156 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Mei 1921. leiding in den Prinsentuin in desolaten toestand is, maar als men nagaat de kwaliteit van het gas, dan gelooft hij dat deze er ook wel een beetje toe zal bij dragen, dat de verlichting in den Prinsentuin niet zoo best is. Maar spreker meent toch, dat het op 't oogen- blik niet aangaat, hoe mooi het ook lijkt, een bedrag van bijna 12,000.te besteden om den tuin van elec- trisch licht te voorzien. De zaak staat op 't oogenblik zoo, dat, als men wil, men wel gebruik kan maken van den zomertijd, door de concerten in den Prinsentuin in plaats van om 8 uur om 7 uur te laten beginnen. De menschen zijn er dan nog uit met licht. Spreker gelooft dan ook dat er geen enkele reden is om op 't oogenblik zoo'n groot bedrag hiervoor beschikbaar te stellen. Hij is het er volkomen mee eens dat het prachtig zou zijn, wanneer men daar een electrische verlichting kreeg met bogen enz., maar als men dat wil, dan zou men zich in het burgerlijk leven ook nog wel van alles kunnen veroorloven. Het is hier echter al eens meer gezegd: De wal keert het schip dat is in het burgerlijk leven ook zoo. Spreker gelooft niet dat het op 't oogenblik zoo hoog noodzakelijk is een bedrag van bijna 12,000.beschikbaar te stellen voor electrische verlichting van den Prinsentuin, hij kan dan ook niet met het voorstel meegaan en zal daar tegen stemmen. De heer Oosterhoff kan zich geheel aansluiten bij de woorden van den heer De Vos. Alleen zou hij er nog op willen wijzen, dat in het prae-advies staat, dat de verlichting van den Prinsentuin tegenwoordig veel te wenschen overlaat, waarmee men den indruk zal wek ken, dat dit alleen maar den laatsten tijd zoo geweest is. Dat is echter niet het geval: de verlichting is al tijden en tijden niet zooals men het men wel zou wen schen. Die onjuiste indruk wordt nog versterkt door het feit, dat er bij de begrooting niet aan gedacht is; er is geen afzonderlijke post voor verbetering der ver lichting uitgetrokken. Spreker memoreert dit, omdat daaruit blijkt, dat men het met den tegenwoordigen toestand toch wel kan doen. Waar in het prae-advies zelf nu staat dat de slechte verlichting ook gedeeltelijk is te wijten aan het feit, dat er te weinig lichtpunten zijn, zou spreker het veel eenvoudiger en goedkooper vinden, er een paar lantaarns bij te plaatsen. Hij zal zijn stem niet aan dit voorstel geven. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi zou van het college willen weten of de exploitatie van een electrische verlichting goedkooper is dan die van gasverlichting. Den heer De Boer wil het, in tegenstelling met de vorige sprekers, voorkomen, dat deze uitgaaf voor electrische verlichting niet moet gezien worden als uitgaaf alleen, maar dat men daarbij ook moet denken aan de besparing op de exploitatiekosten. Spreker weet niet of de exploitatie van electrisch licht op zichzelf goedkooper is dan die van gas, maar hij weet wel en dit blijkt ook uit het stuk dat men met den arbeid van het ontsteken en uitdooven van het licht veel goed kooper uit is. Dat dient bij een installatie als deze zeker in oogenschouw te worden genomen. Spreker gelooft dan ook zeker dat een electrische verlichting een be sparing zal beteekenen. De heer Tulp kan zich niet aansluiten bij de woorden van de heeren De Vos en Oosterhoff. Er staat duidelijk in het prae-advies dat bij de kostenberekening is ge bleken dat men met verbetering van de gasleiding nog duurder uitkomt dan dat men den geheelen tuin van electrisch licht voorziet. De aanleg van electrisch licht is dus voordeeliger en niet alleen daarom acht spreker er alles voor te zeggen, maar ook, omdat men er de zeer schadelijke inwerking van het gas, bij lekkage aan de buizen, op de boomen en planten, mee zal voor komen. De heer Jansen heeft bij dit voorstel eenigermate gedacht aan de straatverlichting. Hij gelooft dat deze nog niet van dien aard is, dat men ze normaal zou mogen noemen. En nu kan men den Prinsentuin wel schitterend gaan verlichten en de bewoners van de donkere straten wel troosten met het praatje: Ja, maar de Prinsentuin is schitterend verlicht maar spreker gelooft niet, dat dit de lijn is, die moet worden gevolgd. Zoolang de stad dan ook nog niet voldoende is verlicht, zal spreker stemmen tegen deze verlichting van den Prinsentuin. De heer Lautenbach heeft ook met verwondering ge lezen, dat het voordeeliger is een electrische verlichting aan te brengen, dan dat men den gasaanleg verbetert. Verder heeft spreker van den tuinman in den Prinsentuin nog nimmer vernomen dat er eenige schade aan boomen en planten wordt toegebracht door uitstrooming van gas door gebreken aan de gasleiding, wat wel herhaal delijk voorkomt in de stad. Wat de opmerking van den heer De Boer betreft, spreker weet niet of de heer De Boer deze opmerking wat ironisch heeft bedoeld, maar het terrein van den Prinsentuin heeft toch niet een omtrek als geheel Leeu warden; het betreft daar toch voor het omdraaien der kraantjes maar een kleine oppervlakte. De heer Oosterhoff zegt, dat als de opvatting van den heer Tulp juist was, dat men hier slechts had te kiezen tusschen een algeheele electrificatie van den tuin of een nieuwen gasaanleg, hij gaarne zou willen aannemen, dat het eerste goedkooper is. Maar spreker meent dat het zoo niet is, hij is van oordeel, dat men met bijplaatsen van eenige lantaarns kan volstaan; het is dus een derde mogelijkheid, die spreker op het oog heeft. Wanneer het werkelijk waar is dat exploitatie van electrisch licht goedkooper is dan de tegenwoordige verlichting, dan zou de heer De Boer gelijk hebben. Maar spreker stelt zich voor dat, als dit het geval inderdaad was, Burgemeester en Wethouders dat wel zeer duidelijk in hun prae-advies zouden hebben ge zegd. Dat doen zij echter niet; zij laten het in het midden en daarom veronderstelt spreker dat de exploitatie van electrisch licht niet goedkooper is. De heer Berghuis (wethouder) wil een enkele op merking maken, in de eerste plaats over het bijplaatsen van lantaarns. Dit is onmogelijk, omdat er dan eerst een algeheele nieuwe buisleiding moet komen. Doet men dit niet dan gaan de bestaande lantaarns even hard achteruit als de nieuwe licht geven. Het is een bekend feit dat er in den Prinsentuin gas en dus ook licht ver loren gaat. De heer Oosterhoff kan nu wel zeggen dat de slechte verlichting al geruimen tijd zoo is, maar de laatste 2 jaar zijn er in den tuin meerdere plaatsen, waar men 's avonds geheel in 't donker zit. En of het nu wenschelijk is dat die donkere hoeken blijven be staan en men de bezoekers daar in 't donker laat zitten, betwijfelt spreker. Het middel, dat de heer De Vos aangeeft om, als het donker is, den tuin te sluiten, is een gemakkelijk middel, maar dan zal men in September al om 5 uur met de concerten moeten beginnen, dus als de menschen nog aan tafel zitten. Voor 't overige heeft de heer De Boer de bestrijders van dit voorstel al zeer goed geantwoord; den geheelen avond moet er in den tuin een gasfitter tegenwoordig wezen om kraantje voor kraantje open en dicht te draaien. Met de nieuwe verlichting raakt de gasfitter totaal overbodig. Spreker gelooft dan ook zeer zeker dat de exploitatie van electrisch licht, ook omdat men dan geen gasverlies heeft, goedkooper zal zijn. Men Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Mei 1921. moet ook niet vergeten dat herstelling van de gasleiding toch noodig is, als het goed zal, moet er noodig een geheel nieuwe gasleiding in den geheelen tuin. Nu kan het wel wezen dat de heer Lautenbach niet heeft ge hoord dat de planten door het uitstroomende gas wor den beschadigd, doch Burgemeester en Wethouders hebben dat gelukkig wèl gehoord en komen daarom dan ook met hun voorstel. Dan komt er nog een nieuw ding bij, n.l. dat Burge meester en Wethouders in overleg met den pachter het idee hebben gevormd om het vuurwerk eenigszins af te schaffen. Zij meenen dat het publiek meer hangt aan een gekleurde verlichting, welke met een electrische verlichting zeer goed is te maken. Spreker gelooft, dat als we electrische verlichting hebben een mooie en toch zeer goedkoope attractie is te maken door kleurenver- lichting. Dit is dan ook een van de punten, hoewel in het prae-advies niet aangegeven, waarom Burgemeester en Wethouders hun voorstel doen. Zij wenschen, in overleg met den pachter, een proef te nemen met het weglaten van het vuurwerk, omdat er daarbij door een deel van het publiek meer aan baldadigheid wordt ge dacht, dan dat het als festiviteit wordt beschouwd. Dit zijn alle de overwegingen van het college geweest en als hun voorstel niet wordt aangenomen, dan zullen Burgemeester en Wethouders toch moeten komen met een dergelijke uitgaaf voor gas. De heer De Vos was niet van plan er nog nader iets van te zeggen, doch de heer Berghuis geeft een scheeve voorstelling van wat spreker heeft gezegd. Spreker heeft gezegd dat men nu met den zomertijd de concerten in plaats van om 8 uur wel om 7 uur kon laten beginnen, dat is vroeger ook wel gebeurd en het publiek kan dan nog bij licht uit den tuin zijn. Dan is men dus voor- loopig heelemaal geen licht noodig. Dat is heel iets anders als wat de heer Berghuis zegt, dat men bij don ker de tuin moet sluiten. Dat is een groot verschil. Bovendien acht spreker het onder geen omstandigheden gewettigd 12,000.uit te geven voor een nieuwe verlichting. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi heeft over de exploitatie nog geen voldoende inlichtingen ontvangen. Zij heeft wel gezien dat men een gasfitter zal besparen, maar met haar vraag heeft zij eigenlijk bedoeld: wat is goedkooper, electrisch licht of gas? Zij stelt zich voor dat Burgemeester en Wethouders dit wel hebben nage gaan. Dat lijkt haar de hoofdzaak. Als het gebruik van electrisch licht aanmerkelijk hooger is dan van gas, dan is het nog de vraag, wat het beste is, ook bij goed kooperen aanleg. Maar als het electrisch licht goed kooper is, dan zou men daarmee, zelfs met een duur- deren aanleg, voordeeliger uitkomen. De heer Lautenbach wil in geen geval tegenspreken wat de wethouder zegt, n.l. dat het college wèl heeft gehoord, dat er lekkage is aan de buizenleidingen in den tuin, maar het is dan toch wel zonderling dat de raadsleden daar nooit iets van hebben vernomen. Het is nu op het oogenblik ook voor Burgemeester en Wet houders juist de geschikte tijd om hun zin door te drijven; ieder begrijpt toch wel dat men thans den tuin niet kan opgraven om de leidingen te herstellen. Maar wanneer het aan Burgemeester en Wethouders bekend was dan had men het ten minste dit voorjaar wel kun nen doen, toen de planten en boomen nog niet uitgeloo- pen waren. De heer Berghuis (wethouder) vermoedt dat mevrouw Buisman haar vraag betreffende de exploi tatiekosten zelf wel kan beantwoorden, omdat zij zeer goed weet dat electrisch licht, het mag dan duurder zijn, toch in de practijk goedkooper is, wanneer het goed wordt bediend. Burgemeester en Wethouders hopen dan ook dat door een geregeld goede behandeling de exploitatie niet duurder wordt, in ieder geval niet zoo duur als thans, nu de buizen te klein zijn en er zeer veel gas zoo wegstroomt uit de buizen. De opmerking van den heer Lautenbach, dat het op 't oogenblik de tijd niet is voor een dergelijk werk, zal misschien door Burgemeester en Wethouders kunnen worden onderschreven, maar door de overstelpende werkzaamheden aan de verschillende bedrijven kon hiervan dit voorjaar niets komen. Het plan is trouwens niet eerder als zeer binnenkort binnen gekomen, terwijl Burgemeester en Wethouders bovendien nog met het bedrijf zullen overwegen of het niet beter zal zijn dit werk in 't najaar te doen. Hierop kan spreker echter niet antwoorden, dat is een beslissing, die het bedrijf moet nemen. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 11 tegen 9 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heer Dijkstra, mevrouw Buisman— BlokWijbrandi, de heeren O. F. de Vries, Berghuis, De Boer, Tulp, Zandstra, Tiemersma, Koopal, Molenaar, en Schoondermark. Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Van der Werff, Jansen, Oosterhoff, Visser, IJ. de Vries, Van Wei deren baron Rengers, Postma en De Vos. 5. (Agenda no. 6). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het leggen van een gaszinker door de stadsgracht tusschen de Noorderplantage en den Har- lingersingel ondershands op te dragen aan de N. V. George Wilson te 's Gravenhage. Dit voorstel luidt als volgt: Ter voorziening in den toevoer van gas naar de nieuwe wijken ten westen van de stad en ter verbetering van de gasvoorziening in de straten om en bij de Span jaardslaan en den Stienserweg is het noodig een zinker in de stadsgracht te leggen ter hoogte van de Noorder plantage eenerzijds en den Harlingersingel ander zijds. De Directeur der gemeentelijke gasfabriek heeft aan een viertal firma's opgave gevraagd van de som, waarvoor zij den zinker wenschen te leggen. De ingekomen inschrijvingen worden hierbij gevoegd. Het laagst is ingeschreven door de N. V. George Wilson te 's Gravenhage voor de som van 6885.Voor dat bedrag wordt de zinker bedrijfsvaardig opgeleverd. Met de Commissie voor de gemeentelijke lichtbedrij- ven meenen wij, dat op deze inschrijving moet worden ingegaan. Wij geven U alzoo, onder overlegging van stukken, in overweging te besluiten tot onderhandsche aanbeste ding van hef leggen van een 14" gaszinker door de stadsgracht ter hoogte van de Noorderplantage eener zijds en den Harlingersingel anderzijds aan de N. V. George Wilson te 's Gravenhage voor ƒ6885.onder bepaling, dat de zinker voor dat bedrag geheel bedrijfs vaardig. zulks naar het oordeel van den Directeur van de gemeentelijke gasfabriek, wordt opgeleverd vóór 1 Augustus 1921 en dat bij het leggen de aanwijzingen, door of vanwege dien Directeur te geven, worden in acht genomen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6. (Agenda no. 7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een crediet te verleenen voor de verbetering der bestrating van het Zuiderplein. Dit voorstel luidt als volgt:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 3