252 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920.
7 Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeesteer en Wet
houders in verhand met een door den Minister van
Arbeid gemaakte opmerking tot wijziging van het raads
besluit d.d. 11 Mei 1920, zoover betreft de huurgrens
der door de Coöperatieve Vereeniging Woningbouw" te
stichtingen woningen bijlage no. 31).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Collet zal aanstonds vóór het voorstel van
Burgemeester en Wethouders stemmen, maar niet van
harte. Spreker wil er bij zeggen, dat de minister hem
nu niet in een hoek drijft, maar als hij en anderen
niet voorstemmen zal de bouw misschien niet doorgaan
en daarom is spreker genoodzaakt zijn stem te geven.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
8 (Agenda no. 9.) Voorstel van Burgemeester en Wet
houders om aan de Vereeniging van Zuivelfabrikanten in
Nederland tot wederopzegging in gebruik af te staan
een ruimte in de Waag.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij Uw besluit van 8 Juni 1915 no. 194R/87, ge
wijzigd bij dat van 15 Juli d.a.v. no. 194R/123, werd aan
de Vereeniging van Zuivelfabrikanten in Nederland in
gebruik afgestaan een ruimte in de Waag ten behoeve
van door haar te houden boterkeuringen. Het gebruik
eindigde 1 Juni 1920. De vergoeding daarvoor was
gesteld op f 45.per jaar. Kon dit bedrag voor den
tijd, toen het gebruik inging, als voldoende worden
aangemerkt, thans, nu wij staan voor verlenging, dient
de vergoeding verhoogd te worden. Wij hebben ons daar
toe in verbinding gesteld met de vereeniging, welke met
eene verhooging van 30.genoegen neemt en voorts
de kosten van schoonmaak voor het vervolg zelf
wenscht te dragen.
Wij hebben alzoo de eer U voor te stellen te
besluiten
aan de Vereeniging van Zuivelfabrikanten in Neder
land, te Amsterdam, gerekend met ingang van 1 Juni
1920 tot 1 Juni 1921 met stilzwijgende verlenging
van jaar tot jaar, tenzij tenminste drie maanden voor
het einde van het loopende gebruiksjaar door een der
partijen schriftelijke opzegging heeft plaats gehad,
tegen de som van vijf en zeventig gulden 's jaarsten
gebruike af te staan een ruimte, groot 14 M2 in de
Waag, nader door den Waagmeester aan te wijzen,
onder de volgende voorwaarden
1. De vergoeding voor het gebruik over een ge
bruiksjaar moet jaarlijks bij vooruitbetaling vóór den
len September ten kantore van den Ontvanger
dezer gemeente worden betaald.
2. Tot de in gebruik afgestane ruimte kan toegang
worden verkregen gedurende den tijd, dat de Waag
voor het publiek is opengesteld en verder op de tijd
stippen, in overleg met den Waagmeester te regelen.
3. Telkens na gemaakt gebruik moet de ruimte
behoorlijk zijn afgesloten ten genoegen van den Waag
meester.
4. Bij beschadiging van het gebouw en de zich
daarin bevindende gemeente-eigendommen door of
vanwege de gebruikster heeft de herstelling daarvan
voor hare rekening van gemeentewege plaats. Zij is
verplicht de terzake verschuldigde kosten op eerste
aanzegging te voldoen ter plaatse, daarbij vermeld.
5. Binnen één week na den dag, waarop het ge
bruik van de ruimte ingevolge opzegging moet op
houden, moet die ruimte ontruimd zijn, bij gebreke
waarvan het op kosten van gebruikster van gemeente
wege zal geschieden.
6. De kosten van schoonmaak komen voor rekening
van de gebruikster.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer De Boer zal geen wijziging omtrent dit
voorstel voorstellen, maar wenscht even te zeggen,
dat hij dit punt bij de begrooting opnieuw ter sprake
zal brengen, omdat het hem toelij kt dat, waar de
Coöperatieve Vereeniging van Zuivelfabrikanten zelf
voor een lokaal moet zorgen, deze vereeniging hier
zeer goedkoop aan een gemeentelokaal komt voor
haar keuring.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
9 Agenda no. 10.) Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot onttrekking van het Spooksteegje tusschen
Nieuweburen en Wissesstraat) aan den openbaren dienst
en om het aan D. Kramer, alhier, te verkoopen.
Dit voorstel luidt als volgt
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering mede te
deelen, dat de heer D. Kramer, Nieuweburen alhier,
het pakhuis aan de Wissesstraat no. 48, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, Sectie A no. 62, heeft
aangekocht en nu gaarne daarbij van de gemeente
wenscht over te nemen het daaraan grenzende Spook
steegje, dat de verbinding vormt tusschen de Nieuwe
buren en genoemde straat. Bedoeld pakhuis is zeer bouw
vallig en zal worden afgebroken. De heer Kramer
wenscht de beschikking over het terrein met inbegrip
van de steeg, om zijne ter plaatse liggende eigendommen
daarmede te vergrooten.
HetSpooksteegje, op dit oogenblik voor den openbaren
dienst bestemd, kan als doorgang heel goed worden
gemist. Het is slechts een huis of vier van de z.g.
Wijde Steeg gelegen en is voorts te smal (58 cM.)
om een behoorlijken doorgang te vormen aan de zijde
van de Wissesstraat. Door afsluiting van deze steeg
voor het publiek verkeer, als Uwe Vergadering zich
daarmede kan vereenigen, en door overdracht aan den
heer Kramer zou een betere toestand in het leven
worden geroepen. Dit zou ook geheel passen in het
plan tot verbetering van de volkshuisvesting, met het
oog waarop bij raadsbesluit van 23 Januari 1917 no,
38R/33 tot aankoop van verschillende panden aan de
Wissesstraat en den Wissesdwinger werd overgegaan.
Op dit oogenblik hebben de perceelen Sectie A nos.
66 en 67 uitgang in het Spooksteegje. Bij de ont
trekking aan den publieken dienst en bij overdracht
van den eigendom van de steeg zou het recht van
uitgang voor deze perceelen als een blijvend servituut
kunnen worden gevestigd, waartegen bij den kooper
geen bezwaar bestaat.
Wij geven U alzoo in overweging, te besluiten
a. het Spooksteegje, Sectie A, ongenummerd, vor
mende de verbinding tusschen de Nieuweburen en
de Wissesstraat, aan den openbaren dienst te onttrekken;
b. het onder a bedoelde steegje voor de som van
1.te verkoopen aan D. Kramer alhier, onder
voorwaarde
1. dat het steegje aan de zijde van de Nieuwe
buren met een deur wordt afgesloten
2. dat aan de perceelen Sectie A nos. 66 en 67
als erfdienstbaarheid recht van uitgang in het steegje
in de richting van de Nieuweburen wordt gegeven
3. dat alle kosten op den verkoop, de overschrijving
der koopakte ten kantore der hypotheken en van het
kadaster ten laste komen van den kooper.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juli 1920. 253
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. (Agenda no. 11). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der Bouwverordening (bijlage
no. 24).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11. (Agenda no. 12). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om met intrekking van de verordeningen voor
het heffen en op de invordering van een recht als ver
goeding voor door de Stadsreiniging in de gemeente
Leeuwarden aan particulieren verstrekte diensten ge
meenteblad 1916 no. 2) vast te stellen eene verordening
houdende voorwaarden waarop en tarieven waarnaar de
Qemeentereiniging diensten verstrekt (bijlage no. 25).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries zegt dat er enkele dingen in
de verordening staan, waarbij hem de tarieven wat
laag voorkomen. Spreker zou daarover wel iets willen
vragen, óf bij de algemeene beschouwingen óf bij de
artikelen zelve.
De Voorzitter: Wenscht een van de leden algemeene
beschouwingen te houden
Dit blijkt wel het geval te zijn.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer IJ. de Vries wilde alleen een vraag doen
betreffende de tarieven voor het ledigen van kolken
en het vervoer van afval van een fabriek en wel of
deze tarieven niet veel te laag zijn. De gemeente
zal hier zoo vrij wat schade bij lijden. Voor het ledi
gen van een kolk is maar 50 cents verschuldigd.
Wanneer de gemeente zoo iedere kolk voor dat bedrag
moet ledigen, waarvoor dan behalve het personeel
wordt gebruikt een wagen met 2 paarden bespannen,
terwijl men dien wagen toch ook weer moet ledigen
op het terrein en wanneer voor het vervoer van afval
van fabrieken niet meer wordt bedongen, zal dit een
heele schadepost voor de gemeente zijn. Nu is sprekers
vraag of, waar de gemeentefinanciën al niet zoo schit
terend zijn, het niet beter is deze tarieven eenigszins
te verhoogen.
De heer Jansen zegt, dat ook zijn attentie is geval
len op tarief E, waaromtrent hij hetzelfde meent te
moeten opmerken als de heer De Vries. Als hij goed
nagaat wat dit artikel beteekent, dan ontdekt spreker
dat een gedeelte der stadsreiniging ook extra werk
verricht. Men neemt dan een wagen met een of meer
paarden mee ten gunste van de eene of andere fabriek
en haalt daar den bedrijfsafval enz. van daan. Wan
neer zoo'n fabrikant zich echter wendt tot een stal
houder voor hetzelfde doel, zal hij 4 of 5 maal zoo
veel moeten betalen als bij de reiniging. Daarom acht
spreker dit tarief veel te laag en zou hij in overwe
ging willen geven tarief E zeer belangrijk te verhoogen.
De heer Lautenbach wilde over tarief A dezelfde
opmerking maken. Spreker zou zeggenwat meer
diensten de reiniging bewijst, wat armer de gemeente
wordt. Er is al meer dan een opmerking gemaakt
over het ledigen van kolken. Daarbij zijn dan toch
aanwezig een man die ment en een die de kolken
ledigt, dat wordt dus voor iedere kolk gauw 1.30
a 1.40. Dat men dan ook slechts 50 cent terug
krijgt is geen standpunt. Spreker zou zeggen, laat
de Baad dit punt aanhouden, opdat het college de
zaak nog eens kan herzien en in een verbeterden
vorm den Raad weder kan aanbieden.
Den heer Nijholt is dit voorstel, zooals het hier ligt,
niet erg sympathiek en wel, omdat het hier toch een
dienst betreft die door de gemeente verricht moet
worden. Men moet deze beschouwen als een stukje
gezondheidsdienst. Als spreker toch in het voorstel
meegaat, dan doet hij dit enkel, omdat het voor de
gemeentefinanciën goed is, dat er iets binnen komt.
Zoodra het echter mogelijk is zou spreker dit soort
van belasting willen afschaffen. Dit geldt ook meer
of minder voor het ledigen van kolken, zooals zoo
pas naar voren is gebracht. Wanneer men ten op
zichte van het ledigen van kolken een exploitatiere
kening gaat opzetten, dan zal deze een verlies aan
wijzen, dat geeft spreker toe. Maar dat moet de ge
meente ook doen, want als zij de rekening zoo opzet,
dat er geen verlies is, dan zal het gevolg zijn, dat de
particulieren op een andere manier hun vuil zien kwijt
te raken, door het in den grond te stoppen enz. Dat
komt zeer ten nadeele van den algemeenen gezond
heidstoestand. Hoe eerder het vuil wordt opgeborgen
hoe beter. Laat men dus vooral oppassen voor op
drijving der tarieven.
De heer De Boer wenscht, in aansluiting met de
woorden van den heer Nijholt een aanmerking te
maken over en in verband met art. 7. Er wordt voor
het ledigen en plaatsen van privaattonnen een belas
ting geheven van 5.per jaar. Art. 7 geeft aan
hoe vaak de ton wordt weggehaald en punt 6 van
tarief c bepaalt, dat voor elke extra keer 50 cent of,
wanneer deze meerdere verwisseling voor een jaar
wordt aangevraagd, per keer eens per week 25 cent
extra moet worden betaald. Spreker meent dat hier
door een te zware druk zal worden gelegd op de
minder goed gesitueerden en de groote gezinnen. Die
dan een verwisseling van privaattonnen meer dan eens
in de week noodig zal hebben, zal allicht zijn tarief
van 5.op 18.a 19.zien gebracht. Dat
is per jaar een veel te zware druk voor die menschen
spreker zegt met den heer Nijholt dat de reiniging
een stuk gezondheidsdienst is en dat het geld daar
voor moet worden gevonden uit de belasting, doch
niet uit een vergoeding voor iedere individueele ver
richting. Spreker zou dan ook graag zien dat in dit
opzicht eenige wijziging werd aangebracht.
De heer Jansen bemerkt, dat de heer De Boer nu
in de bres springt voor de groote gezinnen. Spreker
komt daar straks wel op terug bij de salarisherziening.
Spreker heeft de verordening ook nagezien, doch
meent in een der artikels te hebben gelezen, dat
Burgemeester en Wethouders er wel rekening mee
hebben gehouden, dat de groote gezinnen eenigermate
bevoorrecht worden. Maar spreker zou toch wel willen
weten of de tarieven E en G niet wat verhoogd
kunnen worden, die drukken toch niet op de minder
gesitueerden, zoodat zijns inziens daar juist het
meerdere geld uit moet worden gehaald.
Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi vraagt of het
niet beter is het punt aan te houden tot wethouder
Schaafsma aanwezig is.
De Voorzitter zou mevrouw Buisman den raad willen
geven eerst de verdediging van Burgemeester en Wet
houders af te wachten. Als deze niet goed is, kan
zij haar voorstel doen.
De heer De Boer: Dat is zoo sneu, Mijnheer de
Voorzitter