Vergadering va» Dinsdag 14 December 1920. 454 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 November 1920. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1920. 455 van de financieele commissie In de eerste plaats dient toch in deze kwestie de financieele commissie te worden gehoord. De heer Berghuis (wethouder) zegt, dat, als de heer De Boer de laatste aanvulling van zijn voorstel niet had gedaan, hij namens het college had willen mede- deelen dat het college deze voorstellen thans wilde beschouwen als enkel te zijn aangebracht, omdat de financieele commissie alsnog moest worden gehoord. Het college kan zich dan ook met aanhouding der voorstellen vereenigen. De heer Dijkstra zegt dat het kan zijn dat het niet noodig is, doch dat hij anders in de gedachten gehad heeft of het niet van belang is om deze aangelegen heid in de secties te brengen. Men kan daarover nu hier wel weer groote raadsdebatten krijgen, doch in de sectievergadering kan men althans eens wat men niet weet, te weten komen. De Voorzitter heeft persoonlijk hier niets geen be zwaar tegen, om de voorstellen in de secties te brengen, als het raadsdebat er mee gecoupeerd wordt. De heer Dijkstra: Dat kan ik U niet op een briefje geven, maar dat zal waarschijnlijk wel het geval zijn. Dat is bij de begrooting vroeger ook gebeurd. De VoorzitterIk zal dan hopen dat de logica den heeren dezen keer geen parten speelt. Is het de bedoeling van den heer Dijkstra om de kwestie in de secties voor de begrooting te brengen De heer Dijkstra Ja. De Voorzitter vervolgt dat het college er geen bezwaar tegen heeft als de heeren niet met de zaak op de hoogte zijn. Omdat het zoo haastig moest ge beuren is het Burgemeester en Wethouders ontgaan, dat de financieele commissie moest worden gehoord. Men kan deze kwestie niet tot in eeuwigheid uit gaan stellen, omdat zij werkelijk haast heefter zitten meer dingen aan vast, 't is niet alleen de slechte watervoorziening, doch er is hier een groote maat schappij, een van de grootste waterafnemers, die plannen maakt tot het maken van een eigen water leiding. Een van de motieven daarvoor is de slechte watervoorziening. Er moet dus worden voortgemaakt om de waterleiding-maatschappij te helpen, 't Is nu winter, het verbruik uit de waterleiding is daardoor niet zoo groot, hoewel er toch nog wel stagnatie zal komen. Toch moet men nu niet gaan uitstellen, wil men voor den zomer gereed zijn. De financieele com missie is niet gehoord, omdat er zoo veel haast bij is, de zaak is overhaast gebeurd Er is nu niets geen bezwaar tegen dat de kwestie in die commissie nog eens rustig wordt bekeken. De stukken zijn pas Zaterdagmiddag aan de leden toegezonden, men heeft hiervoor dus niet zooveel tijd gehad en als men er niet in zit, komt men er ook direct niet in. Maar is het nu de bedoeling van den heer Dijkstra om de kwestie te behandelen in de secties voor de begrooting of in aparte vergaderingen van de secties De heer Dijkstra Ja, dat kan ook wel. De Voorzitter Dat was mijn bedoeling ook, maar dat was de bedoeling van den heer Berghuis niet. De heer Berghuis (wethouder) merkt op dat men bij ondervinding weet hoe het sectiebezoek is altijd slecht. Spreker veronderstelt dat het omtrent deze kwestie wel even slecht zal zijn. Wanneer men het punt nu nog even aanhoudt, zou men het in de sectievergaderingen van de begrooting tegelijk kunnen doen. De begrooting is nog bij den drukker, maar men mag verwachten dat zij binnen een paar dagen bij de leden zal worden rondgezonden. Is er ergens haast mee, dan is het zeer zeker met de begrooting. Spreker persoonlijk, en hij meent ook het college, is er op gesteld dat het sectie-onderzoek plaats heeft. Het vorig jaar heeft het college er den last van ondervonden dat het niet is gebeurd, omdat het toen niet wist, waarover de raadsleden nadere inlichtingen wenschten. Met de begrooting is de meest mogelijke haast en nu moet men er niet meer 3 afzonderlijke sectievergaderingen tusschen in gooien. Dan is spreker er vast van overtuigd dat er van een der sectiever gaderingen niets terecht komt, dan kan men evengoed over de begrooting geen sectievergadering houden. Daarom wil spreker in overweging geven de begroo ting te behandelen in één sectievergadering, tegelijk met de kwestie over de waterleiding. De heer Tulp wil voorstellen om eenvoudig een bijeenkomst van raadsleden te houden voor de bespre king van dit punt. Dan loopt do zaak ook in één keer af. De leden kunnen dan vragen stellen en deze worden toegelicht door Burgemeester en Wethouders. Spreker stelt zich voor een gewone samenkomst, zooals bij de komst van de Koningin. Dan kost het de gemeente geen geld en de raadsleden zijn dan toch zooveel mogelijk op een tijdstip bij elkaar. De heer Dijkstra Niets op tegen. De Voorzitter De secties dus tegelijk in één ver gadering. De heer De Boer Wordt er dan voor gezorgd dat de stukken tot dien tijd ter beschikking van de raads leden big ven liggen? De VoorzitterJa. De heer NijholtDo statuten liggen niet ter inzage, geloof ik. Kunnen die er niet bij worden gelegd De VoorzitterJa, ze liggen er wel bij anders heeft een van de leden ze in den zak gestopt. Ik heb ze er persoonlijk in gelegd. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten de voor stellen van Burgemeester en Wethouders aan te houden en deze, vóór ze wederom in openbare vergadering aan de orde zullen worden gesteld, te bespreken in een officieuse bijeenkomst van raadsleden. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten. Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heeren Visser, Tiemersma, mevrouw Besuijen-Lindeboom, de heeren Van der Werff, Postma, Collet, Lautenbach, mevrouw Buisman-Blok Wijbrandi, de heeren Fransen, Ooster- hoff, Dijstra, Tulp, O. F. de Vries, Jansen, Nijholt, Van Weideren baron Rengers, Schaafsma, De Boer, De Vos, IJ. de Vries, Zandstra, Dijkstra, Schoonder- mark en Berghuis. Afwezig met kennisgeving de heer Terpstra. Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. I. Wordt medegedeeld 1. dat door Gedeputeerde Staten niet is goedge keurd het raadsbesluit d.d. 26 October 1.1. no. 498R/268, om de ontruiming van door de gemeente per dag of per week verhuurde kleine woningen zoo noodig voor den rechter te eischen, c. q. bij hooger beroep ver werend of eischend op te treden. Wordt voorgesteld van dit besluit voorziening te vragen bij de Kroon en Burgemeester en Wethouders te machtigen ter zake het noodige te verrichten. Dienovereenkomstig wordt besloten. 2. adres van het Hoofdbestuur van den Neder- landschen Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf om maatregelen te nemen ter bestrijding der werkloosheid, door het laten ver richten van passend en loonend werk door werklooze leden zijner vereeniging. Wordt ter afdoening in handen gesteld van Burge meester en Wethouders. 3. adres van het comité ter behartiging van de algemeene belangen van overheidspersoneel om maat regelen te nemen, welke noodzakelijk geacht moeten worden voor een spoedige invoering der voorstellen, in het rapport der Staatscommissie voor het onder zoek naar de bezoldigingen van Burgemeesters en gemeente-ambtenaren neergelegd. 4. schrijven van de afdeeling Leeuwarden van den Bond van Nederlandsche onderwijzers, waarbij de Raad in kennis wordt gesteld met een door haar aange nomen motie omtrent het passeeren der vakorganisaties door Burgemeester en Wethouders bij belangrijke vraagstukken op het gebied van het onderwijs. De punten sub 3 en 4 worden voor kennisgeving aangenomen. 5. adres van de afdeeling Friesland van den Neder- landschen Bond van gepensionneerden, waarbij wordt verzocht zoo mogelijk te worden ingelicht omtrent den aard van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake haar verzoek tot verhooging der pensioenen van gemeentewege verleend met 40 enz. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd. 6. Rapport der commissie voor de bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen omtrent reclames in eersten aanleg, diensten 1919 en 1920. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 7. adressen van de directies van de kantoren Leeuwarden van de Nationale Bankvereeniging en de Geldersche Credietvereeniging en van het agentschap Leeuwarden der Uniebank voor Nederland en Koloniën om voor ieder van hen, gelijk het voorstel van Bur gemeester en Wethouders luidt ten opzichte van de Friesche Bank, een gebouwtje op de veemarkt be schikbaar te stellen, ten einde daar op marktdagen kantoor te houden. Worden gevoegd bij de stukken, die onder punt 10 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 8. adres van de vereeniging „Voor Eer en Deugd" te Leeuwarden om te bevorderen dat een algemeene voor allen geldende en voldoende controle worde in gesteld op de bioscoopfilms en dat het ontwerp der ingediende verordening tot wijziging der verordening op de openbare vermakelijkheden worde ingetrokken. Op verzoek van den Voorzitter doet de Secretaris lecture van dit adres, dat pas heden is ingekomen, zoodat de leden er nog geen kennis van hebben kunnen nemen. Het adres wordt gevoegd bij de stukken, die onder punt 13 der agenda voor heden aan de orde zijn gesteld. 9. verslag van het jaarlijksch bezoek, ingevolge art. 179m der gemeentewet door Burgemeester en Wethouders aan de Stads Bank van Leening gebracht. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 10. dat Burgemeester en Wethouders in over weging geven aan de aftredende leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs bij de invoering van de nieuwe wet op het lager onderwijs 's Raads dank te betuigen voor de diensten, die zij, sommigen gedurende een reeks van jaren, in die betrekking belangeloos aan het lager onderwijs dezer gemeente hebben bewezen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 11. Wordt ter tafel gebracht 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening voor den Prinsentuin. Wordt gedrukt als bijlage tot het raads verslag en bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te worden behandeld. 2 Alsvoren tot aankoop van een gedeelte van het kadastrale perceel sectie E no. 3060 aan de Spanjaards laan ten behoeve van den bouw van een brandspuit huisje met bovenwoning. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 3. Alsvoren om alsnog enkele stoepen aan den Wirdumerdijk ter verbetering van de bestrating aldaar in eigendom over te nemen. 4. Alsvoren om ten behoeve van het doortrekken van het tegeltrottoir langs een gedeelte van den Over ijsselsehen straatweg van H. ter Heegde over te nemen de strook grond voor zijn perceel aldaar, ka dastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 10847. 5. Alsvoren tot vaststelling van de begrootingen voor 1921 van a. de Stads Armenkamer b. de Stads Bank van Leening c. den Armenraad d. het Nieuwe Stads Weeshuis e. het Stads Ziekenhuis. 6. Alsvoren tot aanwijzing der perceelen die onder het gemeentelijk Grondbedrijf vallen, met vaststelling van het bedrag der gemeentelijke schuld, dat daarop geacht moet worden te rusten. 7. Voordracht voor de benoeming van den beurs en waagmeester H. Klaver, waagmeester, waarnemend beursmeester. 8. Voordracht voor de benoeming van: a. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 1 (vacature mej. R. de Boer). I. Mej. T. Reitsma te Franeker. 2. S. A. K. Wenning te Leeuwarden. 3. A. Advocaat te Herbaijum. b. een onderwijzeres aan gemeenteschool no. 1 (vacature T. van der Beek). 1. Mej. A. S. K. Wenning te Leeuwarden. 2. T. Reitsma te Franeker. 3. A. Advocaat te Herbaijum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 1