10. dat een voorstel inzake den prijs van het gas Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1920. 293 ïsigafeliig van Dinsdag 11 Juli 1920. Tegenwoordig 21 leden, te weten de heeren Terp stra, Lautenbach, Postma, Visser, Tulp, Van der Werff, Dijstra, Fransen, Zaudstra, Oosterhoff, Berghuis, Schaaf- sina, O. F. de Vries, De Vos, De Boer, Dijkstra, Nijholt, IJ. de Vries, Jansen, Schoondermark en Collet. Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de heer Tiemersma, mevrouw BesuyenLindeboom en mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, zonder kennis geving de heer Van Weideren baron Rengers. Voorzitter: de heer J. A. A. Schoondermark, loco- Burgemeester. 1. Wordt medegedeeld 1dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd a. het raadsbesluit van 8 Juni 1.1. tot verkoop aan de Woningstichting „Patrimonium", alhier, van een gedeelte, groot 2200 M2., van het perceel aan den weg Achter de Hoven, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 3637 en tot het verstrekken aan deze woningstichting van twee voorschotten van onderscheidenlijk f 136,800.en 10,600.een en ander ten behoeve van woningbouw b. het raadsbesluit dd. 22 Juni j.l. tot onderhandsche verhuring voor drie avonden in de week van de eet zaal in het voormalige hotel Weidema aan de arbeiders- zangvereeniging „de Dageraad" alhier c. het raadsbesluit van 22 Juni j.l. tot wijziging van het raadsbesluit van 10/24 Februari j.l. betref fende verkoop van terreinen aan de Woningvereeni- ging Leeuwarden en verhuring van gronden aan het Rijk en aan G. Staphorsius, alhier. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. adres van het Hoofdbestuur van het Friesch Volkssanatorium „Herema State" te Joure waarbij financieele steun uit de gemeentekas wordt gevraagd. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 3. adres van den Ned. Bond van Werklieden in Overheidsdienst, afdeeling Leeuwarden, houdende ver zoek de gaarders en hulpgaarders der bruggelden in een hoogere loonklasse te plaatsen. 4. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Ned. Chr. Ambtenarenbond en den Alg. R. K. Amb tenarenbond, houdende verzoek de verhouding tusschen de bezoldiging van ambtenaren en werklieden, welke door verhooging van die der laatsten is verbroken, wederom te herstellen. 5. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Ned. Chr. Bond van Personeel in Publieken Dienst, houdende verzoek om verhooging der loonen van de gaarders der bruggelden. 6. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Centralen Nederl. Ambtenaarsbond, houdende verzoek de verbroken verhouding in de bezoldiging van de ambtenaren en de werklieden te herstellen. De stukken 36 worden gevoegd bij die, welke onder punt 11 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 7. voorstel van de heeren Zandstra en De Boer om aan het nieuw te benoemen hoofd van school, no 6 het onderwijs in een vaste klas op te dragen. 8. voorstel van de heeren De Boer en Nijholt om de verordening op de winkelsluiting zoodanig te wij zigen, dat de winkels op Zaterdag om 8 uur n.m. en op andere dagen om 7 uur n.m. gesloten worden. De stukken 7 en 8 worden, na in overweging te zijn genomen, in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 9. dat Burgemeester en Wethouders hebben be noemd als Verificateur der gemeente-financiën, F. Polet, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. en de electriciteit eerstdaags is te wachten dat het ook zal omvatten de levering over Augustus, zoodat kan worden medegedeeld dat zelfs voor de komende maand de prijs nog niet vast staat. 11grafische overzichten van het calorisch effect en de procentische samenstelling van het menggas ever het tijdvak JanuariJuli 1920, zulks ingevolge de toezegging gedaan in de raadsvergadering van 13 April j.l. De stukken 911 worden voor kennisgeving aan genomen. 12. rapport der Commissie voor de bezwaar schriften omtrent reclames in eersten aanleg tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, diensten 1918 en 1919. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. II. Wordt ter tafel gebracht 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toekenning van een gratificatie ten bedrage van 3 maanden salaris aan de nagelaten betrekkingen van onderwijzers die gehuwd waren of als eenige kost winners werden aangemerkt. Dit voorstel luidt als volgt In de verordening regelende de wijze van uitbeta ling der jaarwedden van de onderwijzers aan de open bare lagere scholen in deze gemeente werd oorspron kelijk eene bepaling opgenomen, dat bij overlijden van een onderwijzer, die gehuwd was of één of meer min derjarige kinderen naliet, aan de weduwe of aan dat kind of die kinderen een bedrag zou worden uitbe taald, gelijk aan de jaarwedde over een tijdvak van twee weken. Op deze bepaling kon echter, zooals toen direct al werd gevreesd, niet de vereischte goedkeuring van Gedeputeerde Staten worden verkregen, zulks wegens strijd met art. 26undecies der Lager Onderwijswet, zoodat Uwe Vergadering dan ook tot intrekking daar van besloot. Waar evenwel is gebleken dat de Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft te kennen gegeven, dat de gemeenten, desgewenscht, op eigen kosten eene gratificatie aan achtergebleven betrekkin gen van onderwijzers kunnen geven, zonder dat daar door in strijd met de lager onderwijswet wordt ge handeld, vinden wij er alles voor te zeggen in dezen het onderwijzend personeel op gelijken voet te behan delen als door U den 25 Mei j.l. is besloten ten aan zien van gemeente-ambtenaren. In verband met het bovenstaande hebben wij dan ook de eer U voor te stellen te besluiten I. dat bij besluit van Burgemeester en Wethouders aan de weduwe van een overleden onderwijzer of aan zijn minderjarige ouderlooze kinderen of aan zijn ouders, indien hij hun eenige kostwinner was, na het over igden eene gratificatie ineens zal worden uitbetaald, gelijk aan de op het tijdstip van overlijden genoten jaarwedde, over een tijdvak van drie maanden en zulks met inbegrip, eventueel, van dat gedeelte van het salaris over de maand waarin het overlijden plaats had, dat overeenkomstig het derde lid van art. 14 der verordening tot regeling der jaarwedden enz. van het onderwijzend personeel aan de scholen van open baar lager onderwijs (gemeenteblad no. 49 van 1919) na den dag van het overlijden nog verschuldigd is. II. te bepalen, dat deze regeling op 1 Januari 1920 wordt geacht in werking te zijn getreden. De beraadslagingen worden geopend. De Voorzitter merkt op, dat dit het voorstel is, dat op 't oogenblik voor de raadsleden ligt. Spreker wil

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 1