460 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1920. te meer, omdat er nu nog verzoeken zijn inge komen van de Unie-Bank en anderen het voorstel terug te nemen en onder de oogen te zien of niet aan alle aanvragen tegemoet kan worden gekomen. Spreker geeft toe dat er niet veel ruimte beschikbaar is. Maar is het niet mogelijk midden op de veemarkt eenige geschikte kassiers-kantoren te bouwen met daar bij een afrekenlokaal en tegelijkertijd de veemarkt naar een van beide zijden uit te breiden Het gaat niet op, te beslissen, dat de Friesche Bank het kantoor zal krijgen. De vraag moet van alle kanten worden bezien en daarom vindt spreker het beter dat het college dit voorstel terug neemt. De heer Fransen zegt dat, wanneer dit voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen, men dan aan een enkel particulier de gelegenheid zal geven om op de veemarkt zaken te doen. Er zullen dan meerdere aanvragen komen, welke men niet zal kunnen weigeren. Spreker meent dat het niet aangaat aan particulieren de gelegenheid te geven zaken te doen er is daarvoor anders om de veemarkt gelegenheid genoeg. De ruimte op de vee markt is ook van dien aard dat men er bij drukke markttijden geen vuist tusschen kan krijgen, de markt is dan meer dan bezet. En als men nu zoo'n kantoor gaat bouwen en het den een toestaat, kan men het den ander niet weigeren. Spreker zou dan ook willen voorstellen op de veemarkt in geen geval een dergelijk lokaal te stichten. De heer lansen heeft zijn stem afhankelijk gesteld van wat de Wethouder van Financien naar voren heeft gebracht. Hij zou zich vóór het voorstel ver klaren, wanneer de mogelijkheid zou kunnen bestaan dat ook meerdere lokaliteiten, als in het prae-advies genoemd, konden worden beschikbaar gesteld. Nu de Wethouder ook aan spreker die illussie heeft ont nomen, meent hij dat het hier is een bevoorrechting van één enkele particuliere instelling. Nu zegt de wethouder wel: 't is maar voor 5 jaar maar door die 5 jaar zal de Friesche Bank zoo'n geweldigen voorsprong krijgen, dat zij na dien tijd beslist hooger zal inschrijven dan alle andere instellingen, omdat zij dan op de veemarkt gevestigd is. Wanneer in overweging kon worden genomen om aan meerdere groote instellingen verschillende lokaliteiten op de veemarkt te verhuren, dan kon spreker in een der gelijk voorstel meegaan. Maar om zooiets slechts aan een instelling te geven acht hij bevoorrechting. De heer OosterhofF wenscht een vraag te doen, ook in verband met de opmerking van den heer Fransen. Het trok sprekers aandacht dat er in de stukken een zekere gaping iser wordt begonnen met adviezen van twee marktmeesters, de vorige en de tegenwoordige; beiden adviseeren niet op het verzoek in te gaan, en daarna volgt het advies van Burge meester en Wethouders om wel tot den bouw van een dergelijk lokaal over te gaan en dat zonder ook maar met een enkel woord de meening van de markt meesters te bestrijden. Nu heeft het spreker eigen aardig getroffen dat de menschen, die het toch het allerbeste kunnen weten, adviseeren het niet te doen en dat zonder een enkel woord daartegen Burge meester en Wethouders voorstellen er wel toe over te gaan. Spreker zou nu wel van het college willen weten, of de argumenten van de marktmeesters, het gebrek aan ruimte, dan absoluut niet opgaan. De heer Dijkstra heeft de motiveering van wet houder Berghuis gehoord en kan zich daarmee best vereenigen. Hij acht dit een logische redeneering er is iemand gekomen met een aanvraag voor een zoodanig gebouw, de zaak komt tot stand en nu is het niet onrechtvaardig dat het gebouw aan den aan vrager het eerst in huur wordt afgestaan. De Friesche Bank heeft hierdoor bij anderen er de aandacht op gevestigd, het is natuurlijk dat dezen er nu ook om komen, maar spreker acht het heelemaal niet onrecht vaardig dat degene, die het initiatief heeft genomen, eenigen voorrang heeft. Spreker wil er nog aan toevoegen dat hij het wel van belang acht dat ook voor andere instellingen een dergelijke gelegenheid tot stand komt. Leeuwarden heeft een zeer voorname markt en door de inrichting van zoo'n gebouw op grooter schaal of door er meer dan een te stichten kan men het handelsleven hier op de veemarkt be 'orderen. Van dien kant bezien zou spreker dan ook aan het college willen vragen en daarmee het denkbeeld van den heer Nijholt ondersteunen of het niet in overweging wil nemen meer ruimte te zoeken voor iets in deze richting. Spreker meent dat er nu nog 4 adressen zijn van andere bankinstellingenals het iets mogelijk is zou men daaraan tegemoet moeten komen, omdat dit in het belang zou zijn van de veemarkt te Leeuwarden. De heer Berghuis (wethouder) zou zeggen dat hij na de woorden, die de heer Dijkstra heeft gesproken, heel kort kan zijn. Spreker wil echter even mede- deelen dat, toen het verzoek inkwam bij Burgemeester en Wethouders en het dezen na onderzoek gebleken was dat ook door den handel op de veemarkt een dergelijke gelegenheid zeer op prijs zou worden ge steld, Burgemeester en Wethouders in de eerste plaats hebben getracht om een gelegenheid te vinden, waardoor men aan meerdere aanvragen zou kunnen voldoen. Vandaar dat de vorige marktmeester ook meer pertinent is afgegaan op het stichten van een grooter gebouw men had toen tot idee dat er meer ruimte moest zijn v<>or meerdere wisselkantoren, juist omdat Burgemeester en Wethouders het belang daarvan hadden ingezien Dit bleek echter onmogelijk. Wat zegt de marktmeesterAls wé daartoe zouden overgaan, dan was ik allang met een voorstel tot uitbreiding van de markt gekomen. De heer Oosterhoff ontdekt een gaping in de stukken. Dat zal echter altijd gebeuren, omdat er buiten de schriftelijke adviezen veel mondeling besproken wordt. Na het advies van den tegenwoordigen marktmeester is men van gemeentewerken met het idee gekomen om de aanplakborden te doen vervallen en de vrij komende ruimte te benutten. Zoo is men het met den marktmeester eens geworden over de plaats van het gebouwtje. Spreker kan zich niet vereenigen met wat andere heeren zeggen, dat men nu allen moet laten inschrijven. Nu de zaak door één tot stand is gekomen, kan hij daarin in 't geheel niet meegaan Die eene kwam met het denkbeeld, wanneer anderen zich daar nu indringen zou men op die manier het initiatief dooden als iemand wat had uitgevonden dan zou iedereen het maar moeten hebben. Daarom meenen Burge meester en Wethouders een middenweg te hebben gevonden, door tegen dezen persoon te zeggen Gij hebt ons op het gezonde denkbeeld gebrachtwe zullen U het recht van huur voor 5 jaar geven. Wat den prijs betreft, daarover valt nog nader te spreken. Vindt de Raad dien te gering, dan kan uit den Raad een voorstel komen tot verhooging van den huurprijs. Spreker meent echter dat het niet aangaat, nu het verzoek van de Friesche Bank reeds was ingekomen vóór er door iemand aan was gedacht, nu de gelegenheid ook terstond aan anderen te geven. Iets anders zou het zijn als men terstond aan allen een dergelijk lokaal beschikbaar kon stellen. Dat onderzoek behoeft men echter niet meer te doen, dat denkbeeld was reeds vooruit vervallen. We weten Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 December 1920. 461 allen dat van de veemarkt reeds ieder hoekje en gaatje gebruikt wordt. De heer Lautenbach vindt het argument van den wethouder, dat men op deze wijze het initiatief zou dooden, wel zeer gezocht, te meer waar de beide vak lieden, de marktmeesters, adviseeren, het niet te doen. Niemand was ooit op de gedachte gekomen dat men aan een particuliere inrichting in de voortzetting van haar bedrijf dit recht zou verleenen. Dezelfde ge schiedenis heeft men indertijd gehad met de sigaren- kiosk bij het stationtoen die er eenmaal stond, werden ook anderen opgewekt, ieder verzoek om eene kiosk te mogen plaatsen werd afgewezen en jaren bleef het privilegie bestaan, maar tot dien tijd had men het vermoeden gehad, dat men niet op zoodanige manier gelegenheid moest geven te concurreeren met de zaken, die op dien stand al op zeer hooge lasten zitten. Spreker moet dan zeggen dat hij iets derge lijks al een zeer bijzondere begunstiging acht. De heer Jansen wil, nu de wethouder het particu lier initiatief naar voren brengt, antwoorden, dat men hier te doen heeft met gemeentegrond, met een ge meentelijk terrein, waarop een particulier spreker zal het zacht uitdrukken aanspraak tracht te krijgen. Spreker voelt wel dat er eenige aanleiding bestaat om te zeggen we zullen voor 6 jaar het voorrecht geven daar is wel eenige grond voor aanwezig. Maar daaraan is een groot gevaar verbonden, omdat er inderdaad voor het bedrijf een groot voorrecht aan vast zit. Spreker acht dit geweldig gevaarlijk. Hij zou niet aan een enkele maar aan meerderen dit voor recht willen geven. En dan doet het ook eigenaardig aan dat dit initiatief juist op gemeentegrond gevallen is. Spreker herbaalt, hij ziet daar een gevaarlijken kant aan en wil daarom in overweging geven dat Burgemeester en Wethouders hun prae-advies terug nemen. Den heer Nijholt is de zaak zelve, om den handel in de gelegenheid te stellen, op de veemarkt gemak kelijk zaken te doen, wel sympathiek, maar niet de manier, waarop wordt voorgesteld, dit uit te voeren. Als men den handel in de gelegenheid stelt op de veemarkt zaken te doen, dan heeft dat twee groote voordeelen ten eerste loopt alles vlotter en ten tweede behoeft men niet noodzakelijk in drankgelegenheden te gaan voor zaken, waarvoor men niet speciaal daar behoeft te zijn. Dit laatste acht spreker ook een groot voordeel. Hij betwijfelt nog of wel ernstig is nagegaan of het niet mogelijk is aan meerdere aanvragen te voldoen. De markt is wel klein, maar zou die niet wat uitge breid kunnen worden Spreker noemde zoo even het idee om er ook een afrekenkamer te maken, zooals in de Beurs en de Waag. Dit lacht hem wel toe hij weet niet of een en ander gecombineerd kan worden. Spreker stelt zich wel voor dat Burgemeester en Wethouders in dit opzicht met grootere plannen kunnen komen. Hij wil dan ook in overweging geven de commissie voor de Openbare Werken te hooren, die heeft het plan nu niet gezien. Waar het niet aangaat, waar er zooveel aanvragen zijn, om alleen één firma te bevoordeelen, heeft hij een voorstel ingediend om het prae-advies aan te houden en waarin Burgemeester en Wethouders worden uitgenoodigd na te gaan of ook aan alle aanvragen kan worden voldaan. Dit lijkt spreker een betere manier. De heer Dijkstra wil even aan den heer Jansen zeggen dat deze er wel een beetje veel van maakt. De heer Jansen meent dat er een gevaarlijke kant aan zit, maar er zit heelemaal geen kant aan. Ja, misschien aan het huisje vier maar de kwestie is deze dat het gebouwtje het eigendom blijft van de gemeente. Het eenige wat de Friesche Bank vóór heeft is een paar huurjaren. De heer Jansen En de vaste klanten De heer Visser merkt op dat er reeds veel is ge zegd en hij zal er niet veel meer aan toevoegen. Hij meent dat de zaak zoo is er is een onderhandeling tusschen 2 partijen, de aanvraag komt van één kant en, terwijl men aan 't onderhandelen is, krijgen ook anderen er de lucht van en trachten den eerste te verdrijven. Spreker meent dat dit een minder billijke manier is. Wanneer de andere kassiers in tweede instantie ook de gelegenheid krijgen om gading van het gebouwtje te maken dan is dit voldoende, dan hebben zij ook het recht van medezeggenschap. Terwijl echter de onderhandelingen bezig zijn tusschen twee partijen moet een derde, die daar de lucht van krijgt, zich daar niet tusschen kunnen dringen. Te meer, waar men hier naar billijke voorwaarden zal betalen, moet men hier den eersten aanvrager het recht van voorkeur geven en in tweede instantie de andere partijen ook gelegenheid schenken. De Voorzitter geeft te kennen er persoonlijk niet voor te zijn om dit voorstel aan te houden. Zijn inziens is de Friesche Bank om het maar eens precies te zeggen, zooals het werkelijk is den an deren banken te glad af geweest. Zij heeft het ini tiatief genomen, is, zooals ieder koopman, blij, een ander daarmee de loef af te steken en is naar de ge meente gegaan met de gedachtehet kan te pas komen. Zij is daarmee eenvoudig den anderen banken te glad af geweest, deze hebben daar vóór dien tijd niet aan gedacht en, nu ze er van hooren, heeft men ook hunne requesten gekregen. Verder meent spreker dat de zaak verbazend over dreven wordt voorgesteld. De ruimte, die in het kantoorgebouw voor het publiek beschikbaar wordt gesteld, is nota bene een oppervlak van 1.60 M. bij 3.20 M., zoodat het gebouwtje niets anders is dan een wisselkantoortje en niet voor zaken doen geschikt is. Wanneer er op een drukke veemarkt zoo'n kan toortje zou zijn om zaken te doen, dan kwam er een voudig niets van terecht. Het gebouwtje is trouwens ook aangevraagd voor wisselkantoor. Spreker wil niet zeggen dat het geen reclame is voor de Friesche Bank, maar zij geeft daar ook goed geld voor. Men moet het kantoortje dan ook niet bechouwen als een bank zaak, daarvoor is het veel te klein. De stichtings- kosten bedragen 3100.men weet wat er tegen woordig al wordt besteed aan den bouw van een arbeiderswoning en dan zal men ook wel een verge lijking kunnen maken en kunnen nagaan wat dit eigenlijk is. Eén muur bestaat al, er komen 3 muren bij, een dak er op, een loketje met tralies in het gebouwtje en dan blijft er ten slotte voor het publiek, zooals gezegd, over een ruimte van 1.60 M. bij 3.20 M. Misschien dat er, met medewerking van het publiek, nog wat meer kan gebeuren op het kantoortje dan zoo oppervlakkig lijkt. Maar welke bank of koopman ook iets doet, dit zal niet alleen zijn in hun belang ofschoon spreker niet wil ontkennen dat de Friesche Bank hier belang bij heeft maar door de be spoediging van het zaken doen is ook het publiek belang er wel degelijk mee gebaat. De Friesche Bank heeft deze snuggerheid gehad en nu willen de anderen ook profiteeren. Er is ook gezegd dat men 400.huur te laag vindt. Welnu, laat men dan een amendement in dienen als men meent dat er zulke reuzenzaken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1920 | | pagina 4