VArgatag van Dinsdag 17 Augustus 1920. 318 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juli 1920. Daaronder volgen dan de namen van bovenbedoelde instellingen en personen, waaronder ook Gemeente werken te Leeuwarden. Als men die advertentie leest ziet men, dat het niet voor de poes is. Men slaat daar met jaren om als op de hoek van de Keizersgracht. Maar in allen ernst moet spreker werkelijk zeggen, dat het hem opviel, dat hier een groep van particulieren, misschien zonder eenige informaties, den moed heeft onder een dergelijke advertentie op te nemen Gemeentewerken te Leeuwarden. Spreker weet ook dat er timmer- patroons onder de advertentie zijn genoemd, zonder dat daar de minste reden voor was, doch dat doet hier niet ter zake. Spreker wil nu echter aan het college van Burge meester en Wethouders de vraag stellen of zij in lichtingen kunnen geven die, naar men zou zeggen, misschien kunnen motiveeren, dat onder een dergelijke advertentie in de krant ook Gemeentewerken te Leeuwarden is opgenomen. De Voorzitter deelt mede dat er van Burgemeester en Wethouders een brief is uitgegaan naar die heeren als antwoord op de brief, waarin stond, tot welk besluit zij zijn gekomen. Daarmee hebben Burgemeester en Wethouders zich verdedigd. Zij weten er zelf niets van dat zij iets hebben gedaan, waardoor ook hun de hooge onderscheiding te beurt valt van te worden uitgesloten. Burgemeester en Wethouders weten van niets en hebben naar aanleiding van de advertentie gevraagd aan de heeren welke motieven zij hadden tot het opnemen van Gemeentewerken onder de advertentie. Daarop is echter nog geen antwoord ingekomen. De heer Dijkstra dankt den Voorzitter voor diens antwoord. Dit bewijst wel dat die opneming in de advertentie kras is. Als een instelling of een persoon op een dergelijke manier in een blad wordt gezet, dan heeft men toch recht te weten hoe 't zit. Spreker wil nu eindigen met de vraag of er na de verzending van den brief al een antwoord is ingekomen, of er zich al bepaalde feiten hebben voorgedaan of dat er practisch gevolg is gegeven aan de waarschuwing, doordat door handelaren aan Gemeentewerken is geweigerd bouwmaterialen te leveren De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan zich vol komen aansluiten bij hetgeen de Voorzitter heeft ge zegd. Waarom Gemeentewerken onder de advententie is geplaatst, dat is een feit waarvan spreker de rede nen niet weet. Op 5 Juli had de zaak haar beslag gekregen en op 8 Juli had Gemeentewerken bericht gekregen dat zij op do zwarte lijst stond. Daarna werden wij ook in de advertentie vermeld, opdat de handelaren aan Gemeentewerken geen materialen mochten leveren. Op het schrijven van het college is nog geen ant woord ingekomen. De heer Dijkstra heeft gevraagd of er zich al een feit heeft voorgedaan met betrek king tot de handelaren, die niet mogen leveren. Dat is inderdaad het gevalhet feit heeft zich voorge daan dat een handelaar heeft geweigerd aan Gemeente werken materialen te leveren. Spreker zal echter geen namen noemen. Aan den anderen kant kan hij wel zeggen dat Gemeentewerken hier niet aan vast zit, omdat ze op een andere manier in de door haar be- noodigde materialen kan voorzien. De heer De Boer wenscht ook een woord te zeggen in deze zaak, doch zoekt daarin een veel meer alge- meene strekking dan in dit debat naar voren is ge komen. Het feit doet zich thans voor, dat menschen, die zich stellen op het standpunt van recht en orde, nu de overheid willen dwingen iets te doen en in een lijn te gaan, zooals zij wenschen. Spreker weet niet of het kan, dat de overheid zich met machtsmiddelen daar tegenover kan stellen, maar hij zou het toch zeer op prijs stellen, dat de gemeente zich op alle mogelijke manieren tracht te weren. Spreker weet niet of de gemeente dergelijke bedrijven kan afslui ten van gas of electriciteit, waardoor die bedrijven stil zouden komen te liggen. Als men echter de ge meente wil dwingen zou hij, waar mogelijk, de maat regelen tijdig willen toepassen. De heer Dijkstra staat op het standpunt en geeft daaraan nu de voorkeur, dat er, als de gemeente zich elders van bouwmaterialen kan voorzien, eenvoudig niets gebeurt. Maar wel hoopt hij dat Burgemeester en Wethouders ruggegraat genoeg zullen hebben, om krachtig op te treden tegen wat is gebeurd. Dat de gemeente met dergelijke organisaties in conflict kon komen, zonder dat Burgemeester er iets van wisten, is bepaald ergerlijk. De interpellatie wordt gesloten. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920. 319 Tegenwoordig 20 leden, te wetenmevrouw Buisman- Blok Wijbrandi, de heeren Van der Werff, Dijstra, Visser, Tulp, Lautenbach, De Vos, Nijholt, Postma, Berghuis, O. F. de Vries, Van Weideren baron Rengers, Tiemersma, IJ. de Vries, Fransen, Zandstra, Dijkstra, Jansen, De Boer en Schoondermark. Afwezig 5 leden, waarvan met kennisgeving de heer Terpstia, zonder kennisgeving de heeren Collet, Schaafsma, Oosterhoff en mevrouw BesuijenLinde boom. Voorzitter: de heer Jhr. mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. De notulen der vergadering van 8 Juni 1920 worden onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld 1. dankbetuiging van de Koningin-Moeder voor de gelukwenschen, Hare Majesteit namens Raad en burgerij bij gelegenheid van Hoogstderzelver ver jaardag aangeboden. 2. dat bij Koninklijk Besluit van 16 Juli 1920 no. 80 zijn goedgekeurd de raadsbesluiten dd. 11 Mei 1920 tot wijziging van het besluit tot het heffen van een recht wegens tijdelijk straatgebruik en dd. 27 April 1.1., houdende vaststelling eener verordening op de heffing van schoolgelden op de Buitengewone school voor Lager Onderwijs te Leeuwarden. 3. dat bij Koninklijk Besluit van 14 Juli 1920 no. 25 het door den gemeenteraad ingesteld beroep tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van 4 Maart 1.1., waarbij goedkeuring is onthouden aan het raads besluit van 24 Februari 1920 (uitkeering in eens aan den secretaris en den gemeenteontvanger) tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1919, ongegrond is verklaard. 4. dat Gedeputeerde Staten a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten dd. 13 Juli 1.1. tot verkoop van het aan den openbaren dienst onttrokken Spooksteegje aan D. Kramer en tot ver huring van twee bleekvelden aan het Oldehoofster- kerkhof aan W. P. Jurgens en van het bleekveld in het Bagijneklooster aan J. Jonker, dd. 8 Juni/13 Juli 1.1. tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1920 en dd. 27 Juli 1.1. tot verhuring van een lokaal der voormalige schippersschool aan den Wissesdwinger aan den Districts-Iuspecteur le klasse van de binnen- schipperij te Leeuwarden b. de ontvangst hebben bericht van het raads besluit dd. 8 Juni/13 Juli 11. tot vaststelling der Brood verordening. De mededeelingen sub 14 worden voor kennis geving aangenomen. 5. adres van W. Vergnes, houdende verzoek om het voorstel van de heeren de Boer en Nijholt omtrent vervroeging der winkelsluiting wel, en van de ver- eeniging „Friesland", afdeeling van de Nederlandsche Bond van sigarenwinkeliers en van de Algemeene Winkeliers-, Industrie- en Handelsvereeniging, de R. K. Middenstandsvereeniging en de Chr. Midden- standsvereeniging om dat voorstel niet aan te nemen. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd. 6. adres van het Bestuur van de afdeeling Fries land van den Nederlandschen Bond van Gepension- neerden om aan de oud-gemeenteambtenaren, beambten en bedienden een blijvende pensioensverhooging toe te kennen. Wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Zandstra zou gaarne zien dat dit adres in handen van Burgemeester en Wethouders werd ge steld om prae-advies. Het gaat niet aan om zich telkens maar weer met een Jantje van Leiden van dergelijke adressen af te maken. Waar verschillende oud-ambtenaren in deze omstandigheden op een klein pensioentje zitten, meent spreker dat de Raad zich wel kan verantwoorden door deze zaak nog eens onder de oogen te zien en daarop prae-advies te ver langen. De Voorzitter vraagt of het voorstel-Zandstra wordt ondersteund. Dit blijkt wel het geval te zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Zandstra wordt met algemeene stemmen aangenomen, zoodat het adres in handen wordt gesteld van Burgemeester en Wet houders om prae-advies. 7. adres van de Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose te Leeuwarden om over 1921 wederom een subsidie te verleenen van 2000. Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1921. 8. adres van het Bestuur der Woningvereeniging Leeuwarden om het aan die vereeniging toegestane voorschot voor den bouw van 63 woningen bij het Cambuursterpad wederom te verhoogen. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 9. adres van het Centraal Drankweer Comité, houdende verzoek om overeenkomstig art. 4, 2e lid 2c, der Drankwet aan H. M. de Koningin het voorstel te doen om te bepalen dat in deze gemeente ver gunningen, als bedoeld bij art. 1, 2e lid a en b, der Drankwet, niet meer worden verleend. Wordt gevoegd bij de stukken die onder punt 18 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 10. overlegging door Burgemeester en Wethouders van het tot hen gericht schrijven van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Patroonsvereenigingen in Nederland en van den R. K. Bond van Bouwpatroons in Nederland omtrent plaatsing van gemeentewerken op de zoogenaamde zwarte lijst. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 11. adres van J. Vaas, directeur der N. V. Kerk- orgelfabriek P. van Dam, voorheen L. van Dam en Zonen, waarbij hij bij den Raad in beroep komt van een besluit van Burgemeester en Wethouders, genomen krachtens de woningwet en verzoekt om hem over eenkomstig art. 70 der Bouwverordening alsnog ver gunning te verleenen tot verbouw van perceel Eewal no. 69. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 12. adres van F. Fischer om in verband met een destijds door het omvallen van een muur aan zijn kind overkomen ongeval tegemoetkoming in de ver- plegingskosten van zijn vrouw, die sinds lijdend is geworden. Overeenkomstig het advies van Burgemeester en Wethouders wordt op dit adres afwijzend beschikt. 13. adres van het bestuur der stichting „St. Joseph" om voorschot en bijdrage uit de gemeentekas voor den bouw van 79 arbeiderswoningen op het bouw terrein nabij den Groningerstraatweg. Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 14. verslag van den toestand van het Lager Onder-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 1