168 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Mei 1921.
is dan uit het voorstel van Burgemeester en Wethouders
vervallen?
De heer De Boer: Dan is b vervallen.
De Voorzitter: Dat zegt U!
De heer De Boer: Ik heb over mijn amendement dan
toch nog eenige zeggenschap, hoop ik?
De Voorzitter: 't Is maar de vraag hoe een ander het
opvat.
De heer Dijkstra zegt dat dit amendement misschien
niet zoo makkelijk is te redigeeren, maar hij vat het
zoo op, dat het niet in drieën, maar in tweeën in stem
ming moet worden gebracht. Wat stelt het amendement
toch voor? Dat het salaris voor onderwijzeressen met
akte B 200.hooger zal zijn dan dat van onderwij
zeressen met akte A. Wordt het salaris van de eersten
1600.dan spreekt het vanzelf dat dit van de laat-
sten 1400.wordt. Dat is dus één gedeelte.
Het andere gedeelte gaat hierover, of het verschil
voor het hoofdschap al of niet op 300.zal worden
bepaald. Dat is dus een afzonderlijk ding.
De Voorzitter blijft bij zijn opinie. Zoolang artikel 1
op deze manier wordt geamendeerd, kan spreker het
amendement niet anders dan ineens in stemming
brengen.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement-De Boer wordt verworpen met 12
tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Jansen, Dijkstra, Oosterhoff,
De Boer, Zandstra, Tiemersma, Koopal en Molenaar.
Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Van der
Werff, mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi, de heeren
O. F. de Vries, Berghuis, Tulp, Visser, IJ. de Vries, Van
Weideren baron Rengers, Postma, De Vos en Schoon-
dermark.
De Voorzitter wil alleen dit nog zeggen en daarmee
alleen terug komen op de stemming, dat als men nog
verandering wil brengen in het voorgestelde artikel van
Burgemeester en Wethouders, men daarin dan bij amen
dement nog partieel verandering kan aanbrengen.
De heer De Boer: Ik wou nog amendementen maken,
maar zie geen kans om die op het oogenblik nog voor
mekaar te draaien. Ik verzoek aanhouding van dit punt.
De Voorziter: Wordt dit voorstel ondersteund?
Dit blijkt wel het geval te zijn.
De Voorzitter: Verlangt nog een van de leden het
woord naar aanleiding van het voorstel-De Boer, om
dit punt aan te houden?
De beraadslagingen daarover worden geopend.
De heer Tulp merkt op dat dit punt in de vorige ver
gadering is aangehouden, omdat de heer De Boer had
gezegd dat hij het niet had bestudeerd en bekeken. Dat
heeft hij nu kunnen doen. De heer De Boer had kunnen
voorzien dat zijn voorstel misschien niet zou worden
aangenomen. Hij kan niet verwachten dat voorstellen,
waarmee hij zoo maar rauwelings in den Raad komt,
worden aangenomen. Er zijn slechts twee mogelijkhe
den: een voorstel wordt aangenomen of verworpen, en
op dit laatste moet men ook voorbereid zijn.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel-De Boer, om het punt aan te houden,
wordt met 11 tegen 9 stemmen verworpen.
Vóór stemmen: de heeren Jansen, Dijkstra, Ooster
hoff, De Boer, Visser, Zandstra, Tiemersma, Koopal en
Molenaar.
Tegen stemmen: de heeren Lautenbach, Van der
Werff, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren
O. F. de Vries, Berghuis, Tulp, IJ. de Vries, Van Wei
deren baron Rengers, Postma, De Vos en Schoonder-
mark.
Artikel I van het voorstel sub A van Burgemeester
en Wethouders wordt met 12 tegen 8 stemmen aange
nomen.
Vóór stemmen: de heeren Lautenbach, Van der Werff,
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren O. F.
de Vries, Berghuis, Tulp, Visser, IJ. de Vries, Van Wei
deren Rengers, Postma, De Vos en Schoondermark.
Tegen stemmen: de heeren Jansen, Dijkstra, Ooster
hoff, De Boer, Zandstra, Tiemersma, Koopal en Mole
naar.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub A II en sub B.
VI. De Voorzitter stelt thans aan de orde het voor
stel van mevrouw Buisman (sub IV) en vraagt of zij
het nog wenscht toe te lichten.
De beraadslagingen worden geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi wil even in 't
kort de zaak toelichten. De Raad zal zich herinneren
dat door het bestuur van de Openbare Leeszaal en
Bibliotheek is gevraagd, dat de gemeente garantie zal
verleenen voor de rente en geregelde aflossing van een
kapitaal van 50 mille, welk kapitaal het bestuur zou
leenen van de Spaarbank alhier. Daarbij is ook gevraagd
om garantie te verleenen voor eventueele terugbetaling
van het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom. Uit
de discussies is nu wel gebleken, dat de Raad zich daar
mede volkomen kon vereenigen, zoodat het niet noodig
werd geoordeeld dit laatste in het besluit op te nemen.
Het besluit, dat het bestuur is toegezonden, luidt dan
ook, dat de gemeente garantie zal verleenen voor de
geregelde betaling van rente en aflossing. De Spaarbank
maakt echter bezwaar om het geld te leenen, wanneer
niet bepaald deze clausule in het besluit wordt opge
nomen: „en eventueele terugbetaling van het nog niet
afgeloste deel der hoofdsom". Daarom stelt spreekster
voor of wil zij den Raad nog verzoeken, bedoelde clau
sule nog in zijn besluit op te nemen. Het is slechts een
formeele kwestie, doch om aan zijn geld te komen moet
het bestuur ten eenen male aan het verzoek van de
Spaarbank voldoen, waarom spreekster dan ook hoopt
dat de Raad aan haar verzoek gevolg zal geven.
De Voorzitter zegt dat er eigenlijk bij Burgemeester
en Wethouders nooit kwestie over is geweest dat er
onder aflossing niet zou worden verstaan dat deel van
de hoofdsom, dat nog niet afgelost was. De Raad kan
dus tegen het voorstel van mevrouw Buisman niets geen
bezwaar hebben; alleen is er dit groote bezwaar tegen
dat op het raadsbesluit nog eens weer de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten moet worden gevraagd. De
Spaarbank heeft nu niet willen aannemen hoewel
spreker het persoonlijk in den Raad'heeft gezegd
dat onder betaling van rente en aflossing ook begrepen
was het restant van het af te lossen kapitaal en ook
aflossing van het geheele bedrag, wanneer op een ge
geven moment de Leeszaal niet meer hare betalingen
kon doen. Omdat de Spaarbank nu bezwaar maakt dat
deze clausule niet in het raadsbesluit is opgenomen zal
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Mei 1921. 169
de Raad dit nog moeten doen; als het niet anders kan,
zal het ter wille van de Leeszaal moeten gebeuren.
Spreker weet niet of de Spaarbank misschien ook nog
meerdere bezwaren heeft, dan zouden deze meteen
kunnen worden weggenomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van mevrouw Buisman.
VII. Ter behandeling van
Agenda no. 12. Rapport der commissie voor
de bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting naar het inkomen, omtrent reclames
in eersten aanleg, diensten 1918, 1919 en 1920.
wordt in geheime vergadering overgegaan.
Na heropening der openbare vergadering wordt, niets
meer te behandelen zijnde, deze door den Voorzitter
gesloten.