►'K& tS£'&*:7-
58 Verslag van de handelingen van den
bare straat langs de panden aanleiding zou kunnen
geven tot onbewoonbaar-verklaring der aanliggende
woningen. Spreker weet wel, dit sorteert geen effect
in dezen woningloozen tijd, maar hij meent toch dat
de eigenaren sterk moeten worden nagereden. De slot
som zal dan toch wel zijn dat alles gelijk blijft, maar
als de gemeente het recht heeft om den toestand op
kosten der eigenaren te verbeteren misschien dat ze
dan weer verpoffen te betalen dan komt er toch
verandering. Misschien dat het echter op die manier
kan; het is dien weg, dien spreker op wel.
De Voorzitter kan den heer Tiemersma antwoorden
dat bij het tegenwoordige college van Burgemeester
en Wethouders het ter afdoening tot zich nemen van
verschillende zaken niet wil zeggen het in den doofpot
duwen daarvan. Spreker kan verder meedeelen dat op
het oogenblik juist de toestand aan de Bleekerstraat
een punt van overweging bij het college uitmaakt. Er
zijn juist onderhandelingen bezig om bedoeld straat
gedeelte vanaf de Ijsbaan voor de gemeente in eigen
dom te krijgen en verder kan spreker den Raad wel
zeggen, dat de mededeelingen, die hier gedaan zijn,
bij het college in voldoende overweging zullen worden
genomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het adres wordt ter afdoening in handen van Bur
gemeester en Wethouders gesteld.
9. adres van W. Kerkmeer alhier, om hem te resti-
tueeren eene boete ten bedrage van 18.47 wegens te
late betaling van erfpacht.
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en Wet
houders ter afdoening.
10. adres van D. Bosman, sergeant-majoor der
infanterie alhier, om schadeloosstelling wegens beweerd
geleden nadeelen tengevolge van het hem geweigerd
getuigschrift van verandering van werkeijke woon
plaats in verband met zijne detacheering in 1919 bij
de Luchtvaartafdeeling te Soesterberg.
Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd.
11. schrijven van de Kamer van Koophandel alhier
om de behandeling van het reorganisatieplan van het
onderwijs alhier niet langer aan te houden, doch
spoedig daarin een beslissing te nemen, opdat de tot
standkoming van de daghandelsschool nog in den loop
van dit jaar verzekerd zij.
Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd.
12. schrijven van de commissie voor de gemeente
lijke lichtfabrieken, tot Burgemeester en Wethouders
gericht, waarbij in overweging wordt gegeven over
eenkomstig het voorstel van den Directeur der gemeen
telijke gasfabriek den gasprijs te bepalen op 13 cent
en voor dat over muntmeters geleverd, op 14 cent per
M3., in te gaan met de meteropneming over Februari.
Burgemeester en Wethouders stellen voor dienover
eenkomstig te besluiten.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Schaafsnia (wethouder) zegt dat, zooals
bekend is, het advies van den directeur even aan den
laten kant was. De directeur kon daar echter niets aan
doen, omdat de gegevens van het afgeloopen jaar nog
verwerkt moesten worden in de calculatie van deze
nieuwe gegevens. Het advies is toen direct gezonden
aan Burgemeester en Wethouders en aan de commissie
voor de lichtfabrieken, deze laatste heeft daarover
vergaderd en is eenstemmig met de meening van den
directeur meegegaan. Ook Burgemeester en Wethou
ders hadden daartegen geen bezwaar. Indien de Raad
nu geen bezwaar maakt, zouden Burgemeester en
van Leeuwarden van Dinsdag 1 Maait 1921.
Wethouders gaarne willen, dat over het voorstel, om
te besluiten overeenkomstig het schrijven van de com
missie voor de lichtfabrieken, welk voorstel spreker
thans mondeling toelicht, direct beslist wordt.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. adres van M. v. d. Veen en andere leden van het
vaste personeel der Leeuwarder Waterleiding-Maat
schappij om bij de overneming van dit bedrijf door de
gemeente ten opzichte van hunne pensioenvooruit-
zichten te bepalen dat de tijd, door hen doorgebracht
in dienst dier Maatschappij, zal worden gerekend te
zijn doorgebracht in dienst der gemeente.
Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd.
14. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare
inschrijving:
a. hebben verkocht 143 boomen, waarvan 21 door
de gemeente te vellen en de rest op stam, voor de som
van 1311.65;
b. hebben verhuurd aan H. Noordbruis tot 1 Januari
1922 voor ƒ75.het perceel gardeniersland aan den
weg Achter de Hoven, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectie G no. 7319, groot 69.30 Are.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
II. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
goedkeuring van den aankoop in openbare veiling van
drie perceelen weiland nabij den Groningerstraatweg,
2. Nader voorstel van Burgemeester en Wethou
ders omtrent het plan tot reorganisatie van het Lager
Onderwijs in verband met de invoering der Lager
Onderwijswet 1920 enz.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aanvulling van hun voorstel tot toekenning van ver
goeding voor onderwijzersjaarwedden over 1919 vol
gens artikel 59decies der toen geldende Lager Onder
wijswet aan de besturen der Vereeniging voor Christe
lijk Schoolonderwijs en de Roomsch-Katholieke School-
vereeniging, beide alhier.
De punten sub 13 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
voor de instelling van een commissie van advies inzake
het ziekenhuisvraagstuk een crediet te verleenen van
2000.en in verband daarmede de gemeentebe-
grooting, dienst 1921, te wijzigen.
5. Alsvoren tot verhuring van woningen in de
Peperstraat, Weaze no. 8, Berlikumermarkt no. 15 en
Ossekop nos. 2 en 2a.
De punten sub 4 en 5 zullen in een volgende ver
gadering worden behandeld.
6. Alsvoren tot wijziging van het Werklieden
reglement.
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en
bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te worden
behandeld.
7. Alsvoren om voor het aanbrengen van eenige
veranderingen in de gemeentescholen nos. 2 en 3 een
crediet toe te staan.
8. Alsvoren om aan P. Vonk alhier, tot wederop
zegging vergunning te verleenen tot het hebben van
een raam en een ventilatieopening in een muur aan de
Nieuwe Oosterstraat, uitzicht enz. verleenende op aan
grenzend gemeenteterrein.
9. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van twee herschatters van het
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 Maait 1921.
recht wegens vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein (gemeenteblad 1905 no. 12).
Ie vacature:
a. D. Swart;
b. A. J. Woltring.
2e vacature:
a. P. Godhelp;
b. P. Vonk.
10. Nader voorstel van Burgemeester en Wethou
ders inzake de onderhandsche verpachting van de
exploitatie der buffetten en het gebruik van het koffie
huis in den Prinsentuin in verband met de op 25 Januari
i.l. genomen beslissing tot het weren van den verkoop
van sterken drank in dien tuin, met handhaving van
hun voorstel tot vaststelling van eene verordening op
het gebruik en het beheer van dien tuin (bijlage no. 66).
De punten sub 710 zullen in een volgende verga
dering worden behandeld.
111. Wordt overgegaan tot behandeling van de voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
De Voorzitter zou graag namens Burgemeester en
Wethouders willen voorstellen agenda no. la (benoe
ming leeraar Hebreeuwsche taal en letterkunde aan het
gymnasium) aan te houden, tot de Burgemeester ter
vergadering is.
Bovendien heeft een van de leden van den Raad,
die op 't oogenblik even voor gemeentezaken afwezig
js als men 't tenminste zoo kan noemen (spreker
bedoelt den heer De Vos) ook verzocht het punt aan
te houden, tot hij weder ter vergadering aanwezig is.
De Raad maakt tegen deze aanhouding geen bezwaar.
1 (Agenda no. 2). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van de woning Groote Hoog
straat no. 24 aan H. Jurres.
Dit voorstel luidt als volgt:
Na eene openbare inschrijving werd met ingang
van 12 Mei 1917 voor den tijd van 3 jaren aan
Hendrikus Jurres alhier verhuurd de woning in de
Groote Hoogstraat no. 24. De huur liep alzoo reeds
af 12 Mei 1920. In verband met het beschikbaar
krijgen van het perceel Ossekop no. 11, dat thans
wordt ingericht voor zusterhuis, hadden wij over het
pand, waarin Jurres woont, voorloopig de vrije be
schikking gehouden. Het liet zich destijds n.l. aanzien,
dat de huurder van Ossekop no. 11 zijn gekochte
woning niet zou kunnen betrekken. De zaak is echter
zoo geloopen, dat de gemeente over het huis in de
Hoogstraat niet behoefde te beschikken en zoo is
Jurres ook na 12 Mei 1920 blijven wonen. Wij zouden
de huur dus willen bestendigen en doen U daarom
het voorstel te besluiten
de woning Groote Hoogstraat no. 24, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden sectie A no. 2441 als
huis en tuin, groot 2 A. 93 c.A., ondershands van
week tot week te verhuren aan Hendrikus Jurres
alhier, gerekend met ingang van 12 Mei 1920 en
uiterlijk tot 12 Mei 1922 voor 6.per week op
de voorwaarden, welke Burgemeester en Wethouders
uoodig oordeelen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
2 (Agenda no. 3). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om met intrekking van vroeger verleende
vergunningen aan de Coöp. Vereeniging „Amsterdam-
sche Huidenclubte Amsterdam en aan S. Polak
alhier, tot wederopzegging vergunning te verleenen ge
bruik te maken van den Harlingertrekweg ten behoeve
van hunne huidenzouterij en drogerij aldaar.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij raadsbesluit van 14 April 1896 no. 10/l04a
werd aan de gebroeders Tulp tot wederopzegging
vergunning verleend om van den Harlingertrekweg,
van de Harlingervaartsbrug af tot hunne huidenzouterij
en -drogerij, op het perceel kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden in sectie D no. 775, als rijweg
gebruik te maken tot vervoer van huiden enz.
van en naar die inrichting, onder voorwaaarde, dat
zij hiervoor jaarlijks vóór den 1 November ten kan
tore van den gemeente-ontvanger moesten betalen een
retributie van vijftien gulden.
Bij raadsbesluit van 8 Juli 1902 no. 5/115 werd
op verzoek van de firma gebroeders Tulp bepaald,
dat de Harlingertrekweg van deu molen van de firma
Swildens en Kuipers tot aan bovengenoemde zouterij
met veldkeien zou worden bestraat, onder voorwaarde,
dat de firma als vergoeding in de kosten van de
bestrating boven de reeds door haar verschuldigde
retributie van 15.— nog 16.50 per jaar zou vol
doen, jaarlijks te betalen vóór of op den 12 November.
In October 1920 is het bedoelde pand verkocht in
drie perceelen, t. w.
a. de zouterij, pakhuis, woning en open grond,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D
no. 1688, groot 4.70 A., aan de Coöperatieve Ver
eeniging Amsterdamsche Huidenclub" gevestigd te
Amsterdam
b. de noordelijke zouterij met open grond, kada
straal bekend gemeente Leeuwarden sectie D no. 1689,
groot 6.60 A. aan den heer S. Polak, alhier
c. het gedeelte bouwterrein, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie D no. 1690, aan den
heer H. Tulp te Oosterbeek.
De nieuwe eigenaars hebben verzocht, de boven
bedoelde vergunning betreffende het "gebruik van den
Harlingertrekweg wel te willen verlengen en de re
tributie te splitsen.
Naar onze meening bestaat tegen inwilliging van
dit verzoek geen bezwaar.
De heer H. Tulp merkt bij het adres, blijkens een
schrijven van den heer J. H. Berghuis d.d. 26 Januari
1921, op, dat alleen de eigenaars van de perceelen,
waarin een bedrijf wordt uitgeoefend, de retributie
verschuldigd zijn. Ons inziens is dit juist. Aan den
heer Tulp behoeft dus geen vergunning te worden
verleend en deze blijft bij de splitsing van het retri
butiebedrag buiten beschouwing.
Onder overlegging van stukken hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten
I. in te trekken de raadsbesluiten van 14 April
1896 no. 10 en van 8 Juli 1902 no. 5;
II. tot wederopzegging vergunning te verleenen
a. aan de Coöperatieve Vereeniging „Amsterdam
sche Huidenclub" gevestigd te Amsterdam,
b. aan den heer S. Polak alhier,
van den Harlingertrekweg, van de Harlingervaarts
brug tot aan hunne huidenzouterijen en -drogerijen
op de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeu
warden in sectie D nos. 1688 en 1689, als rijweg
gebruik te maken tot vervoer van huiden enz. van
en naar die inrichting, onder voorwaarde, dat de
Coöperatieve Vereeniging genoemd hiervoor jaarlijks
vóór den 1 November, voor het eerst in 1921, ten
kantore van gemeentewerken betaalt een recognitie
van 13.10 en S. Polak genoemd jaarlijks vóór den 1
November, voor het eerst in 1921, een recognitie van
18.40.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Tiemersma kan met het voorstel wel mee
gaan, wat de zaak zelve betreft, maar hij meent toch
de aandacht te moeten vestigen op de som, die naast