108 Verslap; van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Maart 1921.
Besluit:
aan het bestuur der vereeniging „Pro Juventute in
het arrondissement Leeuwarden", gevestigd te Leeu
warden een subsidie te verleenen van 150.—, voor
het dienstjaar 1921.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter wil ten aanzien van dit punt nog even
een opmerking maken. Dit subsidie wordt gegeven bij
de loopende begrooting. Nu zou er later kunnen worden
gezegd dat Pro Juventute ook in den loop der begroo
ting een subsidie was gegeven, terwijl Burgemeester en
Wethouders dit anders niet doen. Maar de Raad zal
zich herinneren dat het subsidie al was uitgetrokken
op de oorspronkelijke begrooting, maar dat het, om
formeele reden, niet dadelijk kon worden toegekend,
waarom die 150.eerst maar op „Onvoorzien" is
overgebracht.
8 (Agenda no. 8). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om hun voor het aanbrengen van een hek
aan de oostzijde van het Rengerspark een crediet te
verleenen.
Dit voorstel luidt als volgt:
Op de begrooting der Gemeentewerken voor 1921
komt onder hoofdstuk II, 4, der uitgaven een memorie-
post voor ten behoeve van „het maken van een afschei
ding van het Rengerspark vanaf de Spanjaardslaan tol
aan den ingang der kinderspeelplaats".
De Directeur der Gemeentewerken ontving, blijkens
zijn overgelegd schrijven van 15 Februari 1.1. no. 281,
een aanbieding van Emile Sanders, handelaar in bouw
materialen te Amsterdam, die ijzeren hekwerken, vol
gens mede bijgevoegde teekening, hoog 2 M., levert
voor den prijs van 12.50 per M. Voor de ruim 190 M.
zou dit een uitgaaf van rond 2450.met zich brengen,
benevens 730.voor het plaatsen.
Wij geven U dus in overweging te besluiten:
Burgemeester en Wethouders een crediet te verleenen
vanf 3180.voor de aanschaffing en het plaatsen van
het bovenbedoelde hekwerk, in afwachting van het
nader in te dienen voorstel tot dekking dezer uitgaaf.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Werft wou een enkele vraag doen. In
de stukken staat dat het hek geleverd kan worden voor
12.50 per strekkenden meter en tevens schrijft de
directeur er bij dat, als het hek hier werd gemaakt, dit
27.50 per strekkenden meter zou moeten kosten.
Nadere inlichtingen staan er niet. Ten opzichte van
deze zaak nu zou spreker de vraag willen doen of de
directeur ook opgaven ter plaatse heeft gevraagd. Deze
zijn er niet bij vermeld, er is alleen gezegd dat, als het
hek hier werd gemaakt, het 27.50 per M. zou moeien
kosten en dat het, van Amsterdam komende, 12.50
per M. kost. Daarover zou spreker wel graag inlichtin
gen hebben.
De heer Fransen zou dezelfde opmerking willen
maken. In het stuk van den Directeur der gemeente
werken wordt de naam genoemd van een leverancier
te Amsterdam, die het hek kan leveren voor zooveel
en verder wordt gezegd dat het hier zooveel zou moeten
kosten, maar er worden geen namen van leveranciers bij
genoemd. Spreker krijgt sterk den indruk dat de direc
teur van gemeentewerken hier er de voorkeur aan geeft
om alles uit den vreemde te laten komen. Dat is spreker
al meermalen opgevallen; de ingezetenen worden ge
passeerd en de directeur gaat altijd vreemdelingen be-
voordeelen. Toch is het lang niet altijd zeker dat men
in den vreemde voordeeliger terecht kan. En al was het
hier iets duurder, dan was er toch nog alle reden om de
ingezetenen te laten leveren. Maar spreker krijgt het
idee, dat alles uit den vreemde komen moet.
De heeren O. F. de Vries (wethouder) kan de heeren
Van der Werff en Fransen kort antwoorden. De prijs
van 27.50, dien het hek op 't oogenblik kost, is
berekend naar den ijzerprijs, die men hier op 't oogen
blik moet betalen. Toevallig bood nu een firma in
Amsterdam, die het hek elders moest leveren, maar het
om de eene of andere reden niet kon doen, het deze
gemeente nu aan voor den prijs van 12.50. Zoodoende
is het verschil zoo groot; het scheelt 15.— per strek
kenden nieter. Door een toevallig aanbod ontstaat dus
dit groote verschil.
De heer De Boer begrijpt in dezen niet het stand
punt van de heeren Van der Werff en Fransen. We
hebben hier een aanbod, dat, ofschoon nog hoog genoeg,
toch ook zeer voordeelig is. Nu kan spreker in 't alge
meen begrijpen dat, wanneer er een aanbod is, en men
hooger wil gaan, daartegen wordt geopponeerd. Maar
hier gaat men belangrijk lager. Spreker meent, dat
het niet aangaat dat de gemeente zich op het stand
punt stelt om bij hare leveranties de ingezetenen te
bevoordeelen. Van bevoordeelen mag zelfs geen sprake
zijn; de gemeente moet zien hare leveranties vooi den
laagst mogelijken prijs te krijgen, met inachtneming van
de arbeidsvoorwaarden.
De heer Tulp heeft den wethouder niet goed verstaan.
Is hier aan verschillende smeden offerte gevraagd, of
is de prijs van 27.50 alleen gebaseerd op den ijzerprijs
hier in Leeuwarden? Spreker zou willen weten of er
positief offerte is gevraagd, waaraan men werkelijk het
groote verschil kan zien.
De heer Van der Werff zegt, dat als de gemeente
goedkoop kan, het dan te zot zou wezen om duur te
koopen. Hij is daar ook voor. Maar het verschil van
15.per strekkenden meter, 't is misschien wel goed,
maar 't lijkt spreker toch wat groot. De directeur van
gemeentewerken zegt dat het hek, als het hier gemaakt
werd, 15.— per M. meer zou moeten kosten, maar
hij legt daar geen cijfers bij over. Als hij had gezegd:
die en die wil het hier leveren voor dien en dien prijs,
dan had men zelf kunnen oordeelen. Maar nu zegt de
wethouder alleen dat de firma in Amsterdam het hek
moest leveren, doch dat het is afgekeurd of dat de firma
het niet leveren kon en dat deze gemeente het nu goed
koop kan krijgen. Spreker wou daar wel aan, maar
15.— per strekkenden meter lijkt hem toch een eigen
aardig groot verschil.
De heer Schoondermark heeft intusschcn de verga
dering verlaten.
De lieer Fransen wil nog even terug komen op de
woorden van den heer De Boer. Deze zegt niet te be
grijpen, waarom men nu niet tevreden is, omdat er een
goedkoop aanbod uit den vreemde en een duur aanbod
uit de gemeente is. De heer De Boer is hier heelemaal
mis; er is wel een goedkoop aanbod uit den vreemde,
maar er is peen aanbod uit de gemeente. We hebben
alleen het cijfer, wat het hek hier vermoedelijk zal kos
ten, er is echter heelemaal geen aanbod uit de gemeente.
De heer Tulp zou, als hij geen positief antwoord
krijgt, als hier geen offerte is gevraagd, aanhouding van
het voorstel willer. verzoeken, opdat de menschen in
de gemeente in de gelegenheid worden gesteld, hunne
aanbiedingen te doen.
De heer O. F. de Vries (wethouder) vindt het wel
eigenaardig dat er over zulke kleine kwesties op deze
manier wordt gesproken. Spreker heeft gezegd dat er
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 29 Maart 1921. 109
een toevallig aanbod is, hij heeft gezegd dat, wanneer
het hek anders wordt gekocht, hetzij te Amsterdam of
hier, het veel duurder was. Maar bedoelde firma zit er
mee en de gemeente kan het gebruiken. Met een bere
kening volgens de tegenwoordige prijzen, die men moet
betalen, komt men op het bedrag, dat door den direc
teur in de stukken is genoemd. Dat is eenvoudig de
geschiedenis. Een aanbesteding is daardoor al te be
spottelijk.
De heer Tulp vindt het wel eigenaardig dat men zijn
idee bespottelijk acht. Dit kan hij niet goed vinden;
een andere partij mag zijns inziens ook haar idee hebben.
En, bespottelijk of slecht, het is een feit dat de inge
zetenen hier gepasseerd zijn, zoodat men onmogelijk
kan zeggen, dat er zoo'n groot verschil in prijs is. Men
weet niet wat voor aanbod men hier had kunnen krij
gen, men weet ook niet dat er nu wel een slecht hek
kan worden gepresenteerd door de firma in Amsterdam.
Dat hek kan wel niet goed wezen, de kwaliteit kan wel
niet deugen enz. Men kan hier nog aanbesteden en, is
het verschil dan te groot, dan kan men nog dat hek
uit Amsterdam nemen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met 18 tegen 4 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Visser, Tiemersma, Dijstra,
Fransen, Oosterhoff, De Boer, Dijkstra, Postma, Collet,
Schaafsma, mevrouw BesuijenLindeboom, de heeren
Zandstra, Van Weideren baron Rengers, O. F. de Vries,
Jansen, De Vos, IJ. de Vries en Molenaar.
Tegen stemmen: mevrouw BuismanBlok Wijbrandi
en de heeren Lautenbach, Van der Werff en Tulp.
9 (Agenda no. 9). Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verhuring van woningen in de Peper
straat, Waeze no. 8, Berlikumermarkt no. 15 en Ossekop
nos. 2 en 2a.
Dit voorstel luidt als volgt:
Het vorig jaar werden de perceelen aan de Peper
straat, hetzij op grond van bepalingen van het betrek
kelijke koopcontract, hetzij los van dat contract, ver
huurd. Ten aanzien van de panden, waarvan de huur
met 12 Mei e.k. afloopt, wenschen wij thans een
voorstel tot nadere verhuring aan Uwe Vergadering
te doen. Voor het vormen van een overzicht volgen
hieronder alle perceelen in den koop begrepen.
Wirdumerdijk no. 3, bij raadsbesluit van 24 Februari
1920 no. 90" 38 verhuurd aan D. Beista tot 12 Mei 1922;
Wirdumerdijk no. 3 boven, bij raadsbesluit van 15
Februari 1921, no. 37H 18 verhuurd aan den heer C.
P. M. van Dongen, uiterlijk tot 12 Mei 1925.
Wirdumerdijk no. 1, bij raadsbesluit van 15 Februari
1921, no. 37K/18, verhuurd aan de Holland American
Tobacco Comp. uiterlijk tot 12 Mei 1925.
Peperstraat no. 2, bij raadsbesluit van 15 Februari
1921, no. 37R/18 verhuurd aan den heer B. Nijholt,
uiterlijk tot 12 Mei 1925.
Peperstraat no. 4. Is tot 12 Mei 1925 op grond
van een huurcontract, gesloten met den vorigen eige
naar, verhuurd aan Mej. J. Visser. De huur bedraagt
thans 450.per jaar en mag in verband met de
andere huren laag genoemd worden. Zij wenscht
weder in te huren en 12.per week te besteden.
Peperstraat no. 6. Is thans in huur bij J. van Kuik,
die niet weder wenscht in te huren. Aan dit pand
wenschen wij eene andere bestemming te geven, waar
omtrent wij U binnen kort een voorstel zullen doen.
Peperstraat no. 8 is ingevolge raadsbesluit van 25
Mei 1920 no. 253" 125 tot 12 Mei 1921 verhuurd aan
de Maatschappij de Noorderpost voor 35.per week.
De Maatschappij wenscht de huur te verlengen.
Peperstraat no. 10 is tot 12 Mei 1921 verhuurd aan
J. van Sijp. Dezen is aangezegd, dat de huur met hem
niet weder kan worden verlengd. Wij zouden dit
perceel publiek willen verhuren.
Peperstraat no. 12. Dit pand is in huur bij J. van
der Noord die te kennen heeft gegeven het nog
gaarne voor één jaar te willen huren. Hij is bereid
1200.-^ huur te geven.
Peperstraat no. 14, bij raadsbesluit van 25 Mei 1920
no. 253r/ 125, verhuurd aan F. Pranger, wordt door
dezen op 12 Mei 1921 verlaten. Ook dit perceel zouden
wij publiek willen verhuren.
Peperstraat no. 16 is in huur bij mevr. de wed.
J. G. Wahle tot 12 Mei 1921. Op grond van de voor
waarden van den koop kan zij het pand voor 500.
's jaars weder inhuren.
Waeze no. 8 werd ingevolge raadsbesluit van 13
April 1920 no. 191R/86 tot 3 Mei 1921 verhuurd aan
R. Stienstra voor 30.per week. Door de Huur-
commissie werd deze huur verlaagd tot 28.85 per
week. R. Stienstra wenscht thans met zijn zoon te
huren en heeft tegen het destijds goedgevonden bedrag
van 30.geen bezwaar.
Waeze no. lOboven is van week tot week in huur
bij de wed. Van der Heide.
Waeze no. 12 is op grond van een contract, gesloten
met de vorige eigenares van het pand, tot 12 Mei 1923
in huur bij L. Schreinhout.
Met 12 Mei 1921 loopt eveneens af de huur van
de volgende perceelen
Berlikumermarkt no. 15, verhuurd aan Tj. de Groot
voor 11.54 per week.
Ossekop no. 2, ingevolge raadsbesluit van 13 April
1920 no. 191R 86 verhuurd aan F. van der Woud voor
10 per week. De Huurcominissie verlaagde deze huur
tot 8.25 per week. Wij zouden de huur thans weer
willen brengen op 10.waarmede de belanghebbende
zich destijds heeft vereenigd.
Ossekop no. 2a werd bij raadsbesluit van 8 Januari
1918 no. 10R/7 verhuurd aan J. van der Meulen voor
6.75 per week. Deze huur, reeds in het begin 1918
gesloten, moet thans te laag geacht worden. Wij
hebben Van der Meulen in de gelegenheid gesteld een
hoogere huur aan te bieden. Hij is genegen ƒ10.per
week te betalen, waarmede wij ons kunnen vereenigen.
In verband met de voorgestelde huur voor de per
ceelen Waeze no. 8 en Ossekop no. 2 zij hier mee
gedeeld, dat de Huurcommissiewet na de laatstelijk
daarin gebrachte wijziging de gemeenten bij het ver
huren van woningen volledige vrijheid laat, zoodat
een ingrijpen van de Huurcommissie, zoodra de wijzi
ging in werking is getreden, is uitgesloten.
Onder overlegging van stukken hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten
I. Burgemeester en Wethouders te machtigen de
perceelen Peperstraat nos. 10 en 14 publiek te verhuren
voor den tijd van drie jaren met een opzegtermijn
van 1 maand en verder op de voorwaarden, door
Burgemeester en Wethouders noodig geacht.
II. ondershands te verhuren voor den tijd van één
jaar, ingaande 12 Mei 1921 (en voor perceel Waeze
no. 8 3 Mei 1921) met stilzwijgende verlenging van
jaar tot jaar, uiterlijk tot 12 Mei 1925, behoudens
tusschentijdsche opzegging met inachtneming van een
termijn van één maand en op voorwaarden door
Burgemeester en Wethouders noodig geacht
a. de woning met winkel Peperstraat no. 4, zijnde
een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie B no. 1683, aan Mej. J. Visser
alhier, voor 624.per jaar.
b. de huizinge Peperstraat no. 8, kadastraal bekend
gemeeente Leeuwarden, Sectie B no. 3485, aan de