442 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 November 1920.
Onder overlegging van de stukken, geven wij U in
overweging te besluiten
aan de firma J. Koopmans, fabrikante alhier, te
verkoopen de strook grond aan de oostzijde van de
Tynjedwarsstraat, voor trottoiraanleg bestemd en
grenzende aan de kadastrale perceelen, gemeente
Leeuwarden, Sectie G, nos. 9918 en 9920, breed
2.50 M. en lang 70 M. gelijk op de bijbehoorende
teekening in anjure is aangegeven, voor de som van
f 1.onder de volgende voorwaarden:
a. de firma legt voor hare rekening op de strook
het trottoir en onderhoudt dit eveneens voor hare
rekening, een en ander ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders
b. de strook mag niet aan den publieken dienst
onttrokken worden
c. de kosten van overdracht en van de daaruit
voortvloeiende acten, waarvan één notarieel afschrift
voor het gemeentearchief, komen voor rekening van
de firma.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Nijholt kan begrijpen dat de firma Koop-
mans de strook grond graag wil hebben, maar hij
kan niet begrijpen dat de gemeente deze zoo maar
zonder meer afstaat. Hij zou zeggen dat er een betere
regeling mogelijk was, door n.l. de firma te verplichten
den grond in orde te maken en te houden en haar
daarvoor het gebruiksrecht op den grond te geven.
Dan toch blijft de gemeente eigenares. Het is wel
een kleine strook, maar het is toch niet goed deze
maar zonder meer uit handen te geven. Als zij een
maal in eigendom komt van de firma, komt deze later
weer bij dezen of een volgenden Raad terug om
daarop te mogen bouwen en dan wordt dit zeer zeker
toegestaan. Op een ontkennend hoofdschudden van
den kant van het college herhaalt spreker dat het
zeer zeker zal worden toegestaan, omdat er in het
prae-advies ook al staat dat die strook grond voor
de gemeente van geen beteekenis meer is.
Het lag meer in de lijn, wanneer aan de firma het
gebruiksrecht werd gegeven, doch de gemeente den
grond in eigendom hield. Spreker zal daarom tegen
stemmen.
De heer Oosterhoff merkt op dat uit het prae-
advies blijkt dat de strook grond over was en even
eens dat de geheele straat van geen waarde meer is
voor de gemeente maar alleen voor de beide aan
grenzende bedrijven. Dat spreekt ook vanzelf, in aan
merking nemende den aanleg van den nieuwen weg
achter de fabriek van melkproducten om. Spreker wil
nu vragen of het niet beter was geweest dat men er
meteen bij bedongen had, dat de firma Koopmans niet
alleen die strook grond, maar ook de helft van de straat
had overgenomen. Wat doet de gemeente nu toch
met deze doode straat
Naar sprekers meening was dit beter geweest, dan
was de gemeente ook van de onderhoudskosten van
de straat af geweest.
De heer 0. F. de Vries (wethouder) behoeft niet
veel toelichting te geven. Het voorstel van den heer
Oosterhoff is inderdaad wel bij Buigemeester en Wet
houders in bespreking geweest, doch is afgestuit op
onwil van de firma Koopmans en van de condensen-
fabriek.
Wat de strook grond aangaat, waarover de heer
Nijholt spreekt, zij is voor de gemeente heelemaal
niet meer van waarde. En nu kan men toch slecht
de firma Koopmans opdragen deze te bestraten en
daarvoor enkel het gebruik van den grond te krijgen.
Het advies van Burgemeester en Wethouders wil
eigenlijk precies hetzelfde als de heer Nijholt; de
firma krijgt alleen de strook van de gemeente, maar
zij mag er niets op plaatsen en de strook moet bestemd
blijven voor den publieken dienst. Er zijn dan ook
heelemaal geen bezwaren tegen om die strook over
te dragen, een andere weg was er ook niet te vinden.
De heer Nijholt wenscht toch een amendement in
te dienen. De wethouder zegt wel: 't is hetzelfde
Ja, voor de firma Koopmans is 't hetzelfde, maar dat
is ook zoo, als zij het gebruiksrecht heeft. Doch dan
blijft de gemeente eigenares. Spreker kan zich voor
stellen dat we de mogelijkheid kunnen krijgen, dat
de geheele straat met trottoirs niet voor niets gegeven,
maar duur verkocht zal worden. In de toekomst kan
die straat voor de gemeente van groote waarde zijn.
Daarom zal spreker zoo vrij zijn voor te stellenaan
de firma Koopmans het gebruiksrecht van het trottoir
te verleenen tot wederopzeggings toe.
De heer Berghuis (wethouder): De heer Nijholt kan
eenvoudig tegen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders stemmen.
De Voorzitter: Dan blijft de gemeente eigenares.
De punten a, b en c zijn alleen de voorwaarden,
waaronder de koop tot stand komt. Als U tegen stemt
blijft het gewoon gemeentegrond.
Den heer Fransen komt het voor dat er geen
bezwaar is tegen deze overdracht. Het is eigenlijk
noodgedrongen dat de firma Koopmans het terrein
moet overnemende fabriek is gebouwd op de grens
van het terrein van de firma en omdat de deuren
naar buiten draaien, draaien deze over gemeentegrond.
De firma moet dus eigenares worden, want dit draaien
van de deuren over gemeentegrond is verboden bij
verordening. Het is dan ook absoluut onnoodig om
tegen het voorstel in te gaan, gezien hoe eenvoudig
de zaak is.
De heer Nijholt: Daar wordt de kwestie niet een
voudiger van. De firma maakt de deuren zoo, dat zij
draaien over gemeentegrond en leidt daaruit af,
dat zij recht heeft op dien grond. Dit het geheele
voorstel blijkt dat de firma er al van te voren op
gerekend heeftwij kunnen den grond wel krijgen.
Het was beter geweest dat men de deuren volgens de
bouwverordening had laten draaien en dat Burge
meester en Wethouders last hadden gegeven om een
paar meters achteruit te bouwen. Dan had men het
terrein kunnen behouden.
De heer Van der WerfF kan volkomen met het
prae-advies van Burgemeester en Wethouders meegaan.
Hij acht het zelfs practisch dat Burgemeester en
Wethouders de zaak aan zich houden en de strook
grond aan de fima Koopmans tegen zekere voor
waarden in gebruik geven. Men weet ook niet hoe
het stadsgedeelte zich daar nog zal uitbreiden. Dat
zal wel van belang zijn Als er daar dan meer indusrie
komt, behoudt de firma Koopmans ook de gelegen
heid om aan het Kanaal te komen voor het lossen
en laden van schepen. Zooals het op 't oogenblik staat
zal de walkant het eigendom van de gemeente blijven,
maar als daar perceelen woiden gebouwd zal de firma
ten minste nog één losplaats behouden. Spreker vindt
daarom deze oplossing wel practisch.
De heer Jansen is van oordeel dat de heer Van
der Werff zichzelven tegen spreekt. Deze meent dat
in het prae-advies staat, dat Burgemeester en Wet
houders den grond willen behouden en de heer Van
der Werff keurt dat goed. Maar in het prae-advies
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 November 1920. 443
wordt voorgesteld den grond over te dragen en dat
is precies het tegenovergestelde.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met 17 tegen 6 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren O. F. de Vries, Tulp,
Collet, Oosterhoff, mevrouw Besuijen Lindeboom,
de heeren Lautenbach, Berghuis, Schaafsma, Van der
Werff, Fransen, Terpstra, De Vos, IJ. de Vries,
Dijkstra, Jansen, Schoondermark en Visser.
Tegen stemmende heer Tiemersma, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Postma, Zandstra,
De Boer en Nijholt.
8. Agenda, no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om met de afdeeling Friesland van de Ver
eenig ing tot bevordering van de pluimveehouderij en tamme
Konijnenteelt (F. f'. N.) een ruiling van grond aan te
gaan nabij de le Klanderijdwarsstraat, de Keizersbuurt
en de J'osthoornsteeg.
De Voorzitter wijst er op, dat in verband met eene
reorganisatie der V. P. N. in het prae-advies een
kleine wijziging moet worden aangebracht, zoodat dit
luidt als volgt
Bij ons voorstel tot aankoop van de noodige eigen
dommen aan de Klanderijdwarsstraat voor de stichting
van een nieuwe bewaarschool (bijlage no. 30 tot de
raadshandelingen van 1919) is medegedeeld, dat van
den koopprijs dier woningen 1000.wordt terug
betaald door een bij den uitgang aan het Zuiderplein
belanghebbenden eigenaar. Bij dien aankoop kwam
n.l. in handen der gemeente het perceel sectie C no.
3441, dat met een strook grond deel uitmaakt van de
zoogenaamde Keizersbuurt, voorzoover die straat uit
komt aan het Zuiderplein. Bij een afspraak van 8
October 1917 met het bestuur van de afdeeling Fries
land van de vereeniging tot bevordering van de Pluim
veehouderij en tamme konijnenteelt in Nederland
(V. P. N.), getroffen naar aanleiding van dezerzijds
gedane concessie bij de verbouwing van haar pand,
waren wij overeengekomen dat deze aan de gemeente
de kosten dezer verkrijging zou betalen. De V. P. N.
biedt, in plaats van geld, hiervoor nu aan de andere
(oostelijke) helft van dat gedeelte toegangsweg, het
perceel no. 9156, van nagenoeg dezelfde grootte.
Nog had de V. P. N., ter verbinding van de Kei
zersbuurt met de Klanderijdwarsstraat, aangenomen
af te staan aan de gemeente het in het noordelijk
verlengde daarvan tusschen Keizersbuurt en Klanderij
dwarsstraat liggende westelijk gedeelte van het per
ceel no. 9155, benevens een strookje grond aan de
westzijde van de Posthoornsteeg, ter verruiming van
deze laatste; een en ander zoo de gemeente daarvoor
een perceel van gelijke grootte, ergens ten oosten van
perceel 9155, aan haar in ruil kon geven, zullende de
waarde van de te ruilen stukken door deskundigen
worden bepaald.
In verband hiermede zijn wij er in geslaagd de hand
te leggen op het perceel no. 8255, onmiddellijk zuidelijk
aan het vorige grenzende. De deskundigen taxeeren
de beide tegen elkaar te ruilen objecten op gelijke
waarde. Aangezien no. 8255 eerst nog door de ge
meente moet worden aangekocht, is het eenvoudiger
dat zij den koopprijs daarvan, f 2500.rechtstreeks
botaalt, onder beding dat het oostelijk aanliggende
open strookje voor bijtrekking bij het oostelijk daaraan
grenzend gemeentelijk terrein aan de gemeente komt.
Wij hebben dus de eer U voor te stellen te be
sluiten
met de afdeeling Friesland van de vereeniging tot
bevordering van de Pluimveehouderij en tamme ko
nijnenteelt in Nederland (V. P. N.) een overdracht
van grond aan te gaan, waarbij de gemeente verkrijgt
de navolgende strooken grond, op de teekening ge
merkt 2017 van 1917 met zwarte kleur aangeduid, als
a. het perceel no. 9156 in sectio G, kadastraal
bekend als erf, groot 45 cA.
b. het westelijk gedeelte van het perceel no. 9155
over de volle diepte van dat perceel en liggende in
het verlengde van de Klanderijdwarsstraat, ter breedte
van 4 M., groot 76 M2.
c. het oostelijk gedeelte van het perceel no. 10305
(voorheen 6540) langs de Posthoornsteeg, ter breedte
van 1 Meter en groot 13 M2.
terwijl zij daartegenover betaalt den koopprijs ad
2500.— voor het perceel no. 8255, kadastraal bekend
als werkplaats, schuur en erf, groot 105 cA., waarvan
de oostelijk gelegen lJ/2 M. breede open strook
grond, aan de gemeente komt
wordende de kosten op bovengenoemde transactie
door beide partijen ieder voor de helft gedragen,
en voorts op de nader door Burgemeester en Wet
houders te bepalen voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het nader gewijzigde voorstel van Burge
meester en Wethouders.
9. Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van een rooilijn la7igs de
Handelskade.
Dit voorstel luidt als volgt:
De firma Jager en Wierda, gevestigd te Heerenveen
en Leeuwarden, is het vorig jaar eigenares geworden
van het pand aan de Turfmarkt, kadastraal sectie B
no. 3061, waarvan de zijkant aan de Handelskade en
de achterkant aan de Voorstreek grenst. Alvorens
te komen met definitieve bouwplannen om dit perceel
in te richten tot autogarage, heeft zij zich tot ons
college gewend ten einde te vernemen of vergunning
zou kunnen worden verleend om dezen bouw als
zoodanig uit te voeren.
Hierbij komt in aanmerking art. 8 der bouwver
ordening, dat verbiedt te bouwen aan straten, waar
de straatbreedte minder dan 5 M. bedraagt.
Een en ander heeft den Directeur der Gemeente
weiken aanleiding gegeven te komen met plannen tot
verbetering van het verkeer bij Voorstreek en Tuinen.
Hij stelde daarbij voor, óf het pand, dat de firma
Jager en Wierda wil verbouwen met het naastliggende
perceel, dat aan dezelfde firma toebehoort, na ont
eigening af te breken en de Handelskade alsdaar te
verruimen, óf na afbraak der Meelbrug de Tuinen
gedeeltelijk te dempen, zooals onderscheidenlijk op de
bij de stukken gevoegde teekeningen A1 en A is
aangegeven. De schoonheidscommissie, aan welke deze
plannen ter beoordeeling zijn toegezonden, gaf de
voorkeur aan het plan, waarbij de gracht wordt ge
spaard. (A1) Ons college daarentegen zou meer voor
de demping gevoelen, omdat, hoezeer behoud van het
stadsschoon op den voorgrond moge staan, de eischen
van het moderne verkeer niet over het hoofd kunnen
worden gezien. Op dit punt der stad spelen deze
laatste inderdaad een gewichtige rol. De Commissie
van Openbare Werken eindelijk wil met eene beslissing
wachten, tot het uitbreidingsplan is vastgesteld en
het vraagstuk der verkeersverbetering in de oude stad
wordt onderzocht. Ondertusschen is het bureau van
Gemeentewerken nog niet dadelijk gereed met de
voorbereiding en berekening der dempingsplannen,
zoodat wij, met het oog op de verwezenlijking van den
voorgenomen bouw van de firma Jager en Wierda,
waarmee niet kan begonnen worden, zoolang niet
vaststaat, in welke richting de gemeente hier een