Vergadzrioo van Dinsdag 12 luli 1921 212 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Juni 1921. De Voorzitter merkt op dat de waterleiding natuurlijk een eenigszins ander bedrijf is dan de gewone bedrijven. Men zal ten aanzien van het onderhoud straks plotseling voor gevallen kunnen komen te staan dat men in verband met de watervoorziening onmiddellijk moet ingrijpen. De heer Dijstra: Beoogt het dat? De Voorzitter: Dat beoogt het. 't Is, opdat in zulke gevallen de directeur niet zal zeggen dat hij deze of die uitgaaf niet heeft gedaan omdat zij niet op de be grooting stond. De braadslagingen worden gesloten. Art. 13 wordt onveranderd vastgesteld. Artt. 1418 worden onveranderd vastgesteld, waar na de geheele verordening wordt vastgesteld. Ter behandeling van: 20. Agenda no. 20). Het eerste gedeelte van het primitief kohier van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1921. wordt in geheime vergadering overgegaan. Na heropening der openbare vergadering wordt het eerste gedeelte van het primitief kohier van de plaatse lijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1921, vastgesteld met een totaal der cijfers van aanslag van 7,153,096 en een totaal der aanslagen van 715,309.60. V. De Voorzitter deelt nog mede dat, in verband met het vaststellen van het eerste gedeelte van het kohier, door het college van Burgemeester en Wethou ders aan den Raad wordt voorgesteld om, waar er door de regeeringscrisis uitstel is gekomen in de behandeling van de wet op de uitkeeringen aan de gemeenten, en men daardoor niet v/eet hoe groot het bedrag zal wor den dat Leeuwarden van het Rijk ontvangt, voorloopi» in rekening te nemen het bedrag dat oorspronkelijk door den rijkswetgever is voorgesteld, n.l. een bedrag van 116,000.voor de gemeente Leeuwarden. Dit cijfer houdt verband met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om direct i*/i5 der belasting invorder baar te verklaren en Vis voorloopig niet, omdat i/15 deel der belasting ongeveer gelijk staat met het bedrag dat oorspronkelijk door de regeering als uitkeering aan de gemeente Leeuwarden is voorgesteld. Het vermenig- vuldigcijfer wordt daardoor 7 in plaats van 7]/2. De heer Collet: Hoeveel brengt de rijksuitkeering op? De Voorzitter: 't Scheelt precies 116,000.en dat is ongeveer i/15 deel der belasting. Burgemeester en Wethouders meenden wel vast te mogen aannemen het cijfer door den minister gegeven, wat betreft de uitkee ring ,die het Rijk aan de gemeente verstrekt. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Juli 1921. 213 Tegenwoordig 23 leden, te weten: de heeren Oos- ierhoff, Van Weideren baron Rengers, Van der Werff, lautenbach, Postma, Tiemersma, Tulp, IJ. de Vries, lansen, Koopal, Dijstra, Fransen, Visser, Collet, me vrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren De Boer, B. Molenaar, O. F. de Vries, Berghuis, Dijkstra, M. Mo lenaar, Zandstra en De Vos. Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Bur gemeester. I. De nieuw inkomende leden, de heeren A. Cohen en j. Muller, worden door den Voorzitter beëedigd en leggen daartoe, de eerste de bij art. 39 der Gemeente wet voorgeschreven eeden, de laatste de beloften af. De Voorzitter wenscht de heeren geluk met hunne verkiezing en hoopt, dat zij tot voldoening van zich zeiven en in het belang der gemeente werkzaam zullen zijn. Thans zijn 25 leden aanwezig. II. Wordt medegedeeld: 1. dat bij Koninklijk besluit van 23 Juni 1.1. is goed gekeurd de verordening op de keuring van waren. 2. dat Gedeputeerde Staten: a. hebben goedgekeurd de raadsbesluiten: d.d. 14 Juni 1.1. tot wijziging van het reglement op het bestuur van de Stads-Armenkamer, het doen van eene recht- streeksche uitgaaf uit den post „onvoorziene uitgaven" der gemeentebegrooting, dienst 1920, overneming van het noordelijk gedeelte van de Bleekerstraat van de vereeniging „de IJsclub", overneming van een strook grond bij de Haniasteeg van de N. V. „R.A.M.I." alhier; d.d. 28 Juni tot het voeren van een rechtsgeding ter verkrijging van de ontruiming van het perceel Peper straat no. 10 door J. van Sijp; b. de ontvangst hebben bericht van de mededeeling van de toelating als raadslid van de heeren A. Cohen en J. Muller. 3. grafische voorstelling der calorische waarde van liet menggas der gemeentelijke gasfabriek, bijgewerkt tot 26 Juni 1921. 4. proces-verbaal van de opneming van de boeken en kas van den gemeente-ontvanger. 5. bericht van R. J. van der Noord dat hij zijne be noeming tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 9 aan neemt. De punten sub 15 worden voor kennisgeving aan genomen. 6. adres van het bestuur der Kinderbewaarplaats alhier om toekenning over 1922 van een gemeentelijk subsidie ad 800. Zal bij de begrooting voor 1921 worden behandeld. 7. adres van de vereenigingsfederatie „Leeuwarder Bestuurdersbond", houdende verzoek dat de Raad zich in beginsel bereid verklare om in een steunregeling ten behoeve van de uitgetrokken leden van werkloozenkas- I sen financieel van gemeentewege bij te dragen enz., met adhaesiebetuiging van den Nederlandschen Bond van arbeiders in de Kleedingindustrie. 8. adres van L. H. E. van Hylckama Vlieg, directeur der gemeentewerken, betreffende gelijkstelling van zijne bezoldiging aan die van den directeur der gemeentelijke Hchtbedrijven. 9. adres van K. Kuperus waarbij hij in beroep komt van de afwijzende beschikking van Burgemeester en Wethouders op zijn verzoek om vergunning tot het bouwen van een woonhuis aan den Harlingerstraatweg op het kadastrale perceel sectie D no. 1005. De stukken sub 79 worden in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om prae-advies. 10. adres van de Vereeniging tot bestrijding der tuberculose alhier om toekenning over 1922 van een gemeentelijk subsidie ad 2000. Zal bij de begrooting worden behandeld. 11. schrijven van curatoren van het gymnasium, waarbij D. van de Craats wordt aanbevolen voor de benoeming tot 1 September 1922 als leeraar in de wis kunde aan het gymnasium alhier. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden be handeld. 12. dat Burgemeester en Wethouders: I. bij openbare aanbesteding hebben gegund ten behoeve van den dienst der gemeentereiniging de leve ring van: a. 85 dienstpetten aan de N. V. Jurgens' pettenfa- briek te Amsterdam voor 331.95; b. 34 dienstjassen (jekkermodel) aan de firma C. van Hal en Zn. te Breda voor 19.85 per stuk. II. bij openbare inschrijving hebben verkocht oude materialen, door de gemeentereiniging verzameld, als: 1575 K.G. tapijtgoed, 10,000 K.G. papier, 1500 K.G. gegoten ijzer enz. aan de firma J. W. Cohen voor 213.01; 5000 K.G. lompen, 200 K.G. zink aan J. Hoeben en S. Polak voor 56.41 J/2. Wordt voor kennisgeving aangenomen. III. De Voorzitter doet mededeeling dat van den heer K. de Boer de volgende vragen bij Burgemeester en Wethouders zijn ingekomen, voor het stellen waarvan verlof van den Raad wordt gevraagd: „Hebben er door het college van Burgemeester en Wethouders besprekingen plaats gehad met het dage- lijksch bestuur der provincie omtrent wijziging in de stroomleveringsvoorwaarden van het Provinciaal Elec- triciteitsbedrijf aan de gemeente? Hebben de besprekingen tenslotte geleid tot Uw voor stel tot beëindiging der nieuwe kolenclausule? Indien ja, zijn Burgemeester en Wethouders dan ge negen de gevoerde correspondentie aan den raad over te leggen en een uiteenzetting te geven van de gronden, waarop hun afwijzing berustte om nieuwe stroomleve ringsvoorwaarden' te aanvaarden? Achten Burgemeester en Wethouders het ook van belang met de andere stroomafnemende gemeenten een vereeniging te vormen, teneinde op die wijze langs ge- organiseerden weg de belangen der stroomafnemers tegenover het productiebedrijf van de provincie tot uit drukking te brengen?" De Voorzitter merkt op, dat de vraag, of er bespre kingen hebben plaats gehad met het dagelijksch be stuur der provincie, beter op haar plaats ware geweest in de vorige vergadering, toen de beslissing over het beëindigen van de kolenclausule werd genomen, dat spreker wel wil nagaan welke correspondentie toen bij de stukken gelegen heeft, en dat. wat de kwestie van het vormen van een ver eeniging betreft, dit punt, als de Raad het wil, beter in een volgende vergadering kan worden behandeld. Spreker vraagt of de heer De Boer zijn vragen ook nog wil toelichten. De heer De Boer denkt niet dat het noodig is. De Raad verleent zijn toestemming tot het stellen der vragen. Burgemeester en Wethouders zullen in de vol gende vergadering antwoorden. IV. Wordt ter tafel gebracht:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1921 | | pagina 1