor zal men echter de geheele winst der gas
fabriek voor de salarisverhooging bestemmen en moet
men alzoo komen tot verhooging van den gasprijs.
De zaak moet dus niet verdoezeld worden door te
zeggen dat er geen verhooging noodig isals er amen
dementen worden aangenomen en daar is kans op
dan zal de winst van de gasfabriek daarvoor niet
voldoende zijn.
Spreker zegt iets langer te hebben gesproken dan
zijn bedoeling was, er waren echter zooveel dingen
te behandelen. Hij zou nu nog gaarne aan enkele
heeren het woord geven, doch er prijs op stellen, dat
de politiek nu niet weer in het debat wordt opge
nomen. Hij zal dus de leden nu nog de gelegenheid
geven enkele vragen te beantwoorden of inlichtingen
te geven op vragen, die er zijn gesteld.
De heer Collet heeft gemeend dat de gasprijs niet
meer naar boven behoefde te worden gebracht omdat
het bekend is, dat er nog een winst aan de gasfabriek
was van 42,000.Dat is nog een post op de
begrooting der gasfabriek, die natuurlijk gestort wordt
in de gemeentekas. Nu is het echter voor spreker
de vraag of het, bij de uitkomsten van den hoofde
lijken omslag, nog wel noodig is, die 42,000.
winst te moeten storten in de gemeentekas. Omdat
er nu al van verschillende kanten wordt gezegd, dat
de hoofdelijke omslag zoo enorm drukt, zou spreker
nu niet te ver vooruit willen loopen, door nu al te
zeggen dat de gasprijs verhoogd zal moeten worden.
Wanneer de loonsverhooging, door het college voor
gesteld, niet maakt dat de gasprijs naar boven behoeft,
wanneer men die 42,000.winst uitschakelt met
de O. W., dan zal de gasfabriek de verhooging
voor hare salarissen zelf kunnen betalen. Als deze
hare winst niet behoeft te betalen aan de gemeente,
als de hoofdelijke omslag zoo'n uitkomst geeft, dat
dit niet noodig is, dan vraagt spreker of het wel ge-
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920. 275
Voortzetting der vergadering op Woensdag 14 Juli.
wenscht is, nu alle groote kosten, die door de men
schen worden gedragen door den hoofdelijken omslag,
den gasprijs dan nog naar boven te brengen, 't Is
waar, spreker heeft zijn stem in de commissie gege
ven om den gasprijs 1 cent naar boven te brengen.
Maar men kan later nog wel eens cijfers zien en
dingen hooren die aanleiding geven tot. de vraagis
het nu nog wel noodig Enfin, de volgende maal
krijgt de Raad dit voorstel toch en dan zal er wel
lang en breed over gesproken worden.
De heer OosterhofF heeft straks medegedeeld dat
hij tegen de verhooging van loonen is, omdat daarin
moet worden bijgedragen door een groote schare van
menschen die in een mindere conditie verkeeren. Op
deze opmerking is geantwoord door de heeren Terpstra
en De Boer. De heer Terpstra zegt dat de loonen in
de particuliere bedrijven beter zijn en dat de menschen
er wat voor over moeten hebben, dat ook aan de
gemeentewerklieden wat beter loon wordt uitgekeerd.
De heer De Boer maakt de opmerking dat het verhoogde
belastingcijfer wordt afgewenteld op de gemeente
werklieden. Deze opmerkingen maken een absoluut
verkeerden indruk, zij zijn totaal onjuist. Als de loonen,
door Burgemeester en Wethouders voorgesteld, worden
aangenomen, zal het laagste loon zijn ruim f 1500.
n.l. f 1560.uitgezonderd dat van den tweeden
klerk met f 1200.tot ƒ1500.De laagste aanslag
is 900.en nu zijn er beneden de f 1600.— niet
minder dan 2952 aangeslagenen, zoodat 2952 gezinnen,
die een lager inkomen hebben dan 1500.bij zullen
moeten dragen aan de loonen der gemeentewerklieden.
Spreker maakt zich sterk dat er zelfs onder de
gemeentewerklieden zullen zijn, die de onbillijkheid
van zooiets zullen erkennen.
Den heer Dijstra hoort spreker gewoonlijk met
buitengewoon genoegen aan, maar de manier waarop
deze de dekking trachtte goed te praten, was uiterst
zwak Hij zegt„ja, hoe het er verder mee komt, is
niet met eenige zekerheid te zeggen" Naar sprekers
meening is men daar niet mee verantwoord. Er is een
aanschrijving van den Minister en die luidt aldus
„Een onafwijsbare eisch is dat in onverbrekelijk
„verband met een besluit tot toekenning van loons-
„verhooging worden aangewezen de middelen tot
„dekking. Niet in een min of meer vagen vorm, maar
„aldus dat hetzij worde vastgelegd uit welke reeds
„beschikbare inkomsten de uitgave gekweten worden,
„hetzij een nieuwe bron van inkomsten worde
„gecreëerd, voldoende om het toe te kennen bedrag
„in zijn geheel te dekken".
Dat slaat niet op een uitkeering voor één keer,
maar op een loonsverhooging, waar men zich niet
kan afmaken met te zeggen: „O, 't lukt dit jaar wel,
we vinden 't uit het overschot van den hoofdelijken
omslag en verder moeten we maar afwachten". Dan
heeft spreker meer aan het antwoord van den Wet
houder van Financiën, dat, al is het dan eenigszins
omkleed, beteekent, dat het tekort ten slotte gevonden
zal moeten worden uit de verhooging van den
hoofdelijken omslag. Spreker vindt het uitstekend,
dat dit gezegd is, opdat de burgerij kan zien dat
men nog meer dan tot nog toe den verkeerden kant
uit gaat. Men moet zich niet op het standpunt plaatsen
om dit en dat te willen hebben, maar men moet
vragen of we het kunnen doen en als het dan ten
slotte niet kan dan kan het niet.
De heer IJ. de Vries zal zijn voorgenomen rede
achterwege laten, ook met het oog op den tijd, maar
meent toch verplicht te zijn om enkele dingen naar
voren te brengen, in het bijzonder over wat door
sommige heeren is gezegd.
Waar over het algemeen uit de aan den Raad toe
gezonden adressen van de organisaties is gebleken,
dat Leeuwarden op zichzelf niet staat in de voorste
rijen, wat de bezoldiging van ambtenaren en werk
lieden betreft, en de gelegenheid nu schoon is om
den menschen een behoorlijk loon te verzekeren, kan
spreker meegaan met de amendementen van de. heeren
Dijstra, Lautenbach en Visser, welke amendementen
ongeveer overeenkomen met de rijksregeling en die
van de provincie Friesland. Ook kan spreker meegaan
met een kindertoeslag van f 1.voor ieder kind, te
beginnen bij het 4e kind, maar met den toeslag van
4 en 3 procent kan hij niet meegaan, dat moet voor
ieder precies gelijk zijn.
Spreker acht een goede loonregeling van belang
voor de gemeente Leeuwarden. Deze gemeente is
nog niet op peil in vergelijking met andere gemeenten,
die in dezelfde situatie verkeeren. Men moet hier de
goede krachten houden en niet tevreden zijn met
tweede klas krachten en daarom moeten de loonen
voldoende zijn voor een normaal gezin.
Den heer Dijkstra moet spreker nog een kleinigheid
zeggen. Deze heeft veel dingen naar voren gebracht
en de politiek in dik en dun er doorgehaald. Spreker
zal daarover zwijgen, maar wil toch één punt recht
zetten. In een van de vorige vergaderingen heeft de
heer De Boer het ook aangehaald en nu de heer
Dijkstra, n.l. dat het vermogen in Nederland van
1914 tot 1918 met zoo- en zooveel millioen is toe
genomen. Dat is echter een heele fictieve toeneming
we weten allen wel, dat vroeger de wet op de ver
mogensbelasting toeliet een vermenigvuldiging van het
15 of 20-voud der belastbare opbrengst, doch de nieuwe
wet verplicht tot een aangifte naar de verkoopwaarde.
Door deze verplichting is voor velen de totaalsom
van het vermogen zeer vergroot, ja soms zelfs ver
dubbeld. Als men een daling krijgt, zullen die prijzen
misschien wel met een 2000 millioen zakken. Men
bedient zich dus hier van een politieke truc, tegen
beter weten in, omdat zij, die dit zeggen, net zoo
goed weten als spreker, wat de wet op de vermogens
belasting hier heeft gedaan.
De heer De BoerZoo'n wet kan toch al wat
doen, hé
De heer IJ. de Vries Ja, en 't is ook prachtig om
er mee te schermen.
Spreker wil nog op iets wijzen. Er is over gespro
ken dat de sociaal-democraten voor de arbeidersbe
langen opkomen, maar dat is het juist waar
De VoorzitterMag ik U verzoeken U te bepalen
tot de loonsverhooging? We zitten weer in de poli
tiek en in de millioenenrede.
De heer IJ. de Vries Het gaat alleen over de loon
politiek.
De VoorzitterHet ging over de millioenen.
De heer IJ. de Vries Dat heb ik al laten zwem
men. De heer Dijkstra meent de arbeidersbelangen
te dienen met stakingen; de christelijken gevoelen
ook iets voor het algemeen èn voor de arbeidersbe
langen, doch willen gaarne de christelijke en katho
lieke arbeiders buiten de loonconflicten houden.
De heer Dijkstra: Op last van bovenaf!
De heer IJ. de Vries vestigt nog de aandacht op
hetgeen door den heer Terpstra naar voren is gebracht.
Deze heeft meegedeeld dat, wanneer er een algemeen
overleg was gepleegd met de arbeidersorganisaties,