502 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 27 December 1920.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt, zooals dit nader is gewijzigd, met algemeene
stemmen aangenomen.
De heer Berghuis (wethouder) veronderstelt dat de
Raad wel zal goedvinden dat deze post nog even onver
anderd wordt gelaten en dat Burgemeester en Wethou
ders later bij een begrootingswijziging overeenkomstig
de uitbreiding, dat ook de verhooging geldt voor ge-
pensionneerden met een hooger inkomen dan 2000.
de post verhoogd wordt.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Volgno. 269 wordt voorloopig onveranderd vast
gesteld.
Volgnos. 270-274 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 275. Gratificatiën en toelagen aan eervol
ontslagen gemeente-ambtenaren of aan weduwen van
gemeente-ambtenarenf 5,320 25.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Zandstra komt niet zoozeer op het bedrag
dezer gratificatiën, doch heeft den vorigen keer bij de
begrooting in bespreking gebracht dat de gepension-
neerde ambtenaren en werklieden der gemeente nog
steeds weduwen- pensioen moeten betalen. Sprekers
vraag is nu of het college niet kan meedeelen of die
menschen van die betaling niet kunnen worden ont
heven.
De heer Berghuis (wethouder) gelooft dat dit het
zelfde idee is, dat de heer Zandstra den vorigen keer
bij de begrooting naar voren heeft gebracht. Dat is
echter iets, dat bij de wet wordt geregeld, de wet regelt
deze bijdragen. De heer Zandstra zou nu willen hebben
dat de gemeente aan iedere oud-gemeente-ambtenaar
uit de gemeentekas per gratificatie restitueerde datgene,
wat hij voor pensioen nog moet bijdragen. Dat is echter
iets, waar de gemeente zich niet in begeven kan. Als
er werd gevraagd dat het college zich eens met een
verzoek wendde tot de regeering om vrijstelling van
die bijdrage voor die menschen, dan was het nog wat
anders.
Maar het gaat toch niet, dat de gemeente uit eigen
kas voor de gestorte pensioengelden, welke berusten
in de rijkskas, het geld aan die personen terug geeft.
De heer Zandstra kan er geen weg voor vinden. Maar
nu de salarissen zoo zijn, dat daarbij is begrepen een
premievrij pensioen, zou spreker voor de vroeger ge-
pensionneerden alle onbillijkheid zooveel mogelijk weg
willen nemen, door een weg te vinden om de pensioen
storting terug te geven.
De heer Berghuis (wethouder)Bekend zijnde, dat
deze kwestie door den heer Zandstra naar voren zou
worden gebracht, waar hij er ook in de sectie-verga-
dering over gesproken heeft, kan spreker meedeelen,
dat vanwege de secretarie een uitknipsel uit de wet op
het pensioenfonds van weduwen en weezen aan spreker
is toegezonden. Daar staat nog iets op, wat blijkbaar
bestemd is voor mondelinge mededeeling, n.l.: „Er be
staan echter goede reden om te verwachten dat het Rijk
deze pensioenbijdragen binnenkort voor zijn rekening
zal nemen". Dit wordt spreker door den secretaris ter
hand gesteld, met de bedoeling om het mede te deelen.
Het moet dus wel uit een goede bron gekomen zijn.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 275 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 276279 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 280 Subsidie aan de Vereeniging ..Kinder
speeltuin RengersparkMemorie.
De Voorzitter deelt mede dat door Burgemeester en
Wethouders nader wordt voorgesteld het woord
Memorie te vervangen door 750.
De heer De Boer: Dus wordt dan toch op den ouden
voet voortgegaan en subsidie gegeven?
De Voorzitter: In overleg met het bestuur der Veree
niging is deze vorm gekozen.
De heer Berghuis (wethouder)Hiermee vervalt dan
van „onvoorzien" een bedrag van 500.
Volgno. 280 wordt uitgetrokken op 750.en aldus
vastgesteld.
Volgnos. 281—300 worden onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter merkt op, dat naar aanleiding van het
geen door Burgemeester en Wethouders in de memorie
van antwoord is meegedeeld ten aanzien van het
Friesch Volkssanatorium „Herema-State", zij aan den
Raad machtiging hebben gevraagd lid te worden van
de afdeeling Friesland van de vereeniging van Neder-
landsche gemeenten. Naar aanleiding daarvan wenscht
spreker voor te stellen onder een nieuw volgno. 300a
uit te trekken een contributie van 65.
De gevraagde machtiging wordt met algemeene
stemmen verleend.
Onder volgno. 300a wordt een nieuw art. 23a van
Hoofdstuk XIV aangebracht, luidende:
Contributie als lid van de afdeeling Friesland van
de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten f 65.
Sub d van punt 2 (agenda no. 3):
Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het
adres van het hoofdbestuur van het Friesch Volkssana
torium ,,llerema State" tot het bekomen van een subsi
die uit de gemeentekas
voorkomende in het verslag der vergadering van 26
October 1920 en thans aan de orde gesteld, wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
Volgno. 301 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 302. Nadeelig slot van het levensmiddelen
bedrijff 5,000.—.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Nijholt wil bij dit artikel, dat nog niet van de
begrooting is verdwenen, nog enkele woorden zeggen.
We hebben het levensmiddelenbedrijf hier alleen in de
laatste jaren gekend, doch spreker meent dat men een
anderen weg op moet met het artikel melk. Hij heeft
dit punt niet in de secties ter sprake gebracht; de ver
gaderingen der secties zijn wat overhaast gegaan en
daardoor heeft hij vergeten het daar naar voren te
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 27 December 1920. 503
brengen. Thans wil hij er echter enkele woorden over
zeggen.
Spreker heeft hier bij zich het verslag van den pro
vincialen keuringsdienst en daar blijkt uit welk een
groot nut er het vorig jaar ook van den provincialen
keuringsdienst ten opzichte van de levensmiddelen
is uitgegaan, in 't bijzonder op het gebied van de melk.
Maar als men dan eens nagaat wat voor melk hier nog
wordt geleverd en wat de keuringsdienst daartegenover
kan doen, dan blijkt ook dat die dienst in vele gevallen
nog machteloos staat, zoodat niet bereikt kan wat men
wel zou willen. Spreker weet wel, dat die dienst wel
in staat is de samenstelling der melk te onderzoeken,
dat hij ook wel in staat is om te onderzoeken of de
melk goed zindelijk is en het vuil er goed is uitgehaald,
maar waar de keuringsdienst niet veel invloed op kan
uitoefenen, dat is of de melk goed gewonnen is, en of
ze vrij is van ziektekiemen. De keuringsdienst kan
hier wel iets doen, maar als men met den directeur
spreekt, dan blijkt wel hoe weinig er nog maar kan
worden gedaan. De gemeente moet hier dan ook
helpen en nu meent spreker wel, dat er een regeling kan
worden gevonden, waarbij de gemeente veel meer kan
doen. Spreker zou daartoe kunnen wijzen op een
melkmonopoliewaar men ook in Amsterdam over
spreekt. Hij wil dit nu echter niet voorstellen, hoewel
hij van meening is, dat een goed opgezet monopolie
wel de beste manier zal zijn. Dan zou de gemeente
er voor kunnen zorgen, dat de melk niet met allerlei
ziektekiemen, in 't bijzonder met tuberkel-bacillen is
besmet, en dat zij niet is verontreinigd door bloed,
etter of schadelijke micro-organismen, of door een
andere oorzaak in ondeugdelijken toestand verkeert,
zooals in het afgeloopen jaar bij 10 van de genomen
monsters het geval was. Dan kan de gemeente daarop
toezien. Maar als men een monopolie, waaraan nog
al wat vastzit, voorloopig nog niet wil, dan kan men ook
op een andere manier bereiken dat de gemeente hare
eischen en strenge eischen kan stellen aan de melk. De
keuringsdienst kan niet veel voorschrijven, de gemeente
wel. In den laatsten tijd bestaat er onder een deel der
veehouders een streven spreker weet niet of het den
Raad bekend is om melk te leveren van betere kwa
liteit, ook in verband met het aanfokken van vee. Een
paar jaar geleden is door de Friesche Maatschappij van
Landbouw opgericht een gezondheidsdienst voor het
vee en een onderdeel daarvan is het winnen van ziekte-
kiemvrije melk, dus van melk, vrij van tuberkel-bacil
len en andere schadelijke bacteriën. Als de gemeente
nu wil, dat Leeuwarden wordt voorzien van zuivere,
ziektekiemvrije melk, dan zal zij, indien zij zich in ver
binding stelt met de gezondheidsdienst voor het vee,
het daarin vrij ver kunnen brengen.. Melk die onhy
giënisch wordt gewonnen, maar door allerlei manipu
laties zoo wordt opgeknapt dat zij nog vrij geschikt
blijkt te zijn voor den keuringsdienst, zal dan niet meer
in den handel kunnen worden gebracht.
Spreker zal nu geen voorstel indienen, omdat hij de
kwestie niet in de secties heeft ter sprake gebracht,
maar meende toch goed te doen deze gedachten aan
Burgemeester en Wethouders ter overweging aan te
bevelen en hier ter sprake te brengen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 302 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 303 Subsidie aan de vereeniging Pro-Ju-
ventutef 150.
De beraadslagingen worden geopend.
De Voorzitter merkt op, dat hier op de begrooting
150.op dezen post is uitgetrokken. Hij dient
echter nog even voor memorie te worden uitgetrokken,
omdat is gebleken waaraan niet gedacht is dat
de vereeniging Pro Juventate staat op de lijst van in
stellingen van weldadigheid. Volgens de wet moet
dan eerst de Armenraad gehoord worden. Dat advies
kon echter niet meer op tijd binnenkomen, waarom nu
door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld
het uitgetrokken bedrag voorloopig in „onvoorzien" op
te nemen en volgno. 303 pro memorie uit te trekken.
Waar het hier een principieele kwestie geldt en het
advies van den Armenraad wel gunstig zal zijn, wil
spreker vragen of iemand iets tegen dit voorstel heeft.
De heer De Vos heeft er niets op tegen dat die
150.wordt verleend, maar hij meent dat het niet
juist kan zijn dat Burgemeester en Wethouders niet
hebben geweten dat de Armenraad hier moest worden
gehoord, omdat die bepaling voorkomt bij art. 3 der
Armenwet. Het college moet dit weten. En dan meent
spreker dat de Armenraad er het college van Burge
meester en Wethouders enkele maanden geleden bij
schrijven op attent heeft gemaakt, dat Burgemeester en
Wethouders verzuimd hadden den Armenraad toen in
deze zaak te hooren. Als dat een paar maanden ge
leden gebeurd is kan het college niet zeggen dat het
zulks niet wist. Het kan zijn dat het Burgemeester en
Wethouders ontgaan is, maar spreker zou het college
dan willen verzoeken er in het vervolg beter aan te
denken.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders trekken
het boetekleed aan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Volgno. 303 wordt voor memorie uitgetrokken en
aldus vastgesteld.
Volgno. 304 Onvoorziene uitgaven.
De heer Berghuis (wethouder) merkt op dat hier in
verband met wijziging van enkele posten onder de
reserve, ƒ500.af gaat en 150.bij komt. Spreker
stelt echter voor dezen post nog even aan te houden
tot straks na de behandeling der inkomsten.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde zijn de inkomsten.
Volgnos. 13 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 4. 50— 75 opcenten op de hoofdsom der
personeele belastingf 96,000.
De Voorziter merkt op dat hierbij in behandeling
komt sub van punt 2 (agenda no. 3):
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om ook in
1921 door te gaan met de heffing van opcenten op de
personeele belasting.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij Uw besluit van den 28 October 1919 werd over
eenkomstig ons desbetreffend voorstel (Bijlage 1919,
no. 40), in verband met eene op 1 Januari 1920 in wer
king tredende wijziging der wet op de personeele be
lasting, een gewijzigd tarief vastgesteld voor de heffing
van opcenten op de hoofdsom van evengenoemde be
lasting.
Gelijk in het aangehaalde voorstel is omschreven.