Veigadering van Hag U April 1921. 134 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 April 1921. De heer Schaafsma (wethouder)Neen. De Voorzitter meent dat, wat zijns inziens nog te weinig opgemerkt is, dat Burgemeester en Wethouders indertijd volkomen gerechtigd waren het materiaal aan te koopen, omdat er besloten was, een abattoir te bouwen. Al had daar dan nu ook een strop in gezeten, had de Raad nog niets kunnen zeggen. Hadden zij niet gekocht en was de uitvoering doorgegaan, dan was er later gezegd: waarom zijn ze zoo dom geweest om niet te koopen. Men zou een abattoir bouwen en dan moeten Burgemeester en Wethouders toch materiaal koopen, als de Raad zegt: daar heb je geld, opdat je den bouw kunt uitvoeren. Ten slotte is echter door verhooging van de bouw kosten met 100,000.de geheele zaak afgesprongen. De Raad had den bouw al goedgevonden en Gedepu teerde Staten hadden het crediet al goedgekeurd en toen is het materiaal gekocht. Was die verhooging er niet tusschen gekomen, dan had het abattoir er al lang gestaan, doch toen op een gegeven oogenblik bleek dat er wat te kort was, is de bekende kwestie ontstaan. Was dat niet gebeurd, dan was het abattoir er al lang geweest. In dien tijd is het materiaal gekocht, terwijl het college niet anders dacht dan dat het abattoir er zou komen. En toen is zoo goedkoop gekocht, dat het zelfs nu nog goedkoop is. Nu moet de heer De Vos niet zeggen dat nu 25 goedkooper zou kunnen wor den gekocht, omdat de ijzerprijs gedaald is. B urge- meester en Wethouders hebben indertijd, door toe vallige omstandigheden, zóó goedkoop gekocht, dat zij zelfs nu nog zijn onder den tegenwoordigen ijzer- prijs. Als de heer De Vos dit niet gelooft, dan wil spre ker hier in 't openbaar zeggen, dat het zoo is en dan moet de heer De Vos niet zeggen dat het wel niet zoo zal wezen. De heer De Vos mag alle stukken wel inzien en er deskundigen bij halen, die de zaak kunnen be- oordeelen, en dan hoopt spreker dat hij in een volgende vergadering komt vertellen, dat het wel zoo is, als spreker heeft gezegd. Spreker stelt op den voorgrond dat, afgescheiden ervan, dat er nu iemand tegen is, men, als het college indertijd niet had gekocht, tegen Bur gemeester en Wethouders zou hebben gezegd: waarom heb je dat niet gekocht, waarom heb je die mooie ge legenheid laten voorbijgaan? Zelfs iemand die er tegen is moet nu ook niet met verwijten voor den dag komen. Daar gaat het echter zoozeer nog niet om en dat kan Burgemeester en Wethouders trouwens ook weinig schelen. De zaak is dat zij volkomen gerechtigd waren het materiaal te koopen en dat zij voortaan in een zelfde geval niet anders zullen doen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 17 tegen 4 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Tulp, Visser, Schaafsma, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Dijkstra, Zandstra, IJ. de Vries, Nijholt, Collet, De Boer, O. F. de Vries, Berghuis, Tiemersma, Postma, Molenaar, Jansen en Schoondermark. Tegen stemmen: de heeren Fransen, Van der Werff, Lautenbach en De Vos. 12. (Agenda no. 13). Het 5e suppletoir kohier van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1919, en het 2e, dienst 1920. Dit punt is reeds in geheime vergadering behandeld. Het 5e suppletoir kohier, dienst 1919, wordt vast gesteld op een totaal der cijfers van aanslag ad 20,800.en met een totaal van aanslagen ten be drage van 1248. en het 2e, dienst 1920, op een totaal der cijfers van aanslag ad 1,330,244.en met een totaal der aan slagen ten bedrage van 71,698.37, waarvan voorloo- pig invorderbaar 9/10 gedeelten 64,528.23. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 April 1921. 135 Tegenwoordig 22 leden, te weten: de heeren O. F. de Vries, Oosterhoff, Tulp, mevrouw BesuijenLinde boom, de heeren Postma, Van der Werff, Lautenbach, Van Weideren baron Rengers, Dijkstra, Visser, IJ. de Vries, Collet, Tiemersma, Schaafsma, De Boer, Zand stra, Berghuis, De Vos, Molenaar, Fransen, Dijstra en Schoondermark. Later ook de heer Jansen. Afwezig 2 leden, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en de heer Nijholt, beiden met kennisgeving. Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. 1. Wórdt medegedeeld: 1. dankbetuiging namens Zijne Koninklijke Hoog heid den Prins der Nederlanden voor de op H. D. L. verjaardag aangeboden gelukwenschen. 2. dat bij Koninklijk besluit van den 24 Februari 1.1. het voorschot voor den bouw van 63 arbeiderswoningen aan het Cambuursterpad door de Woningvereeniging „Leeuwarden" nader is bepaald op 164,402.51 /2- 3. dat de jaarwedde van de wethouders dezer ge meente door Gedeputeerde Staten met Koninklijke goedkeuring gerekend met ingang van 1 Januari 1921 is vastgesteld op 3000.voor ieder. 4. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 14 September 1920 en 1 Maart 1921 betreffende den bouw enz. en de bepaling van den huurprijs van 85 arbeiders woningen en een winkelhuis op terrein tusschen den Groningerstraatweg en het Cambuursterpad; d.d. 29 Maart 1.1. tot verkoop van een strookje grond deel van bouwblok Q der terreinen aan en nabij het Kalverdijkje, aan de woningstichting „St. Joseph'; verhuring van onderscheidene gebouwde gemeente- eigendommen; het verleenen van een crediet voor het aanschaffen en plaatsen van een hek aan de oostzijde van het Rengerspark; wijziging der gemeentebegrooting voor 1921 b. de ontvangst hebben bericht van het raadsbesluit d.d. 1 Maart 1.1. tot wijziging van de Bouwverordening. De punten sub 14 worden voor kennisgeving aan genomen. 5. lijst van de dagen en uren, waarop de openbare uitreiking van getuigschriften aan de gemeentescholen nos. 1, 5, 6, 7, 811 en 13 zal plaats hebben. Tot bijwoning worden uitgenoodigd de heeren Collet, Dijstra en Dijkstra. 6. verslag van hetgeen met betrekking tot verbete ring der volkshuisvesting in de gemeente over 1920 is verricht. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 7. adres van het bestuur der Algeineene Winke liers-, Industrie- en Handelsvereeniging (groep Winke liers) gevestigd te Leeuwarden, waarbij wordt verzocht het markt- en staangeld tot een dusdanige hoogte op te voeren, dat daardoor meerdere gelijkheid worde verkregen met het bedrag, dat de winkeliers in deze gemeente aan belastingen hebben bij te dragen. 8. adres van het bestuur der bouwvereeniging „Beter Wonen" te Leeuwarden om goedkeuring van hare plannen voor de stichting van woningen op haar bouwterreinen ten zuiden van het Cambuursterpad, kadastraal bekend sectie G nos. 10252 en 5145 en om de slooten, welke die terreinen begrenzen, te mogen dempen en rioleeren. De punten sub 7 en 8 worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 9. rapport der commissie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemd lid, den heer J. Koopal. 10. alsvoren der commissie voor de reclames om trent bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatse lijke directe belasting naar het inkomen, in eersten aan leg, dienst 1920 en in beroep, diensten 1919 en 1920. 11. nader voorstel van den Voorzitter der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen ter aanvul ling van het prae-advies dier commissie op adressen van de afdeeling Leeuwarden van den Nederlandschen Barbiers- en Kappersbond en van de afdeeling Leeu warden van de Algemeene Winkeliers-, Industrie- en Handelsvereeniging om wijziging van de verordening op de winkelsluiting (gemeenteblad 1920 no. 2) (bijlage no. 20). De punten sub 911 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 12. dat Burgemeester en Wethouders: a. aan straten op het stratenplan ten zuiden van den Harlingerstraatweg tusschen de Engelsche straat en de villa Baensein de navolgende namen hebben ge geven: 1. aan het plein ter plaatse waar de Engelsche- op de Fonteinstraat uitkomt: Engelsche plein; 2. aan de noordwest-zuidoost loopende verbin dingsstraat tusschen bovengenoemd plein en den Har lingerstraatweg bij de villa Baensein: Bildtsche straat; 3. aan de uit de Engelsche straat westwaarts loo pende eerste straat ten zuiden van en evenwijdig aan den Harlingerstraatweg: Franeker straat; 4. aan de onmiddellijk ten zuiden van die sub 3 uit de Engelsche straat eerst west- en daarna zuidwest- waarts loopende straat, uitkomende op die sub 2 ge noemd: Beetgumer straat; 5. aan de ten zuiden van die sub 4 uit de Engelsche straat eerst in westelijke richting doch met twee om buigingen onderscheidenlijk naar het noordwesten en het noorden loopende en op den Harlingerstraatweg uitkomende straat: Marssumer straat; 6. aan de straat, verbindende die sub 4 en 5, ten westen van en evenwijdig aan de Engelsche straat: Deinumer straat; 7. aan de straat, wier beginpunt ligt waar de straat sub 3 op die sub 5 uitkomt en van daar loopt in zuid westelijke richting: Menaldumer straat. b. tot boekhouder in dienst van de gemeentewerken en van het gemeentelijk grondbedrijf hebben benoemd H. Edinga, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam; c. onderscheidene perceelen grasgewas van bermen van wegen, plantsoenen, Noorderbegraafplaats enz. bij openbare inschrijving hebben verhuurd in totaal voor 1371.95; d. van den Minister van Arbeid naar aanleiding van hun desbetreffende vraag ten antwoord hebben gekre gen dat bij art. 8c van de gewijzigde Woningnoodwet, bij Koninklijk besluit van 4 Maart 1921 no. 8 voor alle gemeenten van toepassing verklaard, een wettelijke regeling is getroffen ten aanzien van onttrekking van woningen aan hare bestemming, zoodat daarmede de verordening tegen beperking van de woongelegenheid in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1921 no. 8) is vervallen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer Jansen is inmiddels ter vergadering ver schenen. II. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de verordening, als bedoeld bij art. 6 der Warenwet (bijlage no. 26). 2. Alsvoren om aan de vereeniging voor Volkshuis vesting vergunning te verleenen tot straataanleg op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 1