b. binnen 3 maanden na de opzegging van de huur, of op 1 Januari 1926, moet de huurder het gehuurde geheel hebben ontruimd en het terrein in zijn oor- spronkelijken toestand ten genoegen van Burgemeester en Wethouders hebben teruggebracht; 458 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1920. den hulpbrugwachter vrij komt en naar de Poppebrug verplaatst wordt. Dat er vlak bij de brug een va9te woning voor den brugwachter komt acht spreker dan ook niet noodzakelijk. De heer De Boer't Is een noodstal De heer 0. F. de Vries (wethouder) meent toch dat in de toelichting van den directeur stond dat door dezen een bepaald crediet werd gevraagd. Spreker kan het thans zoo gauw niet vinden in de stukken. De heer OosterhoffJa, 1000 gulden. De heer 0. F. de Vries (wethouder) meent ook dat er voor verbouwing van den stal tot brugwachters woning 1000.is aangevraagd. De Voorzitter, de stukken raadplegende, merkt op, dat in het advies van den directeur der gemeente werken deze zin voorkomt: „Van dezen stal is een goede woning te maken door er een duizend gulden aan te vertimmeren". Er wordt dus een crediet ge vraagd van f 1000. Maakt de heer Postma nog een voorstel van zijn opmerking De heer Postma Neen. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7. (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan J Drijver alhier ondershands van jaar tot jaar, uiterlijk tot 1 Ja uari 1926, te verhuren een gedeelte van het perceel weiland de Lange Negen bij het Vliet. Dit voorstel luidt als volgt Bij een adres van 6 October j 1. verzoekt J. Drijven lid van de firma Gebr. Drijver, scheepsbouwer, wonende op Schilkampen, om een gedeelte van het perceel „de lange negen", kadastraal bekend gemeente Leeu warden Sectie G no. 10008 (oud 4418) ter grootte van 800 M2. te mogen huren. Het gevraagde gedeelte, grenzende in de breedte aan het voetpad langs het Vliet voorbij de Poppebrug en in de lengte aan de Schieringersloot, wenscht de verzoeker te bestemmen voor het aanleggen van eene helling, uitloopende in de Kuikemeer, voor opslag van materialen en voor werkterrein. Bovengenoemd perceel is in het begin van dit jaar aangekocht van den heer J. J. H. von Weyhrother en bij Uw besluit van 26 October 1.1. no 510R/264 verhuurd aan J. S. Bottema Bij deze verhuring is het recht voorbehouden om te allen tijde een gedeelte aan de huur te onttrekken Voor een verhuring als wordt gevraagd heeft de gemeente alzoo de handen vrij. De Directeur der Gemeentewerken adviseert bij schrijven van 27 October j.l. no 1754 op het verzoek in te gaan en de huur te bepalen op ƒ100.— 's jaars, waarmede wij ons kunnen vereenigen. Over de verdere voorwaarden, aan de huur te verbinden, is met Drijver overeenstemming verkregen, zooals uit diens ver klaring van 15 November j.l. blijkt. Onder overlegging van stukken geven wij U in overweging te besluiten aan .J Drijver te Schilkampen voor het aanleggen van eene scheepshelling, voor opslagplaats en werk terrein ondershands te verhuren een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no. 10008, ter breedte van 20 M. en ter lengte van 40 M., alzoo tot eene grootte van 800 M2., grenzende in de breedte aan het voetpad langs het Vliet en in de lengte aan de Schieringersloot en aangegeven op bijbehoorend situatiekaartje, zulks met ingang van 1 Januari 1921, met stilzwijgende ver lenging van jaar tot jaar, uiterlijk tot 1 Januari 1926, behoudens opzegging door een der partijen ten minste 3 maanden vóór het verstrijken van het loopende huurjaar, voor f 100.'s jaars, telken jare te voldoen vóór of op 12 Mei ten kantore van den gemeente ontvanger en verder op de volgende voorwaarden a. de huurder is verplicht het gehuurde met een veekeerend hek ten genoegen van Burgemeester en Wethouders van het omringende weiland af te scheiden en afgescheiden te houden de plaats dezer afscheiding zal vanwege den Directeur der gemeentewerken wor den aangegeven c. alle na het verstrijken van deze termijnen nog op het terrein aanwezige voorwerpen of zaken zullen op kósten van den adressant door of vanwege de gemeente worden opgeruimd en blijven het eigendom der gemeente eveneens zal het gehuurde door of vanwege de gemeente in zijn oorspronkelijken toestand worden gebracht op kosten van den huurder, wanneer hij in gebreke mocht blijven hieraan binnen den ge stelden termijn te voldoen d. de te stellen borg doet afstand van de voor rechten, bij de wet aan borgen toegekend. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een rooilijn langs het voetpad ten Noorden van den Westervijver. Dit voorstel luidt als volgt Wegens het bouwen eener loods door de N. V. Anthraciet Import Maatschappij op haar terrein, kadastraal bekend Sectie D no. 647, plaatselijk bekend Westersingel no. 12, is het gewenscht voor dezen aan den Westersingel uitkomenden landweg een rooilijn vast te stellen. De directeur der gemeentewerken heeft voor deze lijn bij schrijven d.d. 19 April 1.1. no. 588/77/" voor gesteld de op het bij de stukken gevoegde kaartje met arcure gemerkte lijn en de Commissie voor Open bare Werken kan zich er mee vereenigen. Waar hiertegen ook bij ons geen bezwaar bestaat, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten de rooilijn langs het voetpad, dat loopt ten noorden van den Westervijver langs de perceelen kadastraal bekend sectie D nos. 1586, 505 en 647 vast te stellen, zoo als deze is aangegeven op het bij den brief van den directeur der gemeentewerken van 19 April 1.1. no. 588/77/" gevoegde kaartje. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries wenscht dienaangaande een vraag te stellen. Als hij de teekening goed heeft gezien, komt dan een gedeelte van den Westervijver te vervallen? De Voorzitter beziet net de teekening. Dat zou het geval zijn, als men den vijver aan dien kant ging bebouwen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1920. 459 De heer IJ. de Vries meent, dat, als hij de teeke- ning goed heeft gezien, hem dan blijkt, dat daar een straat komt en de hooge rug zal vervallen. De Voorzitter zegt dat het voorstel is om een rooilijn vast te stellen ten noorden van den Westervijver en niet aan den zuidkant. De directeur heeft ook den zuidkant op het kaartje geteekend, doch deze wordt thans niet vastgesteld. Er staat uitdrukkelijk„ten noorden van den Westervijver enz. vast te stellen, zooals deze is aangegeven op het bij den brief van den directeur der gemeentewerken van 19 April 1.1. no. 588/77/" gevoegde kaartje". De heer De Vries heeft gelijk dat ook de zuid zijde er op geteekend is en dat als men daar ging bouwen, een stukje van den vijver zou worden weg genomen. De bedoeling van het aangeven van een rooilijn aan de zuidzijde zal wel zijn om deze langs deze lijn door te trekken, indien er achter de Wester vijver aan de zuidzijde van de straat gebouwd wordt. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders woröt met algemeene stemmen aangenomen. 9. (Agenda no. 10). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om op het veemarktterrein een kassiers kantoortje te doen bouwen en om dit te verhuren aan de Friesche Bank alhier. Dit voorstel luidt als volgt Van de Friesche Bank bereikte ons het verzoek, om op de veemarkt óf een kassiersgebouwtje voor haar van gemeentewege te plaatsen, óf medewerking te verleenen, dat zij zelf aldaar zoo'n gebouwtje stichtte. Wij geven de voorkeur aan inwilliging van het in de eerste plaats omschreven verzoek. Tot nog toe heeft de bank op marktdagen zitting gehouden in het hotel Fransen aan de Lange Markt straat. Zij deelt mede, dat de haar afgestane ruimte zelfs niet aan bescheiden eischen voldoet, waarom zij gaarne op eene andere wijze zou worden geholpen. Wij meenen, dat met inwilliging van het verzoek een algemeen handelsbelang is gemoeid en eene vlugge afdoening van zaken op de veemarkt er door wordt bevorderd. Daarbij nemen wij het standpunt in, dat de kosten, welke de gemeente aan rente en onder houd moet maken, uit de opbrengst der huur moet worden gevonden. Naar een door den Directeur der gemeentewerken opgemaakt plan kan op eenvoudige wijze aan het bestaande marktgebouw een kantoortje worden bijge bouwd. Zooals de daarvan opgemaakte schets aantoont, misstaat de aanbouw niet. Met een bedrag van 3100.zal naar de raming van den Directeur het werk uitgevoerd kunnen worden In vergelijking daar mede is een huur van f 400.'s jaars als de bank wenscht te geven alleszins voldoende. Wij stellen U daarom voor te besluiten a. aan Burgemeester en Wethouders voor den bouw van een kassierskantoortje op de veemarkt over eenkomstig het plan en de begrooting van den Directeur der gemeentewerken van 10 November 1.1., no. 1862, een crediet te verleenen van f 3100. b. tot onderhandsche verhuring van het kantoortje ingaande met den dag, nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen, voor den tijd van 5 achter eenvolgende jaren, aan de Friesche Bank alhier voor 400.'s jaars, onder nader door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijstra noemt de veemarkt een centrum van handel, waar groote bedragen worden omgezet. Het bevreemdt hem nu eenigermate dat de Friesche Bank alleen de gelegenheid krijgt om daar een in stelling te stichon, waar zij haar zaken kan doen. Is er van de zijde van het college geen gelegenheid gegeven om ook andere bankinstellingen aan te bieden van zoodanig lokaal gebruik te maken Spreker zal niet zeggen dat hij iets op dit voorstel tegen heeft, maar een zoodanige instelling is in het belang van vele kassiers. En het blijkt dat er geen meerdere gelegenheid is gegeven. De heer Berghuis (wethouder) licht het voorstel toe. De kwestie zit zoo. Een paar jaar geleden kwam van de Friesche Bank een verzoek bij Burgemeester en Wethouders in om op de veemarkt een gelegen heid te mogen hebben voor een wisselhandel. Dat schrijven heeft het college aanleiding gegeven voeling te houden met den handel en nu bleek dat iets dergelijks zeer gewenscht was. Ruimte te veel, om iedereen zoo'n gelegenheid te geven, bestaat op de veemarkt niet. Men heeft nu zelfs al eenigszins moeten woekeren met de ruimte, opdat het kantoortje er zou kunnen staan. Zoodra hiervan sprake was kwamen de verzoeken in van de andere kassiers, pas toen, maar vóór dien tijd niet. In het college is toen ter sprake gekomen hoe men nu moest ten op zichte van het verzoek van de Friesche Bank. Daar werd overwogen dat de Friesche Bank nu eigenlijk haar collega's opmerkzaam maakt dat het voordeelig zou zijn op de veemarkt een dergelijk kantoor te hebben. Het college stelt nu voor aan de Friesche Bank het gebouwtje, dat bestemd is voor wissel kantoor, wei in huur te geven doch voor korten tijd, n.l. voor 5 jaar en dat het dan verder verpacht zal worden. Het is dus niet de bedoeling het te allen tijde aan de Friesche Bank in huur te geven. Billijk heidshalve meent echter het college dat de Friesche Bank nu eerst het kantoortje moet krijgen, omdat zij er het eerst om heeft verzocht zonder dat er ooit sprake van zooiets geweest was, ook niet van den kant van andere banken. Nu het idee er eenmaal was, komen er meer aanvragen, daarom wenscht het college ook na den eersten huurtijd aan de concur rentie de gelegenheid te geven het kantoor te huren. Den eersten keer meent het echter het gebouwtje te moeten verhuren aan de Friesche Bank. Vandaar dat dit voorstel van Burgemeester en Wethouders in de wereld is gekomen. De heer Nijholt heeft eenigszins hetzelfde bezwaar als de heer Dijstra; als de Raad gaat doen, wat wordt voorgesteld, dan zal hij daarmee een bepaalde bank begunstigen voor den tijd van 5 jaar. Dat moet men niet doen. Spreker geeft toe, dat het kan toortje in een behoefte zal voorzien. Doch er bestaat geen enkele reden om dit speciaal in huur te geven aan de Friesche Bank. Het eenige motief, dat men dit zou doen, is, dat deze Bank het initiatief heeft genomen, doch spreker vindt dat dit motief niet voldoende is om de bank voor 5 jaar te begunstigen. Want het wordt hier begunstigen, omdat het kantoor op een uitgezochte plaats komt en de huur a 400. een betrekkelijk laag bedrag is te noemen. Spreker meent dat wanneer met iets dergelijks, dat op de juiste plaats is gelegen en ten zeerste op den handel is gericht, tot publieke verhuring werd overgegaan, men een bedrag zou bedingen dat aanmerkelijk hooger was. Spreker acht het voorstel, zooals het hier ligt, niet goed. Hij vraagt of het college niet beter doet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 3