Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920. 321
320 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1920.
wijs over 1919 van de Commissie van toezicht op het
Lager Onderwijs.
Zal nog eenigen tijd voor de leden ter visie liggen.
15. rapport der Commissie voor de bezwaarschriften
inzake reclames in eersten aanleg tegen aanslagen in
de plaatselijke directe belasting naar het inkomen,
dienst 1919.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
16. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare
aanbesteding hebben gegund de levering van 274550
stuks bagger- en 63300 stuks harde lange turf aan
B. Nieuwenhuis te Leeuwarden, en wel de baggelaar-
turf tegen 1.44 en de lange turf tegen f 1.64 per
100 stuks.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De heer Dijkstra vraagt of de Voorzitter niet een
brief heeft aangebracht van de patroonsorganisaties,
welke in verband stond met de kwestie van het
plaatsen van Gemeentewerken op de z.g. zwarte lijst.
De Voorzitter: Ja, dat punt heb ik voorgelezen
onder de mededeelingen.
De heer Dijkstra Mag ik dan daarover nog even
een vraag stellen
De Voorzitter doet nogmaals lecture van het be
doelde punt (mededeelingen sub 10).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Dijkstra meent dat, wanneer hij goed
begrijpt, de zaak hier op neer komt, dat de patroons-
vereeniging aan Burgemeester en Wethouders de
vraag stelt of de gemeente nog modern georganiseerde
arbeiders in dienst heeft, maar dat zij inmiddels Ge
meentewerken al op de zwarte lijst heeft geplaatst.
Daar begrijpt spreker nu eigenlijk niets van. Om
iemand zooiets te bezorgen mag men toch eerst
minstens wel weten of hij zich aan een bepaald feit
heeft schuldig gemaakt. Eenige nadere inlichtingen
hieromtrent acht spreker dan ook wel gewenscht.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) kan hierop zeer
kort antwoorden. Het antwoord der patroonsvereeni-
ging bevredigt ook het college heelemaal niet. Er is
gevraagd waarom Gemeentewerken op de zwarte lijst
is geplaatst, maar naar aanleiding van het eerste
schrij ven van het college is er kortweg geantwoord
jullie zijn op de zwarte lijst geplaatst en wordt ge
boycot zonder meer, willen jullie echter in beroep
komen bij den „Hoogen Raad" dan dan kunt
ge alsnog reclameeren. Op de vraag, waarom de ge
meente op de zwarte lijst is geplaatst, wordt echter
heelemaal niet geantwoord. Acht de Raad het nu
niet voldoende het stuk voor kennisgeving aan te
nemen, dan kan het college wel nogmaals vragen,
waarom Gemeentewerken op de zwarte lijst geplaatst is.
De heer Fransen: Volgens de mededeeling van den
Wethouder is er dus een brief ingekomen van de
patroonsorganisatie, die Burgemeester en Wethouders
niet bevredigt. Zou de Raad ook kennis mogen hebben
van dit schrijven
De heer Berghuis (wethouder)'t ligt bij de stukken.
De VoorzitterMag ik vragen, wat schrijven be
doelt u
De heer Fransen De Wethouder spreekt over een
schrijven dat is ingekomen en dat Burgemeester en
Wethouders niet bevredigt.
De VoorzitterDat heeft ter visie gelegen.
De heer Fransen: O, lag het bij de stukken?
De beraadslagingen worden gesloten.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhooging van den prijs van het gas.
2. Alsvoren tot wijziging der gemeente-begrooting,
dienstjaar 1920.
3. Alsvoren om Burgemeester en Wethouders te
machtigen zich tot de Kroon te wenden met verzoek
het salaris van den Commissaris van Politie te ver-
hoogen.
4. Alsvoren tot verhooging van het voorschot voor
den bouw van 108 woningen aan den weg Achter
de Hoven, door de woningstichting Patrimonium
(bijlage no. 38).
5. Het 4de gedeelte van het primitief kohier voor
de plaatselij ke directe belasting naar het inkomen, dienst
1920.
De punten 15 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de bij raadsbesluit van 13 April 1920
bepaalde huursommen der perceelen Ossekop no. 11
en Waeze no. 8 in verband met de beslissing der
Huurcommissie.
Zal in een volgende vergadering worden behandeld.
7. Alsvoren om van gemeentewege over te gaan
tot den bouw van 78 woningen en een badhuis op
terrein, gelegen tusschen de Camminghastraat en het
Kalverdijkje.
Wordt gedrukt als bijlage en bij de leden rondge
zonden om te zijner tijd te worden behandeld.
8. Alsvoren tot uitgifte in erfpacht van grond
gelegen aan de Tijnje aan C. van der Vegte.
9. Alsvoren om aan H. F. Ferwerda overeen
komstig zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als
hoofd van gemeenteschool no. 5.
10. Alsvoren om aan mej. A. van Drooge overeen
komstig haar verzoek eervol ontslag toe te kennen
als onderwijzeres in de nuttige en fraaie handwerken
aan gemeenteschool no. 12.
11. Alsvoren tot vaststelling van de rooilijn voor
de bebouwing aan het Blokhuisplein na amotie te
zijner tijd van de aldaar nog staande opstallen.
12. Alsvoren om te voorzien in de behoefte aan
uitbreiding van bureauruimte voor den dienst der
gemeentewerken.
13. Alsvoren tot verhuring van aan de Leliestraat
gelegen tuingrond aan G. Jongstra.
14. Alsvoren om aan B. Wassenaar vergunning
te verleenen tot demping van de tusschen het perceel
sectie D no. 1411 en den Harlingerstraatweg gelegen
sloot.
De punten 814 zullen in een volgende vergade
ring worden behandeld.
15. Aanbeveling voor de benoeming van een
tijdelijk leeraar in het Nederlandsch en Boekhouden
aan de Middelbare AvondhandelsschoolH. van
der Heide, onderwijzer aan gemeenteschool no. 12.
De Voorzitter merkt op, dat dit punt voorkomt op
de agenda van heden als punt 3b. Spreker stelt echter
voor dat het punt in een van de volgende vergade
ringen aan de orde zal worden gesteld, omdat hier
omtrent nog geen bericht van den minister is in
gekomen.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
den Voorzitter.
16. Voordracht voor de benoeming van een onder
wijzeres aan gemeenteschool no. 9, vacature mej. K.
Sitenga
1. mevr. de wed. T. Buis Dijkstra, tijdelijk onder
wijzeres aan school no. 3 te Leeuwarden
2. mej. A. Hoorndijk, idem aan school no. 4 te
Leeuwarden
3. mej. E. Dikken, onderwijzeres te Hijum.
17. Alsvoren voor de benoeming van een onder
wijzeres aan de gemeenscholen no. 8 (vacature R.
Betten) en no. 10 (vacature mej. M. G. M. Prins).
School no. 8.
1. mej. A. Hoorndijk voornoemd
2. mevr. de wed. T. BuisDijkstra, idem
3. mej. W. Korten, onderwijzeres te Hoogersmilde.
School no. 10.
1. mej. J. Berghaeuser, tijdelijk onderwijzeres aan
school no. 7 te Leeuwarden
2. mej. T. Freerkstra, onderwijzeres teSiegerswoude;
3. mej. S. A. K. Wenning, tijdelijk onderwijzeres
aan school no. 12 te Leeuwarden.
18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het schrijven van het Hoofdbestuur van de Tucht-
unie, betreffende de oprichting van een school voor
onwillige of brutale leerlingen.
19. Alsvoren op het voorstel van de heeren Zand-
stra en De Boer om aan het nieuw te benoemen
hoofd van gemeenteschool no. 6 het onderwijs in een
vaste klas op te dragen.
20. Alsvoren op het adres van het hoofdbestuur
van het Friesche Volkssanatorium Herema-State tot
het bekomen van een subsidie uit de gemeentekas.
De punten 1620 zullen in een volgende vergade
ring worden behandeld.
IV. De Voorzitter kan, alvorens er verder wordt gegaan,
mededeelen, dat er zijn ingekomen de volgende voor
stellen van de heeren Dijkstra, IJ. de Vries en Jansen:
a. „Ondergeteekenden stellen voor aan H. M. de
„Koningin het voorstel te doen tot verlaging van het
„maximum aantal vergunningen tot verkoop van sterken
„drank in het klein voor deze gemeente en dit voor
„het vijfjarig tijdvak (1920—1925) te bepalen op 60".
b. „Ondergeteekenden stellen voor aan H. M. de
„Koningin het voorstel te doen te bepalen, dat in
„deze gemeente vergunningen, bedoeld onder art. 1,
„2e lid, letter a en der Drankwet, niet meer verleend
„mogen worden".
Spreker stelt voor, beide voorstellen te behandelen
bij punt 18 der agenda van heden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling van de
voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. (Agenda no. 3). Benoeming van
a. een lid der Commissie tot wering van school
verzuim (vacature mevr. BesuijenLindeboom
b. een tijdelijk leeraar aan de Middelbare Avond
handelsschool in het Nederlandsch en het Boekhouden,
wegens uitbreiding van personeel.
9
In de vacature sub a wordt benoemd mevrouw de
wed. F. WiebingaBlaauw, Steijnstraat 44, alhier,
met algemeene stemmen.
De benoeming in de vacature sub b is overeen
komstig het voorstel van den Voorzitter bij punt 15
der ter tafel gebrachte stukken aangehouden.
Op voorstel van den Voorzitter wordt hierna be
handeld
2. (Agenda no. 14). Het opmaken van een opgave
voor de benoeming van drie leden van het college van
zetters ter vervulling der vacatures, die met 1 Januari
1921 zullen ontstaan door periodieke aftreding van de
heeren P. Attema Dz., H. W. Sonnega en J. Oosterhoff.
De aanbeveling luidt als volgt:
1. P. Attema Dz.
2. H. W. Sonnega.
3. J. Oosterhoff.
4. A. Coets.
5. D. J. Koopmans.
6. P. Bokma.
Op de aanbevolenen worden 19 stemmen, op
H. van der Heide wordt 1 stem uitgebracht, zoodat
de aanbevolenen zullen worden voorgedragen.
3. (Agenda no. 4). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van de balans en de winst
en verliesrekening van de Centrale Keukendienst 1919.
Dit voorstel luidt als volgt
Ingevolge het bepaalde bij art. 4, le lid, der ver
ordening betreffende de inkomsten en uitgaven van
de Centrale Keuken, hebben wij de eer hiernevens
aan U over te leggen de balans en winst- en verlies
rekening dier instelling over het dienstjaar 1919.
Gemelde stukken zijn om advies in handen van
de Financieele Commissie gesteld, die blijkens het
hierbij overgelegd rapport geen aanleiding heeft ge
vonden tot het maken van op- of aanmerkingen.
In verband hiermede hebben wij de eer U in over
weging te geven genoemde balans en winst- en
verliesrekening onveranderd vast te stellen en het ten
laste der gemeente komend verlies over genoemd
tijdvak te bepalen op een bedrag van 16,184.956.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. (Agenda no. 5). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhooging van den prijs van het gas.
Dit voorstel luidt als volgt
De onlangs plaats gehad hebbende verhooging der
jaarwedden en belooningen van de ambtenaren en
werklieden in dienst der gemeente, (Je kolenprijsver
hooging van 1 Juni j.l. en de met 1 Augustus a.s.
intredende nieuwe verhooging der kolenprijzen, hebben
het noodig gemaakt een onderzoek in te stellen of,
met handhaving van de thans geldende gasprijzen,
het bedrijf der gasfabriek over dit jaar zou kunnen
rendeerenj
Uit een door den directeur dier fabriek gemaakte
becijfering blijkt dat dit niet het geval zal zijn.
Bleef toch in de eerste helft van het jaar de kost
prijs van het gas iets beneden den verkoopprijs,
waardoor eenige winst werd gemaakt, in de tweede
helft zal de kostprijs, tengevolge van de verhoogde
kolenprijzen, stijgen boven den tegenwoordigen ver
koopprijs. Daarbij dient nog in aanmerking te worden
genomen dat in de eerste zes maanden van dit jaar
de productief afgeleverde hoeveelheid gas belangrijk
minder is geweest dan de helft der bij de bedrijfs-
begrooting voor 1920 geraamde totaal af te leveren
hoeveelheid.
Bij de bedoelde bedrijfsbegrooting is een winst
geraamd van 41,039.12, terwijl voorts onder de lasten
is opgenomen eene som van 46,018.70 als uitkeering
aan de gemeente voor het leggen van buizen in
gemeentegrond. Beide bedragen zijn als ontvangst in de
gemeentebegrooting voor 1920 opgenomen (volgno. 46).