282 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920. Voortzetting der vergadering op Woensdag 14 Juli. Vóór stemmen: de heeren Dijstra, Zandstra, Visser, Lautenbach, Van der Werff, Dijkstra, Terpstra, Nijholt, De Boer, Jansen, Collet, 0. F. de Vries, Postma en IJ. de Vries. Tegen stemmen de heeren Oosterhoff, Tulp, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De Vos, Van Weideren baron Rengers, Berghuis en Schoondermark. Doodgraver Begraafplaatsen. De Voorzitter stelt thans aan de orde het loon van den doodgraver. Volgens het cijfer van Burgemeester en Wethouders zou dit met 33.J 1.komen boven het loon van de derde of hoogste klasse uit, voorstel van het college. Namens Burgemeester en Wethouders wil spreker nu voorstellen, nu het loon van die klasse van f 32 op 34 is gebracht, het loon van den doodgraver te bepalen op 35. per week. Wenscht iemand nog het woord over dit nader voorstel van het college De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries vraagt zich af: „is dat nu wel noodig" Waar het als een daad van sociale recht vaardigheid kan worden aangemerkt, dat de minst gesitueerden een behoorlijk loon krijgen, is het daar nu wel noodig, dat menschen, die daar zooveel boven uitsteken want deze hebben toch ook vrij wonen ook meer krijgen Is het noodig, nu de minder ge situeerden iets meer krijgen, dat dezen ook mee om hoog gaan Spreker is er voor dat ieder een behoor lijk loon ontvangt, maar als, wat het college eerst voorstelde, een behoorlijk loon was, moet men ook rekening houden met de gemeentefinanciën en dan acht spreker het niet noodig al die rangen of klassen te handhaven. De heer Dijkstra wil er den heer De Vries op wijzen dat het nader voorstel van Burgemeester en Wethouders volkomen logisch is. De doodgraver wordt er niet beter maar ook niet minder op. In geld krijgt hij wel iets meer, maar hij blijft staan in de klasse waarin hij stond. En zijn hoogere belooning zit ook hierin, dat hij zijn werkzaamheden ook heeft op Zondag en ook 's avonds op het kerkhof moet zijn. Zoodat zijn werkzaamheden niet zijn te vergelijken met die van den werkman. De heer IJ. de Vries wenscht alleen nog in het midden te brengen dat hij niet speciaal het oog heeft op de doodgravers, maar ook op de brugwachters. De heer Dijkstra Dat is hetzelfde. De heer IJ. de Vries: Als iemand een voldoende inkomen heeft en ook vrij wonen, is dat dan voldoende, ja of n§en Als het dan voldoende is, moeten de loonen daarop blijven. De heer De Vos wenscht er in dit verband de aan dacht op te vestigen dat het salaris van den directeur der begraafplaatsen is aangenomen op 1800.— tot 2300.terwijl dit nieuwe voorstel van het college nu de verhouding van directeur en doodgraver zoo danig verbreekt, dat spreker er niet in mag meegaan. Wanneer er een nieuwe directeur komt, zal deze minder salaris krijgen dan de doodgraver, die ook nog vrij wonen heeft. De beraadslagingen worden gesloten. De Voorzitter: Wenscht een der leden stemming over het nader voorstel van Burgemeester en Wet houders De heer De Vos Ja. Het nader voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 16 tegen 5 stemmen aangenomen en het loon van den doodgraver dienovereenkomstig vast gesteld. Vóór stemmen de heeren Dijstra, Zandstra, Tulp, Visser, Lautenbach, Van der Werff, Dijkstra, Terpstra, Nijholt, De Boer, Jansen, Collet, O. F. de Vries, Postma, Berghuis en Schoondermark. Tegen stemmende heeren Oosterhoff, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De Vos, Van Weideren baron Rengers en IJ. de Vries. Bruggaarders. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van het verhoogde voor stel voor de werklieden dat is aangenomen, thans besluiten het amendement-Schaafsma—O. F. de Vries in dier voege over te nemen, dat het loon van den gaarder aan de Vrouwenpoortsbrug inplaats van 30. wordt 31.en het loon van den'gaarder aan de Noorderbrug inplaats van 30.wordt ƒ31.Het voorstel wordt dan aldus gaarders aan de Harlingervaartsbrug Prins Hendrikbrug Wirdumerpoortsbrug le Kanaalbrug 2e Kanaalbrug V rouwenpoorts brug Noorderbrug Verversbrug 29.per week. Hulpgaarders 32.per week 32.per week. 31.per week. De beraadslagingen worden geopend. De heer Jansen ontdekt nu, dat men een onbillijk heid, die zijn amendement wil trachten weg te nemen ten opzichte van het loon van den gaarder der Ver versbrug, wil laten staan. Het verschil met het loon van den gaarder der Noorderbrug wordt nu nog ver groot en op 2.gebracht, terwijl de scheepvaart bij de Verversbrug even groot en het verkeer zelfs eerder drukker is dan bij de Noorderbrug en deze laatste alleen iets lichter draait. Dat is een onbillijk heid en spreker hoopt dan ook, dat men den gaarder der Verversbrug nu niet 2.terug zal zetten, maar het verschil in ieder geval op 1.— zal laten. Den heer IJ. de Vries komt het voor, dat men het systeem, dat de Raad daareven ten opzichte van de doodgravers heeft aanvaard, thans niet handhaaft. De doodgravers gaan 2.per week vooruit en de bruggaarders maar 1.Spreker zou zeggen Ge lijke monniken, gelijke kappen. De beraadslagingen worden gesloten. Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund en is dus hiermee vervallen. Het nader voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene aangenomen en de loonen der bruggaarders dienovereenkomstig vastgesteld. Directeur Gemeentelijke Lichtbedrijven. De beraadslagingen worden geopend. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920. 283 Voortzetting der vergadering op Woensdag 14 Juli. De heer Nijholt vraagt wat het motief van deze salaris-verhooging en van die van den directeur der gemeentewerken is geweest. Spreker meent dat men met het verhoogen niet verder moet gaan dan nood zakelijk is, omdat men moet schipperen met de ge- meente-financiën. Hij zou daarom gaarne van het college hooren of dit genoemde verhoogingen nood zakelijk acht om in deze betrekkingen goede ambte naren te houden, of dat men het voorstel tot verhooging heeft gedaan, omdat ook andere salarissen zijn verhoogd. De heer Berghuis (wethouder) kan als de overtui ging van het college geven, dat deze salarissen in vergelijking met de salarissen in andere steden gege ven moeten worden om goede directeuren te houden. De beraadslagingen worden gesloten. Het salaris van den directeur der gemeentelijke lichtbedrijven wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Boekhouder gemeentelijke lichtbedrijven. De VoorzitterHet voorstel van Burgemeester en Wethouders is 2800.tot 3300.dat van de heeren Terpstra en Dijkstra 3000.tot 3500. De beraadslagingen worden geopend. De heer Berghuis (wethouder) is een oogenblik bang dat het voorstel, dat hier is gedaan om het salaris te verhoogen, eenigszins voortvloeit uit een persoon lijke appreciatie van den persoon, die werkzaam is en die misschien zeer zeker voor hetgeen hij presteert meer zou mogen verdienen. Het is echter maar de vraag: Wat wordt er geëischt Nu is er o.a. voor boekhouder aan gemeentewerken een oproeping gedaan, waarin stond dat de sollicitanten zelf moesten opge ven het salaris, dat werd verlangd, dit, om de gele genheid te hebben een vrije keus te doen. En de keuze was zeer ruim in alle opzichten, doch het bleek ook, dat het voorgestelde bedrag voldoende was. Daarom zou spreker willen ontraden deze verhooging van de heeren Terpstra en Dijkstra aan te nemen, omdat dit ook weer ten gevolge zou hebben, dat het college weer moet komen met verhoogingen voor anderen, om het verband te herstellen, zooals dit uit den aard der zaak ook zal geschieden ten opzichte van den eersten klerk der arbeidsbeurs. Daardoor toch moet het secretarie-personeel ook weer omhoog. De heer Terpstra zegt dat elk voorstel van den kant zijner fractie is gegrond op een vergelijking met het particulier bedrijf. Nu zegt de Wethouder wel dat den boekhouder is gevraagd, wat hij verdienen moest, maar dit zegt niet veel. Wat eischt de ge meente Dat we moeten hebben de beste ambtena ren en werklieden bij de gemeentebedrijven, de besten ook in dit opzicht dat ze niet te vaak wegloopen. De boekhouding nu is een zeer voornaam onderdeel van het bedrijf, een goed boekhouder is bij een be drijf niet te betalen. Als men dus een goed boek houder wil hebben en ook wil houden in de toekomst, dan moet men hem een goed salaris geven. Uit dat oogpunt is het amendement ingediend. De beraadslagingen worden gesloten. Het amefidement Dijkstra-Terpstra wordt verworpen met 14 tegen 7 stemmen. Vóór stemmende heeren Zandstra, Dijkstra, Terpstra, Nijholt, De Boer, Collet en O. F. de Vries. Tegen stemmen de heeren Dijstra, Oosterhoff, Tulp, Visser, Lautenbach, Van der Werff, Jansen, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Postma, De Vos, Van Weideren baron Rengers, Berghuis, IJ. de Vries en Schoondermark. Het salaris van den boekhouder der gemeentelijke lichtbedrijven wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Opzichter Electriciteitbedrijf. De VoorzitterHet voorstel van Burgemeester en Wethouders is 2300.— tot 2800.dat van de heeren Terpstra en Dijkstra 2600.tot 3100. Het amendement Dijkstra-Terpstra wordt verworpen met 14 tegen 7 stemmen. Vóór stemmen de heeren Zandstra, Dijkstra, Terp stra, Nijholt, De Boer, Collet en O. F. de Vries. Tegen stemmen de heeren Dijstra, Oosterhoff, Tulp, Visser, Lautenbach, Van der Werff, Jansen, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Postma, De Vos, Van Weideren baron Rengers, Berghuis, IJ. de Vries en Schoondermark. Het salaris van den opzichter van het electriciteit bedrijf wordt overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders vastgesteld. De salarissen van den chef-monteur en den eersten monteur van het electriciteitbedrijf worden overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Eerste klerk kassier Electriciteitbedrijf. De Voorzitter Burgemeester en Wethouders stellen voor 1800.tot ƒ2300.de heer Jansen ƒ2100. tot 2600. Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund en is dus daarmede vervallen. Het salaris van den eersten klerk kassier van het electriciteitbedrijf wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Tweede klerk Electriciteitbedrijf. De Voorzitter Burgemeester en Wethouders stellen voor 1200.tot 1500.de heer Jansen ƒ1500. tot 1800.de heeren Dijstra, Lautenbach en Visser 1500.tot 1800.met jeugdregeling. Het amendement-Jansen wordt niet ondersteund en is dus hiermee vervallen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Berghuis (wethouder) geeft te kennen dat het college van Burgemeester en Wethouders eigenlijk niet anders kan doen dan het amendement- Dijstra c.s. verder ondersteunen, omdat het salaris van den eersten klerk der arbeidsbeurs door dit amendement ook is verhoogd. De Voorzitter doet nogmaals lecture van het geheele amendement en merkt op dat het niet geheel in stemming is gebracht. Alleen het salaris van den eersten klerk der arbeidsbeurs is verhoogd, in zooverre is het amendement aangenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 21